15

 

EMPATHIE, MEDEDOGEN EN HET VINDEN VAN GELUK IN ONZE VERWARDE WERELD

 

 

 

 

 

 

 

‘Heiligheid, aangezien dit onze laatste ontmoeting hier is, wil ik kijken of we de diverse onderwerpen die we hier hebben besproken met elkaar kunnen verbinden en kijken of er één verbindend principe is met betrekking tot het vinden van geluk in een wereld met zo veel problemen.’

‘Goed,’ zei de Dalai Lama vrolijk, alsof hij bereid was elk onderwerp bij de kop te vatten.

Toen ik opmerkte dat dit onze laatste ontmoeting in Tucson was, moest ik even denken aan onze eerste serie ontmoetingen in Tucson zoveel jaar daarvoor. Een van de allereerste vragen die ik destijds had gesteld, was: ‘Heiligheid, bent ú gelukkig?’ Ik herinnerde me zijn antwoord: ‘Ja, absoluut.’

Nu kwam er een andere vraag in me op, een vraag die meer viel binnen de context van onze huidige gesprekken. Ik vroeg: ‘Heiligheid, in de loop der jaren is het mij opgevallen dat u ondanks het feit dat u niet altijd een gemakkelijk leven hebt gehad, een oprecht gelukkig mens lijkt te zijn. In feite herinner ik me dat ik u ooit heb gevraagd of u gelukkig was en u antwoordde daarop met ja. Dus vraag ik me af of uw geluk ten minste voor een deel iets te maken heeft met de manier waarop u op basis van ons gemeenschappelijk mens-zijn met anderen omgaat.’

‘Ja, dat geloof ik wel,’ zei hij eenvoudig.

‘Dan vraag ik me om te beginnen af of u in het kort iets meer kunt zeggen over enkele van de voordelen of de gevolgen van op die manier met anderen omgaan.’

‘Over de gevolgen…’ begon de Dalai Lama langzaam, ‘ja, ik denk dat wanneer je met anderen op dit fundamenteel menselijke niveau omgaat, er een gevoel van vrijheid heerst. Het opent als het ware een innerlijke deur van waaruit je je gemakkelijker kunt openstellen voor anderen. Er zal een gevoel van fundamenteel vertrouwen zijn en een gebrek aan onzekerheid.’

‘Dus op praktisch niveau,’ onderbrak ik hem, ‘veronderstel ik dat u het gevoel hebt dat dit fundamentele vertrouwen zal helpen om problemen als vooroordelen of het gebrek aan gemeenschapszin waarover we gesproken hebben, te overwinnen.’

‘Dat klopt,’ beaamde hij en hij ging verder. ‘Dus wanneer je op dat niveau met anderen omgaat, wanneer je andere mensen ontmoet, hoef je in feite niet aan die ander te worden voorgesteld. Je hebt het gevoel dat je die persoon al kent, ook al ontmoet je hem misschien voor de eerste keer. In die zin zullen er geen echt vreemden voor je bestaan.

Wanneer je dit leert, kun je vervolgens je natuurlijke vermogen voor empathie spontaner tot uitdrukking laten komen. Ik denk dat dit soort empathie een van de mooiste menselijke eigenschappen is. Want wanneer jij je diep bewust bent van de fundamentele waarheid van ons menselijk bestaan – dat net als ik anderen ook geluk willen, lijden te boven willen komen en net zo veel recht hebben op geluk – ervaar je automatisch empathie en verwantschap met hen. Je kunt dan gemakkelijker vanuit een oprecht gevoel van zorgzaamheid openstaan voor het welzijn van anderen. Dat is mededogen.’

‘Ik ben blij dat u empathie en mededogen ter sprake brengt,’ zei ik, ‘want dat is in feite waar ik het met u over wil hebben om een paar dingen op te helderen. Ten eerste over empathie – empathie houdt per definitie ons vermogen in om ons te verbinden met anderen, ons vermogen ons in hen te verplaatsen, hun gevoelens te begrijpen, hun ervaring te delen enzovoort. Dus lijkt het dat het ons verbinden of omgaan met anderen op basis van ons gemeenschappelijke mens-zijn, onze gemeenschappelijke kenmerken als mens, in wezen een methode is om empathie op te wekken. Maar met dit soort empathie kun je omgaan met alle mensen en het is niet afhankelijk van het feit of je in staat bent je te verhouden tot hun individuele eigenschappen of persoonlijke ervaringen.’

‘Dat klopt,’ zei hij.

‘En voorts zijn empathie en mededogen ook nauw verwant,’ ging ik verder. ‘Mededogen houdt in dat je jezelf openstelt voor het lijden van anderen, deelt in hun ervaring van lijden en wenst dat ze bevrijd worden van hun lijden. Dus is empathie een absolute vereiste voor mededogen, want je dient je in die persoon te kunnen verplaatsen, te kunnen delen in de ervaring van die persoon, te voelen wat hij doormaakt om waarachtig mededogen te kunnen voelen.

Dus om die dingen samen te vatten en ze in elkaar te laten passen, kunnen we zeggen dat het ontwikkelen van een besef van ons gemeenschappelijke mens-zijn een manier is om empathie te ontwikkelen en des te dieper je empathie, des te sterker je mededogen zal zijn.’

‘Dat klopt,’ zei de Dalai Lama opnieuw.

‘Dan vraag ik me op dit punt af of u iets kunt toevoegen aan mededogen, in het bijzonder binnen de context van het vinden van geluk – zowel innerlijk geluk als een gelukkigere samenleving, een waarin we een begin kunnen maken met het overwinnen van enkele van de problemen in de wereld van vandaag.’

De Dalai Lama nam even de tijd om zijn gedachten te ordenen en zei toen: ‘Ja. Om te beginnen wijs ik er altijd op dat wanneer je mededogen voor anderen ervaart, jij in feite de eerste bent die daar profijt van heeft. Mededogen is een waarachtige bron van geluk. Het ontwikkelen van een intiem, hartelijk gevoel voor anderen brengt automatisch de geest tot rust, draagt bij tot het wegnemen van angst en onzekerheid en verleent ons de kracht om alle hindernissen die we ontmoeten het hoofd te bieden. Het is de ultieme bron van succes in het leven. Ik geloof dat op elk niveau van de samenleving – familie, gemeenschap, nationaal en wereldwijd – de sleutel tot een gelukkigere en succesvollere wereld een toename in mededogen is. Dus, je ziet dat mededogen echt de moeite waard is. Het is niet slechts iets religieus of spiritueels, niet een kwestie van ideologie. Het is geen luxe, het is een noodzaak.’

‘Heiligheid, ik ken uw standpunten over alle praktische voordelen die het gevolg kunnen zijn van het ontwikkelen van meer mededogen en hoe uiteindelijk zelfs onze overleving als soort er afhankelijk van kan zijn. Maar ik denk dat een van de redenen waarom niet meer mensen het ontwikkelen van mededogen serieuzer nemen is dat ondanks het feit dat u zegt dat mededogen van praktische waarde is en niet slechts van religieuze aard, veel mensen ten diepste mededogen nog steeds beschouwen als iets spiritueels of religieus. Ik hoorde u bijvoorbeeld zeggen dat mededogen onze fysieke en geestelijke gezondheid versterkt, maar de meeste mensen beschouwen mededogen nog steeds als een morele kwestie in plaats van een kwestie van gezondheid.

Toen ik u bijvoorbeeld jaren geleden over mededogen hoorde spreken, kon ik niet ontkennen dat het iets prachtigs was maar het was me iets te lief en vaag naar mijn zin, iets te zoet en sentimenteel of zo en meer een spiritueel onderwerp. Ik had er jaren voor nodig om mededogen te gaan zien in termen van de enorme praktische voordelen die het biedt, vele jaren voordat ik uw bewering kon accepteren dat het leidt tot je eigen persoonlijke geluk of dat het die andere praktische voordelen voor de samenleving heeft enzovoort. En een van de belangrijkste dingen die mij van gedachten deden veranderen, was het wetenschappelijke bewijs van wat u zei, waarvan heel veel pas in de afgelopen paar jaar is ontdekt.

Hoe dan ook, Heiligheid, ik veronderstel dat het erop neerkomt dat ik het ermee eens ben dat als mensen enkele van uw standpunten op grote schaal zouden accepteren en bijvoorbeeld mededogen serieuzer zouden nemen, het een diepgaand effect op onze maatschappij zou hebben. Maar aangezien het onwaarschijnlijk is dat de meeste mensen in het Westen zich tot het boeddhisme zullen bekeren als hun belangrijkste spirituele pad, zullen deze principes, willen ze op grote schaal in de westerse samenleving worden overgenomen, binnen een wereldse context moeten worden aangeboden, wat over het algemeen betekent dat ze moeten worden onderzocht en aangeboden vanuit een wetenschappelijk perspectief.’

‘Ja, dat klopt,’ zei de Dalai Lama.

‘Gelukkig,’ vervolgde ik, ‘is er momenteel heel veel bewijs voorhanden van alle voordelen van mededogen en ik weet dat dit u bekend is vanwege uw vele ontmoetingen met wetenschappers. Niet alleen dat, maar er is ook wetenschappelijk bewijs waaruit blijkt dat mensen hun geest kunnen trainen om meedogender en gelukkiger te worden en dat het trainen van de geest om meedogender te zijn in feite de structuur en functie van de hersenen kan veranderen. Ik vind dat ook heel belangrijk, want veel mensen kunnen de misvatting hebben dat mededogen en vriendelijkheid een kwestie zijn van je genetische temperament of aangeboren gesteldheid – het idee dat je al dan niet geboren wordt als een van nature meedogend persoon, en dat als je niet van nature hartelijk of meedogend bent, er niets is wat je daaraan kunt doen, net zoals je je lengte niet kunt veranderen. Maar natuurlijk is dat niet zo.

Wat ik wil zeggen,’ besloot ik, ‘is dat er momenteel veel wetenschappelijk bewijs is dat uw standpunten, die gebaseerd zijn op boeddhistische principes, ondersteunt. Maar wil dat onderzoek gevolgen hebben voor de samenleving, dan dient de informatie – opdat de gemiddelde mens zijn houding ten opzichte van mededogen kan veranderen – zich niet te beperken tot universiteiten, laboratoria, wetenschappelijke tijdschriften en conferenties.’

‘Ja, daar ben ik het mee eens,’ zei de Dalai Lama, ‘en dat is de reden waarom ik over het algemeen mensen erop wijs dat we deze ideeën in de samenleving dienen te bevorderen, dat we mensen dienen te scholen. Dat kan gebeuren via de media, via het onderwijssysteem enzovoort. En Howard, jij zou je er ook in moeten verdiepen en dit soort bewijzen moeten opnemen in ons boek. We dienen deze ideeën op alle mogelijke manieren te bevorderen. En natuurlijk dienen we hier niet alleen het belang van empathie, mededogen enzovoort te onderkennen en niet alleen over deze zaken te spreken, maar we moeten deze ideeën versterken opdat ze vertaald kunnen worden in ons handelen, in hoe we met anderen en met de wereld om ons heen omgaan.’

