Warschau 

Voorjaar 2006

Driekwart jaar na de overwinning op Nicolas zat Isabel opnieuw in het beklaagdenbankje. De euforie was van korte duur geweest. Al vanaf het eerste weekend had Nicolas dwarsgelegen. De kinderen hadden in 'zijn' weekenden onder strandlakens en op kampeermatjes moeten slapen, omdat er geen beddengoed voor ze in huis was. Op de zondagavonden had hij ze een paar keer veel te laat teruggebracht, uitgehongerd omdat ze nog niet hadden gegeten.

De zomervakantie was een puinhoop geworden. Nicolas wilde de kinderen dan weer een week wel en dan weer een week niet, dus noodgedwongen was Isabel in Polen gebleven. De korte kampeervakantie aan zee met Sanderijn en alle kinderen had de zomer nog enigszins goedgemaakt. Tot aan Kerstmis was er een onafgebroken reeks aan ellende en conflicten geweest. Gelukkig waren de kinderen dat tijdens de heerlijke kerstdagen in Nederland weer vergeten.

Alle incidenten had ze bijgehouden in een zwartboek, zoals Zofia haar had opgedragen. Iedere actie moest er nu op gericht zijn een vertrek naar Nederland te ondersteunen. Als Nicolas zich voorbeeldig gedroeg, zou Isabel er nooit mee wegkomen, had Zofia haar verzekerd tijdens een gesprek in een obscuur café, waar ze op samenzweerderige toon had gesproken. De raadsvrouw adviseerde Isabel om het recht in eigen hand te nemen, maar kwam daardoor in gewetensconflict. 'Ik zeg je dit niet als advocaat, maar als vriendin,' had ze na haar derde glas champagne gezegd.

Eigenlijk moest Isabel blij zijn met het gedrag van haar ex, maar ze kon het bijna niet meer aan. Nu ze officieel uit elkaar waren, waren de wederzijdse haatgevoelens alleen maar toegenomen. Nicolas deed niet eens moeite om beleefd tegen haar te doen. Hij spuugde nog net niet op haar, maar toch was Isabel iedere keer weer beledigd wanneer hij haar opzettelijk negeerde als hij de kinderen ophaalde of terugbracht. Hoezeer ze ook probeerde eelt op haar ziel te kweken, Nicolas raakte haar nog steeds. Haar harde pantser was toneelspel, van binnen voelde ze pijn. De pijn van rouw. Het verdriet verborg ze voor de buitenwereld. Niemand begreep dat je zelfs om een klootzak kon rouwen en dus verwerkte ze het in alle eenzaamheid.

Tobias en Alexandra waren gewend geraakt aan teleurstelling. Afspraken en beloften werden zelden nagekomen, dat hoorde in hun universum tot de normale omgangsvormen. Ze namen het leven zoals het kwam en probeerden zich af te sluiten voor vijandigheden.

Het was pijnlijk dat Isabel en Nicolas regelmatig ruzieden waar de kinderen bij waren, maar dat kon niet anders. Ze spraken elkaar alleen bij de voordeur, tijdens het ophalen of afzetten van de kinderen en een enkele keer telefonisch, maar dan liep het steevast uit de hand. Nicolas vond haar een slechte moeder, en zij vond hem een waardeloze vader, een minkukel, of Koning Klaploper, zoals haar zus Karen hem vaak noemde. In al die maanden had hij nog geen fractie betaald van het bedrag dat hij schuldig was aan alimentatie. De omgangsregeling lapte hij volledig aan zijn laars. De ene keer wilde hij de kinderen maar een halve dag, een volgende keer wilde hij ze een voor een. Tobias op zaterdag, Alexandra op zondag. Meestal had hij geen geld om leuke dingen met ze te doen, beweerde hij.

