P – T

Het paard achter de wagen spannen

Het paard moet vóór de wagen gespannen worden, zodat hij die kan trekken; achter de wagen heeft geen enkele zin. Met de uitdrukking wordt dan ook bedoeld dat iemand iets verkeerd aanpakt. De uitdrukking is eeuwenoud. In een 16e-eeuwse verzameling spreekwoorden en uitdrukkingen wordt er al melding van gemaakt: ‘Het peert achter den waghen spannen’.

Over het paard getild zijn

Een helpende hand bij het bestijgen van een paard kan prettig zijn, maar als de helper te behulpzaam is, lig je voor je het weet aan de andere kant van het paard op de grond. Je bent over het paard getild. Iemand die over het paard getild is, is erger verwend dan goed voor hem is.

Op het slechte pad raken

Het pad is het levenspad, de weg naar de toekomst. Wie op het goede pad blijft, leidt een deugdzaam leven, maar degene die op het slechte pad raakt, doet dingen die niet door de beugel kunnen.

Bij de pakken neerzitten

‘Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken’ zo spreekt Jakob in Genesis 49:14 over zijn zoon Issaschar. De Statenvertaling is hier geciteerd, want in de nieuwste vertaling ligt Issaschar tussen de manden. Jakob bedoelde het niet kwaad, want hij vervolgt met de opmerking dat zijn zoon zwaar werk werd opgelegd en dat hij zijn last droeg. Maar in de bekende uitdrukking is bij de pakken neerzitten symbool gaan staan voor ‘het niet meer zien zitten, moedeloos zijn en niets meer doen’.

Iemand een pak slaag geven

Een pak slaag is zoiets als ‘een heel pakket slaag’, een flinke aframmeling dus. Het pak komt terug in veel meer uitdrukkingen, zoals een pak voor zijn billen, een pak op de broek, een pak op zijn donder, een pak op zijn flikker en een pak rammel.

Voor pampus liggen

Iemand die voor pampus ligt, is uitgeteld, hij kan alleen nog maar liggen. Ook schepen die vroeger met ongunstig tij voor Pampus kwamen te liggen, konden alleen maar blijven liggen. Liggen wachten tot het weer vloed werd, zodat ze de zandbank Pampus konden oversteken, die in de vroegere Zuiderzee juist op de route van het IJ naar de open zee lag. Tegenwoordig is Pampus een eilandje.

Zijn pappenheimers kennen

Deze uitdrukking is ontleend aan een toneelstuk van Fried-rich von Schiller van rond 1800, Wallensteins Tod, over het leven van baron Albrecht von Wallenstein (1583-1634), een Duits veldheer ten tijde van de Dertigjarige Oorlog. Hij wordt in de strijd bijgestaan door graaf Gottfried Heinrich zu Pappenheim en diens regiment gevreesde cavaleristen. Wanneer Wallenstein beschuldigd wordt van landverraad, zeggen deze cavaleristen – de ‘Pappenheimers’ – dat ze Wallenstein niet aanzien voor een landverrader en hem trouw blijven. Daarop roept Wallenstein in het toneelstuk uit: ‘Daran erkenn’ ich meine Pappenheimer!’. Iemand die zijn pappenheimers kent, weet hoe de mensen zijn met wie hij veel te maken heeft, hij kent ze door en door.

Parels voor de zwijnen werpen

Parels voor de zwijnen werpen wil zeggen dat je iets waardevols, bijvoorbeeld goed advies, verspilt aan mensen die het niet weten te waarderen. En eigenlijk is het een beetje gek om dat waardevolle uit te drukken met ‘parels’. Want iemand met een beetje gezond verstand weet dat zwijnen geen parels eten; hij zou wel wijzer zijn dan ze die kostbaarheden te voeren. Eigenlijk zou de uitdrukking veel zinniger zijn als er geen parels, maar lekkernijen voor de zwijnen geworpen werden. En dat is precies wat er oorspronkelijk bedoeld werd. De uitdrukking komt uit de bijbel, uit Mattheus 7:6 om precies te zijn. Nu was het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven, en in deze Griekse versie stond dat je geen margarita’s voor de zwijnen moet werpen. Het Griekse woord margarita kon zowel ‘parel’ als ‘broodkruimel’ betekenen en de vertaling had natuurlijk moeten luiden: ‘gooi het geheiligde brood niet voor de zwijnen’. In plaats daarvan lieten de vertalers hun verbeelding spreken en sindsdien staan de zwijnen met lichte verbazing te kijken naar de glanzende parels die voor hen gestrooid worden en waarvan ze niet weten wat ze ermee aan moeten.

