102
Misschien was het de zakelijke manier waarop Daneel dit zei; of misschien leek de dood na een leven van twintigduizend jaar niet zo'n grote tragedie meer, maar hoe dan ook, Trevize voelde geen zier medeleven.
'Sterven? Kan een machine sterven?'
'Ik kan ophouden te bestaan, meneer. U mag het noemen zoals u wilt. Ik ben oud. Geen enkel intelligent wezen in de Galaxis dat al leefde toen ik bewustzijn verwierf, is heden nog in leven; niets organisch, niets robotisch. Mijzelf ontbreekt het aan continuïteit.'
'Hoezo?'
'Er is geen fysiek deel van mijn lichaam, meneer, dat nooit vervangen is; niet een keer, maar talloze keren. Zelfs mijn positronisch brein is al vijf maal vernieuwd. Elke keer werd de inhoud van mijn vroegere brein tot de laatste positron op het nieuwe geëtst. Elke keer had dat nieuwe brein een grotere capaciteit en was het complexer dan de voorganger, opdat er ruimte was voor meer geheugen en voor een snellere beslissings- en dadenkracht. Maar . . .'
'Maar?'
'Hoe geavanceerder en complexer mijn brein werd, des te onstabieler werd het en het ging steeds sneller achteruit. Mijn huidige brein is honderdduizend keer zo gevoelig als het eerste en bezit tien miljoen maal diens capaciteit. Maar mijn eerste brein hield het ruim tienduizend jaar uit, het huidige is pas zeshonderd jaar en onmiskenbaar seniel aan het worden. Het brein is nu totaal gevuld met twintigduizend jaar van herinneringen. Ik kan me elk detail van die tijd volmaakt herinneren. Ik bespeur nu al dat ik veel trager dan vroeger tot een beslissing kom en nog veel sneller gaat mijn vermogen achteruit om over de hyperruimte heen geesten te manipuleren. Bovendien kan ik geen zesde brein meer ontwerpen. Verdere miniaturisatie stuit tegen de lege muur van het onzekerheidsprincipe en een vergroting van de complexheid zal tot vrijwel ogenblikkelijk verval leiden.'
Pelorat leek ten einde raad. 'Maar Daneel, Gaia kan het toch zonder jou verder afmaken. Trevize heeft voor Galaxia gekozen en dus ...'
'Maar dit proces heeft te lang geduurd, meneer,' zei Daneel zoals altijd emotieloos. 'Ik heb eerst moeten wachten tot Gaia geheel ontwikkeld was en er waren talloze onverwachte obstakels. Tegen de tijd dat er een menselijk wezen was gevonden, mijnheer Trevize - die de belangrijke beslissing kon nemen, was het al te laat. Geloof maar niet dat ik geen stappen heb ondernomen om mijn levensduur te verlengen. Ik heb mijn activiteiten bij stukjes en beetjes gereduceerd om mezelf voor noodgevallen te sparen. Toen ik niet langer meer op actieve maatregelen kon vertrouwen die de Aarde/Maan verborgen moesten houden, ging ik op passieve methoden over. Door de jaren heen heb ik de humanoïde robots die bij mij in dienst waren, een voor een naar huis geroepen. Hun laatste taak was alle referenties aan Aarde in de planetaire archieven te verwijderen. En zonder mij en mijn mederobots op volle sterkte, heeft Gaia niet het gereedschap, om binnen een bepaalde tijd Galaxia te vormen.'
'En dat wist je al toen ik mijn beslissing nam?' vroeg Trevize.
'Geruime tijd daarvoor, meneer,' zei Daneel. 'Gaia heeft het natuurlijk nooit geweten.'
'Maar wat is dan de zin van deze komedie geweest?' vroeg Trevize woedend. 'Wat voor nut heeft het gehad? Na mijn beslissing heb ik de Galaxis afgestruind, op zoek naar Aarde en naar wat ik dacht het geheim, niet wetende dat jij dat geheim was, en dat allemaal om mijn beslissing bevestigd te krijgen. Ik weet nu dat Galaxia absoluut essentieel is, maar het lijkt allemaal voor niets geweest. Waarom heb je Galaxis niet met rust kunnen laten, en mij?'
