39
Hij hoorde de kinderen in de hal lachen. Hij zag de open koffers op de geschuurde houten vloer staan. Hij kon het spiegelbeeld zien. Morgen zouden ze weg zijn, vroeg in de ochtend. Het had iets langer geduurd dan ze in eerste instantie hadden gedacht, maar de kliniek in Marbella had begrip getoond.
John Coltrane blies luid en hoog van A Love Supreme , een hogere liefde.
Winter stond op en liep naar de hal, waar hij Lilly midden in een pas opving.
‘Bedtijd, meisje.’
Later die avond sprak hij kort met Halders.
‘Niet bellen tenzij het puur privé is,’ zei Halders.
Winter lachte.
‘Ik maak geen grapje, Erik.’
‘Ik wil je niets afnemen, Fredrik.’
‘Er is ook niet veel meer,’ zei Halders.
‘Hoe gaat het met Börge?’
‘Laat het toch los.’
‘Dat probeer ik ook.’
‘Hij zegt dat hij alles heeft gedaan wat hij moest doen,’ zei Halders.
‘Niet echt,’ zei Winter.
‘Wil je dat ik hem daaraan herinner? Dat hij bij jou faalde? En bij de jongen? Hij had ook plannen voor de jongen.’
‘Bij mij faalde hij niet,’ zei Winter.
‘Dan hadden we dit gesprek nu niet gehad,’ zei Halders.
‘Het is geen jongen,’ zei Winter. ‘Niet meer.’
‘Dat ben ik met je eens,’ zei Halders.
‘Ik heb hem vanochtend gebeld,’ zei Winter. ‘Het is een eenzame vent. Paula was iets bijzonders voor hem geworden.’
Halders zei niets.
‘Voor hem is het nog niet voorbij, Fredrik.’
‘Nee. En ik ben niet van plan hem los te laten.’
‘Dat weet ik.’
‘Mario ook niet.’
‘Dat weet ik ook.’
Winter hoorde de waterkraan in de keuken lopen. Tien tellen later kwam Angela de kamer binnen en ging op de bank zitten. Ze had haar ochtendjas aan, en dat was heel toepasselijk. Het duurde niet lang voordat het ochtend was.
‘Börge vond haar zwakke plek via die twee kinderen,’ zei Winter in de hoorn.
‘Hm.’
‘Paula was het … middelpunt. Ze was het bewijs dat iedereen hem in de steek had gelaten. Haar bestaan bewees dat.’
‘Ja.’
‘Maar het was meer dan dat.’
‘Ja.’
‘Tot horens, Fredrik.’
‘Pas goed op jezelf, Erik, en op je gezin.’
Nog later die nacht herinnerde Winter zich zijn gedachten toen hij op de vloer van kamer nummer 10 had gelegen. Hij wilde er niet aan denken, maar dat zou hij de komende maanden wel blijven doen.
‘Er is een Zweedse kerk in Fuengirola,’ zei hij.
Angela keek op. Ze waren nog niet naar bed gegaan. Misschien zouden ze hier blijven zitten tot het tijd was om naar het vliegveld te gaan.
‘Wil je daar trouwen?’ vroeg hij.
‘Met wie?’ vroeg zij.
‘Met mij, dacht ik zo.’