Als pasen en pinksteren op één dag vallen

De christelijke feesten Pasen en Pinksteren hebben geen vaste data. Toch is het uitgesloten dat Pasen en Pinksteren op één dag vallen, want Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente, en Pinksteren wordt 50 dagen daarna gevierd. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen betekent daarom ‘nooit’. Vroeger werden er ook andere absurde vergelijkingen gemaakt, zoals ‘’Sa, wie heeft het nieuws gehoord…? Lisa Gansendonck gaat trouwen met eenen Baron!’ ‘Ah, ah…, ten naasten jare komt Paschen op eenen Vrijdag!’’ (uit Romantische Werken van Hendrik Conscience uit de 19e eeuw).

Er met de pet naar gooien

‘Wij kunnen nooit de Waarheid zeggen met onze woorden…Het eenige wat wij doen is, min of meer in het wilde, woorden te mikken naar een verwijderde realiteit, zooals jongens hun petten gooien naar vlinders, in onhandig pogen hen zóó te vangen’, zo schreef Frederik van Eeden aan het einde van de 19e eeuw. Vermoedelijk is dit de oorsprong van de uitdrukking, die betekentdat je niet je best doet.

Iets onder de pet houden

Deze uitdrukking is in het Nederlands geïntroduceerd op 3 februari 1999, tijdens een verhoor van de parlementaire enquêtecommissie naar aanleiding van de Bijlmerramp. Het is heel bijzonder dat een uitdrukking zo precies gedateerd kan worden – al is het natuurlijk mogelijk dat ze in bepaalde kringen, buiten de publiciteit, al enige tijd de ronde deed. In het Engels bestaat een gelijksoortige uitdrukking al langer: to keep something under the hat ‘iets onder de hoed houden’. Daaraan is de Nederlandse uitdrukking ontleend. De hoed is vervangen door een (uniform)pet. Iemand die iets onder de pet houdt, houdt het geheim, hij brengt bepaalde informatie niet naar buiten. De uniformpet geeft aan dat de uitdrukking vooral gaat over mensen die in het kader van hun functie over informatie beschikken.

Naar iemands pijpen dansen

Pijpen is hier niet het meervoud van pijp, maar een werkwoord, dat ‘fluit spelen’ betekent. Naar iemands pijpen dansen is dus ‘dansen op iemands fluitspel’. Overdrachtelijk betekent het dat je slaafs doet wat iemand je opdraagt.

Iemand op zijn plaats zetten

Met plaats wordt de positie bedoeld die iemand in de hiërarchie heeft. Iemand die op zijn plaats gezet wordt, heeft met zijn gedrag aangegeven dat hij zijn plaats niet kent en moet daarom terechtgewezen worden. Het is hetzelfde als iemand op zijn nummer zetten.

Onder de plak zitten

Kinderen die zich naar de mening van de strenge schoolmeester misdragen hadden, konden vroeger op tal van hardhandige wijzen gestraft worden. Een van de strafwerktuigen die de meester daarvoor tot zijn beschikking had, was de plak. Met deze platte schijf aan een stok werd de deugniet op zijn uitgestoken handpalm geslagen. Iemand die onder de plak zit, leeft samen met iemand voor wie hij een beetje bang is, iemand die hem domineert en die ervoor zorgt dat hij niet veel in te brengen heeft.

Iemand een pluim geven

De oudere, lange versie van deze uitdrukking luidt iemand een pluim op zijn hoed steken. Een pluim op iemands hoed is bedoeld als versiering. De figuurlijke pluim is een complimentjedat je iemand geeft.

Op de pof

Pof is een klanknabootsend woord voor het geluid van een klap. Ook klets en bof zijn zulke woorden. Pof, bof en klets gingen iets betekenen als ‘slag in de lucht’, een ‘gokje’ dus. Vervolgens werd die slag in de lucht beschouwd als een gokje dat goed uitpakte: ‘geluk’. Bof betekent nu nog steeds ‘geluk’. Op de pof en op de klets gingen ‘op goed geluk’ betekenen en zo kon op de pof kopen gaan betekenen ‘op krediet kopen’.

Poot

Sommige uitdrukkingen met poot gaan over dierenpoten of stoelpoten, maar ook de benen en armen van mensen worden vaak bedoeld. Poten zijn om op te staan, als je geen poof. hebt om op te staan val je om, of figuurlijk: je hebt geen overtuigende bewijzen om aan te tonen dat je gelijk hebt. Je kunt een ander ten val brengen door hem pootje te haken. Daarmee kun je hem letterlijk laten struikelen, maar ook figuurlijk hinderen. Als je heel erg boos bent, maak je je groot, om je tegenstander te imponeren. Op hoge poten is dan ook een uitdrukking van verontwaardiging. Maar blijk je ongelijk te hebben, dan schaam je je en moet je met hangende pootjes terugkomen, zoals een hond die zijn baas probeert te vermurwen als hij iets verkeerd heeft gedaan. De hond heeft ook model gestaan voor de uitdrukking opzitten en pootjes geven ‘je in gezelschap braaf gedragen en doen wat er van je verwacht wordt’. Dreigde iets mis te gaan, maar is het tóch nog goed afgelopen? Dan is alles op zijn pootjes terechtgekomen, zoals een kat ook altijd op zijn pootjes weet te landen. Iemand die geen poot uitsteekt, steekt geen helpende hand toe, hij doet helemaal niets. Maar dat is misschien te prefereren boven iemand die je een poot uitdraait, want die maakt je zo gewiekst geld afhandig dat je het zelfs niet zou merken wanneer hij je been meenam. Het is een afzetter. Anderen vergrijpen zich niet aan benen, maar aan stoelpoten. Wanneer iemand de poten onder je stoel wegzaagt, ondermijnt hij je positie.