Daneel zei: 'Omdat ik, meneer, een vermoedelijke uitweg gevonden heb. Het is niet praktisch meer om mijn positronisch brein door een ander te vervangen. Ik moet het met dat van een mens versmelten: een menselijk brein dat niet gehinderd wordt door de Drie Wetten. Niet alleen krijgt mijn brein dan een uitbreiding van zijn capaciteit, maar ik krijg er ook totaal nieuwe capaciteiten mee. En daarom heb ik u hier gebracht.'
Trevize keek ontzet. 'Bedoel je dat je een menselijk brein in het jouwe wil zetten? Dat dat menselijke brein zijn individualiteit opgeeft zodat jij een twee-breinig Gaia krijgt?'
'Inderdaad, meneer. Dit zou me niet onsterfelijk maken, maar ik zou zo lang in leven kunnen blijven tot Galaxia gesticht is.'
'En daarvoor heb je mij hiernaar toe gehaald? Jij wilt mijn onafhankelijkheid van die Drie Wetten en mijn oordeel, en dat voor de prijs van mijn individualiteit? Nee!'
Daneel zei: 'Nog geen minuut geleden zei u dat Galaxia essentieel voor het menselijk welzijn was.'
'En al is dat zo, dan nog zou dat heel lang duren en ik wil graag mijn leven lang een individu blijven. Maar, aan de andere kant, als Galaxia snel tot stand komt, betekent dit een Galactisch verlies aan individualiteit. En mijn eigen verlies zou deel van een onvergelijkelijk veel groter verlies zijn. Ik peins er echter niet over om mijn individualiteit op te geven terwijl de rest van de Galaxis die mag behouden.'
Daneel zei: 'Het is dan zoals ik had vermoed. Uw brein zou niet goed met dat van mij samensmelten en het zou hoe dan ook een groter nut hebben als het zijn onafhankelijk vermogen om juist te oordelen behield.'
'Wanneer ben je van gedachten veranderd? Jij zei toch net dat je mij hiernaar toe hebt gebracht voor een samensmelting van breinen?'
'Dat is ook zo. En slechts door mijn deerlijk verminderde vermogens aan te spreken is me dat gelukt. Maar toen ik zei, "Daarvoor heb ik u hier gebracht" heb ik bewust het woord "u" gebruikt. En ik herinner u eraan dat dat woord "u" in het Standaard Galactisch evenzogoed enkelvoudig als meervoudig gebruikt kan worden. Ik refereer aan u allen.'
Pelorat verstijfde in zijn stoel. 'O ja? Vertel eens, Daneel, beschikt een menselijk brein dat met het jouwe versmelt ook over al jouw herinneringen? Al die twintigduizend jaren, terug tot in de tijden van de legenden?'
'Zeer zeker, meneer.'
Pelorat haalde diep adem. 'Dat zou de vervulling van mijn levenstaak zijn en dat is iets waar ik gaarne mijn individualiteit voor opgeef. Schenk mij alsjeblieft het privilege dat ik je brein mag delen.'
Trevize vroeg fluisterend: 'En Blits? Hoe zit het met haar?'
Pelorat aarzelde hooguit een seconde. 'Blits zal het begrijpen,' zei hij. 'En op de lange duur is ze beter af zonder mij.'
Daneel schudde zijn hoofd. 'Uw aanbod, Dr. Pelorat, is bijzonder genereus, maar ik kan het niet aanvaarden. Uw brein is al oud en het kan nog hooguit twee of drie decaden meegaan, zelfs als het bij het mijne is gevoegd. Ik heb iets anders nodig. Daar!' Hij wees en zei: 'Ik heb haar teruggeroepen.'
Blits kwam veerkrachtig en met een gelukzalige uitdrukking op hen af.
Pelorat kwam met een schok uit zijn stoel. 'Blits! O nee!'
'Wees niet bang, Dr. Pelorat,' zei Daneel. 'Ik kan Blits niet gebruiken. Dat zou mij met Gaia verenigen en ik moet onafhankelijk van Gaia blijven, zoals ik al heb uitgelegd.'
'Maar in dat geval?' vroeg Pelorat. 'Wie...'
En Trevize, kijkend naar de tengere gedaante die achter Blits aanrende, zei: 'De robot heeft al die tijd Fallom gewild, Janov.'