Een uitreisverbod: zakaz wywozu. Het stond er echt. De vierde kamer van de regionale rechtbank te Warschau, afdeling familiezaken en jeugd had het besluit genomen. Alle grenswachten waren geïnformeerd. De rechter achtte het risico aanzienlijk dat Isabel een poging zou ondernemen om met haar kinderen naar het buitenland te vertrekken, gezien de ophanden zijnde scheiding en het daaraan gekoppelde vonnis over de voogdij van de kinderen. Scheiding? Het hoge woord was eruit. Uitgesproken door de rechter en Isabel wist van niets. Niet dat het haar verbaasde, integendeel, het zat er al maanden, zo niet jaren aan te komen, maar de manier waarop Nicolas het haar nu had medegedeeld, was een klap in haar gezicht. Hij had haar voor haar gevoel bewust vernederd ten overstaan van hun kinderen. Wat wilde hij ze vertellen? Pas op met mama, ze deugt niet, kijk maar, die meneren in uniform vinden het ook?
In de taxi belde ze Nicolas. Ze had willen wachten tot de kinderen waren opgehouden met huilen, maar er was geen houden aan. Ontroostbaar. De telefoon ging slechts twee keer over.
'Met Nicolas. Met wie heb ik het genoegen?'
'Met Isabel, wie anders. Wat heeft dit te betekenen, Nicolas?' Ze sprak zijn naam op de hardst mogelijke manier uit, in het Engels, Nik-ke-les, zoals ze altijd deed wanneer ze boos was. Het zachtere, Franse Nico-la, zonder s, gebruikte ze voor neutraal, of lief.
'Nooit denken dat je mij te slim af kunt zijn, Isabel,' antwoordde hij. 'Ik heb je door.'
'Door, door!? Ik wil onze kinderen een fijne kerst bezorgen. Je zou me dankbaar moeten zijn, idioot. Waar ben je mee bezig?'
'We moeten praten, Isabel. Het gaat zo niet langer. Misschien is het beter dat je met de kinderen andere woonruimte zoekt.'
'Andere woonruimte? Je zet ons de deur uit. Zeg dat dan gewoon, klootzak, dat je van ons af wilt!' De kinderen begonnen nu nog harder te huilen.
'We moeten een andere constructie bedenken. Het gaat zo niet langer,' herhaalde hij.
'Wat gaat niet langer, Nicolas? Jij onttrekt je al tijden aan het gezinsleven! Wat is er dan zo ingewikkeld voor jou, Kozinski? Nou? Dat jij het niet meer trekt? Dat jij je aandacht niet meer kunt verdelen tussen je gezin, je concubine en de kerk? Je bent ons een verklaring schuldig.' Isabel wist dat haar kinderen het woord concubine niet kenden.
'Ik wil scheiden,' zei Nicolas ijskoud.
'En waarom? Hebben wij ook nog iets te vertellen? Wij hebben er recht op, Nicolas. Je moet zeggen waarom. Je moet zeggen waarom je van ons af wilt.'
'Omdat ik het wil. Omdat het beter is. Omdat ik niet meer van je hou.'
'Beter voor wie?' schreeuwde Isabel. Tobias begon rood aan te lopen van het harde huilen.
Er kwam geen antwoord. Nicolas had opgehangen. Ze drukte op nummerherhaling, maar kreeg zijn voicemail. Haar kinderen staarden haar aan met betraande ogen. Isabel moest een list bedenken om deze kerst nog te redden.
'We gaan snel naar Sanderijn, lieverds, daar is het gezellig,' probeerde ze Tobias en Alexandra op te beuren. 'Laat papa maar even, die voelt zich niet zo goed.' Broer en zus zaten zwijgend op de achterbank, dicht tegen elkaar aan.
'Waarom mogen we niet naar Nederland van papa?' vroeg Tobias.
'Goede vraag, schat. Ik weet het niet. Je moet het hem maar een keer vragen, ik weet het echt niet,' zei Isabel. 'Papa is een beetje in de war.'
Tobias leek genoegen te nemen met die verklaring en veegde met de mouw van zijn jas een grote snottebel van zijn neus.
'Maar het is niet eerlijk,' zei hij. 'Ik snap het niet.' Isabel slikte de brok in haar keel weg en haalde diep adem.
'Mama snapt het ook niet, lieve schat. Maar weet je wat we doen?' Ze keek haar zoon diep in de ogen en lachte. 'We gaan lekker cadeautjes uitpakken bij Sanderijn en we blijven daar logeren. Dat vindt Vosje vast ook gezellig, en de kinderen al helemaal. Misschien kunnen jullie weer zo'n mooie hut bouwen onder de hoogslaper?' Tobias fleurde op, een hut bouwen, dat bleef toch het ultieme spelen. Alexandra staarde door het raam van de taxi naar buiten.
'Boobytrap,' zei Isabel toen Sanderijn opnam, 'we zijn er met open ogen in gelopen.'
'Wat?'
