Hoofdstuk 46

Toen Austin bijkwam, voelde hij zich overrompeld en in de rug aangevallen. Hij was zo dwaas geweest om te denken dat ze hem ongedeerd en bij vol bewustzijn tot bij Baltazar zouden brengen. Hij had zich als de eerste de beste sukkel in de luren laten leggen.
Op nog geen meter afstand doemde er een mannengezicht voor hem op. De rechterkant van het gezicht was in een dik verband gewikkeld.
'Voelt u zich wat beter?' zei de man op een toon waaruit niet de minste belangstelling sprak voor wat voor reactie dan ook.
Austin had een verschrikkelijke hoofdpijn, zijn tong was rauw en er zweefde een waas voor zijn ogen.
'Vergeleken met een platgereden egel niet slecht,' antwoordde Austin. 'Wie bent u?'
'U kunt me Squire noemen. Ik werk voor Baltazar.' Hij bood Austin een glas met een heldere vloeistof aan. Toen hij Austin zag aarzelen, weken zijn lippen tot een brede grijns uiteen waarbij hij een onregelmatig gebit toonde. 'U hoeft niet bang te zijn. Als Baltazar u dood had gewild, had u allang onder de groene zoden gelegen. Dit is tegen de nawerkingen van het verdovingsmiddel dat ze u hebben toegediend.'
Austin nam een slok. De vloeistof was koud en had een kunstmatige zoete smaak. Het bonken in zijn hoofd nam af en het waas voor zijn ogen trok weg. Hij lag op een legerbrits. Zijn nieuwe vriend zat op een klapstoeltje. Ze bevonden zich in een grote langwerpige tent. Door het transparante rood-wit gestreepte doek drong afgezwakt zonlicht door.
'Ik ben de hele nacht buiten bewustzijn geweest,' concludeerde Austin.
'U hebt hem kennelijk goed nerveus gemaakt. Ze hebben u een dosis lachgas gegeven waarmee je een jonge stier plat krijgt.'
Austin dronk het glas leeg en gaf het terug. De man had de potige bouw van een beroepsworstelaar en droeg een overall van blauwe spijkerstof. Er stond een stel aluminium krukken tegen zijn stoel.
'Wat is er met uw gezicht gebeurd?' vroeg Austin.
De linkerhelft van zijn mond zakte omlaag tot een halve frons. 'Daar is iets mee gebeurd ja,' antwoordde hij. 'Kom, opstaan.'
Squire drukte zich met behulp van zijn krukken in een staande positie. Steunend op zijn krukken keek hij toe hoe Austin loom zijn benen over de rand van het bed schoof en overeind kwam. Austin was nog wat duizelig, maar hij voelde zijn krachten snel terugkomen. Hij kromde zijn vingers tot vuisten en strekte ze weer.
Squire lachte om die onopvallende beweging. 'Voor het geval u erover dacht een geintje te kunnen uithalen, hou er dan wel rekening mee dat er twee bewakers bij de uitgang van de tent staan en die zijn lang niet zo aardig als ik. De heer Baltazar heeft me uitdrukkelijk toestemming gegeven ze op u af te sturen als dat nodig mocht zijn. Begrepen?'
Austin knikte.
Squire gebaarde naar de deur. Austin stapte naar buiten en knipperde met zijn ogen tegen het felle zonlicht. De bewakers stonden aan beide kanten van de deur. De middeleeuwse tunieken die ze droegen pasten niet bepaald bij de automatische wapens die ze op Austin gericht hielden. Er lag een valse lome blik in hun ogen, alsof ze blij zouden zijn als Austin hun de kans gaf eindelijk iets te doen wat hun verveling doorbrak.
Er stonden twaalf tenten in twee rijen van zes op een open, door bossen omringd veld. In het midden van de tegenoverliggende rij was een verhoogd inspectiepodium gebouwd. Het was overdekt en aan de zijkanten dichtgemaakt. De hoeken hadden de vorm van torens. Op de spitsen wapperden vaandels met een embleem in de vorm van een stierenkop.
Tussen de twee rijen tenten was een open ruimte van een meter of vijftien breed. Over vrijwel de gehele lengte werd de strook door een houten hek in tweeën gedeeld. Aan beide uiteinden zat een ridder in volle wapenrusting op een gigantisch paard. Ze hadden beiden een houten lans met een stompe metalen punt in hun hand. Ook de enorme dieren droegen een beschermend in het licht van de ochtendzon glinsterend harnas.
