Een soort scheiding

Ik denk dat we hier
al duizend keer zijn geweest,
jij en ik.

– Barbara Barton, ‘We zijn hier al eerder geweest’

Er is vanmiddag iets veranderd, dat voel ik. Aaron is van streek omdat we uit elkaar gaan, in tegenstelling tot vanochtend, toen hij vond dat we niet konden groeien zonder te scheiden. ‘We moeten allebei gaan naleven wat we hebben geleerd,’ zei hij toen.

Ons samenzijn heeft kort – als een ster die op zijn helderst schijnt voordat hij sterft – een speciale tederheid gehad. We waarderen elkaars kwaliteiten zo intens. We genieten er zo enorm van om gewoon naast elkaar te liggen en ons te koesteren in de energie die we tussen elkaar creëren. Onze taal is eenvoudig.

‘Ik houd van je, schat. Ik vind het heerlijk om dat tegen je te zeggen.’

‘Ik houd ook van jou, Aaron.’

‘Wat fijn.’

Ik hoor hem fluisteren: ‘Het is moeilijk te geloven. Dit is het begin van ons eind.’

‘Kim heeft me voor jou gewaarschuwd,’ zegt hij een tijdje later.

‘O? Hoe dan?’

Hij gaat er verder niet op in, behalve dat Kim heeft gezegd dat ik een ‘eigenzinnige vrouw’ ben.

Ik denk terug aan Kims filosofie over relaties. Het was zijn voornaamste reden om zijn memoires te willen schrijven, om zijn ideeën te verspreiden. Kim vatte het idee op dat de mannelijke en vrouwelijke seksuele energie in verschillende mate in mensen aanwezig is en dat je mensen daarop kunt categoriseren. Zo beschreef Kim zichzelf bijvoorbeeld als mannelijk-mannelijk, wat betekent dat hij enkel mannelijke seksuele energie uitdrukte. Dat herkende ik: Kim was geen macho, maar hij was wel wat hij beschreef. Hij beschreef zijn ex-vrouw als vrouwelijk-vrouwelijk, en vandaar dat ze zo goed bij elkaar pasten. Hij wees mij erop dat ik een vrouw ben met een behoorlijke dosis mannelijke energie, dus noemde hij me mannelijkvrouwelijk.

Kim had ook theorieën over de mogelijke combinaties van energie. De helemaal mannelijke en helemaal vrouwelijke minnaars willen een levenslang partnerschap. Mensen zoals ik neigen, volgens zijn theorie, meer naar seriële monogamie. We gaan ons vervelen. We weten niet hoe we één persoon trouw moeten blijven omdat we altijd naar nieuwe ervaringen zoeken.

Nou, Kim zou best eens gelijk kunnen hebben. Tot dusverre gaat het zo. Het is me gelukt om een jarenlange relatie met Hal te hebben, maar in totaal maar vijf jaar op rij. Misschien moet ik iedereen die in de toekomst mijn minnaar wil zijn waarschuwen: ik ben er alleen tot ik er niet meer ben. Ik ga mezelf niet dwingen te blijven als de energie er niet meer is. Zijn zoals ik ben is zo slecht nog niet, het is gewoon zoals het is en je moet er rekening mee houden.

Ik denk hier dieper over na. Wat zou er zijn gebeurd als Aaron en ik ons seksuele samenzijn meer hadden gerantsoeneerd? Als we weloverwogen minder tijd samen hadden doorgebracht en meer in ons eigen bed hadden geslapen? Zou mijn passie dan in betere vorm zijn gebleven? Mogelijk. Ik wilde meer ruimte tussen onze vrijpartijen om de nieuwheid te bewaren. Aaron begreep dat niet, bij hem werd de vurigheid niet minder. En al die tijd vond er een gestage erosie plaats. Tot er van mijn kant geen energie meer was. En nu zijn we hier. De prijs voor mijn verlengde passie is de leegheid van het nu.

