Het waren voor haar gevoel de langste twee weken van haar leven, weken waarin Isabel voor het eerst leed aan slapeloosheid. Iedere nacht beleefde ze de rechtszaak opnieuw en wond ze zich op over de vuile streken van Nicolas. Het vreemdgaan, de ruzies over geld, zijn agressieve houding, het was alsof het nu pas allemaal tot haar doordrong, nu ze alleen woonde en haar kinderen in de nacht vredig sliepen in hun nog naar verf stinkende kamers.

De golven van woede in haar buik en hoofd die opkwamen en weer wegebden als de getijden maakten haar fysiek onpasselijk. Ze voelde zich als een kolkende vulkaan op het punt van uitbarsten. In haar fantasie spoot de gloeiende lava al in de rondte, uiteraard over Nicolas heen, die langzaam wegsmolt tot er niets van hem restte dan een smeulend plasje op de grond, een vetvlek van een onbeduidende substantie, waar Vosje zijn pootje boven optilde om het af te blussen.

Huilen zou misschien opluchten, maar dat kon ze niet meer. Als ze hem iets niet gunde, waren het haar tranen. Haar zwakheid zou hem sterker maken, zo vreesde ze, en hij mocht haar niet klein krijgen. Ze moest veerkrachtig blijven en op de juiste momenten incasseren.

Het speet haar dat ze het woord haat had laten vallen tijdens de zitting. Geheel spontaan had ze het eruit geflapt. Uit het diepst van haar wezen was het er ineens. Diepe haat, een emotie die ze nog nooit eerder had gehad, maar die ze door zijn lelijkheid en indringende aanwezigheid meteen als zodanig herkende. Ze had het voor zich willen houden, omdat het iets heel intiems was, haten, en intimiteiten wilde ze niet meer met Nicolas delen. Nooit meer.

Uitgeput en op van de zenuwen meldde Isabel zich op de dag van de uitspraak met haar raadsvrouw bij de rechtbank. Automatisch namen ze weer dezelfde plaats in als tijdens de zitting. Ze stonden op toen de deur van de rechtszaal open zwaaide en het trio in colonne met dikke dossiers onder de arm kwam binnenlopen, de edelachtbare Malarska voorop.

Met een overdreven gebaar zette Nicolas zijn leren hoed af, de aanstellerige Canadese cowboyhoed die ze hem vroeger altijd zo stoer vond staan. Zijn oude laarzen had hij ook weer van stal gehaald en ze vroeg zich af waarom, want met zijn versleten spijkerbroek was hij nogal underdressed voor deze bijeenkomst. Het antwoord kreeg ze toen ze zag dat Nicolas de buitenkant van zijn linkerlaars, waarvan het leer bij de naad was losgeraakt, met nietjes had vastgezet. Alsof hij door het suggereren van grote armoede de rechtbank aan zijn kant zou krijgen.

'Hij hangt nu al het slachtoffer uit,' fluisterde Zofia in Isabels oor.

'Respectloos, zoals hij erbij loopt,' zei Isabel.

'De strategieën van je ex zijn ondoorgrondelijk,' vond Zofia.

Toen iedereen weer was gaan zitten nam de rechter het woord: 'Nicolas Nowack Kozinski heeft een eis ingediend tot de ontbinding van zijn huwelijk met Isabel IJzerman zonder uitspraak over de schuld der partijen. De rechtbank heeft het volgende overwogen. De eiser heeft de Poolse en de Canadese nationaliteit en de gedaagde heeft de Nederlandse nationaliteit. De partijen waren op 22 juli 1987 in de echt verbonden in Quebec. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: Alexandra, nu veertien jaar oud en Tobias van nu vier jaar en tien maanden. Na drie jaar in Canada gewoond te hebben, waar ook het eerste kind geboren is, is de eiser naar Polen verhuisd om een firma op te richten. De gedaagde is anderhalf jaar later achter haar man aan gekomen en runde tot die tijd als alleenstaande, werkende moeder het huishouden in Quebec. Gedaagde is onder protest naar Polen verhuisd. De afspraak was dat zij in Polen zouden blijven wonen, zolang de firma rendabel zou zijn. De eerste jaren in Polen was het huwelijksleven volgens beide partijen goed. Er kwamen communicatieproblemen in het huwelijk toen eiser Tekla Milosz naar Warschau haalde en in dienst nam. Eiser wist gedaagde er toen van te overtuigen dat er geen sprake was van een relatie met deze vrouw anders dan een zakelijke. In 2003 liet eiser de gedaagde voor het eerst weten dat hij niet meer van haar hield en in 2004 kondigde hij de scheiding aan door middel van een bij de rechter afgedwongen uitreisverbod. Gedaagde heeft zich niet verzet tegen de scheiding en zich neergelegd bij het feit dat eiser de huur opzegde van de benedenverdieping van hun woning, waardoor de vrouw werd gedwongen te verhuizen naar een bescheiden woning in de buurt. De ontwrichting van het huwelijk is volledig en duurzaam.'