Nu we de laatste onderwerpen – empathie en mededogen – aan ons gesprek hadden toegevoegd, voelde het of alle stukken, de diverse onderwerpen die tijdens onze vele gesprekken aan de orde waren gekomen, mooi in elkaar pasten.

Terwijl de Dalai Lama zijn laatste opmerkingen maakte, ons gesprek samenvatte, klonk er een onmiskenbare toon van vertrouwen en hoop in zijn stem door, die werd opgewekt door zijn vaste geloof in de mogelijkheid van een betere toekomst, een betere wereld die via ons eigen handelen tot stand kan worden gebracht.

‘Dus,’ besloot de Dalai Lama, ‘als wij allemaal kunnen leren meer vanuit mededogen, met een gevoel van verbondenheid en een diep besef van ons gemeenschappelijke mens-zijn met elkaar om te gaan, en, belangrijker nog, dit aan onze kinderen leren, geloof ik dat dit heel veel kan bijdragen tot het verminderen van veel van de conflicten en problemen die we in de wereld van vandaag zien. In dat opzicht geloof ik dat we kunnen bijdragen tot het creëren van gelukkigere mensen en een gelukkigere samenleving, evenals een vreedzamere wereld.’

 

Nu beginnen we aan de laatste stap op weg naar ons doel van het vinden van geluk in onze verwarde wereld, een aanpak die het ontwikkelen van innerlijk geluk inhoudt terwijl we stappen zetten in de richting van het overwinnen van de vele problemen die de wereld van vandaag het hoofd moet bieden. In dit laatste gesprek voegde de Dalai Lama de laatste elementen toe om zijn samenhangende, logische methode om ons doel te bereiken, te voltooien. Samengevat ziet die er zo uit:

 

De methode begint met het ontwikkelen van een diep besef van ons gemeenschappelijke mens-zijn, een diepgaand bewustzijn van de eigenschappen die we met alle andere mensen gemeen hebben. Dit wordt de basis voor het opwekken van een gevoel van empathie voor alle mensen. Deze empathie wordt de basis voor het opwekken van mededogen. Het opwekken van een gevoel van mededogen zal rechtstreeks leiden tot groter persoonlijk geluk. Wanneer we handelen op basis van dat mededogen, zal dat leiden tot stappen om de problemen in de wereld van vandaag te overwinnen en dat zal uiteindelijk leiden tot ‘een gelukkigere samenleving, alsook een vreedzamere wereld’.

 

Voor sommigen lijkt deze aanpak misschien simplistisch of naïef. Geen van beide is het geval. In feite is dit een enorm krachtige en effectieve aanpak. Het vraagt alleen bereidheid om hem uit te proberen. In navolging van het voorstel van de Dalai Lama voeg ik aan ons gesprek iets van het proefondervindelijke bewijs en wetenschappelijke onderzoek toe dat de waarde en effectiviteit van zijn aanpak ondersteunt. Versterkt door deze informatie komen de immense diepgang, wijsheid en kracht van zijn aanpak duidelijker in beeld en worden volledig onthuld. Maar voordat ik iets van dat bewijs ga voorleggen, is het de moeite waard om in een kort overzicht deze methode binnen de juiste context te plaatsen.

 

KORT OVERZICHT: DE PROBLEMEN VAN DE WERELD VAN VANDAAG HET HOOFD BIEDEN

 

In de loop van onze gesprekken benoemde de Dalai Lama een aantal problemen waarmee we in de wereld van vandaag te kampen hebben – zoals gebrek aan gemeenschapszin, maatschappelijke vervreemding, vooroordelen, haat, racisme, conflicten, geweld en dergelijke. Deze problemen kunnen menselijk geluk op veel niveaus ondermijnen – op het niveau van het individu, de gemeenschap, de samenleving en op wereldwijd niveau. Bij het behandelen van deze problemen begon de Dalai Lama met ons eraan te herinneren dat veel oorzaken en omstandigheden kunnen leiden tot deze maatschappelijke problemen en die oorzaken kunnen zich op veel niveaus bevinden – zowel op ‘innerlijk’ niveau, dat factoren inhoudt zoals negatieve emoties of onterechte of verwrongen overtuigingen en stereotypen, als op ‘uiterlijk’ niveau, bijvoorbeeld ongunstige sociale omstandigheden of omgevingsfactoren. Om die reden herinnert de Dalai Lama ons er ook aan dat we veel strategieën en benaderingen nodig hebben om die problemen te overwinnen. In eerdere hoofdstukken hebben we sommige van de specifiekere oorzaken van deze problemen besproken, alsmede enkele specifieke strategieën die we kunnen gebruiken om ze aan te pakken. Als we gebruikmaken van het medische model waar de Dalai Lama zo dol op is, kunnen we zeggen dat de specifieke strategieën om enkele van de specifiekere oorzaken van onze maatschappelijke problemen aan te pakken, zijn te beschouwen als behandeling van symptomen, specifieke remedies voor diverse symptomen van onze verwarde wereld.

Maar op dit punt keren we op een dieper, fundamenteler niveau terug naar de onderliggende oorzaak van deze problemen. Hier heeft de Dalai Lama een meer systemische oorzaak voor onze sociale ziekten benoemd: hij voert de oorsprong van al deze maatschappelijke ‘ziekten’ terug op hoe we met andere mensen omgaan, of we met hen omgaan op basis van onze verschillen of onze overeenkomsten, op basis van wat ons verbindt of van wat ons scheidt. In feite is dit de fundamentele oorzaak van een groot deel van onze problemen op álle niveaus – ongeacht of de problemen zich afspelen op het wereldtoneel, in de maatschappij, de gemeenschap of zelfs tussen mensen onderling.

Op dit diepere niveau is het tegengif omgaan met anderen op een manier die verbindt, waarbij we de starre, ondoordringbare grenzen tussen ‘ik’ en ‘wij’ of tussen ‘wij’ en ‘zij’ overwinnen. Het transformeren van de manier waarop mensen zowel onderling als tussen groepen met anderen omgaan, kan worden beschouwd als een meer systemische, universele, algemene remedie, wellicht een geneesmiddel.

We hebben al één tegengif of ‘behandeling’ onderzocht die op dit fundamentelere niveau werkzaam is om onze perceptie en gebruikelijke manieren van denken te veranderen: het ontwikkelen van positieve emoties. We hebben gezien hoe positieve emoties de manier waarop we met anderen omgaan, kunnen veranderen door ons denken en onze waarneming te ‘verbreden’, de grenzen van onze identiteit van ‘ik’ en ‘wij’ uit te breiden, de barrières tussen ‘wij’ en ‘zij’ af te breken. Tussen haakjes, bij het bespreken van de voordelige gevolgen van positieve emoties hebben we ‘positieve emoties’ heel ruim gedefinieerd, zodat ze veel verschillende positieve gemoedstoestanden omvatten. Tot deze algemene categorie van positieve emoties rekenen we niet alleen gemoedstoestanden die over het algemeen als echte emoties worden beschouwd, zoals een gevoel van vreugde of geluk, maar ook positieve gemoedstoestanden die een cognitieve component hebben, positieve gemoedstoestanden die een positieve kijk, perceptie of houding kunnen bevatten.

We hebben gezien dat zowel de ‘verbredende’ effecten als de grote hoeveelheid van andere wetenschappelijk aangetoonde voordelen van positieve emoties tot op zekere hoogte terug te vinden zijn bij vrijwel elke positieve emotie. We hebben ook het ontwikkelen van positieve emoties genoemd als een oefening die kan worden beschouwd als de kruising tussen persoonlijk en maatschappelijk geluk. Het is een mogelijk zeer krachtige strategie om geluk te vinden in onze verwarde wereld door zowel innerlijk geluk te vergroten als veranderingen in gedrag te veroorzaken die leiden tot het verminderen van enkele van de problemen in de wereld van vandaag. Naast de algemene effecten van positieve emoties hebben we besproken hoe de specifiekere gevolgen van positieve emoties kunnen variëren. We hebben bijvoorbeeld gezien dat de ‘hoopfamilie’ (hoop, optimisme, vertrouwen, veerkracht enzovoort) dezelfde algemene effecten heeft als alle andere positieve emoties maar in het bijzonder nuttig is om mensen door moeilijke tijden en problemen heen te helpen, hen te helpen om te blijven werken aan hun doelen, zelfs wanneer hindernissen de kop opsteken en hen te helpen een breed scala aan teleurstellingen, tegenslagen en problemen in het leven van alledag het hoofd te bieden. Dus nu we het feit hebben benoemd dat er verschillen of variaties kunnen zijn in de effecten van positieve emoties, kunnen we nu een specifieke positieve emotie bespreken die de Dalai Lama tijdens ons gesprek noemde en die enkele unieke eigenschappen heeft – en daarmee de puzzel van onze gesprekken afmaken door er de laatste stukjes aan toe te voegen.

Terwijl onze ontmoeting van die dag ten einde liep, benoemde de Dalai Lama tot slot een specifieke positieve emotie die kan worden beschouwd als de hoogste positieve emotie voor het ontwikkelen van innerlijk geluk en welzijn, evenals voor het transformerende effect dat ze heeft op hoe we met anderen omgaan: mededogen.

 

EMPATHIE: DEFINITIE EN BASISFUNCTIES

 

Voordat we specifieker op mededogen ingaan, is het belangrijk om eerst onze aandacht te richten op een andere positieve gemoedstoestand, de sleutel die mededogen de kracht verleent om de maatschappelijke problemen waarover we hebben gesproken te overwinnen: empathie.

Empathie kan op veel manieren worden gedefinieerd. Maar ongeacht de verschillen tussen de definities, lijken ze allemaal bepaalde fundamentele eigenschappen te omvatten: ten eerste is er sprake van een emotionele band met iemand anders. Ten tweede is er ook sprake van een cognitieve component, zoals oordelen of ideeën over de ander. En natuurlijk is er sprake van een of ander mechanisme dat verantwoordelijk is voor het in stand houden van grenzen tussen het zelf en de ander, iets wat iemand helpt zicht te houden op welke eigenschappen of emoties van hemzelf zijn en welke van de ander zijn.

Populair gezien wordt empathie meestal beschouwd als het vermogen om ‘in de schoenen van de ander te gaan staan’, het vermogen om je voor te stellen of te ervaren wat iemand anders ervaart. Wanneer onderzoekers een onderzoek doen naar empathie maken ze in feite gebruik van een algemene techniek om empathie op te wekken die ‘het innemen van perspectief’ wordt genoemd en waarbij ze hun proefpersonen vragen zich voor te stellen dat ze zich in de situatie van de andere persoon bevinden of zich voor te stellen dat ze die andere persoon zíjn.