Zelfs als dit allemaal waar is, is er een waarheid die nog groter is. Deze relatie is voorbij omdat ze heeft gedaan wat ze moest doen. Ze heeft me doen opbloeien op manieren die ik me niet kon voorstellen voordat ik met Aaron was. Ik ben in vijftien maanden tijd emotioneel opgegroeid en ben onverschrokken geworden. Ik ben bereid fouten te maken. Als deze beslissing fout blijkt te zijn en ik Aaron wanhopig graag terug in mijn leven wil op een moment dat hij niet meer beschikbaar is, nou, dan ben ik bereid dat risico te nemen. Als mijn leegte de prijs van passie is dan ben ik bereid er zo lang mee te leven als het leven voorschrijft. Heb ik mijn leven ooit volledig in eigen handen gehad? ‘Liefde is van al wat is het grootste mysterie,’ schrijft Roger Housden in Ten Poems to Open Your Heart. ‘Dus kun je je maar beter niet vastklampen aan zekerheden over waar ze vandaan is gekomen en waartoe ze zal leiden.’

Hoe zit het dan met mijn zekerheid dat dit voorbij is? Liefde is meer dan een relatie; het is een mysterie. Ik kan niet precies aan mezelf uitleggen wat ik doe. Maar dat stemmetje in me blijft herhalen: Carla, je moet nu afstand nemen.

‘Pas als iemand weg is merk je wat je mist. Dan pas voel je echt de leegte. Dan is het tijd om alles wat je hebt geleerd te integreren, of het te verliezen.’ Dat zegt Aaron, in een poging me te waarschuwen.

Probeert hij me te vertellen dat het beter is om bij hem te blijven omdat het zo gemakkelijk is te onderschatten wat ik zal kwijtraken? Als dat zo is, weersta ik zijn subtiele listigheid. De angst zijn energie te verliezen weerhoudt me er al een maand van de knoop door te hakken. Die angst heeft me verlamd. Nee, zijn energie zal er niet meer zijn. Ja, ik zal hem missen. Nee, ik zal hem niet zo missen dat ik mijn eigen warmte verlies. En ik integreer wél wat ik heb geleerd… en ben op een nieuwe manier mezelf aan het worden.

‘Leegte is angstaanjagend, Aaron. Mensen hebben er alles voor over om die te ontwijken, hè?’

‘Ik heb het aan Margot verteld.’ Aaron is aan het afwassen en staat met zijn rug naar me toe tegen me te praten. De manier waarop hij zijn woorden half inslikt verraadt dat het een bekentenis is.

‘Wat heb je haar verteld?’

‘Dat we onze eigen weg gaan. Ik heb haar verteld hoe goed je voor me bent geweest. Ze leek tevreden.’

‘Ze zal wel met ons meevoelen.’

‘Het is vermoeiend om het te blijven proberen,’ zegt hij. ‘Ik moet ermee ophouden jou na te jagen, daar ben ik te oud voor.’

Mijn hart knijpt zich samen als ik hem dat hoor zeggen, maar ik snap het wel.

Aaron blijft met me praten als hij even vrij heeft van zijn werk, komt bij me op bezoek in mijn werkkamer en houdt me op de hoogte.

‘Ik voel zoet verdriet, geen bitter verdriet. Het is zoet omdat ik wat gebeurt laat gebeuren, ik verzet me er niet tegen. Ik moet er hard mijn best voor doen, maar ik heb geen keus omdat ik weet wat het alternatief is:een heleboel van de verkeerde soort pijn. Ik bewaak zorgvuldig mijn gedachten en als er kritiek omhoogkomt, negeer ik die en concentreer me erop jou te waarderen. Dat is hoe ik mijn hart bescherm.’

Ik vind het ontzagwekkend om naar Aarons keuzes te kijken. Ik ben trots op hem en zie hoe hij altijd voorbij zijn ego groeit.

‘Ik bewonder je, Aaron.’

Ik slik iets weg, kijk naar de man die ik weggeef, die met de minuut aantrekkelijker wordt. Hij geneest zichzelf van zijn moeder en zijn relaties in het verleden. Hij maakt zich klaar om opnieuw verliefd te worden op een vrouw die bij hem past, aangezien hij een emotioneel sterke man zal zijn en zij niet veeleisend zal zijn en geen herrie zal schoppen en zal weten hoe ze een bijzondere man als hij moet waarderen. Wat ik moet doen is een stap terugzetten en het allemaal laten gebeuren.

