SPOKEN
De bediende hielp mij met m'n koffer, ik gaf hem een fooi en daar stond ik, in een ruime kamer met een prachtig uitzicht op het bergmeer. Ik ging even op het balkon staan om er van te genieten en ja, het was werkelijk schitterend.
Vervolgens begaf ik me weer in de hotelkamer en toen begon het: geschreeuw, gehuil, gebonk, gekrijs, gekerm, geklaag, gegil, gesis, geklop en wat niet al. Nee, de wind was het niet. Ik begreep meteen wat het wel was: het spookte hier.
Niets bijzonders, ik had het vaak meegemaakt, maar zo erg als in deze hotelkamer was het nooit. Wat kon ik anders doen dan afwachten, meestal hield het na enige tijd op. Welnu, dat was hier niet het geval, het ging maar door.
Ik besloot me er niets van aan te trekken, ik ben in alle onschuld gaan slapen en verdomd, ik hoorde niets meer, ik sliep.
Toen ik wakker werd was het stil, dat wel. Maar in de kamer was het een warboel: de dekens waren van het bed getrokken, de stoelen lagen ondersteboven, de schilderijen lagen op de grond, er waren delen van het behang afgescheurd.
Nu zal iedereen denken dat ik de volgende ochtend m'n beklag deed bij de balie van het hotel. Niets van dien aard, dan kennen jullie mij nog niet. Toen ik m'n sleutels inleverde om een wandeling te maken vroeg de portier: 'Heeft u goed geslapen vannacht?'
'Hoezo?'
'Heeft u geen lawaai gehoord?'
'Nee, hoe komt u erbij.'
Zo, dit antwoord had de man niet verwacht. Ja, wat dacht ie eigenlijk wel, ik laat me niet door een stelletje ongewassen spoken verjagen.
Toen ik terugkwam van m'n wandeling langs de witte landhuizen, bleken ze m'n kamer enigszins opgeruimd te hebben.
'En al die rotzooi op uw kamer, het beschadigde behang, hoe komt dat dan?'
Ik gaf een verrassend antwoord. Ik zei: 'Dat heb ik zelf gedaan, in een aanval van razernij.'
Daar had de man niet van terug. Eindelijk kwam het hoge woord eruit. Hij zei: 'Ik zal eerlijk zijn, meneer, in uw kamer wil het weleens spoken, ik ben bang dat het deze nacht het geval was. Tijdens uw wandeling hebben we uw kamer onderzocht en we zijn erg geschrokken. Er is een spook geweest, misschien zelfs meerdere spoken.'
De man had natuurlijk gelijk, maar ik wilde het niet toegeven. Gek hè. Kosten noch moeite heb ik gespaard om de man te overtuigen dat ik de dader was. En daarbij is het dan gebleven. Ik heb de volle rekening betaald, ik wilde geen korting.
Nu moet je es eerlijk zeggen: ben ik te ver gegaan om het gedrag van de spoken goed te praten? Waarschijnlijk wel.