Isabel slikte. Dat was wel een heel korte en kleurloze samenvatting van haar leven tot nu toe. Ze dacht aan de hoogtepunten, de feesten en de verre reizen en besefte dat dit nooit meer terug zou komen. Als Nicolas ook maar een fractie zijn best had gedaan, had Isabel nog voor hun huwelijk willen vechten. Hij had de handdoek in de ring gegooid. De rechter ging zich nu uitspreken over de voogdij en Isabel concentreerde zich weer op haar woorden.

'Er is goed contact tussen de kinderen en hun vader. De kinderen verblijven altijd bij de moeder. Beide ouders hebben een emotionele band met hun kinderen en doen hun best goed voor hen te zorgen. Inmiddels heeft zich een liefdesrelatie ontwikkeld tussen eiser en zijn werkneemster, die sinds enige maanden eigenaar is van de firma en met haar kinderen bij eiser is ingetrokken.

De eiser gaat niet akkoord met de verhuizing van zijn kinderen naar Nederland. Tegelijkertijd geeft hij geen garantie voor een stabiel leven voor hen in Polen, want hij betaalt geen alimentatie.

Alles afwegende komt de rechtbank tot het volgende vonnis. De rechtbank spreekt de echtscheiding tussen de partijen uit, kent de uitoefening van de ouderlijke macht toe aan beide ouders en bepaalt dat de verblijfplaats van de kinderen altijd bij de moeder is en stelt een bezoek- en vakantieschema vast voor de vader. De vader heeft niet zoveel tijd voor de kinderen als de moeder en hij woont met een concubine. Het is vanzelfsprekend dat de kinderen liever bij de moeder wonen dan bij de concubine en dat dit zo moet blijven. De kinderen leven in een vast ritme, ze gaan naar school en naar de kleuterschool. Ze moeten een vaste plek hebben waar hun leven zich concentreert, zoals een eigen kamer, speelgoed, een eigen bed. De vader kan dit niet bieden, aangezien de kinderen van de concubine hun oude kamers hebben betrokken.

Voorts veroordeelt de rechtbank de vader tot het betalen van alimentatie van vijfduizend zloty per maand. De contacten van de vader met de kinderen vinden plaats om de twee weken op zaterdag vanaf half tien 's morgens tot zondagavond acht uur 's avonds, alsook elke Pasen in de oneven jaren en elke kerst in de even jaren, de wintervakantie in de oneven jaren en de maand juli in de grote vakantie. De overige vakanties zijn voor de moeder. Door deze uitspraak vervalt het besluit van het kantongerecht, afdeling familiezaken en jeugd, tot een uitreisverbod voor de kinderen zonder toestemming van beide ouders.'

De volledige betekenis van het vonnis drong nog niet tot Isabel door, maar ze was in elk geval verheugd over de laatste paar zinnen. 'Deze kerst is in elk geval van mij en de kinderen,' zei ze tegen zichzelf. Zofia sloeg een arm om haar heen.

'Proficiat,' zei ze, 'we hebben op alle punten gewonnen.'

'Nee, toch? Ik heb haar niet horen zeggen dat ik naar Nederland mag,' zei Isabel net iets te luid. 'Of heb ik niet goed opgelet?'

'Ssst! Niet nu, niet hier,' fluisterde Zofia. 'We moeten het woord voor woord nalezen en analyseren, maar zoals ik het nu zie, is dat dus pure winst, want de rechtbank bepaalt ook niet dat je per se moet blijven. Maar genoeg erover nu, we moeten je ex niet op ideeën brengen.'

Nicolas bleef totaal onbewogen onder de uitspraak. Hij zette zijn hoed op en kwam op Isabel aflopen. 'Ik verwacht de kinderen zaterdagmorgen om half tien bij mij thuis,' zei hij, waarna hij zich omdraaide en de zaal uit beende.

'Prima!' riep Isabel hem nog na, maar hij deed alsof hij haar niet hoorde. 'En doe de groeten aan je concubine!' schreeuwde ze hem na. Zofia lachte en klapte haar dossier dicht.

'Je beseft niet half hoe goed deze uitspraak is, Isabel,' zei ze. 'Maar dat ga ik je allemaal uitleggen onder het genot van een glas champagne. Wat ik je te zeggen heb, kan ik niet doen binnen de muren van de rechtbank, want dat zou vloeken in de kerk zijn.'