Ik breng Aaron een kop kruidenthee in bed. Hij vraagt of ik even bij hem kom zitten.

‘Ik heb gedroomd. Ik werd wakker met pijn in mijn hart,’ zegt hij. Aan zijn witte gezicht te zien is de pijn evenzeer fysiek als emotioneel. ‘De pijn wordt veroorzaakt door dat zware gewicht, hier,’ en hij wijst het midden van zijn borst aan. ‘Het is een zwart, cilindrisch gewicht, als een piston, die op mijn hart drukt en het samenknijpt. Mijn hart zucht onder het gewicht.’ Hij vormt zijn hand alsof hij die piston vasthoudt, en huivert van de pijn. ‘Als ik doodga, zal dat waarschijnlijk aan een hartaanval zijn. God! Zo wil ik niet sterven!’

Aarons droom ging over een herinnering aan toen hij een jongetje was – van een jaar of zes – en hij zich heel alleen en ongewild voelde. Zijn vader was vaak kwaad en ongeduldig en zijn moeder probeerde van hem af te komen door hem naar zijn speelgoed te sturen. ‘Kijk eens, ga maar met die blokken spelen,’ zei ze in die droom, en Aarons kinderhart brak. Hij was zo verdrietig dat hij op de woonkamervloer naast zijn speelgoed ging liggen en tot God bad: ‘God, niemand wil mij. Wanneer mag ik deze planeet verlaten?’ En het antwoord was: ‘Je mag weg als je vierenvijftig bent.’ Het kind Aaron rekende het uit: dat was pas in 2008. Dat leek wel heel ver weg. Maar nu is dat niet meer zover weg en Aaron, die tweeënvijftig is, zegt dat hij niet wil sterven.

Hij ligt met gesloten ogen, zijn linkerhand op zijn borst. Het enige wat ik kan doen is toekijken en met hem meevoelen. Hij heeft er in zijn leven zo naar verlangd gewenst te zijn. Hij is zo vaak teleurgesteld. Die wond heeft keer op keer, elke keer als een minnares bij hem wegging, het gevoel van ‘niemand wil me’ naar boven gehaald.

‘Jij wilt me ook niet,’ zegt Aaron, die zijn ogen nu open heeft, me niet beschuldigt, enkel tegen zichzelf en mij spreekt. ‘Jij wilt mijn leven niet delen.’

Ik zit bij hem en weet dat dat waar is. Aaron heeft een uitzonderlijk leven voor zichzelf gecreëerd, een dat niet gemakkelijk te delen is met iemand.

‘Er is nog meer,’ denkt hij nu. ‘Jij hebt dezelfde wond, Carla. Jij was ook niet gewild, en jouw grootste verlangen is te worden gezien zoals je bent zodat je kunt worden bemind. We kunnen elkaar niet helpen omdat we dezelfde wond hebben.’

Hij kijkt me aan. Ik ben al die tijd stil gebleven. ‘Wat voel jij nu?’ vraagt hij.

‘Ik voel jouw gevoelens, en ik voel dat ik niet weet hoe ik je kan helpen.’

Hij streelt mijn gezicht. ‘Dank je wel voor je eerlijkheid,’ zegt hij. ‘Kom even onder de dekens voor een knuffel.’

Ik gehoorzaam en lig stil met mijn gezicht naar hem toe.

‘Hoe jij voelt is altijd op de achtergrond in mijn bewustzijn gebleven tijdens mijn andere relaties, je bent me al die jaren bijgebleven.’ Hij duwt zich op een elleboog. ‘Kijk nou eens naar die diepe ogen, die naar me kijken en me liefhebben. Oeroude ogen, die de wijsheid van ontelbaar veel levens laten zien.’

Hij laat zich weer op zijn kussen zakken.