'Over vijf minuten staan we voor je deur. Ik hoop dat je het niet erg vindt. De striemen van de handboeien staan nog in mijn polsen, we komen de grens niet over, Sanderijn. We zijn gevangen in Polen, Nicolas heeft de Poolse rechters aan zijn kant. Uitreisverbod.'
'Dit meen je niet! Zeg me dat je in Amsterdam bent en dat je me ontzettend in de zeik neemt! Dit is een van je beste grappen sinds tijden, Isa, is het niet?'
'Nee, helaas. Ik bel zo bij je aan en dan vertel ik je het hele verhaal. Het spijt me, San, ik weet dat je andere plannen hebt, en dat jij en Michaël ook weer eens samen zouden zijn, maar ik wil nu niet naar hem toe. Ik...'
Sanderijn onderbrak haar. 'Drie keer raden, pumpkin. Michaël is hem alweer gesmeerd. Hij werd opgeroepen: noodgeval in Kazachstan. Opstand in een fabriek en Michaël moet bemiddelen. Toevallig hè, net nu we wat quality-time hadden ingeruimd en ik een pre-Christmas-dinner aan het koken ben. Ik heb een superieure lamsbout in de oven liggen, en jullie zouden me een groot plezier doen als we die met elkaar soldaat kunnen maken.'
Pumpkin. Als Sanderijn haar pompoen ging noemen, dan was haar aanwezigheid meer dan gewenst. Isabel knipoogde naar Tobias en stak haar duim op. Hij forceerde een flauwe glimlach, om zijn moeder te plezieren, de schat. 'Oké! We hebben gierende honger, dek maar bij voor drie.'
'Denk je niet dat je beter af bent zonder Nicolas?' Sanderijn schonk nog een glas calvados in en stak er een dunne sigaar bij op. Zo'n avond dus, dacht Isabel. Als haar vriendin aan de sigarenkist begon, betekende dat nog een paar uur slap ouwehoeren.
De kinderen lagen als roosjes te slapen in hun hutten en de cadeautjes die ze alvast hadden mogen uitpakken hadden prominente plekken in hun bedden gekregen: op of naast het hoofdkussen, en voor het geval die plekken toebehoorden aan sleetse knuffels met hangoren, lagen de nieuwkomers ergens aan het voeteneind. De speelgoedhiërarchie was voor een volwassen brein ondoorgrondelijk.
Beter af zonder. Isabel probeerde de betekenis van de drie woorden tot zich te laten doordringen. Beter, af, zonder: woorden die gevoelsmatig met elkaar in tegenspraak waren, een oxymoron, heette dat niet zo? Door de drank kon Isabel niet helemaal helder meer denken. Zonder was per definitie slechter, niet beter. Of toch? Less is more, maar dat gold vooral in de kunsten, niet voor relaties. Niet voor Isabel. Ja, zonder ruzie, nogal wiedes. Maar zonder seks, zonder man, zonder vader voor haar kinderen? Driewerf nee. Sanderijn had het goed mis.
'Je weet niet wat je zegt, mens. Of ik beter af ben zonder echtgenoot, zonder stabiel gezin voor mijn kinderen, zonder de liefde van mijn leven? Want dat is of was hij wel. Is dit een serieuze vraag, San? Wat denk je zelf?'
Sanderijn schrok van de onverwachte uitval en verslikte zich in de rook van de sigaar, die ze per ongeluk diep inhaleerde. 'Eh, nee.' Ze kuchte luid en vervolgde: 'Ik bedoel iets anders, namelijk of het niet beter is te besluiten dat hij ooit je grote liefde was, en nu niet meer. Dat hij geen stabiele factor meer is in jouw leven, want dat is hij niet, Isa, hij is zo onberekenbaar als wat. En waarom zou je aan een dood paard blijven trekken? Dat is zo vernederend. Dode paarden, man, ik kan er een boek over schrijven. En dat van jou wil van geen wijken weten,
Isabel, hoe jij ook je best doet. En jij maar trekken.'
Sanderijn sloeg dubbel van het lachen en klapte met haar hoofd op tafel. 'Au!' Ze wreef over haar voorhoofd terwijl de tranen over haar wangen liepen. Als twee bakvissen kregen ze de slappe lach en tussen de lachbuien door dronken ze. Na een tijdje wist Isabel niet meer of ze lachte of huilde, maar het luchtte in elk geval op. Waarschijnlijk was het huilen, want Sanderijn pakte ineens haar gezicht en keek haar diep in de ogen.
'Lieverd,' zei ze troostend, 'als het over is, is het over. Aan alles komt een eind. Je hebt twee mooie kinderen aan hem overgehouden en nu is het tijd om afscheid te nemen.' Isabel knikte, ze gaf zich over.
'En ik zou maar vast de beste jurist in de arm nemen die je kunt vinden. It's gonna be dirty,' vervolgde Sanderijn met een bassige stem. 'Maar serieus nu.' Sanderijn onderbrak haar zin om nog een hijs van haar sigaar te nemen, onderdrukte een tweede hoestbui en vervolgde: 'Ik ken het type Nicolas als mijn broekzak. Een schaker, dat is hij. Zorg dat je hem altijd een stap voor bent, Isa.'