Er een potje van maken

Iemand die er een potje van maakt, maakt er een rommeltje van: hij levert slecht werk. Misschien heeft de uitdrukking te maken met hutspot: alle ingrediënten worden door elkaar geroerd en dat staat symbool voor een rommeltje.

Een proefballon oplaten

Een proefballon werd vroeger opgelaten om meteorologische metingen te verrichten. Tegenwoordig zijn daar weersatellieten voor, maar proefballonnetjes worden nog steeds opgelaten. Figuurlijk, dat wel. Iemand die een proefballon oplaat, probeert voorzichtig de reacties op zijn ideeën te peilen. Het is hetzelfde als een balletje opgooien.

Ergens een punt achter zetten

De punt is het leesteken dat het einde van de zin markeert. Iemand die ergens een punt achter zet, beëindigt iets. Dat geldt vooral voor zaken die lang geduurd hebben en die nog lang zouden kunnen voortduren. Op een gegeven moment moet je beslissen dat het tijd is om ermee te stoppen en er een punt achter te zetten.

In de rats zitten

Als je in de rats zit, zit je eigenlijk in de ratatouille, want daar komt het woord rats vandaan. Ratatouille is een eenpans-gerecht dat als ratjetoe in het Nederlands terechtkwam en vervolgens onder de naam rats een stamppot voor soldaten werd (denk maar aan rats, kuch en bonen ). Zit je in de rats, dan maak je je veel zorgen. Het gevoel van angst wordt vergeleken met de weke substantie waaruit de rats bestond.

Van de regen in de drup komen

Wie van de regen in de drup komt, raakt van de ene slechte toestand in de andere, die zo mogelijk nog slechter is. Drup betekent hier niet ‘druppel’, maar ‘water dat van een gebouw af druipt’. Je denkt te schuilen voor de regen, maar in plaats daarvan druipt het water je nog harder de nek in.

Alle registers opentrekken

Een pijporgel heeft naast het klavier knoppen waarmee de registers bediend worden. Wanneer men een bepaald register opentrekt, maakt het orgel gebruik van het bijbehorende stel pijpen. Zijn alle registers opengetrokken, dan worden alle registers tegelijk benut, wat het orgelspel veel volume en een vol geluid geeft. Iemand die alle registers opentrekt, stelt alles in het werk om iets te bereiken.

In rep en roer zijn

Rep en roer betekenen allebei hetzelfde: ‘beweging’. Wij kennen deze woorden alleen nog maar in de uitdrukking in rep en roer zijn, maar hun familieleden komen we nog wel regelmatig tegen: zich reppen betekent ‘zich haastig voortbewegen’ en roer zit bijvoorbeeld verborgen in zich verroeren. Als alles in rep en roer is, heerst het er een drukke, opgewonden sfeer.

De revue passeren

‘Den XXIXen Julij heeft Sijn Extie een reveue generael doen doen van ons leger, ende alle de regementen (…) over de brugge doen trecken, ende tellen’ (‘De 29e juli heeft zijne excellentie een algemene wapenschouw van ons leger laten houden, en alle regimenten over de brug laten trekken en laten tellen’, uit een dagboek uit het einde van de 16e eeuw). De revue was de wapenschouw bij het leger, een inspectie waarbij de troepen aan de bevelhebber voorbijtrokken. Zaken die de revue passeren, worden stuk voor stuk bekeken of behandeld.

Een razende roeland

Iemand die wild tekeergaat, wordt een razende roeland genoemd, naar Oriando furioso. Dat is de titel van een vroeg-16e-eeuws Italiaans gedicht over Oriando, de dapperste ridder van Karel de Grote. Toen de ridder ontdekte dat zijn geliefde hem ontrouw was, zaaide hij in zijn razernij overal verderf. In Nederland was deze Oriando bekend onder de naam Roeland. Oriando furioso is in het Nederlands ‘razende Roeland’.

Het roer omgooien

Wanneer de stuurman het roer omgooit, gaat het schip een totaal andere koers varen. Dat staat symbool voor een ommezwaai die iemand in zijn leven of werk maakt: hij stelt zich andere doelen en gaat zich anders gedragen.