‘Ik heb me nooit echt gewenst gevoeld bij mijn ouders,’ zegt hij. ‘Doordat een kind zijn ouders nodig heeft voelen de ouders zich gewild. Ik heb toen ik opgroeide altijd naar meer affectie verlangd, vooral van mijn moeder. Ik ben heel lang emotioneel afhankelijk van haar geweest. Ik zag er heel sexy uit toen ik in de twintig was en ze genoot van de aandacht die ik haar gaf. Maar zelfs toen was de affectie die zij me gaf niet hetzelfde als gewild worden om mezelf.’

Aarons scherpe inzicht verbijstert me. Ik bedenk ook dat zijn vader misschien die speciale relatie tussen zijn vrouw en zijn zoon wel heeft opgemerkt. Zijn standaardstrategie was Aaron te negeren als hij iets van hem wilde, met name vaderlijke aandacht.

‘Je vader heeft wellicht een aversie tegen je gekregen omdat je alle aandacht stal,’ zeg ik.

‘Dat zou best kunnen. Hij gaf me een wanhopig gevoel. De enige emotie die ik ondraaglijk vond was me ongewenst voelen. Ik voelde me verloren toen niemand me wilde. En nu wil jij me niet meer. Het grote verschil is deze keer dat je nog van me houdt, waardoor mijn verlangen in scherp contrast komt te staan. Als je me zou haten, zou ik mijn eigen verlangen niet hebben opgemerkt.’

‘Je doet het deze keer echt,’ zeg ik. ‘Je bent niet meer bang om tot de bodem van je probleem te gaan en het helemaal aan te gaan.’

Aaron groeit heel erg snel. Niet dat hij consistent is. Hij valt af en toe terug, en dan zie ik dat de koekjes op kantoor al voor de lunch zijn verdwenen. Zijn maag groeit tijdens zijn pogingen respijt van zijn bijtende gedachten te vinden. Hij gaat een stap achteruit en twee naar voren, zoals de meeste mensen die door een dergelijk proces gaan.

‘Ik weiger weer te imploderen zoals ik dat in het verleden heb gedaan,’ zegt hij. ‘Ik concentreer me erop gedenkwaardige momenten te maken van de tijd die we samen nog hebben. Ik concentreer me niet op jouw gevoelens, want dan zou ik reactief worden. De minst pijnlijke manier om hier doorheen te gaan is het verdriet en het verlangen toe te staan. Als je een grote liefde loslaat is er verdriet, daar kun je niet onderuit. Ik heb geen relaties verloren omdat ik nog steeds van mijn partners houd. Ik heb altijd waardering gehad voor de manier waarop ze van mij hielden. De rest kan me niet schelen.’

‘Ik houd nog steeds van je, Aaron, en ik geniet van je gezelschap. We zitten toch hand in hand samen televisie te kijken?’

Aaron is opgelucht dit te horen. ‘Ik ben me ervan bewust dat het veroordelende in een vrouw me uit de weg wil hebben,’ zegt hij. ‘Je waardeert het tenminste nog dat ik in de buurt ben.’

Hij steekt zijn hand uit, ik leg die van mij in die van hem, en de energie stroomt tussen ons heen en weer als een zonnige, helende stroom.

Hij vertelt me wat er met zijn lichaam gebeurt. Hij is bij een dokter geweest voor zijn knieën, en zijn heupen doen ook pijn.

‘Al de pijn komt terug in mijn lichaam; ik voel me weer rauw. Alles is scherp in plaats van zacht. Ik heb seks nodig. Mijn lichaam heeft seks nodig om zich goed te voelen. Ik heb een relatie nodig.’

Ik weet dat Aaron alles wat hij tegen mij zegt zelf ook hoort en vroeg of laat controleert. Als hij zegt dat hij seks en een relatie nodig heeft dan is dat waar voor hem op het moment dat hij dat zegt. Als de woorden eenmaal zijn systeem uit zijn, hebben ze de kans te muteren in een grotere wijsheid. Op dit moment concentreert hij zich op het uitdrukken van de gevoelens. Hij is even stil en ademt diep in.