Zoals de Dalai Lama aangeeft, is ons menselijke vermogen tot empathie een van onze mooiste eigenschappen, in het bijzonder wanneer het in dienst van liefde, mededogen en vriendelijkheid wordt gesteld – maar zelfs als er geen sprake is van die verheven gemoedstoestanden, speelt empathie een belangrijke rol in ons gewone dagelijkse leven. Zoals de Dalai Lama zei, zijn mensen sociale dieren. Om effectief in groepen te kunnen functioneren, hebben we een manier nodig om anderen te ‘lezen’ of het gedrag en reacties van anderen te voorzien – en omdat empathie bijdraagt tot ons vermogen om dat te doen, heeft ze een wezenlijke rol gespeeld in de menselijke evolutie.

Empathie is tegenwoordig net zo belangrijk – of nog belangrijker – dan het was voor de overleving van onze verre voorouders. De diverse functies van empathie dienen om ervoor te zorgen dat we verbonden blijven met anderen en om sociale uitsluiting te voorkomen. Dat zijn onmisbare, belangrijke functies, daar sociale uitsluiting verwoestend kan zijn voor een mens en men heeft aangetoond dat ze een heel scala aan nadelige gevolgen heeft voor vrijwel elk aspect van het functioneren – ze leidt tot een slechte gezondheid, depressie, zelfs een verminderd vermogen om logisch te kunnen redeneren. Empathie is met name bevorderlijk voor soepele, sociale interacties, coördineert sociaal gedrag en brengt ons gedrag in overeenstemming met het gedrag van anderen in een sociale groep. Over het algemeen draagt empathie bij tot het versterken van sociale banden – en sterke sociale banden zijn een kenmerk van psychisch welzijn.

Naarmate onze onderlinge afhankelijkheid is toegenomen en onze sociale systemen ingewikkelder zijn geworden, is empathie in de wereld van vandaag zelfs nog onmisbaarder. Empathie draagt bij tot het coördineren en aanpassen van ons gedrag aan anderen in een sociale groep, leidt tot soepelere intermenselijke relaties en bevordert op veel manieren sociale interactie. In feite wordt het vermogen om zich in het perspectief van iemand anders in te leven, onderkend als een onmisbaar ingrediënt in een goed sociaal functioneren. Naarmate de moderne samenleving multicultureler wordt en wij in contact komen met diverse bevolkingsgroepen en allerlei soorten mensen, wordt ons empathisch vermogen in toenemende mate onmisbaar.

 

Gevolgen van empathie: anderen zien als jezelf

 

De Dalai Lama heeft gezegd dat de sleutel tot het overwinnen van veel maatschappelijke problemen is meer met anderen om te gaan op basis van je overeenkomsten dan op basis wat je van anderen onderscheidt. Er is in de afgelopen twintig jaar een indrukwekkende hoeveelheid onderzoek verzameld dat consequent aantoont dat het beoefenen van empathie zal leiden tot dat specifieke gevolg, het verkleinen van de kloof tussen het zelf en de ander.

Bij een van die experimenten begonnen onderzoekers met tests om het zelfbeeld van de proefpersoon vast te stellen: de manier te bepalen waarop de proefpersonen zichzelf meestal waarnamen, met welke kenmerken, trekjes en eigenschappen zij zich identificeerden enzovoort. Later bekeken de proefpersonen in een onderzoek dat ‘daar los van stond’ video’s van studenten die vertelden over hun ervaringen op de universiteit. De ene groep proefpersonen kreeg de instructie om de video’s te bekijken terwijl zij zich voorstelden wat die persoon dacht en voelde of hoe het voor hen zou zijn als zij zich in de situatie van de student bevonden. De andere groep kreeg de instructie om de video vanuit een neutrale en objectieve gemoedstoestand te bekijken zonder een perspectief in te nemen, gewoon het gedrag van een student op te merken. Aan beide groepen werd vervolgens gevraagd vragenlijsten in te vullen waarin werd vastgesteld wat zij vonden van de studenten op de video, hoe die in het ware leven zouden kunnen zijn enzovoort. De proefpersonen die de video’s met empathie hadden bekeken, waren veel meer geneigd de studenten te zien zoals zij zichzelf zagen en kenden kwaliteiten en kenmerken toe aan de studenten die ze zelf hadden.

Een belangrijk detail met betrekking tot deze verandering in hoe we anderen waarnemen wanneer we empathie beoefenen, hen meer zien zoals we onszelf zien, is dat wanneer we onze eigen karaktereigenschappen toekennen aan iemand anders als gevolg van het beoefenen van empathie, we hun over het algemeen onze positieve karaktereigenschappen toekennen, maar niet onze negatieve karaktereigenschappen.

Bovendien waren de invoelende proefpersonen niet alleen geneigd hun eigen karaktereigenschappen aan het doel toe te kennen, maar de proefpersonen kenden ook een groter aantal karaktereigenschappen toe aan het doel in het algemeen en toonden daarmee een toename aan in het totale aantal karaktereigenschappen dat ze aan het doel hadden toegeschreven. Wat is het belang van deze bevindingen? Het wil in ieder geval zeggen dat we de ander op een veel realistischere wijze waarnemen wanneer we empathie vertonen, hen zien als een complexe mens met veel verschillende kenmerken en karaktereigenschappen, net als wijzelf.

Verrassend is ook dat wanneer we empathie toepassen, we geneigd zijn anderen waar te nemen zoals we onszelf waarnemen met betrekking tot hoe we de oorzaken van hun gedrag verklaren of hun handelingen interpreteren. Welnu, normaal gesproken is er verschil in de manier waarop we ons eigen gedrag verklaren en de manier waarop we het gedrag van anderen verklaren.

Onder normale omstandigheden zijn we geneigd de oorzaken van ons eigen gedrag te verklaren als iets wat meer met de situatie van doen heeft – bijvoorbeeld als we thuiskomen in ons slordige appartement, zijn we geneigd het te verklaren op basis van omstandigheden (‘Ik heb gisteren tot laat gewerkt en had geen tijd om vanochtend op te ruimen of ‘Ik was te laat voor mijn werk’). Anderzijds, wanneer het neerkomt op het verklaren van het gedrag van anderen, zijn we geneigd de oorzaak te verklaren op basis van geaardheid – dat wil zeggen, ‘zo zijn ze nu eenmaal’, het maakt deel uit van hun intrinsieke aard of geneigdheid. Dus als we het slordige appartement van de buren binnengaan, denken we bijvoorbeeld: zij is nu eenmaal slordig. Dit fundamentele verschil tussen hoe we normaal gesproken ons gedrag ten opzichte van het gedrag van iemand anders verklaren wordt de FAE genoemd – fundamental attribution error* genoemd. (* fundamentele attributiefout – vert.)

Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer we empathie vertonen, de FAE verdwijnt en we het gedrag van anderen verklaren op dezelfde manier waarop we ons eigen gedrag verklaren – de oorzaken van het gedrag van anderen toeschrijven aan de voorwaarden of omstandigheden in plaats van aan hun fundamentele geaardheid of ‘zo zijn ze nu eenmaal’ – nogmaals, hen meer zien zoals we onzelf zien.

 

VOORDELEN VAN EMPATHIE: EEN TEGENGIF VOOR MAATSCHAPPELIJKE PROBLEMEN

 

Zoals we hebben gezien, heeft de oorzaak van veel maatschappelijke problemen te maken met de manier waarop we met anderen omgaan – en hoewel er misschien veel geestelijke factoren een rol kunnen spelen bij hoe we met anderen omgaan, is het duidelijk dat empathie hierin een belangrijke sleutel is. Ze heeft een krachtig en bijna magisch effect op het verschuiven van ons perspectief, zodat we anderen zien op basis van wat we met elkaar gemeen hebben in plaats van op basis van wat ons van elkaar onderscheidt. Dit is de factor die ons helpt ons met anderen te verbinden, te begrijpen wat de ander ervaart. In de afgelopen jaren heeft zich heel veel wetenschappelijk bewijs opgestapeld dat aantoont dat empathie specifieke gevolgen heeft voor ons denken, onze waarneming, onze oordelen en ons gedrag – dat het zo werkt of het speciaal bedoeld was als rechtstreeks tegengif voor wantrouwen, vooroordelen, haat, racisme, conflicten en een heleboel andere maatschappelijke kwalen.

Wij herkennen dat anderen veel soortgelijke karaktereigenschappen en kenmerken hebben, dat hun standpunten of gedrag kunnen afhangen van de omstandigheden net zoals dat bij ons het geval is, dat ze in staat zijn tot een scala aan reacties, afhankelijk van de situatie enzovoort. Hoewel er weliswaar sprake kan zijn van enige vervorming wanneer je je eigen karaktereigenschappen op hen projecteert, wordt dit tenietgedaan door het feit dat wanneer we empathie beoefenen, wíj anderen over het algemeen veel realistischer zien met een rijker en meer gevarieerd innerlijk leven. Het gevolg van deze veranderingen in denken en perceptie als gevolg van empathie is dat je beter inzicht krijgt in die persoon als een werkelijke, levende, complexe mens.

In de loop van onze gesprekken, ongeacht welk probleem aan de orde was, hield de manier van de Dalai Lama om de problemen aan te pakken altijd het ontwikkelen van een ‘realistische zienswijze’ in. De wetenschappelijke onderzoeken hieromtrent ondersteunen de aanpak van de Dalai Lama. Ze laten zien dat empathie tegenover anderen ons helpt die persoon realistischer waar te nemen en dat is ongelooflijk belangrijk voor het overwinnen van veel maatschappelijke problemen. In eerdere hoofdstukken hebben we gezien hoe het personifiëren van een lid van een gestereotypeerde outsidersgroep via methoden als de groentetechniek, onze negatieve vooringenomenheid en vastgeroeste ideeën vaak automatisch uitwist. Hetzelfde proces doet zich voor wanneer we ons inleven in anderen, wanneer we de ander meer als een uniek persoon zien – aldus kunnen we empathie beschouwen als tegengif voor stereotyperen!