Dat hij nu bij de rechtbank zoete broodjes stond te bakken was onverdraaglijk. Hij eiste meer omgang met Tobias en Alexandra, omdat hij op deze manier geen band met hen kon opbouwen. Maar erger nog, hij eiste opnieuw een uitreisverbod en wilde de hele zomer met de kinderen naar zijn moeder in Canada. Daar had hij dan ineens wel geld voor en ook verwachtte hij dat Isabel daar toestemming voor zou geven. Hij wist dat hij kansloos was. Deze rechtszaak was volgens Zofia pure pesterij. Nicolas had niet eens een advocaat in de arm genomen.

Zofia had zich wederom tot in de puntjes voorbereid. De rechtbank greep de zaak aan om in kaart te brengen wat Nicolas zou kunnen verdienen als hij harder zou werken en niet in een te duur huis zou wonen. Ook waren ze er dankzij Zofia van op de hoogte dat Nicolas de kinderbijslag uit Canada opstreek en niet uitgaf aan de kinderen, maar er de schulden van zijn bedrijf mee afloste. De brief met zijn nieuwe schema voor de papa-dagen was koren op de molen van Zofia en ze had het voorstel net zo lang hardop voorgelezen tot iedereen doordrongen was van de belachelijkheid ervan. Kortom, Nicolas had zichzelf behoorlijk in de vingers gesneden met deze schertsvertoning. De alimentatieplicht werd gehandhaafd en Nicolas moest beloven dat de logeerpartijen bij hem thuis niet langer op een expeditie zouden lijken. Vanaf nu was hij verplicht om voor dekens en kussens te zorgen én om de kinderen pas na de maaltijd weer af te leveren op zondagavond.

'Houdt het nu dan eindelijk op?' verzuchtte Isabel.

'Wat denk je zelf?' vroeg Zofia.

'Als ik Nicolas was, zou ik me voorlopig gedeisd houden,' zei Isabel.

'Reken daar maar niet op. Hij vindt vast dat hem andermaal groot onrecht is aangedaan en hij is hoogstwaarschijnlijk alweer bezig met de volgende zaak die hij tegen je kan aanspannen, al is het alleen maar om je terug te pakken.'

'Gelukkig heb ik jou, Zofia, de beste advocaat van Warschau.'

'Ja, ja, het is wel goed,' antwoordde ze. 'Je weet wat we laatst besproken hebben, hè, het houdt binnenkort op, en dan weet ik niet waar je bent gebleven. Officieel weet ik van niets.'

Zofia vond dat Isabel met de noorderzon moest vertrekken. De rechtbank had haar die ruimte gegeven, bewust of onbewust. Alleen: Zofia mocht als advocaat niet aanzetten tot het plegen van strafbare feiten, dat zou haar reputatie schade berokkenen, en in het ergste geval zou het haar haar ambt kosten. Het meenemen van de kinderen naar Nederland, om nooit meer terug te komen, was bij wet verboden. Maar zeker nu Nicolas het niet zo nauw nam met zijn ouderlijke verplichtingen, was de tijd rijp om tot actie over te gaan. 'God zegene de greep,' zei Zofia als ze het erover hadden.

Het wachten was op het juiste moment en dat was nu nabij. Nicolas had laten weten dat hij bij nader inzien niet in juli met de kinderen op vakantie kon door financiële problemen. Hij wilde dat Isabel de hele zomer voor haar rekening nam.

Toen de brief van de huisbaas op de mat viel, waarin hij aankondigde dat hij na de zomer de woning weer zelf in gebruik wilde nemen, sprong Isabel een gat in de lucht en belde haar zus Karen om het goede nieuws te vertellen.

'Ik word weer mijn huis uit gezet, Karen!'

'Serieus?'

'Na de zomer.'

'Denk jij wat ik denk?' vroeg Karen.

'Het moet zo zijn. Eindelijk heb ik het geluk weer aan mijn kant. Ik kan niet wachten om te vertrekken. Hoe gaan we dit aanpakken?'

Karen hoefde niet lang na te denken. 'Om te beginnen mag je niets tegen de kinderen zeggen. Ik weet dat het lastig is, maar echt, je mag het niet doen. En ook niet tegen Zofia, want dan breng je haar in de problemen.'