‘Ik ben bang. Ik zou je binnenkort aan een ander kunnen verliezen, of aan het leven, of de radertjes zouden me een andere vriendin kunnen sturen en dan ben jij uit mijn systeem.’

Ik heb niets te zeggen. Ik wacht op wat er verder nog uit zijn geest komt.

‘Het heeft geen zin om vervanging voor jou te gaan zoeken. Ik wacht op de radertjes. De manier om een situatie te beoordelen is door het gevoel dat ze oproept te beoordelen. Als het goed is, zal er warmte zijn.

Ik zal je missen omdat je mij niet bent. Jij bent jij, met je eigen energie. Ik heb zoveel ik kon geprobeerd me die eigen te maken, waardoor ik je niet zo zal missen als een romanticus zou doen. Ik heb het achter me gelaten om iemand te romantiseren, met het gruwelijke verdriet dat daarmee gepaard gaat als iemand vertrekt. Ik ben ervan overtuigd dat ik nooit gelukkiger zal zijn dan nu. Verdriet gaat over terugkijken en hopen op de toekomst. Ik zal gelukkig zijn… met of zonder jou.’

Aaron kijkt me met heldere ogen aan. Hij vraagt niet om goedkeuring of bekrachtiging. Hij wordt sterker en leert de lessen die hij mij ooit heeft geleerd, op een dieper niveau. Het verliezen van een grootse liefde geeft iemand de gelegenheid een grootse les te leren. Ik schrik wakker uit een nachtmerrie. Mijn hart gaat zo tekeer dat Aaron het lijkt te voelen, en hij draait zich om van de zij waarop hij ligt. Ik lag tegen zijn rug gekruld. Hij is vroeg in de ochtend bij me in bed gekropen en we zijn allebei weer in slaap gevallen.

Hij wil weten waarover mijn droom ging. Hij interpreteert dromen intuïtief. ‘Elk beeld symboliseert een soort energie,’ zegt hij.

‘Ik ben in de droom in een kamer met een vrouw die Michelle heet, en met een man,’ zeg ik. ‘De manier waarop hij wellustig kijkt en met zijn lippen smakt maakt me nieuwsgierig. Het dringt plotseling tot me door wat hij heeft gedaan: hij heeft Michelle opgegeten! Ik zie haar nergens, maar er hangt een verdacht stukje van haar jurk aan zijn mond. Ik ren naar de belendende kamer, waar een heleboel vrouwen zijn, om hen te waarschuwen, maar ik weet niet wat ik moet zeggen: ze geloven me gewoon niet als ik zeg dat de man in de kamer ernaast Michelle heeft opgegeten! Ik heb geen tijd want de man volgt me de kamer in en kijkt me dreigend aan. Hij wil niet dat ik iets zeg, grijpt mijn linkerarm om me naar zich toe te trekken en prikt met een vinger op een plekje onder mijn andere arm, waardoor ik mijn bewustzijn verlies. Toen werd ik wakker.’

‘Mag ik een interpretatie geven?’

‘Natuurlijk.’

‘Je bent bang dat je wordt verorberd als je een relatie met een man hebt, dat je levend wordt opgevreten, en dat je de controle over je leven zult verliezen.’

Wat een verbijsterende gedachte. Dromen liegen niet. Daar denk ik over na, en Aaron gaat verder.

‘Het komt waarschijnlijk doordat je vader je toen je kind was heeft overweldigd, en sindsdien ben je bang geweest om overweldigd te worden door een man. Het heeft je ervan weerhouden je volledig over te geven in een relatie.’

Er begint een gevoel uit mijn onderbewuste op te wellen. Aaron heeft een gevoelige snaar geraakt.

‘Het is mijn vader gelukt me te breken en ik ben mijn gevoel van mezelf kwijtgeraakt,’ zeg ik. ‘Dat is het! Toen ik mijn partners koos, heb ik vriendelijke en zachtaardige mensen gekozen – James en Hal – het tegenovergestelde van mijn vader, mannen die me niet konden overheersen. Maar ze konden me ook niet houden.’