Uit veel onderzoek blijkt dat empathie dient als rechtstreeks tegengif voor vooroordelen. Een van de effecten die in talloze experimenten uitgebreid zijn beschreven, is dat we niet alleen geneigd zijn anderen meer als onszelf te zien wanneer we empathie beoefenen, maar dat we ook geneigd zijn hen aardiger te vinden. Het is een bekend psychologisch principe dat mensen geneigd zijn mensen die net zo zijn als zij aardig te vinden. In feite is dat een van de drijfveren achter het bevoorrechten van de insidersgroep. Zodra we ons met een groep identificeren, waarmee het onze insidersgroep wordt, zijn we geneigd onze persoonlijke eigenschappen ook op die groep te projecteren. Het is het associëren van de insidersgroep met jezelf dat leidt tot het bevoorrechten van de insidersgroep. Een van de belangrijke bevindingen bij het onderzoek naar empathie is dat wanneer we empathie beoefenen ten aanzien van een lid van een gestereotypeerde outsidersgroep, de verandering in de manier waarop we die persoon waarnemen zich uitbreidt naar diens groep als geheel – zodat we die groep meer zien als gelijk aan onze eigen groep, waarmee de genegenheid voor die groep toeneemt.

De positieve gevolgen en voordelen van empathie kunnen verstrekkend zijn – empathie wordt bijvoorbeeld in verband gebracht met vergeving, minder conflicten tussen groepen onderling en het bevorderen van dialoog als middel om conflicten op te lossen. Het beoefenen van empathie vermindert ook sociale agressie en leidt tot een betere houding ten opzichte van en beoordeling van outsidersgroepen.

 

HET PSYCHOLOGISCH MECHANISME DAT AAN EMPATHIE TEN GRONDSLAG LIGT

 

Veel onderzoekers die zich hebben verdiept in empathie hebben aangegeven dat het onderliggende psychologische mechanisme een soort van versmelten is van je zelfbeeld (ons besef van wie we zijn – de som van al onze eigenschappen) met het beeld dat we van de ander hebben (onze kijk op wie de ander is, de som van al zijn eigenschappen). Dit houdt in dat we op een diep niveau de ander in ons zelfbeeld opnemen, wat een ‘overlapping van het zelf en de ander’ wordt genoemd. Wanneer hiervan sprake is, is er sprake van een vrijwel letterlijk psychisch versmelten van jezelf met iemand anders, waarbij de grenzen tussen het zelf en de ander deels oplossen. De eigenschappen die we aan onszelf toeschrijven en de eigenschappen die we aan anderen toeschrijven, raken verstrikt en het besef van het zelf en de ander versmelt – we ervaren ‘eenheid’. Deze overlapping van het zelf en de ander wordt gezien als de fundamentele, ongedifferentieerde kern van al die gunstige effecten, daar het moeilijk is om vooringenomen, bevooroordeeld, gewelddadig enzovoort te zijn als je de ander ziet als jezelf – tenminste in psychisch opzicht.

Natuurlijk vindt het beoefenen van empathie op veel niveaus plaats – we zijn ons bewust van bepaalde delen of aspecten van het proces, terwijl andere delen onderbewust en automatisch verlopen. Wanneer we empathie beoefenen, kunnen we bijvoorbeeld bewust bepaalde aspecten van het gevoel van ‘eenheid’ ervaren dat voortkomt uit het overlappen van het zelf en de ander – we kunnen bijvoorbeeld emotionele nabijheid tot die ander ervaren, hem of haar waarnemen als gelijk aan onszelf, begaan zijn met zijn of haar welzijn, of de relatie gewoon als bevredigender ervaren.

Anderzijds kunnen er aspecten zijn van deze onderliggende psychische processen waarvan we ons helemaal niet bewust zijn, en die soms eigenaardige gevolgen kunnen hebben. Volgens sommige onderzoekers vindt deze overlapping van het zelf en de ander bijvoorbeeld plaats in twee richtingen: de ene kant op projecteer je je eigen karaktereigenschappen op de ander, zie je die persoon als zou hij enkele van je eigen karaktertrekken bezitten, zoals we hebben uitgelegd. Maar als het omgekeerde het geval is, kan het een beetje bizar worden: je schrijft ook aan jezelf enkele van dezelfde karaktertrekken toe als de ander heeft, waarbij je de ander in het zelf opneemt. Als het doel van jouw empathie een lid is van een gestereotypeerde outsidersgroep, bestaat ook de neiging om de gestereotypeerde kenmerken van die persoon aan te nemen.

Er zijn enkele fascinerende experimenten uitgevoerd waarmee dit effect is aangetoond. Adam Galinsky, een sociaal psycholoog aan de Northwestern- universiteit, heeft een aantal experimenten uitgevoerd waarbij hij gebruikmaakte van beelden van diverse gestereotypeerde groepen en die aantoonden hoe personen de kenmerken van een gestereotypeerde outsidersgroep kunnen aannemen nadat ze zich in een lid van die groep hebben ingeleefd. Onderzoekers toonden proefpersonen een foto van een aantrekkelijke vrouwelijke cheerleader tijdens een footballwedstrijd, met pompons en al, waarbij ze het innemen van een perspectief opwekten door hun te vragen een opstel te schrijven over een typische dag in het leven van de cheerleader, het opstel zo te schrijven alsof ze zelf de cheerleader waren, zich voor te stellen hoe haar leven eruitzag enzovoort. Later werd aan de proefpersonen gevraagd om een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen als onderdeel van een zogenaamd apart en op zichzelf staand onderzoek. Hun werd gevraagd zichzelf uitgebreid te beschrijven, en ook zichzelf een cijfer te geven voor hoe aantrekkelijk, fantastisch en sexy ze waren. De proefpersonen die hadden deelgenomen aan de oefening waarbij het innemen van een perspectief was opgewekt, zowel mannen als vrouwen, schaalden zichzelf na afloop in als veel aantrekkelijker en sexyer (typische gestereotypeerde eigenschappen van de cheerleaders) dan een controlegroep die ‘niet in de schoenen van de ander was gaan staan’.

Soortgelijke experimenten werden uitgevoerd waarbij de proefpersonen werden ‘geprimed’ door ze het perspectief te laten innemen van diverse gestereotypeerde groepen. Soms werd daarbij gebruikgemaakt van opstellen over ‘een dag in het leven van’ of door te kijken naar video’s van groepsleden die hun leven beschrijven, terwijl proefpersonen de instructie kregen om met empathie te luisteren (de controlegroep kreeg instructies om objectief te luisteren, zonder zich te verplaatsen in het perspectief van de ander). Leden van groepen omvatten een zwarte man van middelbare leeftijd, een blanke professor in de politieke wetenschappen en een oudere man. Proefpersonen schaalden zichzelf hoger in, zowel wat positieve als negatieve gestereotypeerde kenmerken voor deze groepen betreft. Nog vreemder was dat personen gedrag te zien gaven dat consistent was met de stereotypen, zoals blanke mannelijke proefpersonen die, nadat ze zich hadden verplaatst in het perspectief van de zwarte man, luider, agressiever gedrag en vijandige gebaren vertoonden – en ze scoorden daarna lager bij intelligentietests, in lijn met gestereotypeerde opvattingen. Degenen die waren geprimed met stereotypen over ouderen, behaalden na afloop slechtere resultaten bij geheugenopdrachten – en bleken na afloop langzamer door de gang te lopen, zonder dat zij zich van deze verandering bewust waren. Tot slot bleek dat degenen die video’s hadden bekeken van professoren waarbij ze zich in hun perspectief verplaatsten, opvallend beter scoorden bij intelligentieopdrachten en formele tests waarmee academische capaciteiten en het vermogen tot logisch denken werden gemeten.

Een van de eigenaardige bevindingen van deze experimenten was dat proefpersonen na het beoefenen van empathie minder stereotyperend gedrag en vooroordelen vertoonden, maar als gevolg van afzonderlijke banen in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor elk van die activiteiten, een dissociatie vertoonden tussen gedrag, perceptie en oordeel.

 

DE HERSENMECHANISMEN DIE AAN EMPATHIE TEN GRONDSLAG LIGGEN

 

Terwijl sommige onderzoekers verklaringen hebben gezocht voor de voordelen van empathie vanuit het psychologische perspectief, zoals de overlapping van het zelf en de ander, is er tegelijkertijd ook heel veel belangstelling voor de hersenmechanismen die aan empathie ten grondslag liggen – en de afgelopen jaren zijn daarin enkele verbazingwekkende ontdekkingen gedaan.

Iedere mens wordt geboren met het vermogen tot empathie; het maakt deel uit van de menselijke hersenen. Maar het lijkt duidelijk dat net zoals bij zo veel andere aangeboren menselijke eigenschappen, er ongetwijfeld individuele verschillen bestaan in de mate van natuurlijke empathie die afzonderlijke personen kunnen bezitten – variërend van een klein aantal personen wier hersenmechanismen voor het produceren van empathie op de een of andere manier verstoord zijn tot hen die lijken te zijn geboren met een gigantisch vermogen tot empathie en mededogen.

Veel van wat we weten over hoe empathie, evenals andere positieve emoties, in de hersenen wordt geproduceerd, is in de afgelopen twintig jaar ontdekt – en dat heeft tot enkele verbazingwekkende bevindingen geleid. Een van de fascinerendste ontdekkingen werd per ongeluk gedaan in het begin van de jaren negentig. Onderzoekers Giacomo Rizzolatti en Vittorio Gallese van de universiteit van Parma in Italië bestudeerden specifieke neuronen in de hersenen van makaakapen, die verantwoordelijk waren voor het sturen van instructies naar de arm en hand van de aap om die uit te strekken en een voorwerp vast te pakken, in dit geval een pinda. (Het is natuurlijk alom bekend dat voor elke functie die het lichaam uitvoert er specifieke gebieden in de hersenen zijn, die bestaan uit groepen zenuwcellen, neuronen genaamd, die verantwoordelijk zijn voor die functie. Neuronen sturen boodschappen via zowel chemische als elektrische signalen, die via een serie lange zenuwvezels naar de bedoelde organen worden geleid en instructies geven over wat er moet gebeuren. Er is bijvoorbeeld een gebied dat de motoriek van de handen bestuurt en een ander gebied dat zintuiglijke informatie van de hand ontvangt, enzovoort.)

Op een dag pakte een van de onderzoekers een pinda om die aan de aap te geven. Toen zagen ze dat dezelfde neuronen in de hersenen van de aap begonnen op te vlammen – alsof de aap er zelf naar greep! Dit was een eigenaardige en volledig onverwachte ontdekking en bij nader onderzoek ontdekten de onderzoekers dat er speciale cellen in bepaalde gebieden van de hersenen waren die zowel opvlamden als het dier een handeling uitvoerde als wanneer het dier toekeek terwijl iemand anders diezelfde handeling uitvoerde. De onderzoekers noemden deze cellen ‘spiegelneuronen’, aangezien ze het gedrag van de ander spiegelden – handelden alsof het dier zelf fysiek een handeling uitvoerde waar het in feite alleen maar getuige van was. Later werden deze zelfde soorten cellen aangetroffen in de hersenen van mensen. Dus in zekere zin kan dit worden beschouwd als een hersencorrelaat van de overlapping van het zelf en de ander – aangezien deze cellen geen onderscheid konden maken tussen of ze zelf de handeling uitvoerden of dat andere de handeling uitvoerden. Hoewel deze cellen alleen werden aangetroffen in bepaalde gebieden, zoals de gebieden die betrekking hebben op bewegingen van hand en mond, hebben sommige onderzoekers het gevoel dat deze spiegelneuronen ook aanwezig kunnen zijn in andere gebieden van de hersenen en betrokken kunnen zijn bij het opwekken van empathie.

