Hoofdstuk 39

De weduwe van de dode duiker woonde in een vierkant huis van drie verdiepingen dat er jaren geleden ongetwijfeld keurig had uitgezien, maar het gebrek aan onderhoud had een zichtbare tol geëist. De oude gele verf was verbleekt en op diverse plekken afgebladderd. De luiken hingen onder angstaanjagende hoeken scheef. Maar die uitstraling van verval stond in schril contrast met het gemaaide gazon en de verzorgde bloembedden onder langs de voorgevel.
Austin drukte op de voordeurbel. Omdat hij die niet hoorde overgaan, klopte hij met zijn knokkels op de deur. Geen reactie. Hij klopte nog eens zo hard als hij kon zonder daarbij de deur te beschadigen.
'Ik kom eraan!' Van om een hoek van het huis kwam een vrouw met witte haren op hen toegelopen. 'Sorry,' zei ze met een hartelijke glimlach. 'Ik was in de tuin bezig.'
'Mevrouw Hutchins?' vroeg Austin.
'Zeg maar Thelma, hoor.'
Ze veegde het vuil van haar handen, waarna ze Austin en vervolgens Zavala een hand gaf. Haar hand voelde eeltig aan, maar de druk was verrassend stevig.
Austin en Zavala stelden zich voor.
Ze versmalde haar harde blauwe ogen tot spleetjes. 'Toen u belde, hebt u er niet bij verteld dat u er zo goed uitzag, heren,' zei Thelma grijnzend. 'Als ik dat geweten had, was ik me gaan optutten en liep ik er nu niet als een slons bij. Dus u hebt de helm van Hutch gevonden.'
Austin wees naar de Cherokee die voor het huis stond. 'Hij ligt in de achterbak.'
Thelma stapte zelfverzekerd over de oprit en opende de achterklep van de auto. De algengroei was verwijderd en het geel- en roodkoper glom in het zonlicht.
Thelma streek met haar vingers over de bol van de helm. 'Dit is inderdaad Hutch z'n breinbeschermer,' zei ze, terwijl ze een traan wegveegde. 'Ligt hij daar nog?'
Austin zag de grijnzende schedel weer voor zich. 'Ik ben bang van wel. Wilt u dat we de Kustwacht waarschuwen, zodat zij het stoffelijk overschot naar boven halen voor een begrafenis?'
'Laat die ouwe waterrat met rust,' antwoordde Thelma. 'Dan stoppen ze z'n botten in de grond. Dat had hij vreselijk gevonden. Ik heb daarna nog twee kerels gehad, God hebbe hun ziel, maar Hutch was de eerste en de beste. Dat kan ik hem niet aandoen. Kom mee naar achteren. Wij gedenken hem wel op onze eigen manier.'
Austin wisselde een geamuseerde blik met Zavala. Thelma Hutchins was niet het broze oude vrouwtje dat ze hadden verwacht. Ze was lang en nog kaarsrecht; ze had niet de hangende schouders die je vaak bij oudere mensen ziet. Ze liep met energieke en allesbehalve onzekere passen voor Austin en Zavala uit naar een verweerde houten tafel onder een verbleekte cinzano-parasol. Thelma zei dat ze zo terug was.
Aan de achterkant zag het huis er nog erger verwaarloosd uit, maar de tuin was zo verzorgd als de greens van een golfbaan. Er waren diverse bloembedden en een weelderige moestuin die groot genoeg was om een heel leger vegetariërs in leven te houden. Er kwam een lobbes van een labrador retriever aangekuierd die zijn kwijlende bek op Austins knie legde.
Thelma kwam uit het huis terug met drie flessen bier en verontschuldigde zich voor het goedkope merk.
'Ik ben Stella Artois gaan drinken nadat ze me op mijn bijstand hebben gekort. Ik zal het voorlopig met deze paardenpis moeten doen.' Ze keek naar de hond. 'Ik zie dat jullie ook al met Lush hebben kennisgemaakt.' Ze schonk wat bier op een bord en keek glimlachend toe hoe de hond erop afstapte en het schuimende vocht opslorpte. 'Op Hutch dan maar. Ik wist dat iemand die ouwe piraat op een goeie dag zou vinden.'
Ze klonken met de flessen en namen een slok.
'Hoe lang geleden is uw man verdwenen?' vroeg Austin.
'Mijn éérste man.' Ze sloeg nog een slok bier achterover en tuitte haar lippen. 'Dat was in de lente van '73. Waar hebt u hem gevonden?'
Austin vouwde de kaart uit die hij had meegebracht en wees op een met een pen aangebracht kruis.
'Krijg nou wat!' riep Thelma uit. 'Dat is kilometers van de plek waar ik dacht dat het schatwrak lag.'