‘Je bent nog steeds bang om te worden gedomineerd en niet jezelf te kunnen zijn in een relatie, of om gedomineerd te worden door de relatie als de man het niet doet,’ voegt Aaron toe.

Is dit waar mijn wanhopige poging me los te maken vandaan komt? Van het beschermen van mijn gevoel voor vrijheid? Om mezelf ervan te verzekeren dat ik mezelf kan zijn? Als dat zo is, heeft wat ik aan het doen ben niets meer te maken met niet van Aaron houden. Dan heeft het niets te maken met dat zijn tekortkomingen te zwaar gaan wegen. Dan gaat het om mijn eigen neurose.

Sinds we onze eigen slaapkamer hebben en onze relatie nietbestaand is verklaard heb ik het gevoel dat er een strop van mijn nek is gehaald… de nek die aan chronische stijfheid lijdt sinds mijn vader me als kind heeft geprobeerd te wurgen. De handen van mijn vader om mijn strot! Ik ben verbijsterd tot wat een openbaring die droom leidt!

‘Het is angstaanjagend,’ zeg ik.

‘Vertel mij wat.’

‘Ik ken mezelf zo slecht. Ik was me niet bewust van mijn beweegredenen.’

De telefoon gaat; het is mijn kleinzoon Damien; hij wil dat oma met hem en zijn zus naar de speeltuin gaat. Ik zit te kijken en adem vrij terwijl ze spelen. Het is goed iets te weten te komen over jezelf. Ik voel me ontspannen, opgelucht, dankbaar. Ik adem diep en gemakkelijk. Ik heb nu iets om mee aan het werk te gaan: het heeft geen zin Aaron los te laten vanwege een neurose. Maar ik weet al dat als dit onderdeel is van de reden waarom ik bij Aaron wegga, het niet het enige is. Het is niet de duisternis, maar het licht dat me roept.

Aaron wil me iets laten zien wat hij spannend vindt en waar hij trots op is. Het is het been dat hij zo meedogenloos heeft gekrabd. Het begint te genezen omdat hij er al een tijdje niet aan zit. De reden? De druk is eraf, zegt hij. Hij heeft het gevoel dat hij weer alleenstaand is, enkel en alleen verantwoordelijk voor zichzelf, en vrij van de gedachte dat hij zichzelf moet veranderen om in mijn leven te kunnen passen.

‘Ik zat in een spagaat omdat ik het gevoel had dat ik op een heleboel manieren niet goed genoeg voor je kon zijn; en ik lijd al on-der dat gevoel sinds ik een kleine jongen ben.’

Ik ben blij voor hem, maar kan zijn enthousiasme niet delen. ‘Dus het jongetje in je is vrijgelaten. Het wordt niet meer uitgedaagd. Er wordt niet meer op zijn knopjes gedrukt. Is dat waarom jij alleen moet zijn in een relatie… om de kleine jongen in je te beschermen? Zou het niet beter zijn om op te groeien in plaats van hem te beschermen en je leven op zijn neurose te baseren?’

‘Hoor je op wat voor toon je praat als je zulke dingen tegen me zegt?’

Dat interpreteer ik als een manier van Aaron om de aandacht af te leiden van wat ik net tegen hem heb gezegd.

‘Nou en? Wat maakt het uit hoe ik het zeg? Luister gewoon eens een keer!’

‘Ik draag een kwetsbaar jongetje in me, en jij draagt een autoritair deel in je… de een heeft de ander nodig om omhoog te worden gehaald.’

Hij heeft meer te zeggen.

‘Ik ben aan het genezen omdat ik me voordat ik jou weer ontmoette niet eens bewust was van dit patroon. Bewustzijn is de eerste stap. Ik ben heel eerlijk tegen mezelf geweest en heb niet geprobeerd die gruwelijke krabgewoonte voor mezelf of wie dat ook te verbergen. Ik weet dat mensen het vreselijk vinden me te zien krabben; ik weet dat ze het afstotelijk en walgelijk vinden; ik wilde het niet voor hen verbergen als ik moest krabben. Dat is voor mij al helend op zich: dat ik het niet wil verbergen.’