Over de rooie gaan

Met de rooie wordt een streep bedoeld die een gevaarlijke zone markeert. Wanneer bijvoorbeeld het wijzertje dat de hoeveelheid benzine in een auto aangeeft, in het rode gedeelte terechtkomt, weet je dat het hoog tijd is om te tanken. De streep uit de uitdrukking is waarschijnlijk een streep op de drukmeter van een stoommachine. Als de druk te hoog wordt, gaat het wijzertje over de rooie. Een persoon die over de rooie gaat, verliest zijn zelfbeheersing compleet, er komt haast stoom uit zijn oren.

Rood staan

In de administratie van de bank werden schulden vroeger met rode pen genoteerd en tegoeden met zwarte pen. Als je rood staat, heb je dus een negatief saldo. Van bedrijven die verlies maken, wordt gezegd dat ze in de rode cijfers staan.

Met de rug tegen de muur staan

Als je met de rug tegen de muur staat, kun je geen kant meer op. De enige mogelijkheid is weg van de muur, maar als daar je aanvaller vandaan komt, is dat ook geen optie. Dit staat symbool voor een lastige positie waar je niet uit kunt komen. Je kunt niets meer doen, alleen maar afwachten en je zo goed mogelijk verdedigen.

In zijn sas zijn

De herkomst van deze uitdrukking is onzeker. Misschien moet de verklaring gezocht worden in de Bargoense hoek. Sjaskelen, dat ook voorkomt als sjaskenen en saskenen, is Bargoens voor ‘zuipen, pimpelen’. Het is afgeleid van het Jiddische sjas(j)kenen ‘zuipen, pimpelen’. Iemand die in zijn sas is, is vrolijk en tevreden; wellicht is die stemming door de drank ingegeven.

Zijn schaapjes op het droge hebben

Iemand die zijn schaapjes op het droge heeft, hoeft zich geen zorgen meer te maken over zijn inkomsten, hij heeft genoeg voor de rest van zijn leven. Hij heeft net zo goed voor zijn inkomsten gezorgd als een boer die zijn schapen buitendijks laat grazen, maar ze op tijd voor vloed of hoge waterstanden binnenhaalt.

Schaduw

De zon staat voor het goede en positieve, maar de schaduw staat voor het negatieve. Wanneer iets een schaduw werpt over iets, zorgt het ervoor dat er een sombere sfeer ontstaat; het is een vervelende gebeurtenis die een negatief effect heeft. Dingen die nog te gebeuren staan, kunnen hun schaduw vooruitwerpen. Het is van tevoren al merkbaar dat er iets gaat gebeuren. Een enkele keer werpt een leuke gebeurtenis zijn schaduw vooruit, maar meestal zijn het sombere ontwikkelingen. Zoals licht staat voor aandacht, staat schaduw voor onzichtbaarheid, anonimiteit. Wanneer je in iemands schaduw staat, is de ander beter dan jij, waardoor je zelf minder opvalt. Maar als je uit iemands schaduw treedt, maak je daar een einde aan: je hoeft niet meer voor de ander onder te doen. En andersom kun je ook iemand in de schaduw stellen door hem te overtreffen.

Iemand aan de schandpaal nagelen

De schandpaal was een paal waaraan misdadigers vastgebonden werden, zodat iedereen hen kon zien en uitjouwen of bekogelen. En het kon nog erger: de misdadiger kon met zijn oren aan de paal gespijkerd worden, vandaar het nagelen in de uitdrukking. Wanneer je nu iemand aan de schandpaal nagelt, maak je hem in het openbaar te schande door zijn fouten bekend te maken.

Dat is schering en inslag

Deze uitdrukking komt uit de lakenindustrie. Schering is de benaming voor de draden die evenwijdig aan elkaar gespannen worden. Inslag is de term voor de draden die met een spoel dwars door de schering worden geweven. Schering en inslag is waar het bij het weven om draait, die twee zijn aan de orde van de dag. Daarom betekent dat is schering en inslag ‘dat komt heel vaak voor’. Tegelijk vertelt de uitdrukkingdat je datgene wat schering en inslag is, afkeurt.

Achter de schermen

Achter de schermen betekent hetzelfde als achter de coulissen, namelijk ‘op de achtergrond, onzichtbaar voor buitenstaanders’. De schermen zijn de coulissen: korte gordijnen aan weerszijden van het toneel. Achter die gordijnen wachten de spelers tot zij aan de beurt zijn om op te treden. En ruimer gezien ligt achter de schermen het gebied waar mensen als grimeurs, toneelknechten en kleedsters onzichtbaar hun werk verrichten.

Een schip met zure appelen

Een schip met zure appelen staat symbool voor iets onaangenaams dat dichterbij komt. De uitdrukking wordt vaak gebruikt om een naderende onweersbui mee aan te duiden: daar komt een schip met zure appelen. En soms wordt er een moeilijke periode mee bedoeld.