Verder onderzoek heeft in de afgelopen tien jaar fascinerende hersenmechanismen aangetoond die het ‘zelf’ en de ‘ander’ met elkaar verbinden. Er is heel wat gezaghebbend onderzoek en proefondervindelijk bewijs voorhanden dat een theorie ondersteunt die bekend is als ‘het perceptie-actiemodel’, waarvan wordt gedacht dat het een rol speelt bij empathie – en nogmaals, misschien staat voor het hersencorrelaat van de overlapping van het zelf en de ander. Deze theorie stelt dat wanneer iemand een andere persoon waarneemt die een emotie ondergaat, de hersenen automatisch gebieden activeren die verantwoordelijk zijn voor het opwekken van dezelfde emoties bij de waarnemer. Een dergelijk systeem wordt verantwoordelijk geacht voor het feit dat de waarnemer in wezen de staat van de persoon die hij waarneemt herschept, waardoor hij kan ‘resoneren’ met de andere persoon. De hersenen van de waarnemer activeren gebieden die in verband worden gebracht met het vormen van de intentie om op een bepaalde manier te handelen – alsof de waarnemer zich klaarmaakt om dezelfde motorische bewegingen en psychologische processen te activeren die hij bij de ander waarneemt – alsof de waarnemer dezelfde is als de waargenomene.

Onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van fMRI-apparatuur om te zien wat er in de hersenen van proefpersonen gebeurt terwijl ze een video bekijken van iemand die een pijnprikkel krijgt toegediend, maakt duidelijk dat gewoon door te zien hoe iemand pijn ondergaat in de hersenen van de waarnemer een aantal gebieden worden geactiveerd die in verband staan met de ervaring van pijn uit de eerste hand; dat wil zeggen dat dezelfde hersencircuits een toegenomen activiteit vertoonden wanneer iemand pijn ervoer als wanneer iemand waarnam hoe iemand anders pijn ervoer. Dit staat voor een soort van rechtstreeks ‘delen van ervaringen’ op neuraal niveau, een soort van ‘eenheid’ van het zelf en de ander – een neurale overlapping van het zelf en de ander.

Wanneer een proefpersoon anderen waarneemt die pijn hebben, houdt deze ‘overlapping’ gelukkig niet in dat de gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij het coderen van de zintuiglijke aspecten van pijn worden geprikkeld, dat wil zeggen, het deel van de hersenen dat iemand zegt dat de ervaring fysiek pijn doet. De gebieden van gemeenschappelijke activatie hebben betrekking op de ‘motiverende’ en ‘affectieve’ aspecten van pijn. Dat wil zeggen dat de gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij het voorbereiden van de persoon om zich van de bron van de pijn te verwijderen (bijvoorbeeld je hand uit het vuur terugtrekken), en de gebieden van de hersenen die betrokken zijn bij het produceren van de onaangename emotie zowel bij de waarnemer als bij degene die de ervaring ondergaat, worden geactiveerd. Ongeacht welke ervaring iemand gadeslaat, er vindt slechts een gedeeltelijke ‘overlapping’ plaats; als álle overeenkomstige gebieden in de hersenen zouden worden geactiveerd, zou het een soort van hallucinatie creëren die de werkelijkheid van de ervaring waarvan je getuige was zou herscheppen.

Natuurlijk is het volkomen logisch dat er verschillen zijn tussen je ervaring uit de eerste hand en de ervaring die je observeert – of dat er slechts sprake is van een gedeeltelijke overlapping van de hersensystemen die pijn produceren in plaats van een complete overlapping. Als álle hersensystemen die verantwoordelijk zijn voor het produceren van een ervaring werden geactiveerd wanneer je het gedag van iemand anders waarneemt, zou die persoon denken dat hij in feite dat gedrag ervaart; het zou een soort van hallucinatie creëren die de werkelijkheid van elke gegeven ervaring herschept.

 

Het ontwikkelen van meer empathie

 

We hebben dus de onmetelijke voordelen van het beoefenen van empathie gezien – zowel als een specifieke oplossing om maatschappelijke problemen te overwinnen alsmede als een tegengif op een gewoon dagelijks niveau dat het dagelijkse sociale functioneren gemakkelijker maakt. Hoewel iedere mens misschien geboren wordt met een bepaald natuurlijk niveau van empathie, is er volop wetenschappelijk onderzoek voorhanden waaruit blijkt dat iemands vermogen tot empathie (net zoals veel andere vaardigheden) via oefening en doelbewuste inspanning kan toenemen.

De gebruikelijkste manier om empathie te beoefenen en te versterken is, zoals we hebben gezien, via het doelbewust innemen van een perspectief, jezelf voor te stellen in de positie van de ander. Het ontwikkelen van empathie via het innemen van een perspectief is effectief maar heeft een aantal natuurlijke beperkingen. De Dalai Lama biedt een alternatieve manier om empathie op te wekken, een krachtigere methode die niet afhangt van iemands vermogen om je de specifieke situatie of levensomstandigheden van het doel van je empathie voor te stellen of je ermee te verbinden. De radicaal andere aanpak van de Dalai Lama houdt in dat we ons diepgaand bezinnen op ons gemeenschappelijke mens-zijn.

 

Conventionele empathie: gebaseerd op het innemen van een perspectief

 

De conventionele methode die wordt gebruikt wanneer iemand doelbewust probeert empathie te versterken, houdt in dat je probeert jezelf te verplaatsen in de specifieke omstandigheden van die persoon of je direct voorstelt hoe het zou zijn om die persoon te zijn. We hebben al gesproken over de twee richtingen van de overlapping van het zelf en de ander. De eerste richting houdt het ‘projecteren op iemand anders’ in, aan de andere persoon eigenschappen toekennen die jezelf bezit. De tweede richting houdt in dat je de eigenschappen van de ander aanneemt, bij jezelf dezelfde eigenschappen waarneemt als bij het doel. Voor de eerste soort hoef je niets over de ander te weten. Je kunt je eigen karaktertrekken op iedereen projecteren – zelfs op een huisdier. De tweede soort vereist dat je iets over die ander weet of ten minste meent te weten. Er bestaat proefondervindelijk bewijs waaruit blijkt dat je niets hoeft te weten over iemands persoonlijke geschiedenis om empathie te ervaren. Maar het lijkt ook dat empathie wordt vergemakkelijkt als je je kunt verplaatsen in de ervaring van iemand anders als gevolg van je eigen ervaringen uit het verleden, dat wil zeggen dat het gemakkelijker is om empathie te ervaren voor een moeder als je zelf moeder bent, dat het gemakkelijker is empathie te ervaren voor een brandweerman als je zelf brandweerman bent geweest. Hoewel het niet nodig is iets over de ander te weten en hem of haar op de een of andere manier als gelijk aan jezelf te zien om empathie te ervaren, helpt het wel.

Dit is een van de beperkingen van het gebruikelijke innemen van een perspectief als manier om empathie tot stand te brengen. Per slot van rekening zijn de specifieke leefomstandigheden die we misschien met anderen gemeen hebben, beperkt. Er zijn ook andere beperkingen: sommige onderzoekers hebben bijvoorbeeld hun bezorgdheid uitgesproken over een situatie waarin iemand probeert empathie te ervaren voor een neonazi of skinhead. Als iemand onbewust de gestereotypeerde trekken van een groep overneemt, zoals beschreven in bovengenoemde experimenten, zijn skinheads bijvoorbeeld niet de beste keuze om als groep onbewust te spiegelen – of die groep is misschien niet de beste keuze om een situatie van overlapping van het zelf en de ander te creëren, waarbij die persoon het gevoel heeft dat ze beide dezelfde waarden of kenmerken bezitten. Gelukkig ligt dit niet erg voor de hand, aangezien andere onderzoeken hebben aangetoond dat bij het ‘versmelten’ van trekken, wat zich bij empathie en de onderliggende overlapping van het zelf en de ander voordoet, meestal sprake is van positieve trekken. Maar nog waarschijnlijker zijn openbare censuur en repercussies als iemand begint te verkondingen dat je zaken kunt bekijken vanuit het perspectief van skinheads, zelfs als je het niet met dat perspectief eens bent.

 

Ultieme empathie: gebaseerd op ons gemeenschappelijke mens-zijn

 

Hier heeft de methode van de Dalai Lama enorme voordelen: de band met anderen is gebaseerd op ons gemeenschappelijke mens-zijn! Bij het innemen van een perspectief dienen we op onze verbeeldingskracht te vertrouwen, ons voor te stellen hoe het zou zijn om je in de positie en unieke situatie van die persoon te bevinden – huwelijkse staat, baan, kinderen of achtergrond. Met de ‘realistische aanpak’ van de Dalai Lama kun je je ‘gemeenschappelijkheid’ baseren op de werkelijkheid – op het onmiskenbare feit dat jij en de ander beiden mens zijn. Daar hoef je niet naar te raden. Je hoeft je niet de specifieke leefomstandigheden van die persoon voor te stellen en evenmin je eigen trekken te projecteren op de ander, ongeacht of die werkelijk die eigenschappen bezit of niet. Met zijn aanpak gebaseerd op het stilstaan bij het gemeenschappelijke mens-zijn, is de overlapping van het zelf en de ander gebaseerd op gemeenschappelijke eigenschappen die iedere mens bezit – bijvoorbeeld, iedereen wil gelukkig zijn, niemand wil lijden, iedereen voelt pijn, iedereen wil worden bemind enzovoort. Dit maakt de empathie krachtiger, omdat je de macht en de kracht van de werkelijkheid achter je hebt staan. Bovendien kun je met de aanpak van de Dalai Lama empathie voelen voor iedere mens, zelfs voor mensen met wie je oppervlakkig gezien misschien weinig gemeen hebt.

Terwijl we hebben gezien hoe het conventionele innemen van een perspectief dient om het stereotyperen en vormen van vooroordelen te overwinnen, hoe het ontwikkelen van empathie voor een lid van een gestereotypeerde outsidersgroep zich uitbreidt voorbij dat ene groepslid naar de hele groep, zodat je geen vooroordelen meer koestert tegen die groep, breidt het uitbannen van het stereotyperen en het vormen van vooroordelen zich niet uit naar andere gestereotypeerde groepen. Dus je kunt bijvoorbeeld je vooroordelen tegen zwarte Amerikanen overwinnen door het beoefenen van empathie, maar dat zal geen effect hebben op je gevoelens voor andere rassengroeperingen. Door je empathie te baseren op je gemeenschappelijke kenmerken als mens breid je in wezen de omvang van je empathie uit naar alle gestereotypeerde groeperingen!

