DE SLATUINTJES
Daar waar ooit de slatuintjes waren, staan nu enkele wijdbeense gebouwen. En zo gaat het overal. Uit alle streken van het land kwamen de kunstschilders met hun wapperende haren om de landschappen, in dit geval de slatuintjes, te schilderen, maar er is er niet een die de wijdbeense gebouwen komt schilderen.
Hier is iets mis, dat is duidelijk. Ik wil me er niet mee bemoeien, maar ik geef toe dat er iets mis is. En ik begrijp heel goed dat het een en ander niet meer terugkomt of beter gezegd goedkomt.
De huidige gebouwen staan luidkeels te geeuwen, de slatuintjes van weleer fluisterden, dat is het grote verschil. In de gebouwen brandt dag en nacht licht, kunstlicht welteverstaan, de slatuintjes ontvingen hun licht rechtstreeks uit de hemel. Nogmaals, dat is het verschil.