Schoen

De schoenen staan soms symbool voor de omstandigheden waarin iemand zich bevindt: als je in zijn schoenen stond hoe zou je dan handelen? Ik zou niet graag in zijn schoenen willen staan, zeg je als je iemand niet benijdt om de moeilijke situatie waarin hij zich bevindt. Schoenen moeten niet knellen. Als je weet waar de schoen wringt, dus waar hij te strak zit, dan weet je waar het probleem zit. Schuif je iemand iets in de schoenen, dan zorg je ervoor dat hij degene is die een probleem moet oplossen, of die de schuld krijgt. Misschien heeft dat te maken met een dief die een gestolen munt in de schoen van een ander schuift, om de verdenking van zichzelf af te wenden. Als je de stoute schoenen aantrekt, maak je je klaar om iets te doen wat je eigenlijk niet durft; stout betekent ‘dapper’. Iemand die stevig in zijn schoenen staat, laat zich niet zomaar van zijn stuk brengen, daarvoor staat hij te stevig. En iemand die naast zijn schoenen loopt, is verwaand. De herkomst van deze uitdrukking is niet bekend. Misschien heeft het ermee te maken dat trots vaak met een grote lichaamsomvang vergeleken wordt, en is iemand zo opgezwollen van verwaandheid dat hij niet meer in zijn eigen schoenen past.

Op de schopstoel zitten

Zit je op de schopstoel, dan is je positie niet zeker. De kans is grootdat je ontslagen of weggestuurd wordt. De schopstoel was een middeleeuws strafwerktuig waar de gestrafte op moest gaan zitten om vervolgens met op de rug gebonden handen de lucht in geslingerd te worden. Als klap op de vuurpijl werd hij ook nog eens uit de stad verbannen. Hij werd dus met grof geweld de stad uit geschopt.

Uit zijn schulp kruipen

Sommige mensen laten niet veel van zichzelf zien, uit angst om gekwetst te worden. Ze zijn als schaaldieren die veilig in hun schelp zitten, beschermd tegen de buitenwereld. Schulp is een nevenvorm van schelp. Als iemand dan toch uit zijn schulp kruipt, durft hij zijn verlegenheid te laten varen en zich bloot te geven.

Dat is geen sinecure

Het woord sinecure is via het Frans ontleend aan het Latijn. Het Latijnse sine cura betekent ‘zonder zorg’. Een sinecure was vroeger een gemakkelijk baantje waarvoor je betaald werd terwijl je bijna niets hoefde te doen. Als iets geen sinecure is, is het niet zo makkelijk als zo’n onbezorgd baantje. Sterker nog: het is behoorlijk moeilijk. Want dat is het effect van de stijlfiguur die in deze uitdrukking gebruikt is: de ontkenning werkt als een versterking van het tegenovergestelde.

Een slag in de lucht

Een slag in de lucht is een ruwe schatting, er liggen geen gemotiveerde calculaties aan ten grondslag. Het is alsof je maar een willekeurige slag in de lucht doet zonder iets te raken. Je slaat een slag naar iets.

Een slag om de arm houden

Als je iets zwaars moet takelen met een touw door een katrol, dan is het verstandig om het touw een paar keer om je arm te slaan, zodat het je niet zomaar uit de handen kan schieten. Zo’n slag om de arm is dus iets wat je voor de zekerheid doet. Iemand die een slag om de arm houdt, maakt een voorbehoud. En ook dat doet hij voor de zekerheid.

Een slippertje maken

Windsel van touwwerk dat niet houdt, maar losslipt, werd vroeger een slipper genoemd. Dat losslippen werd vervolgens als beeldspraak gebruikt voor ‘even aan het gezelschap ontsnappen; even ongeoorloofd afwezig zijn’, zoals in dit 19e-eeuwse citaat: ‘Ze zaten juist net te souperen en dat gaf hem occasie om eene slippert te maken, gelijk men nog wel op groote partijen doet’. Tegenwoordig betekent een slippertje maken ‘een kortstondige seksuele relatie met een ander dan de vaste partner hebben’.

Zijn snor drukken

Iemand die zijn snor drukt, probeert zich aan iets te onttrekken. Men zei ook wel zijn porem drukken; porem is Bargoens voor ‘gezicht’. Iemand die zijn porem drukt, houdt z’n gezicht laag in de hoop dat hij over het hoofd gezien wordt. De snor is een kenmerkend deel van het gezicht. Met zijn snor drukken wordt dan ook hetzelfde bedoeld als met zijn porem drukken.