 

DE KRACHT VAN EMPATHIE

 

We hebben al de vele voordelen laten zien die kunnen voortvloeien uit het doelbewust ontwikkelen van empathie voor zowel persoonlijk geluk als het overwinnen van maatschappelijke problemen. Maar de ware kracht van empathie gaat zelfs verder dan wat we tot nu toe besproken hebben. Onderzoek naar mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog Joden hebben geholpen, heeft bijvoorbeeld aangetoond dat empathie een belangrijke rol speelde in hun helpende gedrag. In veel gevallen was empathie de belangrijkste factor die de betrokken persoon motiveerde, en stelde die hem in staat het kwaad en de enorme sociale druk rondom het redden van de Joden van een zekere dood te overstijgen, vaak met grote risico’s voor zichzelf. Dit vereiste de allerhoogste niveaus van innerlijke kracht, moed en morele integriteit – en het was vaak de kracht van empathie (en natuurlijk mededogen, waar we zo meteen op komen) die hen hielp die heldhaftige kwaliteiten te mobiliseren.

Welnu, onderzoek toont aan dat personen eerder empathie ervaren voor mensen die ze waarnemen als op de een of andere manier gelijk aan hen. Op praktisch niveau wil dit zeggen dat als bevrijders de slachtoffers zagen als zichzelf, met dezelfde etnische achtergrond, houding, persoonlijkheid of culturele achtergrond, zij zich gemakkelijker met het slachtoffer identificeerden, meer empathie ervoeren en eerder geneigd waren te helpen. Hier hebben we het over de conventionele soort empathie, gebaseerd op het innemen van een perspectief. Enkele onderzoekers van de Holocaust hebben het idee geopperd dat de reden waarom er tijdens de Tweede Wereldoorlog zo weinig redders waren, was dat men aan Joden zo zelden dezelfde kenmerken toekende als aan andere mensen om hen heen.

Maar onderzoekers hebben ook het idee geopperd dat er voor de zeer weinige Joden die het door de nazi’s bezette Europa overleefden, twee soorten bevrijders waren. De eerste soort waren zij die zich met het slachtoffer identificeerden en het slachtoffer zagen als gelijk aan zichzelf op basis van bijvoorbeeld politiek, theologie en sociaaleconomische gronden. Deze redders hielpen de Joden, gebaseerd op conventionele empathie.

Maar de andere soort redders was anders. Het Holocaustonderzoeksteam van dr. Sam en dr. Pearl Oliner heeft een specifieke trek benoemd die de tweede soort kenmerkte. Het is hun opgevallen dat de andere soort van redders extreem hoog scoorde in wat zij ‘uitbreiding’ noemden. Deze specifieke trek werd omschreven als ‘een verbinding met anderen via inzicht in gemeenschappelijk mens-zijn’. Deze personen wekten empathie op voor de slachtoffers op basis van hun gemeenschappelijke mens-zijn, niet op basis van enige andere waargenomen overeenkomsten wat specifieke sociale, financiële, politieke of religieuze kenmerken betreft.

Wat was het verschil tussen conventionele empathie en empathie gebaseerd op ons gemeenschappelijke mens-zijn? In Denemarken identificeerden de niet-Joden zich voor de oorlog sterk met de Joden – en ging men voor de oorlog meer met elkaar om op basis van gemeenschappelijk mens-zijn dan van geringe overeenkomsten in specifieke kenmerken. In landen als Polen en Litouwen waren de politieke en theologische verschillen voor de oorlog erg uitgesproken en personen ervoeren eerder conventionele empathie die alleen was gericht op anderen van dezelfde politieke, religieuze of sociale groepering. In Denemarken werd 96 procent van de Joodse bevolking gered! In Polen en Litouwen kwam 95,5 procent om!

Diep inzicht in ons gemeenschappelijke mens-zijn, empathie en mededogen, zich bewust zijn van de waarachtig praktische waarde van deze zaken en de moed om ze in het dagelijkse leven toe te passen, kan niet alleen bepalend zijn voor niveaus van persoonlijk en maatschappelijk geluk, maar kan soms zelfs een kwestie zijn van leven, dood en overleving. Uiteindelijk hebben ze het vermogen om de toekomst van de mensheid vorm te geven.

 

DEFINITIE VAN MEDEDOGEN

 

Tot slot komen we uit bij de hoogste van de menselijke emoties: mededogen. Mededogen wordt meestal omschreven als een soort van medelijden of openstaan voor het lijden van anderen in combinatie met het verlangen dat ze van hun lijden worden bevrijd. Sommige mensen voegen aan de beschrijving het verlangen toe om de lijdende persoon te helpen.

Maar voor ons doel hier kan het nuttig zijn om mededogen te zien in termen van een groep van verwante emoties of positieve gemoedstoestanden in plaats van als één enkele emotie, in overeenstemming met hoe we ons eerder een beeld hebben gevormd van de ‘hoopfamilie’. Als we gebruikmaken van dit model, kunnen we zien hoe de ‘mededogenfamilie’ een aantal verwante positieve, mentale en emotionele toestanden omvat – empathie, mededogen, vriendelijkheid enzovoort. In de loop der jaren heeft de Dalai Lama diverse termen gehanteerd om de positieve gemoedstoestanden in deze familie te omschrijven – een ‘goed hart’, ‘genegenheid’, en ‘een warm hart’ zijn er drie die hij vaak heeft gebruikt. Wanneer hij het over vriendschap heeft, spreekt uit de klank van zijn stem vaak hetzelfde gevoel. In de laatste jaren lijkt hij vaker het woord ‘zorgzaamheid’ te gebruiken wanneer hij het over mededogen heeft.

 

VOORDELEN VAN MEDEDOGEN

 

Mededogen kan worden gezien als de gemoedstoestand die bestaat op de kruising tussen innerlijk en uiterlijk geluk, waar persoonlijk geluk en maatschappelijk geluk op één punt samenkomen, een universeel elixir dat kan dienen als tegengif voor zowel persoonlijke ellende als maatschappelijke problemen. Tenminste volgens de Dalai Lama, wetenschappelijk bewijs en gezond verstand.

Hoe? We hebben veel problemen in de wereld van vandaag onderzocht. De Dalai Lama geeft grif toe dat we veel benaderingen nodig hebben en op veel niveaus moeten handelen om de complexe en gevarieerde problemen in de samenleving van nu aan te pakken. Maar hij heeft ook gezegd dat de grondoorzaak van de meeste problemen in onze maatschappij ligt bij bepaalde vervormingen in waarneming en denken, bij negatieve emoties en bij de manieren waarop we meestal met elkaar omgaan – die het alle in zich hebben om elkaar op de een of andere manier te vernietigen.

Welnu, afgezien van de specifiekere ‘behandelingen’ of remedies voor maatschappelijke problemen waarover we in voorgaande hoofdstukken hebben gesproken, hebben we ook laten zien hoe het opwekken van positieve emoties in het algemeen kan dienen als tegengif voor de onderliggende of fundamentele oorzaken van maatschappelijke problemen. Mededogen heeft alle voordelen van zowel empathie als positieve emoties in zich. Als een van de krachtigste positieve emoties kan mededogen leiden tot alle mogelijke voordelen van de positieve emoties in het algemeen – zoals we hebben gezien in onderzoeken die de gunstige effecten van positieve emoties aantonen, hebben onderzoekers ontdekt dat in wezen elk van de positieve emoties die effecten kan produceren en het maakt geen verschil of de specifieke positieve emoties die op experimentele wijze werden opgewekt geamuseerdheid, vreugde of sereniteit waren, of meer algemene gevoelens van ‘geluk’ of ‘positief affect’, enzovoort. Dus als een van de krachtigste positieve emoties heeft mededogen alle zelfde mogelijke voordelen in zich als de rest van de positieve emoties.

Vervolgens hebben we gezien hoe de ‘positieve emotie’ empathie dezelfde algemene voordelen in zich heeft als de andere positieve emoties en dat deze daarnaast ook unieke eigenschappen heeft in die zin dat ze de manier waarop we met anderen omgaan kan transformeren en aldus maatschappelijke banden kan bevorderen en veranderingen in denken kan veroorzaken die zouden kunnen bijdragen tot het overwinnen van veel van de problemen in onze huidige samenleving. Net zoals met de voordelen van positieve emoties in het algemeen heeft mededogen ook alle voordelen van empathie in zich. Dat komt doordat empathie een belangrijke component van mededogen is. Waar sprake is van mededogen zul je altijd een zekere mate van empathie aantreffen. Aangezien mededogen het vermogen in zich heeft om het lijden van anderen aan te voelen, dien je ten minste enige mate van empathie voor die andere persoon te hebben. Daarom, aangezien mededogen enige mate van empathie vereist, is het per definitie vrijwel zeker dat het opwekken van een toestand van mededogen alle mogelijke voordelen van empathie zoals we die hebben besproken met zich mee zal brengen.

De Dalai Lama wees er al op dat er een nauw verband bestaat tussen empathie en mededogen. Vanuit de wetenschap gezien, wijst veelvuldig onderzoek op de schakel tussen het innemen van een perspectief, mededogen en altruïsme en toont aan hoe empathie van nature lijkt te leiden tot mededogen en de geneigdheid anderen, de objecten van je mededogen en empathie, te helpen. Batson heeft bijvoorbeeld uitgebreid onderzoek gedaan naar de relatie tussen empathie en mededogen en heeft ontdekt dat het innemen van een perspectief leidt tot meer ‘empathische betrokkenheid’, een gemoedstoestand die ertoe leidt dat je anderen helpt, enkel gemotiveerd door het verlangen om het welzijn van de ander te verbeteren. Natuurlijk zijn er altijd variabelen en veel verschillende factoren die kunnen bijdragen tot het vermogen van een bepaald individu tot empathie en mededogen en zijn of haar reactie op de omstandigheden van de ander. In sommige gevallen leidt het bezien van zaken vanuit het gezichtspunt van de ander niet automatisch tot meer mededogen voor de ander.

In andere gevallen leidt mededogen niet altijd tot helpend gedrag. Soms zijn de empathie en het mededogen van iemand zo groot en ervaart iemand het lijden van de ander zo intens dat hij wordt overmand door een gevoel van persoonlijk leed en niet in staat is om iets te doen. In dergelijke gevallen kan het nodig zijn strategieën toe te passen om bezorgdheid en angst te verminderen, zoals we in hoofdstuk 9 hebben besproken. Er zijn altijd persoonlijke verschillen. Ik heb de Dalai Lama ooit gevraagd hoe we dergelijke gevallen moeten aanpakken. Hij had het gevoel dat we er misschien aan moesten werken om mededogen meer te versterken zodat het uiteindelijk krachtig genoeg zou zijn om het gevoel van persoonlijk leed te overwinnen.

