8
Nadat de twee politici waren vertrokken keek Raych naar Hari Seldon en streek over zijn snor. Het deed hem goed als hij zijn snor kon strelen. Hier in de Streelingsector droegen sommige mannen snorren, maar dat waren meestal dunne, verachtelijke dingen van een onbepaalde kleur; dunne, verachtelijke dingen, zelfs als ze donker van kleur waren. De meeste mannen hadden er helemaal geen en liepen rond met een naakte bovenlip. Seldon bijvoorbeeld, en dat was maar goed ook. Met zijn kleur haar zou een snor een karikatuur zijn geweest.
Hij bekeek Seldon aandachtig en wachtte tot hij zijn overpeinzingen staakte. Tot hij niet langer kon wachten: 'Pap!' zei hij.
Seldon keek op en zei: 'Wat?' Hij klonk enigszins geërgerd omdat zijn overpeinzingen waren verstoord, begreep Raych.
Raych zei: 'Ik geloof niet dat het verstandig was dat je die twee mannen hebt ontvangen.'
'O? Waarom niet?'
'Nou, die magere, hoe hij ook heette, was de knaap die je het op het veld lastig hebt gemaakt. Dat zal hij niet leuk hebben gevonden.'
'Maar hij heeft zijn excuses aangeboden.'
'Dat meende hij niet echt. En die andere vent, Joranum, die kan gevaarlijk zijn. Wat nou als ze wapens hadden gehad?'
'Wat? Hier binnen de universiteit? In mijn kantoor? Natuurlijk niet. Dit is Billibotton niet. Trouwens, als ze iets hadden geprobeerd had ik hen allebei aangekund. Met gemak.'
'Ik weet het niet, pap,' zei Raych weifelend. 'Je wordt...'
'Hou je mond, ondankbaar monster,' zei Seldon, terwijl hij vermanend zijn vinger ophief. 'Je lijkt je moeder wel. Ik heb genoeg van dat soort gepraat van haar. Ik word niet oud, of althans niet zó oud. Jij was er trouwens bij en jij bent bijna net zo'n goede twister als ik.'
Raych trok zijn neus op. 'Aan twisten he' je niks.' (Heb je niets. Raych hoorde het zichzelf zeggen en wist dat hij, zelfs nadat hij al acht jaar weg was uit het moeras van Dahl, nog steeds tot het Dahlse accent verviel, dat hem zondermeer bestempelde als een lid van de lagere klasse. En bovendien was hij klein, zo klein dat hij zich soms achtergebleven voelde... Maar hij had zijn snor en niemand behandelde hem ooit twee keer minzaam.)
Hij zei: Wat ga je aan Joranum doen?'
'Voorlopig niets.'
'Luister, pap, ik heb Joranum een paar keer op Trantorvisie gezien. Ik heb zelfs een paar van zijn toespraken opgenomen. Iedereen praat over hem, dus wilde ik wel eens zien wat hij te vertellen heeft. En weet je, hij heeft eigenlijk wel gelijk. Ik mag hem niet en ik vertrouw hem niet, maar hij hééft ergens wel een beetje gelijk. Hij wil dat alle sectoren gelijke rechten en gelijke kansen krijgen... en daar is toch niets mis mee?'
'Zeker niet. Elk beschaafd mens denkt er zo over.'
'Waarom is het dan niet zo? Vindt de keizer het ook? En Demerzel?'
'De keizer en de premier moeten zich met een heel Imperium bezighouden. Ze kunnen al hun inspanningen niet op Trantor zelf richten. Voor Joranum is het gemakkelijk om over gelijkheid te praten. Hij draagt geen verantwoordelijkheden. Als hij zich in een positie bevond waarin hij zou moeten regeren, zou hij erachter komen dat zijn pogingen enorm werden belemmerd door een Imperium van vijfentwintig miljoen planeten. En dat niet alleen, hij zou bij elk punt door de sectoren zelf worden tegengehouden. Ieder wil grote gelijkheid voor zichzelf... maar weinig gelijkheid voor anderen. Zeg eens, Raych, vind jij dat Joranum de kans zou moeten krijgen om te regeren, om te laten zien wat hij kan?'
Raych haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik vraag het me af. Maar als hij had geprobeerd iets tegen jou uit te halen, had ik aan zijn keel gehangen voordat hij zich twee centimeter had bewogen.'
'Dan is je loyaliteit jegens mij groter dan je zorg over het Imperium.'
'Zeker. Jij bent mijn vader.'
Seldon keek Raych teder aan, maar achter die blik voelde hij een spoor van onzekerheid. Hoe ver kon Joranums bijna hypnotische invloed gaan?