Op het podium wuifde iemand met iets wat op een groene zakdoek leek. De ridders gaven hun paard de sporen en stoven met naar voren gerichte lansen op elkaar af. De aarde trilde door de kracht van de hoefslagen. Halverwege het hek beukten de ridders met een geweldig kabaal van op de schilden afketsend hout op elkaar in. De houten lansen versplinterden. De ruiters reden tot het einde van het scheidingshek door, draaiden hun paarden en stormden nu met opgeheven zwaarden op elkaar af. Austin kreeg de afloop van de tweede fase van de strijd niet te zien, want zijn bewakers leidden hem tussen twee tenten door weg.
Hij keek om zich heen en zag weidevelden en bossen. Tussen de bomen zag hij iets roods opdoemen. Het bleek een op hoge snelheid naderende auto. Pas op het allerlaatste moment trapte de chauffeur op de rem, waarop de Bentley met slippende banden op een paar centimeter voor Austins knieën tot stilstand kwam.
Het voorportier zwaaide open en Baltazar stapte van achter het stuur vandaan. In het zonlicht glansde een maliënkolder dat hij onder zijn eveneens met het stierenkopembleem versierde tuniek droeg. Op zijn gezicht lag een brede grijns. Altijd stalen zenuwen, hè, Austin.'
'Na de cocktail die ik van uw mannen kreeg, ben ik nog wat traag van beweging, Baltazar.'
Baltazar klapte in zijn handen. Squire bracht twee met leer beklede stoelen, die hij met de zittingen naar elkaar toe voor hen neerzette. Baltazar ging zitten en gebaarde Austin hetzelfde te doen.
'Wat vindt u van ons toernooiveld?' vroeg hij.
Austin wierp een onderzoekende blik op Baltazars wapenrusting en tuniek. 'Ik waande me even op de set van A Connecticut Yankee in King Arthur's Court.'
'Zie het als een reis in de tijd,' zei Baltazar. 'Het is een tot in de kleinste details nagebouwd toernooiveld uit het Frankrijk van de vijftiende eeuw.'
Austin keek naar de auto. 'Die Bentley ook?'
Baltazar beantwoordde Austins spottende opmerking met een fronsende blik. 'In de riddertijd werden dit soort toernooien georganiseerd om de mannen voor de oorlog te trainen en de dapperen van de minder dapperen te scheiden. Ik gebruik het met datzelfde doel voor mijn huurlingen. Dit neem ik heel serieus.'
'Leuk dat u zo'n mooie hobby hebt, Baltazar, maar we weten allebei waarom ik op uw uitnodiging ben ingegaan. Waar is Carina Mechadi?'
'Ze is voorlopig veilig, zoals ik door de telefoon al zei.' Hij staarde Austin aan alsof hij een laboratoriummonster bestudeerde. 'U moet wel heel erg verzot op die jongedame zijn dat u zich voor haar gevangen laat nemen.'
Austin glimlachte. 'Ik miste uw gezicht, Baltazar. Een uitgelezen kans voor een gratis bezichtiging,'
Baltazar stak zijn brede kin naar voren. 'En nou praten, beste meneer Austin. Nou wil ik eindelijk wel eens horen of u nog iets interessants te vertellen hebt.'
'Om te beginnen weet ik iets wat u graag wilt horen in ruil voor uw belofte om Carina te laten gaan.'
'Aha, een voorstel. En wat hebt u mij te bieden?'
'De locatie van de mijn van koning Salomo.'
'U bluft, Austin.' Baltazar zei het met een spottend lachje. 'Bovendien heb ik de originele Navigator met de plattegrond. Waarom zou ik dan nog met u onderhandelen?'
'Omdat er voor u, als u wist waar de mijn zich bevindt, geen enkele reden zou zijn om Carina te ontvoeren en haar als aas te gebruiken om mij te pakken te krijgen.'
'Misschien wilde ik me alleen maar van een lastige vlieg ontdoen, Austin. Maar u krijgt uw zin. Vertel me alles over de mijn. Wellicht hebt u met die informatie een onderhandelingstroef in handen.'
Austin trok een bedenkelijk gezicht alsof hij zich voor een pijnlijke keuze geplaatst zag. 'Het patroon van het vel van de bronzen kat blijkt een plattegrond te zijn. Met behulp van computervergrotingen hebben we een Fenicisch scheepswrak gelokaliseerd. Een uit dat wrak geborgen amfora bevatte een papyrusrol met bijzonderheden over de mijn.'