 

Mededogen en maatschappelijke verandering

 

Als we spreken over de potentie van mededogen om positieve veranderingen in de samenleving tot stand te brengen – door het uitbannen van vooroordelen, discriminatie, racisme, conflicten, geweld en andere maatschappelijke problemen – is het duidelijk dat mededogen alleen de samenleving niet kan veranderen. Per slot van rekening is mededogen een gemoedstoestand. Om een maatschappelijke verandering tot stand te brengen, is actie vereist – we moeten het gedrag veranderen dat samenhangt met de destructieve gemoedstoestanden. Natuurlijk heeft mededogen, zoals we hebben gezien, het vermogen om destructieve gemoedstoestanden zoals vooroordelen en haat te overwinnen en kan het de manier waarop we anderen waarnemen transformeren, zodat we anderen realistischer en minder stereotiep waarnemen. Dat alleen zou ertoe moeten leiden dat we de manier waarop we omgaan met de mensen met wie we in contact komen, veranderen en dat zou enigszins van invloed moeten zijn op de mensen in onze onmiddellijke omgeving. En gezien het aanstekelijke effect van positieve emoties en de manier waarop wij in de wereld van vandaag van elkaar afhankelijk zijn, zal elke positieve impact die we op onze onmiddellijke omgeving uitoefenen uiteindelijk bredere gevolgen hebben, zoals de kringen die zich uitbreiden op het wateroppervlak van een vijver.

Gelukkig gaat de uitwerking van mededogen op iemands gedrag verder dan gewoon passief mogelijke persoonlijke neigingen in de richting van vooroordelen, racisme, conflicten of geweld te neutraliseren. Mededogen creëert vaak de motivatie om actievere stappen te zetten om anderen te helpen, het lijden van anderen te verminderen en actie te ondernemen om het welzijn van anderen te bevorderen. Natuurlijk beschikken mensen over verschillende hulpmiddelen, vermogens, talenten en kundigheid om anderen te helpen en maatschappelijke verandering te bevorderen. Mensen moeten voor zichzelf besluiten wat de beste en effectiefste manier is waarop zij een bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld. Maar het cultiveren van een gemoedstoestand die iemand motiveert om een bijdrage te leveren aan een betere wereld is duidelijk de eerste stap.

 

Mededogen en persoonlijk geluk

 

We hebben aangetoond dat mededogen het punt is waar persoonlijk en maatschappelijk geluk elkaar kruisen en dat tot beide bijdraagt. Tot nu toe hebben we bekeken hoe mededogen kan helpen maatschappelijke problemen te overwinnen of ten minste veranderingen in denken veroorzaakt die hoogstwaarschijnlijk leiden tot de oplossing van maatschappelijke problemen. Dus wat overblijft, is de schakel aantonen tussen persoonlijk geluk en mededogen. Dit concept krijgt geleidelijk meer gewicht in het Westen, hoewel er nog steeds een behoorlijk grote kloof bestaat tussen het idee dat de Dalai Lama heeft over mededogen, dat onlosmakelijk verbonden is met je eigen persoonlijke geluk, en de visie die in het Westen overheerst.

Tijdens ons gesprek die middag in Tucson ging de Dalai Lama niet uitgebreid in op mededogen in het algemeen. Dat onderwerp was in het verleden al vaak aan de orde geweest, dus in plaats van het opnieuw te bespreken, beperkte hij zich tot de essentie van mededogen, de kernboodschap, en hadden zijn opmerkingen betrekking op wat momenteel aan de orde was. Bovendien, nadat hij zo diep was ingegaan op het ontwikkelen van een besef van ons gemeenschappelijke mens-zijn enzovoort, onderwerpen waarover ik hem in het verleden nooit zo had horen spreken, viel er niet veel meer aan toe te voegen. Om zijn zienswijze op de relatie tussen mededogen en persoonlijk geluk te kunnen begrijpen, is het evengoed zinvol om hier enkele opmerkingen aan toe te voegen.

In de loop der jaren heb ik samen met de Dalai Lama gekeken naar enkele van de verschillen tussen zijn zienswijze – de Tibetaans-boeddhistische zienswijze – met betrekking tot mededogen en de westerse zienswijze. Vanuit zijn perspectief houdt mededogen een diepgaand besef in van iemands lijden en oprechte zorgzaamheid, het oprechte verlangen dat iemand wordt bevrijd van zijn lijden en de wens om iets te doen om zijn lijden te verlichten. Het westerse idee van mededogen hangt samen met het idee van altruïsme, dat automatisch samengaat met een gevoel van zelfopoffering – waarbij de vruchten van iemands mededogen of altruïsme voor honderd procent gericht zijn op de ander en je eigen persoonlijke geluk geen rol speelt. In feite heerst het idee dat als er sprake is van enige verwachting ten aanzien van je eigen welzijn wanneer je vriendelijkheid toont voor iemand anders, het ‘niet geldt’ als een daad van altruïsme of zuiver mededogen. De Dalai Lama had het gevoel dat westerlingen met het zichzelf uitsluiten als legitiem object van mededogen in feite de boot misten. Hij was van mening dat er niets mis mee was om zowel mededogen voor jezelf als voor anderen te voelen en evenmin dat er iets mis was met het oogsten van persoonlijke voordelen als gevolg van het gevoel van mededogen voor anderen – bijvoorbeeld persoonlijk geluk ervaren als gevolg van het opwekken van mededogen voor anderen.

In het Westen wordt misschien nog steeds niet automatisch verband gelegd tussen het idee van mededogen en persoonlijk geluk, maar de bevindingen van de wetenschap beginnen daar verandering in te brengen. Zodra deze bevindingen vanuit laboratoria en collegezalen hun weg vinden naar de brede moderne cultuur gaan we, naarmate steeds meer mensen proberen actief mededogen voor anderen te ontwikkelen als een manier om persoonlijk geluk en bevrediging in het leven te vinden, misschien drastische veranderingen zien in onze maatschappij.

Toen het eerste deel in de serie De kunst van het geluk werd geschreven, was er relatief weinig onderzoek gedaan naar geluk en nog minder wetenschappelijk onderzoek naar mededogen en vooral de biologische aspecten ervan. In dat deel kwamen een of twee onderzoeken ter sprake door enkelen van de pioniers op het gebied van onderzoek naar geluk, buitenbeentjes in die tijd. Maar sindsdien is er sprake van een wereldwijde geluksrevolutie met bijna een explosie van onderzoek naar positieve emoties die leidt tot een snelgroeiende hoeveelheid bewijs dat het verband aantoont tussen persoonlijk geluk en mededogen. Enkele van de opwindendste onderzoeken op dit gebied zijn uitgevoerd door Richard Davidson, directeur van het Laboratory of Affective Neuroscience aan de universiteit van Wisconsin-Madison. Dit baanbrekende werk werd voor een deel geïnspireerd door het contact van Davidson met de Dalai Lama in het kader van de regelmatige ontmoetingen van het Mind and Life Institute*. (* Platform waar boeddhistische monniken en westerse wetenschappers met elkaar in dialoog treden – vert.) Als gevolg van zijn onderzoek, waarbij hij gebruikmaakt van fMRI-brain-imagingapparatuur, toonde Davidson een gebied in de hersenen aan dat verband houdt met geluk. Hij benoemde specifiek een gebied in de hersenen in de linker prefrontale cortex dat samenhangt met positieve, gelukkige gemoedstoestanden als geestdrift, enthousiasme, vreugde, levenskracht en geestelijke opgewektheid. Tijdens een serie experimenten probeerde Davidson zicht te krijgen op wat er gebeurde in de hersenen wanneer iemand mededogen ervaart.

Tijdens een van mijn favoriete experimenten naar het verband tussen persoonlijk geluk en mededogen lieten dr. Davidson en zijn collega’s een Franse Tibetaans-boeddhistische monnik in zijn laboratorium de effecten van mededogen bestuderen. Deze monnik was een zeer ervaren ingewijde, die jaren in de Himalaya had doorgebracht, waar hij op mededogen had gemediteerd. Terwijl hij was aangesloten op EEG- en fMRI-apparatuur, bekeek Davidson de hersenfunctie van de monnik in rust om de grondlijn van zijn hersenactiviteit te meten. Vervolgens vroeg hij hem om een intensieve boeddhistische meditatie op mededogen uit te voeren. De resultaten lieten zien dat er tijdens zijn meditatie op mededogen sprake was van een ingrijpende verschuiving naar links in zijn prefrontale functie, waarbij het ‘geluksgebied’ van de hersenen oplichtte, wat bij Davidson tot de volgende conclusie leidde: ‘Louter de zorg voor het welzijn van anderen schept een groter gevoel van welzijn in jezelf.’ Wat kan het verband tussen persoonlijk geluk en mededogen overtuigender aantonen dan dit?

Er is ook een aantal onderzoeken geweest die het verband aantoonden tussen persoonlijk geluk en vriendelijkheid. Bij een van die experimenten vroegen dr. Sonja Lyubomirsky en collega’s aan de universiteit van Californië in Riverside een groep proefpersonen om één dag per week uit te kiezen waarop ze vijf ‘willekeurige daden van vriendelijkheid’ uitvoerden. Het hoefden niet per se heldhaftige daden van zelfopoffering te zijn; ze konden zo eenvoudig zijn als met een vriendelijke glimlach de deur openhouden voor iemand of anoniem een muntje gooien in iemands bijna verlopen parkeermeter. Na zes weken ervoeren de proefpersonen in het onderzoek een opmerkelijke toename in hun totale niveau van geluk en bevrediging in het leven.

Experimenten zoals deze hebben duidelijk de waarheid aangetoond van de fundamentele overtuiging van de Dalai Lama: ‘Als je wilt dat anderen gelukkig zijn, beoefen dan mededogen. Als je zelf gelukkig wilt zijn, beoefen dan mededogen.’

Als bewijs voor de gunstige effecten van mededogen zal ik een aanvullend onderzoek toevoegen dat is uitgevoerd door Davidson en zijn collega’s. Er is nu volop bewijs voorhanden dat we de geest kunnen trainen om negatieve emoties te overwinnen, en ook om meedogender, gelukkiger enzovoort te worden. Tijdens dit onderzoek werd gekeken naar het vermogen van mensen om hun geest te trainen – in het bijzonder werd gekeken naar hun vermogen om hun negatieve emoties te reguleren. Tijdens de eerste stap werden aan de proefpersonen enkele schokkende foto’s getoond terwijl op fMRI-hersenscanners de bewegingen in hun hersenen werden gevolgd. De foto’s die werden gebruikt om extreem negatieve emotionele reacties op te wekken, waren over het algemeen foto’s van mensen die ziek of wellicht verminkt waren, zoals een foto van een baby met een grote tumor aan zijn oog. Dergelijke foto’s wekten vaak emoties op als walging, angst en een algemeen negatieve emotionele toestand. Dat werd bevestigd door de fMRI-hersenscans, die een activering lieten zien van structuren als de amygdala die, zoals je weet, betrokken is bij emoties als bezorgdheid en angst, evenals bij de stressreactie.