Voor spek en bonen

Als je meedoet aan een wedstrijd zonder dat jouw prestaties meegeteld worden, of als je bij een gesprek zit waar je geen bijdrage aan kunt leveren, dan zit je er voor spek en bonen bij. Oorspronkelijk betekende voor spek en bonen dat je werkte zonder er geld mee te verdienen. Je kreeg alleen spek en bonen als beloning, een stevige maaltijd. Maar werk voor spek en bonen telt niet als échte baan. Daarom betekent de uitdrukking ‘zonder mee te tellen’.

Spijkers op laag water zoeken

Op scheepstimmerwerven was het vroeger gebruikelijk om bij laag water te zoeken naar spijkers die tijdens het werk in het water waren gevallen. Dit zoeken naar kleinigheden staat nu symbool voor ‘zoeken naar kleinigheden waarop je kritiek kunt hebben’. Iemand die spijkers op laag water zoekt, heeft altijd wel iets te zeuren.

Spoor

Sporen zijn de afdrukken en andere tekens die iets of iemand heeft achtergelaten. De politie doet sporenonderzoek om de dader op het spoor te komen. Maar als er geen spoor van hem te bekennen is, belandt het onderzoek op een dood spoor. Leiden de aanwijzingen wel in de richting van de dader, dan zit men op het goede spoor. Maar raakt men het spoor bijster dan is de kans op een goede afloop gering, tot grote spijt van het slachtoffer, dat nog dagelijks met de gevolgen van het misdrijf moet leven, want zoiets laat diepe sporen na.

Spuit elf geeft ook een straaltje modder

Wanneer iemand zich geroepen voelt om een bijdrage aan het gesprek te leveren, maar niet veel zinnigs te berde weet te brengen, kun je schamper opmerken: spuit elf geeft ook een straaltje modder, of kortweg spuit elf. Met spuit elf wordt een brandspuit bedoeld, het straaltje modder is een waardeloze bijdrage. Elf roept de associatie op met het gek-kengetal en bovendien wordt de indruk gewekt dat spuit elf niet als eerste ingezet wordt bij een brand, er zijn nog tien spuiten die eerder in actie komen.

Te hard van stapel lopen

De stapel is op scheepstimmerwerven de helling waarop schepen gebouwd of gerepareerd worden. Een schip dat te water gelaten wordt, loopt van stapel. Dat moet wel met beleid gebeuren, want als het schip te hard van stapel loopt, kan het kapseizen. Iemand die te hard van stapel loopt, is te voortvarend.

Steen en been klagen

Steen en been kwamen oorspronkelijk voor in de formule steen en been zweren. Dat betekende dat men een heilige eed aflegde op steen, een altaarsteen of een grafsteen, en been, de beenderen van een heilige. Doordat steen en been zweren een sterkere uitdrukking was dan gewoon zweren, kon steen en been opgevat worden als versterking. En zo wordt het in steen en been klagen gebruikt, want dat betekent ‘hevig klagen’. Ook kon het vroeger steen en been vriezen ‘heel erg vriezen’. Die uitdrukking kennen we nu niet meer, maar in Duitsland zegt men nog steeds es friert Stein und Bein (‘het vriest steen en been’).

Zijn stokpaardje berijden

Het stokpaardje, vroeger geliefd kinderspeelgoed, staat symbool voor een onderwerp waar iemand het graag en veel over heeft. Iemand die zijn stokpaardje berijdt is als een kind dat met zijn favoriete speelgoed speelt. De uitdrukking wordt ook zonder berijden gebruikt; je kunt zeggen dat is zijn stokpaardje als je bedoelt dat iets iemands favoriete onderwerp is.

Het loopt storm

Stormlopen was vroeger ‘een snelle en hevige aanval uitvoeren; de vijand bestormen’. Tegenwoordig zegt men dat het storm loopt als ergens veel mensen op afkomen. En ook in het verleden werd de uitdrukking al in deze betekenis gebruikt, zoals in Eline Vere van Louis Couperus: ‘Een dag, waarop het omstreeks dat uur storm liep van visites’.

Iemand op straat zetten

Iemand die op straat wordt gezet, wordt ofwel uit zijn huis gezet, of hij wordt ontslagen. In beide gevallen wordt hem de toegang tot een gebouw ontzegd waarin hij een belangrijk deel van zijn leven doorbracht.

Van streek zijn

Net als van de kaart zijn en buiten westen raken heeft van streek zijn met het navigeren op een schip te maken. Streek was hetzelfde als windstreek en als een schip streek hield, dan hield het een rechte koers aan: ‘Al heeft hy (de stuurman ) Son, noch Maen, noch Sterren in syn oogen Hy houd nochtans syn streeck’ (uit een 17e-eeuws gedicht). Iemand die van streek is, is dus eigenlijk van koers geraakt en dat wordt gebruikt als beeld voor ‘overstuur, in de war door een schok of verdriet’.