'En weet u ook wie die fabuleuze papyrusrol zou hebben beschreven?' vroeg Baltazar.
'Een zekere Menelik, een zoon van Salomo.'
'Menelik?' siste hij.
'Inderdaad. Hij heeft een heilig relikwie naar Noord-Amerika gebracht.'
Baltazars reactie was ingetogener dan Austin had verwacht.
'Uw poging om mij met uw kennis te overdonderen toont alleen maar aan dat u absoluut niets van de situatie begrijpt. Hebt u enig idee wat dat heilige relikwie zou kunnen zijn?'
'Waarschijnlijk kunt u me dat vertellen.'
Baltazar glimlachte. 'De originele Tien Geboden, gegraveerd op tabletten van puur goud.'
'Daar geloof ik niets van, Baltazar. De originele Geboden zijn van klei.'
'Uw opmerking verraadt alweer uw onwetendheid. Naar verluidt zouden er drie versies van de Decalogus bestaan, allemaal van klei. Maar in feite waren er vier. De eerste is ouder dan de andere. Die versie is gebaseerd op het heidense geloof van mijn voorouders, maar werd als te 
controversieel beschouwd. Men zegt dat die tabletten zijn vernietigd. Maar de waarheid is dat men ze heeft verstopt en later aan Salomo heeft overgedragen, die besloot dat ze naar een verre uithoek van zijn rijk moesten worden gebracht.'
'U bent rijker dan Croesus,' zei Austin. 'Wat maakt een paar pond goud voor u dan nog uit?'
'Die tabletten zijn het rechtmatig eigendom van mijn familie.'
'U lijkt mij helemaal niet zo'n familiemens, Baltazar.'
'Integendeel, Austin, dit is wel degelijk een familiekwestie. U kijkt om u heen en ziet geritualiseerd geweld en concludeert dat dat het geslacht Baltazar kenmerkt. Maar wij zijn niet erger dan de regeringen van wereldmachten. Waarom dacht u dat er nog altijd evenveel militaire conflicten zijn als vóór het einde van de Koude Oorlog? Onze omvangrijke militaire infrastructuur heeft het einde van de Koude Oorlog niet alleen overleefd nee, is zelfs sterk gegroeid.'
'Wat goed is voor in de handhaving van orde en vrede gespecialiseerde bedrijven als de uwe?' merkte Austin op.
'Angst en spanning voldoen meer aan onze zakelijke interessen.'
'Indien geen angst of spanning voorhanden, creëert u ze gewoon.'
'Wij hebben geen behoefte om menselijke hartstochten op te hitsen,' zei Baltazar. 'De mensen staan elkaar naar het leven, dat heeft niets met ons van doen. Er staat hier heel wat meer op het spel dan van buiten zichtbaar is. De ontdekking van de tabletten zal een twijfel zaaien die de grootmachten en wereldgodsdiensten op hun grondvesten zal doen schudden. Er zullen overal onlusten uitbreken.'
'Te beginnen in het Midden-Oosten.'
'Het begint er, maar het zal er niet eindigen.'
'Het brengt u rijkdom en macht. En de volgende stap, Baltazar, de wereld?'
'Ik heb het absoluut niet als een of andere James Bond-boef op de wereldheerschappij voorzien,' antwoordde Baltazar. 'Zo'n regering zou me veel te ingewikkeld zijn.'
'Wat wilt u dan?'
'Een wereldwijd monopolie op de veiligheidsdiensten.'
'Dan hebt u een hoop rivalen. Er zijn tientallen instellingen in de zogenaamde vredessector actief, nog afgezien van alle nationale legers ter wereld.'
'Die zullen we allemaal wegvagen of overnemen tot er nog maar één over is: PeaceCo. Onze beveiligingstroepen en delfstoffenconcerns zullen elkaar bestuiven, De industrielanden kunnen hun geliefde legers en oorlogsvloten behouden. Onze privétroepen zullen voor de beveiliging worden ingehuurd in ruil voor de natuurlijke rijkdommen van de arme landen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Ik zal een economisch-militair rijk opbouwen dat zijn weerga niet kent.'
'De machtigste rijken komen en gaan, Baltazar.'
'Dit zal heel lang blijven bestaan. Omdat ik geen erfgenamen heb, zal ik het wellicht aan Adriano nalaten. Hij is als een zoon van me.'
'U bent een slecht mens, Baltazar.'
'Gewoon een zakenman die zich verheugt op een reeks oorlogjes waar voorlopig geen eind aan zal komen. Een Pax Baltazar. Maar laten we beginnen bij het begin, Austin. We moeten die tabletten zien te vinden.'