'Zofia, allez,' zei Isabel, 'dat heb ik ook min of meer met haar afgesproken, maar liegen tegen de kinderen?'

'Je kunt het ze onmogelijk kwalijk nemen, maar ze zullen zeker hun mond voorbijpraten tegen Nicolas,' zei Karen. 'Kinderen kunnen zo'n groot geheim niet bewaren tegenover hun eigen vader. Bovendien zou het te wreed zijn om ze te vragen hem voor te liegen. Ze weten ook dat ze dan vroeg of laat door hem worden gestraft.'

'Je hebt gelijk, maar ik vind het lastig om Alexandra en Tobias te bedriegen, ze verdienen beter.'

'Vanzelfsprekend,' zei Karen. 'Maar geloof me, Isa, het is echt voor hun eigen bestwil. Als we het later uitleggen, zullen ze het zeker begrijpen. Het zijn kleine slimmeriken, echte IJzermannetjes. Ze krijgen het goed hier in Amsterdam, dat beloof ik.'

Isabel twijfelde daar geen moment aan. 'En anders ik wel,' zei ze. 'Weet je, zusje van me, ik kan niet wachten tot ik mijn leven terug heb. Jou en Maarten, mijn vrienden, papa, ik houd het hier echt niet meer uit.'

'Allez les filles!' riep Karen. 'Maar rustig nu. We kunnen niet over één nacht ijs gaan. Nicolas mag niets vermoeden. Het plan moet goed in elkaar zitten.'

'Volgens mij is het tamelijk eenvoudig,' zei Isabel. 'Ik ga in de zomer eerst naar Frankrijk met de kinderen en daarna een weekje naar Amsterdam, en ik kom gewoon niet meer terug,' zei Isabel.

'Niet goed genoeg,' zei Karen. 'Door het over Amsterdam te hebben wek je nodeloos zijn achterdocht. Je gaat naar Frankrijk, basta. Je moet na de vakantie verhuizen, niet?' 'Ja.'

'Dus je moet hoe dan ook weg uit het huis waar je nu woont?'

'Precies.'

'Het is zonde om dan de huur door te betalen terwijl je toch een maand in Frankrijk zit met de kinderen. Die huur zeg je alvast op om geld uit te sparen, zodat je de extra lange vakantie van de kinderen kunt betalen,' suggereerde Karen.

'Dat argument zal Nicolas aanspreken,' zei Isabel.

'Juist. Je maakt die geldwolf wijs dat je na de vakantie een andere woning hebt in Warschau, die moet je dan nog wel even zoeken, en je vertelt hem dat je zolang je spullen opslaat. Ondertussen regel je een vervoerbedrijf dat de hele rotzooi naar Nederland verhuist als je eenmaal veilig hier zit.'

'En wat zeg ik tegen de kinderen?'

'Hetzelfde als tegen Nicolas natuurlijk! Dat jullie na de vakantie ergens anders gaan wonen. In een huis met centrale verwarming of zoiets, zolang ze zich maar niet al te veel zorgen maken en vooral bezig zijn met de zomervakantie. We gaan allemaal naar Cassis, dus er is genoeg crisisopvang als we ze vertellen dat ze niet meer teruggaan naar Polen. Zorg wel dat ze voor de eerste tijd genoeg speelgoed en boeken bij zich hebben.'

'Maar waar gaan we dan wonen in Nederland? Ik heb eerlijk gezegd geen zin om in Nijmegen te gaan zitten. Wel in het weekend, om naar papa te gaan, maar niet de hele tijd.'

'Je mag in mijn huis in De Pijp. Ik ga wel een tijdje bij Julie zitten, het ziet ernaar uit dat deze scharrel voor langere tijd is,' zei Karen.

'Wat goed zeg. Dus het is serieus? Hoe ziet ze eruit?'

'Ze lijkt ietsjepietsje op jou: blond haar, blauwe ogen, goedlachs. Ik krijg van Maarten al commentaar dat het incestueus is, de botterik,' zei Karen. 'Nee hoor, de hele familie heeft haar al goedgekeurd, nu alleen jij nog.'