Ik moet toegeven dat hij meedogenloos eerlijk is… een eerste stap in zijn genezingsproces, zoals hij al zegt. Maar zal het ooit verder gaan dan dat? Ik snap het niet. Hij krabt omdat hij zich afgewezen voelt, maar zijn krabben resulteert in afwijzing, al was het maar van de stilzwijgende, geschokte soort. Maar die soort afwijzing snapt hij, hij heeft haar opzettelijk zelf veroorzaakt en gebruikt haar bewust om zichzelf ondanks dat niet af te wijzen. Aaron heeft een complex karakter. Ik vraag me wel eens af of hij ergens in de ruimte en tijd een contract heeft afgesloten dat volwassen worden gepaard moet gaan met pijn.

‘Je hebt me een enorme dienst bewezen door bij me weg te gaan,’ zegt hij met een glimlach. ‘Daarom houd ik alleen nog maar meer van je. Je dacht misschien dat je iets opgaf, maar je verliest niets. Ik houd alleen nog maar meer van je.’

Aaron ligt vanochtend in bed en wenst liefde. Hij voelt zich niet meer vrij me uit te nodigen. Als ik zijn kamer binnenkom ligt hij daar gewoon en wenst iemand die hem bemint. Hij slaat verwelkomend zijn dekens open en even later lig ik knus tegen hem aan.

Het gevoel tussen ons is veranderd. Ik voel niet langer de passie die me voor hem opende. Er is vriendschap, plus op dit moment in mij een verlangen naar seks. Geen extreme behoefte, maar waarom zou ik een genot opgeven dat hier op me ligt te wachten, in Aarons bed, met een man van wie ik weet dat hij mijn bedoelingen niet verkeerd zal begrijpen?

Als hij bij me binnengaat, is het anders. Er is weer geen onmiddellijke opwinding, alleen verwelkoming. Pas als hij zijn stoten van uit een half zittende positie voortzet, ontwaakt mijn lichaam en prikken er tranen in mijn ogen. We komen tegelijk klaar en ik zie hoe goed we ons allebei voelen. Onze hormonen hebben een weg gevonden, en onze vriendschap ook.

‘Je lijkt zoveel op mij,’ zegt Aaron. Wat hij bedoelt is: ik vind seks als ik het nodig heb en er iemand die op me is gesteld in de buurt is. Ik ben niet gebonden, stel geen eisen, heb geen verwachtingen, doe geen beloftes. Dat is zijn wereld. Ik kan zijn wereld nu als bezoekster betreden terwijl ik me in mijn eigen wereld beweeg.

‘Ik weet nu wat goede liefde is,’ zegt hij. ‘Ik neem geen genoegen met minder.’ En hij voegt toe: ‘Je bent nu een vrouw die de controle over haar lot heeft. Je bent geen meisje meer. Je hebt nu je jezelf hebt gevonden niemand anders meer nodig. Ik weet dat je zult vinden wat je wilt.’

Ik werd die ochtend wakker met een nieuw, stabiel gevoel van vrijheid. Ik was vrij te kiezen, en op dat moment wilde ik Aaron.

‘We voelen diepe affectie voor elkaar en genieten ervan om seksueel genot uit te wisselen,’ observeert Aaron. Dan praat hij over hoe de passie op natuurlijke wijze minder wordt als een stel langer bij elkaar is, en vriendschap belangrijker wordt.

Daar ben ik het niet mee eens. De passie zal in mijn volgende relatie, beweer ik, worden vastgehouden door het… ik zoek naar een woord en het dringt tot me door dat het ‘huwen’ is… door het huwen van energie binnen de cirkel van de relatie. Een intense waardering van de relatie, en een natuurlijk verlangen die te beschermen tegen corruptie van elke aard, zoals die ontstaat bij oneerlijkheid over het delen van gevoelens, gebrek aan communicatie en het buiten de cirkel plaatsen van seksuele energie. Een dergelijke verbintenis zou me toestaan gepassioneerd te zijn in alle aspecten van het leven, omdat die bijzondere, diepe expressie maar in een richting zou worden gekanaliseerd.