In de volgende fase van het experiment beoefenden de proefpersonen vervolgens een techniek om hun negatieve emotionele reactie te verminderen. De techniek hield het opwekken van een gevoel van mededogen in. De proefpersonen kregen de instructie om nog eens naar dezelfde foto te kijken, maar dit keer met de oprechte wens dat het lijden van de persoon op de foto zou worden verlicht en dat de uitkomst positief zou zijn. Deze nieuwe manier van naar de foto kijken, werkte als een tegengif voor de negatieve emotie – het activeren van de amygdala werd tegengegaan! Daarmee is aangetoond dat het beoefenen van mededogen negatieve emoties en stress kan reguleren of verminderen, en ook positieve emoties en geluk kan opwekken. Tussen haakjes, in bredere zin kan deze techniek ook worden beschouwd als een oefening in positieve herwaardering van de schokkende foto, of als een manier om je gezichtsveld te verbreden door er vanuit een andere invalshoek, vanuit een positiever perspectief enzovoort, naar te kijken – precies dezelfde techniek die de Dalai Lama in eerdere hoofdstukken adviseerde als methode om te helpen tegenslagen en dagelijkse problemen het hoofd te bieden. Opnieuw zien we hier dat dit een zeer effectieve techniek is voor het overwinnen van negatieve emoties en dat het fungeert als tegengif voor de stressreactie.

Daarmee is nu aangetoond dat het beoefenen van mededogen niet alleen je manier van denken en omgaan met anderen transformeert op manieren die vertrouwen wekken, opnieuw gemeenschapszin opwekken, ons boven stereotyperen, vooroordelen en racisme doen uitstijgen en als preventieve maatregel tegen conflict en geweld fungeren. Maar we hebben ook gezien hoe mededogen kan dienen als een onbeperkte bron van menselijk geluk en welzijn op persoonlijk niveau. Vanuit dit perspectief is het misschien niet overdreven te stellen dat mededogen de hoogste menselijke emotie of positieve gemoedstoestand is, het punt waarop persoonlijk en maatschappelijk geluk elkaar kruisen. En, zoals de Dalai Lama ons laat zien, is het ontwikkelen van een zeer diep inzicht en besef van ons gemeenschappelijke mens-zijn de meest directe en krachtigste manier om een diep gevoel van verbondenheid met anderen tot stand te brengen, dat kan dienen als basis voor ons mededogen.

 

HET VERANDEREN VAN DE OPENBARE VISIE OP MEDEDOGEN

 

Helaas zien we dat mededogen en vriendelijkheid niet op voldoende grote schaal worden beoefend in de wereld van vandaag. Misschien bestaat een van de belangrijkste nadelen erin dat het grote publiek mededogen nog steeds niet ziet als een legitieme bron van persoonlijk geluk. Evenmin onderkennen we op grote schaal het onmetelijke scala aan praktische voordelen die het beoefenen van mededogen in zich draagt. We zien mededogen nog steeds als iets wat we aan iemand anders geven, iets wat losstaat van ons eigen geluk in het leven. We zien mededogen nog steeds als een religieuze, spirituele of morele leer in plaats van als een gemoedstoestand die veel praktische toepassingen heeft, gebaseerd op een kijk op het leven die doelbewust kan worden ontwikkeld via methoden waarvan de doelmatigheid is aangetoond. We zien mededogen nog steeds als iets wat we naar eigen goeddunken toepassen, als een luxe in plaats van als een noodzaak.

De uitdaging lijkt te zitten in het veranderen van de openbare visie op het beoefenen van mededogen, om mededogen te zien als een gemoedstoestand met werkelijk praktische waarde, die voortkomt uit de visie die doelbewust door persoonlijke inspanning kan worden ontwikkeld. Misschien is er een glimp van hoop voor een snelle maatschappelijke acceptatie van het belang van mededogen, waarbij we het voor mogelijk houden dat grote delen van de Amerikaanse bevolking gaan oefenen in het ontwikkelen van meer mededogen. Deze glimp van hoop treffen we aan in het hierboven vermelde onderzoek, uitgevoerd door Davidson en zijn collega’s, naar het reguleren van negatieve emoties. Bij dat onderzoek werd gekeken naar de gevolgen van technieken om mededogen te oefenen, niet alleen voor de hersenfunctie van de proefpersoon in het laboratorium, maar ook in het dagelijkse leven van de proefpersoon, buiten het laboratorium. Zoals we eerder aangaven, is cortisol een van de hormonen die vrijkomen tijdens de stressreactie. Onder normale omstandigheden, wanneer een proefpersoon geen stress ervaart, komt dit hormoon ’s morgens in grote hoeveelheden vrij in de bloedbaan en neemt het in de loop van de dag geleidelijk af. Als je dat op een grafiek weergeeft, vertoont het een steile neerwaartse helling of hoek van ochtend naar avond. Wanneer we onder stress staan, komt dit hormoon de hele dag door continu vrij en dat leidt tot een vlakke lijn op een grafiek. Om het stressniveau van een proefpersoon in de loop van de dag te kunnen volgen, werd het cortisolgehalte van het speeksel van de proefpersonen op zes verschillende momenten door de dag heen gemeten. Als die gehaltes op een grafiek werden afgebeeld, zagen de onderzoekers dat mensen die de techniek van mededogen of ‘herwaarderen’ toepasten een steilere helling te zien gaven, wat duidde op minder stress.

Maar tot slot komen we uit bij het belangrijkste punt. Het vlakke cortisolniveau, dat staat voor de doorlopende afscheiding van cortisol als gevolg van stress, wordt in verband gebracht met een aantal gevolgen die schadelijk zijn voor het lichaam. Een van die gevolgen is een grotere middelomvang, een dikke buik. De steilere helling leidt tot een verminderde middelomvang, een slankere buik. Misschien zou dit de sleutel kunnen zijn voor een ingrijpende transformatie van de Amerikaanse samenleving die leidt tot een meedogender samenleving – misschien hebben we eindelijk de magische oplossing gevonden voor het transformeren van de wereld en het beëindigen van geweld en haat. Misschien zijn er alleen maar een paar krantenkoppen nodig in populaire dagbladen: NIEUW!!! VERBAZINGWEKKENDE NIEUWE ONTDEKKING!!! SLAAT ‘THE SECRET’!!! HET MEDEDOGENDIEET!!! JA, ZO IS HET! WEES VRIENDELIJK EN MEEDOGEND EN VERLIES IN MINDER DAN GEEN TIJD TIEN CENTIMETER VAN JE TAILLEOMVANG!!!

Even serieus, het is beslist mogelijk dat het idee dat het grote publiek heeft over mededogen snel zal veranderen en het beoefenen van mededogen kan breder en op grotere schaal worden toegepast naarmate de Dalai Lama en anderen ons de echte waarde van deze gemoedstoestand, die enorme voordelen met zich meebrengt voor ons eigen geluk en voor de wereld in het algemeen tonen. En de wetenschap kan hierin ook een belangrijke rol spelen door het veranderen van de manieren waarop we het beoefenen van empathie, mededogen en de andere emoties zien. Het kan even duren, maar er zijn duidelijke tekenen dat deze ideeën dagelijks op steeds grotere schaal worden geaccepteerd. Er blijkt nu echt hoop te bestaan op een waarachtige weg die kan leiden naar zowel ons persoonlijke geluk als naar een betere wereld.

 

Deze laatste sessie in Tucson was het hoogtepunt van diverse series gesprekken die we in de loop van een paar jaar hadden gevoerd. Aangezien het wel even kon duren voordat we aan een nieuwe serie gesprekken zouden beginnen, had ik een kata, een witte zijden sjaal meegenomen, die volgens Tibetaans gebruik zowel wordt uitgewisseld tijdens een eerste begroeting als ten afscheid. De kata die ik bij me had was een bijzonder mooie, ongeveer drie meter lang en zestig centimeter breed, met ingeweven gelukssymbolen, evenals versregels waaruit de wens sprak van voorspoed en geluk.

Onze sessie was ten einde. De secretaris van de Dalai Lama was al het vertrek binnengekomen om duidelijk te maken dat wie de volgende gast ook was, al was gearriveerd. De Dalai Lama knikte naar zijn secretaris ten teken dat hij het had begrepen, wendde zich tot mij en zei: ‘Goed, Howard, onze tijd zit erop. En ik wil je bedanken. Ik heb genoten van onze gesprekken en laten we hopen dat wanneer je onze lange verkenningen met anderen deelt, sommigen er baat bij zullen hebben.’

Omdat ik besefte dat er mensen stonden te wachten, begon ik snel mijn opnameapparatuur en aantekenschriften bij elkaar te rapen en voelde ik me een beetje zenuwachtig toen ik de kata pakte om die aan hem te geven. Ik zei: ‘Dank u wel, Heiligheid, dat u zo gul met uw tijd bent geweest. In de loop der jaren hebben we andere onderwerpen besproken die verband houden met sociale problemen, zoals de kloof tussen rijk en arm, de kwestie van persoonlijke levensstijl, consumentisme en het probleem van hebzucht enzovoort, maar daar dienen we nog dieper op in te gaan. Dus ik hoop dat we onze gesprekken op een later tijdstip kunnen voortzetten.’

‘Oké, heel goed,’ antwoordde hij.

Hoewel kata’s over het algemeen zodanig zijn opgerold dat je ze gemakkelijk kunt openvouwen, zat deze zo strak ingepakt dat het even duurde om hem helemaal uit te rollen. Terwijl ik hem met moeite uit elkaar haalde, merkte de Dalai Lama op: ‘Weet je, Howard, dit gebruik om kata’s uit te wisselen heeft een mooie symboliek in zich. De inspiratie van dit gebruik komt uit India, waar mensen bij speciale gelegenheden elkaar bloemenslingers of zijden sjaals aanbieden. Het materiaal voor de kata wordt van oudsher in China geweven en de Tibetanen hebben het overgenomen. Dus bij dit gebruik zie je de harmonie tussen mensen van drie buurlanden, India, China en Tibet. Prachtig!’ Nog één laatste keer barstte hij uit in die wonderlijke, ongekunstelde, vrolijke lach die me altijd weer opbeurde en me de hoop gaf dat het mogelijk was waarachtig geluk te vinden.

En daarmee gaf de Dalai Lama me spontaan een hand terwijl hij me tegelijkertijd met zijn andere arm naar zich toe trok voor een vriendelijke omhelzing.