Parijs, 

2 november 2008 

Dear son,

De jaarlijkse bedevaart naar Vaticaanstad heb ik dit jaar voor het eerst niet kunnen maken. Mijn gezondheid laat me ernstig in de steek. Ik brand kaarsen hier in huis en op het altaar, een pelgrim van niets ben ik. Jouw stiefmoeder - ik vermijd het noemen van haar naam om je niet te tergen - verzorgt mij goed. Maar de onrust in mijn lijf en geest kan zij niet wegnemen, de onrust over de toekomst van de Kozinski's.

De schellen zijn me van de ogen gevallen. Het afgelopen jaar heb ik meer inzicht vergaard in jouw situatie, mijn zoon, en dat is me niet goed bekomen. De kortademigheid neemt met de dag toe, ik voel dat mijn dagen bijna zijn geteld. Sinds een paar weken kan ik niet meer buiten de bontgekleurde doosjes die me zuurstof verschaffen en mij een bittere smaak in mijn mond geven, alsof ik al dagen dood ben. Niet dat ik opzie tegen de dood, integendeel, het is het loslaten van het leven dat mij kopzorgen geeft, en dat ik jou vanuit het hiernamaals niet meer met raad en daad kan bijstaan, terwijl je het nu eens te meer nodig lijkt te hebben.

Het is mij duidelijk geworden dat jij de controle over onze toekomst als familie kwijt bent. Waar ben jij het spoor bijster geraakt? Hoe heb je het zo ver kunnen laten komen dat Kozinski in Polen bijna een uitstervende familienaam is? Isabel heeft me alle verslagen van de rechtbank toegestuurd. Ik acht het oordeel van de rechters hoog, maar de christelijke moraal gaat niet alleen over het welzijn van het kind, maar ook over het brengen van offers.

Het heeft er alle schijn van dat je door je eigen stommiteiten de jongen bent kwijtgeraakt. Mijn oogappel, Tobias, die ons geslacht moet voortzetten, groeit op in het Sodom en Gomorra van Europa, in het verfoeilijke Amsterdam, en gruwelijker nog, op een niet-katholieke school. Deze Kozinski krijgt geen godsdienstles en gaat niet naar de kerk. Wanneer kan ik een uitnodiging tegemoet zien voor zijn eerste communie, mijn zoon? Vergeef me mijn sarcasme.

Dat jij nu een nieuw geloof aanhangt, omdat de katholieke kerk in Polen je jouw overspel en echtscheiding niet heeft vergeven, vind ik begrijpelijk, terwijl het me tegelijkertijd doet gruwen. Natuurlijk wil je met een reine ziel je leven vervolgen, maar mijns inziens zul je dan eerst deze fout moeten goedmaken, en wel door te bewerkstelligen dat Tobias terugkeert naar Polen om er zijn school en universiteit te doorlopen en om er zeker van te zijn dat hij een katholieke opvoeding krijgt. Pas als je erin slaagt mijn diepste verlangen te vervullen, kun je rekenen op mijn financiële steun. Ik stel je vooruitlopend op de erfenis een bedrag van honderdduizend euro in het vooruitzicht als je ervoor zorg draagt dat Tobias veilig terugkeert naar Polen. Als hij ons geslacht daar niet voortzet en de Kozinski 's in Polen uitsterven, zal ik mijn hele bezit, inclusief mijn zesduizend hectaren grond, aan de blinde kinderen van Lazki schenken.

With love, Dad