DE BLAADJES
De vrouw liet hem het tomatenplantje zien, het was nog klein en groen, misschien wordt het in juli al een beetje rood. Ze zat op haar hurken, de jongen boog zich voorover, moet je ruiken, de bladeren ruiken al naar tomaten. Ze wreef met haar vingers over de blaadjes en rook, de jongen deed het ook. De vrouw stond op en vervolgde haar weg. De jongen stond nog lang voorovergebogen, hij stond daar maar een beetje naar het plantje te staren. Kom, ga es verder, je hebt vast wel wat te doen. Pas toen kwam ie overeind.