'Schatwrak?' vroeg Zavala.
'Zo noemde Hutch het, de dwaas. Dat is z'n dood geworden.'
'Kunt u ons daar iets meer over vertellen?' vroeg Austin.
Er kwam een afwezige blik in haar ogen. 'Mijn man is hier aan de baai geboren en getogen. In de Tweede Wereldoorlog ging hij bij de marine, waar hij is opgeleid als duiker. En een verdomd goeie ook, van wat ik heb gehoord. Na afloop van de oorlog heeft hij zijn uitrusting gekocht. We zijn getrouwd en naast zijn werk deed hij commerciële duik klussen om wat te doen te hebben. Maar hij voer vooral op een vissersboot en zo heeft hij dat wrak gevonden. Er is een net aan blijven haken. Hij begreep helemaal niets van dat wrak.'
'Hoe kwam dat, Thelma?' vroeg Austin.
'Hutch kende alle wrakken in dit gebied. Hij heeft naar verschillende gedoken. Zijn hobby was geschiedenis. Hij heeft heel wat onderzoek gedaan. Maar hij heeft nergens een vermelding gevonden dat er op die plek een schip is vergaan.'
'Hij heeft u nooit verteld waar dat wrak precies lag?' vroeg Zavala.
'Mijn man was zo gesloten als een Chesapeake-oester. Hij was nog van de oude stempel. Voor hem waren vrouwen geboren roddeltantes. Hij zei dat hij het me wel zou vertellen als hij het goud voor me had opgedoken.'
'Hoe kwam hij erbij dat er goud in dat wrak lag?' vroeg Austin.
'De meeste mensen weten niet dat hier in de buurt ooit nogal wat goudmijnen hebben gelegen. Maryland. Virginia. Tot in Pennsylvania.'
'Dat verbaast me niets. Ik heb pas vorig jaar gehoord dat er in de streek rond de Chesapeake Bay veel belangrijke goudmijnen waren,' zei Austin. 'Ik kwam in Maryland een Goudmijn Café tegen en heb me toen laten vertellen dat het naar een verlaten mijn daar in de buurt was genoemd.'
'En uw man vermoedde dat er goud in het wrak lag?' vroeg Zavala.
'Het was meer dan een vermoeden, knapperd.' Ze frunnikte aan de ketting om haar hals. Aan de ketting hing een gouden hanger in de vorm van een paardenhoofd. 'Deze heeft hij bij zijn eerste duik gevonden. Hij heeft hem me gegeven met de belofte dat er meer zou volgen.' Ze zuchtte diep. 'O, Hutch toch,' zei ze, 'je was me meer waard dan welke schat dan ook.'
'Het spijt me dat we die herinneringen bij je losmaken,' zei Austin.
Op slag was haar warme glimlach terug. 'Maak je geen zorgen, Kurt. Vergeef me dat ik even afdwaalde.' 
Zavala had nog een vraag. 'Kurt en ik hadden best wel moeite om die helm uit het water te krijgen. Met het borststuk eraan is dat ding knap zwaar. Ik vroeg me af hoe je man in zijn eentje dat duikpak aan en uit kreeg.'
'O, maar hij was niet alleen. Hij had een bemanningslid toen hij het wrak ontdekte, een zekere Tom Lowry. Dus moest hij hem wel in het geheim inwijden. Zo is Tom zijn duikbuddy geworden. Hutch heeft hem beloofd dat ze alles fiftyfifty zouden delen.'
'Leeft die Tom nog?' vroeg Austin.
'Dat wrak is ook zijn dood geworden,' antwoordde Thelma. 'De Kustwacht ging ervan uit dat Hutch daar beneden in de problemen is gekomen. Misschien kwam zijn luchtslang klem te zitten. Tom was zo sterk als een os, maar niet bepaald iemand die het buskruit had uitgevonden, als je begrijpt wat ik bedoel. Hij ging door het vuur voor Hutch. Ik vermoed dat hij zonder te denken overboord is gesprongen en ook in de problemen kwam en is verdronken.'
'Maar heeft de Kustwacht de boot dan niet aangetroffen op de plek waar hij bij het wrak voor anker lag?' vroeg Austin.
'Er is een storm opgekomen. De boot is van het anker losgerukt en op drift geslagen. Toms lichaam en de boot zijn vele kilometers van de plek die jullie aanwezen gevonden. Ik heb de boot verkocht aan een vriend van Hutch, met wie ik later ben getrouwd.'
'Hebt u ooit iemand over die schat verteld?'
Ze schudde heftig met haar hoofd. 'Zelfs de Kustwacht niet. Dat ongelukswrak had al twee levens op zijn geweten. Ik wilde niet nog een keer weduwe worden en andere vrouwen wilde ik dat lot ook besparen.'