'Dan kunnen we misschien toch tot een vergelijk komen. De locatie van de mijn in ruil voor mevrouw Mechadi.'
Baltazar hief zijn in een handschoen gestoken hand op. 'Zover zijn we nog niet. Vertel me wat u weet. Dan laat ik dat door iemand controleren.'
Austin schoot in de lach. 'Ik ben niet gek, Baltazar. U brengt me om zeep zodra u de bevestiging van de ligging van de mijn binnen hebt.'
'Nou, nou. U bent wel erg achterdochtig. Dan bied ik u een compromis aan. Een kans om aan mijn duivelse klauwen te ontsnappen. U hebt het voor een dame opgenomen. Volgens de wetten van het ridderschap bent u haar beschermheer en zult u zich als zodanig moeten gedragen.'
Austin dacht een ogenblik over deze vreemde wending van het gesprek na en concludeerde dat Baltazar volslagen krankzinnig moest zijn. Er verscheen een geforceerd glimlachje om zijn lippen. 'Waar denkt u aan?'
Baltazar stond op van zijn stoel. 'Dat zal ik u laten zien. We gaan met de auto.'
Hij opende het rechtervoorportier van de Bentley voor Austin en stapte zelf achter het stuur. Hij startte de krachtige motor en trok op tot ze met ruim honderdvijftig kilometer per uur over een kaarsrechte weg raasden.
Na een vrij korte rit nam Baltazar gas terug, remde af en bracht de auto op een paar meter van de rand van een diep ravijn tot stilstand. 
De randen van het ravijn waren door een brug van aan elkaar geklonken stalen platen met elkaar verbonden. Deze overspanning was ongeveer twaalf meter lang en een meter of zes breed. Er waren geen zijleuningen. In het midden werd de brug door een houten hek in tweeën verdeeld. Het hout was nieuw, alsof het hek er pas kortgeleden was neergezet.
Ze stapten de auto uit en liepen naar de rand van de kloof. De wanden rezen vrijwel loodrecht omhoog van een bijna honderd meter lager gelegen met rotsen bezaaid bergriviertje.
'Deze plek wordt door de plaatselijke bewoners de Dead Man's Ditch genoemd' zei Baltazar. 'Ik heb de brug laten bouwen om delen van mijn landgoed met elkaar te verbinden. Met het oog op uw komst heb ik wat aanpassingen laten aanbrengen.'
'Die moeite had u zich kunnen besparen,' zei Austin.
'Absoluut niet. Dit is mijn voorstel. Ik parkeer mijn auto met mevrouw Mechadi erin aan de andere kant van de kloof.' Hij wees naar een grasachtige weide. 'Ik sta tussen jullie in en speel de rol van de mythische draak. En dan strijden wij in een steekspel om de gunsten van de schone jonkvrouwe.'
Austin draaide zich om en keek naar de twee SUV's die hen waren gevolgd. 'En hoe zit het met dat stelletje bullebakken?'
'Ik zal mijn mannen instrueren zich er buiten te houden.'
'U stelt ons in de gelegenheid te ontsnappen?'
'U krijgt een sportieve kans en dat is meer dan u nu hebt.'
'En als ik uw aanbod afsla?'
'Dan laat ik u voor de verschrikte ogen van uw dame in de kloof gooien.'
'Ik zie dan ook geen redenen waarom ik een dergelijk genereus aanbod zou afslaan, Baltazar.'
Er krulde een onaangename grijns om Baltazars mond terwijl hij Austin gebaarde weer in de Bentley te stappen. Met een huiveringwekkende snelheid stoven ze terug naar het toernooiveld. Hij zette Austin bij de tent af. Voor de ingang stond Squire hem op zijn krukken leunend op te wachten.
'Uw schildknaap zorgt ervoor dat u een behoorlijke uitrusting krijgt,' zei Baltazar. 'We dragen alleen een maliënkolder en een helm. Het zou niet van ridderlijkheid getuigen u met een volledig harnas op te zadelen. U krijgt een schild en een lans. De paarden zullen het zonder harnas moeten doen, dat maakt het spel een stuk sneller. Ik zie u op het veld.' Hij gaf gas en scheurde met over het gras doorslippende banden weg.