Aan de strijkstok blijven hangen

Bij de verkoop van droge waren – graan, zaad, kalk en dergelijke – die in maten werden afgemeten, werd een strijkstok gebruikt om de inhoud aan de bovenkant glad af te strijken. Degene die de strijkstok hanteerde, probeerde er dan voor te zorgen dat er iets aan de strijkstok bleef hangen, zodat hij ook een graantje mee kon pikken van de transactie. Als er iets aan de strijkstok blijft hangen, wil dat zeggen dat een tussenpersoon ongeoorloofd veel verdient aan een transactie. Het wordt vooral gezegd als liefdadigheidsinstellingen veel geld voor hun eigen organisatie gebruiken, in plaats van voor de eigenlijke hulp waarvoor het geld bedoeld is.

Een stuk in de kraag hebben

‘Te Koop 500 à 600 halve Stukken, inh. ongev. ± 600 – 700 Liter, direct leverbaar, breukvrij’, zo luidde een advertentie uit 1916. Een stuk was een ‘groot vat met alcoholische drank’. De kraag staat symbool voor de ‘keel’. Iemand die een stuk in de kraag heeft, heeft dus een grote hoeveelheid alcohol door zijn keel laten gaan.

De tand des tijds doorstaan

De tijd wordt voorgesteld als een beest met tanden dat overal aan knaagt. Iets dat de tand des tijds heeft doorstaan, is al oud, maar toch nog in goede staat. De tijd als een knagend dier is al een heel oud beeld, dat niet alleen in onze maar ook in andere culturen voorkomt. William Shakespeare heeft de beeldspraak gebruikt in zijn toneelstuk Measure tor measure (1604), waarin hij schreef over the tooth of time. Ook in Nederland werd de tijd in de 17e eeuw als een beest met tanden voorgesteld, bijvoorbeeld door Jacob Cats, die het over tanden van de jaren en tanden van de tijt heeft.

Iemand aan de tand voelen

Een gegeven paard moet je niet in de bek kijken, maar een paard dat je koopt kun je beter wél aan de tand voelen. De paardentand geeft namelijk een indicatie van de leeftijd van het paard. Tot het dier een jaar of zes is, heeft het diepe holtes in het wrijfvlak van de tanden. Bij oudere paarden zijn deze holtes verdwenen. Een paard dat aan de tand wordt gevoeld, wordt dus grondig geïnspecteerd. Wanneer je een persoon aan de tand voelt, voer je een gesprek met hem waarin je goed doorvraagt om dingen te weten te komen.

Dat slaat als een tang op een varken

‘Tsluijt als een tang op een verken’ staat genoteerd in een 16e-eeuwse spreekwoordenverzameling. En dat is een logischere vorm dan onze huidige uitdrukking, want wat men zegt is dat iets als een tang op een varken sluit (‘past’), en dat past natuurlijk helemaal niet. En ook in de 17e eeuw zei men nog ‘Het past, met wonder fraeye schijn, Ghelijck een tanghe op een swijn’. Sinds de 19e eeuw wordt de uitdrukking in de ons bekende vorm aangetroffen. De betekenis ‘dat slaat nergens op’ is door de uitdrukking heen gehusseld, zodat dat past als een tang op een varken veranderd is in dat slaat als een tang op een varken.

Op zijn teentjes getrapt zijn

Op je tenen getrapt worden kan pijnlijk zijn, maar het is niet bepaald het ergste wat je kan overkomen. Iemand die op zijn teentjes getrapt is, is beledigd om een kleinigheid. Sommige mensen zijn heel lichtgeraakt. Van zulke mensen zeg je dat ze gauw op hun teentjes getrapt zijn of lange tenen hebben.

Mag ik even een teiltje?

Iemand die om een teiltje vraagt, wil zeggen dat hij iets zo weerzinwekkend vindt dat hij ervan moet kotsen – een teiltje wordt vaak aan een zieke gegeven die te zwak is om naar de wc te gaan als hij moet braken. Het gaat dan niet om gruwelijke, bloederige beelden die hij niet kan aanzien, maar om dingen die iemand zegt of doet, die hij met zijn goede smaak niet kan verdragen, zoals clichés, vreselijk sentimentele uitspraken en nep-gedrag. De uitdrukking heeft grote bekendheid gekregen door Kees van Kooten en Wim de Bie.

Teugel

Degene die de teugels in handen heeft, is de baas. Hij bepaalt wat er gebeurt. Als hij de teugel kort houdt, geeft hij de ander weinig vrijheid. Iemand die het zat is om zo kort gehouden te worden, werpt de teugels af, hij weigert nog langer te gehoorzamen. Een verstandige leider laat daarom af en toe de teugels vieren, hij is dan minder streng dan anders. En als hij iemand de vrije teugel laat, geeft hij hem zelfs alle vrijheid om naar eigen inzicht te handelen.