'Hoe vaak heeft Hutch naar het wrak gedoken?' vroeg Zavala.
'Hij is er twee keer naartoe gegaan.' Ze friemelde weer aan de hanger om haar hals. 'De eerste keer vond hij deze hanger. De tweede keer is hij nadat hij een kruik had gevonden nogmaals omlaaggegaan.'
Austin zette zijn bier neer. 'Wat is dat voor kruik, Thelma?'
'Een oud ding van ruw aardewerk. Groenachtig grijs en aan de bovenkant verzegeld. Ik heb hem in een opslagkist met scheepsspullen gevonden. Hutch en Tom hadden hem daarin weggelegd. Hij zat nog onder het zeewier. Er zat geen goud in, daar was hij te licht voor. En ik heb nooit de behoefte gehad om hem open te maken. Ik dacht dat dat alleen maar nog meer ongeluk zou brengen. Net als de doos van Pandora.'
'Mogen we die kruik eens zien?' vroeg Austin. 
Thelma leek in verlegenheid gebracht. 'Ik wou dat jullie eerder waren gekomen. Ik heb hem een paar dagen geleden weggegeven aan een vent die langskwam. Hij zei dat hij een boek aan het schrijven was en dat hij in de stad vage verhalen over Hutch en zijn wrak had gehoord. Toen ik hem over de kruik vertelde, vroeg hij of hij hem mocht lenen om er röntgenfoto's van te laten maken. Ik heb gezegd dat hij hem mocht houden.'
'Heette die man Saxon?'
'Dat klopt. Tony Saxon. Knappe vent, maar niet zo knap als jullie. Ken je hem?'
'Vaag,' antwoordde Austin meesmuilend. 'Heeft hij gezegd waar hij logeerde?'
'Neuhhh,' zei ze na een ogenblik nadenken. 'Ik heb toch niks van waarde weggegeven, hè? Aan het huis moet een hoop gedaan worden.'
'Waarschijnlijk niet,' zei Austin. 'Maar de helm is van jou en die is wel veel geld waard.'
'Genoeg om dit krot wat op te lappen en te schilderen?' vroeg ze.
'En dan heb je misschien nog iets over voor een paar kratjes Stella Artois,' antwoordde Austin.
Hij sloeg een tweede biertje om dat heugelijke feit te vieren af. Met Zavala haalde hij de helm uit de Jeep en droeg hem naar de woonkamer. Austin zei tegen Thelma dat hij een in nautische spullen gespecialiseerde taxateur zou vragen contact met haar op te nemen. Ze bedankte hen allebei met een dikke zoen op de wang.
Toen Austin in de Jeep wilde stappen zag hij dat er een papiertje onder de ruitenwisser stak. Hij vouwde het briefje open en las de met balpen geschreven tekst:
Beste Kurt. Sorry vanwege de amfora. Ik zit tot zes uur vanmiddag in de Tidewater Grill. Ik trakteer. AS
Austin gaf het briefje aan Zavala, die het las en glimlachte.
'Je vriend zegt dat hij trakteert,' zei Zavala, terwijl hij instapte. 'Veel beter moet het niet worden.'
Austin stapte achter het stuur en reed terug naar de kade. Op de heenweg had hij ergens in het stadje een uithangbord met Tidewater Grill gezien en wist nog hoe hij bij het restaurant met uitzicht over de baai moest komen. Hij en Zavala stapten de bar binnen en zagen Saxon aan de toog zitten. Hij was met de barkeeper in een druk gesprek over vissen verwikkeld. Hij glimlachte toen hij Austin zag en stelde zich aan Zavala voor. Hij prees het bier van de plaatselijke brouwerij aan. Met hun pullen liepen ze naar een tafeltje in een hoek.
Austin kon niet goed tegen zijn verlies, maar hij vatte het sportief op. Hij hief toostend zijn pul op.
'Gefeliciteerd, Saxon. Hoe is je dit gelukt?'
Saxon nam een slok bier en veegde het schuim van zijn snor.
'Een hoop loopwerk en geluk,' antwoordde hij. 'Ik was toch al van 
plan me op dit gebied te concentreren. Nadat mijn replica was aangestoken, heb ik mijn aandacht van de westkust van Noord-Amerika naar de oostkust verlegd.'
'Waarom denk je dat het brandstichting was?' vroeg Austin.
'Een paar dagen voor de brand kwam er een handelaar die de boot wilde kopen. Ik zei dat de replica een wetenschappelijk project was en dus niet te koop. Nog diezelfde week is de boot in de fik gestoken.'
'Wie was die koper?'
