DE VOGELS
Ik zat te luisteren naar het geraaskal van de vogels. Het waren onbelangrijke gesprekken, ze gingen hoofdzakelijk over delfstoffen en ijzerdraad, ik hoorde het heus wel, ik ben niet gek, al heb ik af en toe smerige scheuten in het achterhoofd.
Verwacht van hen, de vogels, geen diepzinnige uitspraken over delfstoffen en ijzerdraad, ze herhalen steeds weer dat het bestaat, ze reppen met geen woord over de kwaliteit en de soorten. Mag men meer van ze verlangen? Ik dacht van niet.
Ik heb nooit overwogen om ze weg te jagen. Waarom zou ik. Vogels maken ook deel uit van het leven in het algemeen, dat heb ik steeds verkondigd. Dus liet ik ze maar.
Helaas dragen ze geen kledij, zodat hun uitwerpselen mijn balkon ontsieren. Ook daar is niets aan te doen.
En wie maakt het schoon? Ik. Geen woord van dank.