Squire keek Baltazar na en spoorde Austin aan de tent in te gaan. Hij hielp hem bij het aantrekken van een maliënkolder en overhandigde hem een tuniek zonder wapen erop. In de maliënkap was een gat voor het gezicht opengelaten Squire trok een gebreide muts over Austins hoofd en keek of de helm paste. Hij zat wat ruim, maar het zou wel gaan, zei hij. Hij bond een riem met een zwaard om Austins middel en deed hem de sporen om. Ten slotte gaf hij hem een vliegervormig schild.
Terwijl hij Austin bekeek, spreidde hij zijn lippen tot een vuile grijns. 'Een sir Lancelot bent u nou niet bepaald maar u zult het ermee moeten doen. Ga zitten, dan geef ik u nog wat tips.'
Austin zette de helm af en ging op zijn brits zitten.
'Luister goed. Baltazar doet de dingen altijd graag in drieën. Bij de eerste uitval speelt hij met u. En mist u volledig. Bij de tweede deelt hij een harde stoot uit, waarschijnlijk op het schild. De derde aanval is de doodsteek. Hij rijgt u als een varken aan het spit. Nog vragen?'
'Hoe kom ik hier aan een AK-47?'
Squire snoof verachtelijk. 'Die hebt u niet nodig. Baltazar heeft een lans met een metalen kern. En zijn tegenstanders krijgen een houten lans, die op zijn harnas verbrijzelt en met het schild kan worden afgeweerd.'
'Dat is niet erg ridderlijk van hem,' zei Austin.
'Dat is het ook niet! Maar deze keer krijgt u de lans met de metalen kern. Hem geef ik een Duitse lans van veel zwaarder hout. Hopelijk is hij zozeer op uw dood gebrand dat hij het gewichtsverschil niet merkt.'
'Waarom doet u dat, Squire?'
De man bracht zijn hand naar het verband om zijn gezicht. 'De klootzak heeft mij dit aangedaan met zijn valse lans. Volgens de artsen zal ik er altijd als een Quasimodo blijven uitzien. En er is in de hele wereld geen pil te vinden tegen de pijn in m'n benen. Vergeet mij alstublieft. De derde aanval is de doodsteek. Hij mikt op uw schild en gaat ervan uit dat de lans dwars door het leer en hout heen schiet. Mik op zijn middel. Dat is zijn grootste oppervlak. Mis niet!'
'Wat wordt er van u als ik dat doe?'
'Het gaat niet om mij. Hoe dan ook, ik ben hier toch weg. Misschien kan ik een baantje bij een bank krijgen.'
Een van de bewakers stak zijn hoofd in de tent. 'Tijd.'
Voor de tent stond een SUV Onder begeleiding van een tweede auto vol bewakers reed Squire naar de brug, waar een feestelijke kermissfeer heerste. Aan vlaggenstokken wapperden vaandels met het stierenkopembleem. Het nieuws over het aanstaande steekspel had zich als een vuurtje onder Baltazars huurlingenkorps verspreid. Behalve de alomtegenwoordige bewakers had zich een dubbele rij mannen in middeleeuwse kostuums langs de rand van de kloof verzameld; allemaal benieuwd om te zien hoe Austin aan de lans werd geregen of een doodsmak in de kloof zou maken.
'U hebt me niet gezegd dat het een feest zou worden,' zei Austin.
'Baltazar is dol op publiek.' Squire wees naar twee enorme paarden die uit trailers werden geladen. 'Het grijze paard is van Baltazar. De appelschimmel is voor u. Hij heet Valiant. Baltazar wilde een oude knol voor u, maar ik heb ervoor gezorgd dat u een goed paard hebt. Val is degelijk en betrouwbaar. Zal niet bokken bij een aanval.'
Squire reed door tot vlak bij de paardentrailers. Austin stapte uit en liep naar het paard om kennis te maken. Van dichtbij leek het dier zo groot als een olifant. Austin gaf het dier wat klopjes op zijn flank en fluisterde in zijn oor: 'Zet 'm op, nog deze ene keer voor mij, Val, dan krijg je zoveel suiker als je hebben wil.'
Het paard snoof en schudde zijn hoofd wat Austin als een ja interpreteerde. Hij liep naar de brug waarop het steekspel zou plaatsvinden. Op de smalle overspanning zouden de paarden elkaar rakelings passeren. Er was geen marge om de fout te herstellen als hij uit zijn zadel werd geworpen.