'Je hebt hem ontmoet bij de onthulling van de Navigator. Viktor Baltazar.'
Austin herinnerde zich de woede in Saxons ogen toen Baltazar het depot van het Smithsonian binnenkwam.
'Vertel waarom je hier bij de Chesapeake Bay bent gaan zoeken,' zei Austin.
'Voor mij is de regio rond Chesapeake in mijn achterhoofd altijd een mogelijke locatie voor Ofir geweest, vanwege de vele goudmijnen in deze streek. De Susquehanna heeft me ook altijd geïntrigeerd. Een aantal jaren geleden zijn er in Mechanicsburg, dat iets verder stroomopwaarts langs de rivier in Pennsylvania ligt, een paar tabletten met mogelijk Fenicische schrifttekens erop gevonden.'
'Hoe ben je bij Thelma Hutchins terechtgekomen?'
'Nadat de Navigator was gestolen, zat ik helemaal stuk. Omdat ik absoluut niet meer wist wat ik moest doen, heb ik hier mijn heil maar gezocht en ben alle winkels met duikspullen en de historische verenigingen langsgegaan. De man van Thelma of, en dat is waarschijnlijker, die knecht van hem heeft toch zijn mond voorbijgepraat. Ik kreeg steeds meer geruchten te horen over een wrak met een schat. Zo kwam ik ook op de hoogte van het bestaan van Thelma en heb haar opgezocht. Ze zei zelf dat ik de amfora mee mocht nemen. Kennelijk viel ze voor mijn charme.'
'Kennelijk ja,' zei Austin. 'En hoe heb je ons gevonden?'
'Als je wilt dat de activiteiten van de NUMA onopgemerkt blijven, geef ik jullie de raad jullie auto's een iets minder in het oog vallende kleur te geven dan dat schitterende turkoois. Ik was wat laat voor het ontbijt en zag jullie auto langskomen. Ik ben jullie naar de jachthaven gevolgd en heb jullie je spullen zien uitladen. Daarna heb ik de auto goed in de gaten gehouden en ben later achter jullie aan naar Thelma's huis gereden. Mag ik jullie nu iets vragen? Hoe wisten jullie van dat wrak?'
Austin vertelde het hele verhaal over de tweede Navigator in Turkije en de op het beeld gegraveerde kaart.
Saxon gniffelde hoorbaar. 'Een kat, dat geloof je toch niet! Ik heb altijd gedacht dat er meer dan één beeld moest zijn. Twee stuks voor aan beide kanten van de tempelingang.'
'De tempel van Salomo?' vroeg Austin, die aan zijn gesprek met Nickerson terugdacht.
'Heel goed mogelijk.' Saxon fronste zijn voorhoofd. 'Ik vraag me af waarom de mensen die het oorspronkelijke beeld hebben gestolen, het wrak niet hebben gevonden.'
'Misschien zijn ze toch niet zo slim als wij,' reageerde Austin. 'Jij hebt die amfora. Wat ga je daarmee doen?'
'Ik heb hem opengemaakt en ben nu de inhoud aan het bestuderen.'
'Je laat er geen gras over groeien. Wat zat erin?'
'Of ik daar antwoord op geef, hangt van jou af, Kurt. Ik hoopte dat we samen iets konden regelen. Ik heb iets van de NUMA nodig, maar ik ben niet in goud of een fortuin geïnteresseerd. Alleen maar informatie, kennis. Ik wil Sheba vinden, dat is voor mij het allerbelangrijkste. Ik geef grif toe dat ik helemaal geobsedeerd ben door die dame.'
Austin perste peinzend zijn lippen op elkaar en wendde zich tot Zavala. 'Wat denk je, is er met die gladjanus een deal mogelijk?'
'Kom op, Kurt, je weet best dat ik verzot ben op een beetje romantiek. Mijn zegen heb je.'
Austin had al een besluit genomen. Die van de NUMA gevraagde hulp was een bescheiden prijs voor de expertise die Saxon in huis had. Daarbij had hij ronduit bewondering voor de vindingrijkheid en het doorzettingsvermogen van de man.
Hij keek Saxon recht in de ogen. 'We zijn unaniem voor, op twee voorwaarden.'
Saxons gezicht versomberde. 'En die zijn?'
'Dat je ons vertelt wat er in de amfora zat.'
'Een papyrusrol,' zei Saxon. 'En de tweede voorwaarde?'
'Dat je op nog een rondje trakteert.'
'Gadver, Austin. Wat kan jij zeikerig zijn tegen iemand die zo in de put zit,' zei Saxon aan een van zijn snorpunten draaiend.
Maar toen brak er een lach op zijn gezicht door, riep hij de barkeeper en stak drie vingers in de lucht.