Het tij keren

Normaal keert het tij vanzelf. Het tij is namelijk de wisseling van eb en vloed, daar kan de mens geen invloed op uitoefenen. Toch probeert men soms het tij te keren, dat wil zeggen dat men probeert om een bepaalde ontwikkeling tegen te gaan. Maar meestal is dat tevergeefs.

Over zijn toeren zijn

Iemand die over zijn toeren is, is erg van streek. Hij wordt vergeleken met een motor die op een te hoog toerental draait, omdat hij niet rustig en kalm blijft.

Tong

De tong speelt een belangrijke rol bij het spreken. Veel uitdrukkingen met tong hebben dan ook iets met praten te maken. De tongen komen los of dat brengt de tongen in beweging wordt er gezegd als er veel gepraat wordt; in het laatste geval wordt er vooral geroddeld. Roddel en achterklap worden ook verspreid als iemand over de tong gaat. Vooral mensen die een scherpe tong hebben weten veel kritische dingen over anderen te vertellen. En wie rap van tong is, praat snel en veel, hij is goed van de tongriem gesneden. Beloof je iemand dat je iets niet verder zult vertellen, dan kun je die belofte kracht bijzetten met de bewering dat je nog liever je tong afbijt dan zijn geheim te verklappen. Zonder tong is het immers lastig praten; daarom wordt aan iemand die niets zegt, gevraagd of hij zijn tong verloren is. En iemand die het achterste van zijn tong niet laat zien, zegt niet alles wat hij zou kunnen zeggen. Sommige woorden laat hij verborgen achter op zijn tong liggen.

De touwtjes in handen hebben

Wie de touwtjes in handen heeft, heeft de leiding; hij bepaalt wat er gebeurt. Hij is als de poppenspeler die zijn marionetten aan touwtjes laat bewegen zoals hij dat wil. Daarom wordt iemand die willoos opdrachten van een ander uitvoert, een marionet genoemd. Een variant van de uitdrukking is aan de touwtjes trekken.

In de tredmolen lopen

Het heeft iets deprimerends, een hamster die zich een ongeluk rent in een tredmolentje, zonder ooit een stap vooruit te komen. De gevangenen die vroeger in het tuchthuis in een tredmolen moesten lopen, werden daar ongetwijfeld evenmin vrolijk van. Een tredmolen was een door mens- of dierkracht aangedreven constructie die voor verschillende doeleinden gebruikt kon worden, bijvoorbeeld voor het dorsen of het karnen. Wie in de tredmolen liep, liep de hele dag door maar rondjes terwijl hij de molen aanduwde; een geestdodend werk. In de tredmolen lopen betekent dan ook ‘altijd hetzelfde saaie werk doen’, of ‘niet kunnen ontsnappen aan de sleur’.

Een rijdende trein

Een ontwikkeling die niet meer te stuiten is, of een koers die eenmaal ingeslagen is, wordt vergeleken met een rijdende trein. Je kunt op een rijdende trein springen, dat betekent dat je mee gaat doen aan iets wat al gaande is. Dat is gemakkelijk, want je hebt niet te maken met opstartproblemen, alles loopt al als een trein. De rijdende trein wordt echter ook vaak als drogreden gebruikt door managers die niet meer van de eenmaal ingeslagen koers willen afwijken uit angst om de boot te missen. Het is een rijdende trein, je kunt er niet meer af springen, is het adagium, ook al ziet iedereen met een beetje gezond verstand dat de trein in volle vaart op de ondergang af dendert.

Met stille trom vertrekken

Vrijwel alle manoeuvres van het leger gingen vroeger gepaard met tromgeroffel en trompetgeschal. Maar soms wilde men de aandacht juist niet vestigen op de verplaatsing van het leger. P.C. Hooft schreef in de 17e eeuw: ‘Hieren-binnen was ‘t Vendel des Heeren van Oosterwyk vergaart, en toogh naa de Tollesteeghpoort, met stille trom,’. Met stille trom betekent ‘zonder tromgeroffel’. Ook de stiekeme aftocht werd in stilte uitgevoerd, omdat de vijand er niets van mocht merken. Zo’n aftocht met stille trom werd gezien als een schande. De uitdrukking wordt ook al sinds de 17e eeuw figuurlijk gebruikt. Als iemand met stille trom vertrekt, gaat hij stilletjes weg. Hij wil voorkomen dat er aandacht aan zijn vertrek wordt besteed. Meestal is dat omdat hij zich ergens voor schaamt.

Iemand om de tuin leiden

Oorspronkelijk was de tuin een omheining. Pas later ging het ook ‘de ruimte binnen de omheining’ betekenen; dat wat wij nu tuin noemen. In de uitdrukking iemand om de tuin leiden staat de ruimte binnen de omheining symbool voor de waarheid. De waarheid die je door middel van een omheining verborgen wilt houden voor een ander. Als je iemand om de tuin leidt, leid je hem langs de omheining weg van de waarheid; je misleidt hem.