Austin hoorde uit de verzamelde menigte gejuich opklinken. De Bentley kwam op hoge snelheid aangeraasd. Met een zwarte Escalade in zijn spoor reed hij de brug over en stopte op een ruime honderd meter van het ravijn. Baltazar stapte uit en opende het portier van de SUV
Er stapte een figuur in een witte jurk uit, vergezeld van twee bewakers. De figuur zwaaide even voordat ze haastig naar de passagierszijde van de Bentley werd geleid. Met zijn bewakers reed Baltazar terug over de brug.
Baltazar kwam met grote passen op Austin af. Hij wees op de Bentley. 'Daar zit uw dame. Ik heb aan mijn deel van de afspraak voldaan. Nu is het uw beurt.'
Austin stak zijn hand uit. 'De autosleutel.'
Baltazar tilde de helm die hij onder zijn arm had op. Aan een van de beide ijzeren hoorns die uit de kap staken bungelde een sleutelring.
'Zorg maar dat je 'm te pakken krijgt, Austin. We gaan het niet te gemakkelijk maken.'
'Ik heb een pen en papier nodig,' zei Austin.
Baltazar snauwde een bevel tegen een van zijn mannen, die naar de dichtstbijzijnde SUV rende en terugkwam met een dashboardblok en een eraan bevestigde balpen. Met de motorkap van de auto als ondergrond noteerde Austin een aantal richtingaanwijzingen en tekende er een kaartje bij. Tot slot onderstreepte hij het woord Goudmijn. 
Baltazar stak zijn hand uit, maar Austin propte het papier in zijn helm.
'Zoals u al zei, Baltazar, we gaan het niet te gemakkelijk maken.'
Austin wist dat Baltazar zijn mannen opdracht kon geven hem te grijpen, het papier te pakken en hem de kloof in te gooien. Maar hij gokte dat Baltazar met zijn krankzinnige ego niets zou doen waarmee hij de show zou bederven die hij voor zijn mannen had opgezet.
'Tijd om je moed te bewijzen, Austin.'
Met een zo fel vlammende blik in zijn ogen dat hij er een bosbrand mee had kunnen veroorzaken draaide Baltazar zich op zijn hakken om en liep naar zijn paard. De manier waarop hij zich in het zadel slingerde verraadde een opmerkelijke lenigheid. Baltazars schildknaap hield het dier bij de teugels. Het was een forse man, gekleed in een scharlakenrood kostuum met capuchon. Hij stond met zijn rug naar Austin, maar hij draaide zich om en keek Austin aan, die hem onmiddellijk herkende als de moordenaar met de babyface. Glimlachend wees Adriano naar de Bentley.
Het was duidelijk wat hij bedoelde. Als Austin faalde was Carina voor Adriano.
Baltazar gaf zijn paard de sporen en galoppeerde de brug over. Daar aangekomen draaide hij zijn paard zodat hij recht tegenover Austin stond.
Austin liep naar Val en hees zich in het zadel. Austin was het gewicht van de maliënkolder niet gewend en aanzienlijk minder lenig dan Baltazar. Squire gaf hem zijn helm en zei dat hij zijn hoofd naar voren moest buigen om door de smalle oogspleten te kunnen kijken. Vervolgens gaf hij het schild en de lans aan en deed Austin voor hoe hij ze moest hanteren.
'Let op het vlaggetje aan het uiteinde van de lans,' zei Squire. 'Dan weet je waar de punt is.'
'Nog een goede raad?' Austins stem galmde in de helm.
'Ja,' antwoordde Squire. 'Laat uw paard het werk doen, denk aan de derde aanval en bid om een wonder.'
Hij gaf het paard een klapje op zijn flank, waarop het enorme dier in beweging schoot. Austin probeerde of hij met het paard een rondje kon lopen. Val reageerde goed op kniesignalen. Het gewicht van de wapenrusting was lastig, maar het zadel had een hoge ruggesteun die enig houvast bood.
Aan deze korte oefening kwam al snel een einde. Een man in het Lincoln-groene kostuum van een heraut blies een signaal op zijn trompet. De oproep voor de strijd. Austin bracht zijn paard in positie recht tegenover Baltazar. De tweede trompetstoot was het teken om de lans te richten. Een seconde daarna klonk de derde stoot.
Baltazar drukte net voor het signaal zijn sporen in de flanken van zijn paard.
Austin volgde nog geen seconde later.
De paarden stoven vooruit in een snelle galop waarbij de door de hoeven opgeworpen aardkluiten als opgeschrokken vogels hoog de lucht in spatten. De aarde schudde onder het geweld van de zware dieren die met de in metaal verpakte wezens op hun rug in een voortdenderende aanval op elkaar af vlogen.