VLUCHTPOGING
De modder, de regen, de kou, de harde takken. Zo was het en zo zal het blijven. Buiten en binnen.
Het was klein en benauwd. Het was onbarmhartig. Er was niet aan te ontkomen. Dat was, achteraf bekeken, helemaal niet erg.
Het lawaai en de miezerigheid, de vijandschap. Af en toe een vluchtpoging, dat is, meen ik, geoorloofd, dat zal niemand me kwalijk nemen. En wat dan nog.