4
Raych kwam in zijn handen blazend binnen. 'Ik sta er achter dat het weer bewust afwisselend wordt gehouden. Je wilt toch niet dat alles onder een koepel altijd hetzelfde is. Maar vandaag hebben ze het een beetje tè koud gemaakt en hebben ze bovendien de wind laten aanwakkeren. Ik vind dat het tijd wordt dat iemand over de weercontrole klaagt.'
'Ik weet niet of het de schuld van de weercontrole is,' zei Seldon. 'Het wordt in het algemeen steeds moeilijker om alles in de hand te houden.'
'Ik weet het. Slijtage.' Raych streek met de rug van zijn hand over zijn dikke, zwarte snor. Dat deed hij vaak, alsof hij nooit helemaal de paar maanden had kunnen vergeten die hij zonder snor in Wye had doorgebracht. Hij was ook iets dikker rond zijn middel geworden en in het algemeen zag hij er nu veel voller en welgedaner uit. Zelfs zijn Dahlse accent was iets vervaagd.
Hij trok zijn dunne jas uit en zei: 'En hoe gaat het met de ouwe jarige job?'
'Ik walg ervan. Wacht maar, wacht maar, jongen. Een dezer dagen vier jij je veertigste verjaardag. We zullen zien hoe leuk je dat vindt.'
'Niet zo leuk als zestig.'
'Maak er geen grapjes over,' zei Manella, die Raych' handen stond warm te wrijven.
Seldon spreidde zijn eigen handen uit. 'We doen het verkeerd, Raych. Jouw vrouw vindt dat al dat gepraat over mijn zestigste verjaardag Wanda aan het denken heeft gebracht over de mogelijkheid dat ik doodga.'
'Echt?' zei Raych. 'Dat was dus de reden. Ik was even bij haar binnengegaan en voordat ik ook maar een woord kon zeggen, vertelde ze me meteen dat ze een nare droom had gehad. Ging die erover dat je doodging?'
'Kennelijk,' zei Seldon.
'Nou, daar komt ze wel overheen. Nare dromen kun je niet tegenhouden.'
'Zo gemakkelijk stap ik er niet overheen,' zei Manella. 'Ze zit erop te broeden en dat is niet gezond. Ik wil het tot de bodem uitzoeken.'
'Wat je zegt, Manella,' zei Raych instemmend. 'Je bent mijn lieve vrouw en alles wat je zegt - over Wanda - gebeurt.' En weer streek hij over zijn snor.
Zijn lieve vrouw! Het was niet zo eenvoudig geweest om haar tot zijn lieve vrouw te maken. Raych herinnerde zich nog hoe zijn moeder daarover dacht. Over nachtmerries gesproken. Hij was degene geweest die regelmatig nachtmerries had waarin hij de woedende Dors Venabili weer onder ogen moest komen.