24
De jongeman kwam om precies vier uur T.S.T. (Trantoriaanse Standaard Tijd) binnen. Seldon glimlachte. Hij hield van mensen die punctueel waren. Hij legde zijn handen op zijn bureau en maakte aanstalten om overeind te komen, maar de jongeman zei: 'Alstublieft, professor, ik weet dat u een slecht been hebt. U hoeft niet op te staan.'
Seldon zei: 'Dank je, jongeman. Maar dat betekent niet dat jij niet kunt gaan zitten. Ga je gang, alsjeblieft.'
De jongeman deed zijn jasje uit en ging zitten.
Seldon zei: 'Neem me niet kwalijk... maar toen we elkaar ontmoetten en deze afspraak maakten, vergat ik je naam te vragen. Die luidt...?'
'Stettin Palver,' zei de jongeman.
'Ah. Palver! Palver! Die naam komt me bekend voor.'
'Dat kan kloppen, professor. Mijn grootvader schepte er vaak over op dat hij u heeft gekend.'
'Je grootvader. Natuurlijk. Joramis Palver. Hij was twee jaar jonger dan ik, als ik het me goed herinner. Ik probeerde hem over te halen samen met mij aan de psychohistorie te werken, maar dat wilde hij niet. Hij zei dat hij nooit genoeg wiskunde zou kunnen leren om dat te kunnen. Jammer! Hoe gaat het trouwens met Joramis?'
Plechtig zei Palver: 'Ik ben bang dat Joramis de weg op is gegaan die zo veel oude mensen meestal gaan. Hij is dood.'
Seldon huiverde. Twee jaar jonger dan hij en hij was... dood. Een oude vriend en ze hadden het contact zo grondig verloren dat toen de dood kwam, het gebeuren geheel aan hem voorbij was gegaan.
Even bleef Seldon zitten, tot hij uiteindelijk mompelde: 'Het spijt me dat te horen.'
De jongeman haalde zijn schouders op. 'Hij heeft een goed leven gehad.'
'En jij, jongeman, waar ben jij opgeleid?'
'De Langano-universiteit.'
Seldon fronste zijn voorhoofd. 'Langano? Verbeter me als ik me vergis, maar dat is toch niet op Trantor?'
'Nee, ik wilde eens een andere wereld proberen. Zoals u ongetwijfeld heel goed zult weten zijn de universiteiten op Trantor allemaal overvol. Ik wilde een plek vinden waar ik in alle rust kon studeren.'
'En wat heb je gestudeerd?'
'Niets bijzonders. Geschiedenis. Niet iets waar je een goede baan mee kunt krijgen.'
(Weer een huivering, nog erger dan zoeven. Dors Venabili was historicus geweest.)
Seldon zei: 'Maar nu ben je terug op Trantor. Waarom is dat?'
'Kredieten, banen.'
'Als historicus?'
Palver lachte. 'Geen kans. Ik bedien een apparaat dat duwt en trekt. Niet bepaald iets waar ik voor geleerd heb.'
Seldon keek Palver met enige afgunst aan. De contouren van Palvers armen en borst werden benadrukt door de dunne stof van zijn hemd. Hij was flink gespierd. Seldon was zelf nooit zo gespierd geweest. Hij zei: 'Ik neem aan dat je op de universiteit in de boksploeg zat.'
'Wie, ik? Nooit. Ik ben een twister.'
'Een twister!' Seldon klaarde meteen op. 'Kom je van Helicon?'
Met enige verachting zei Palver: 'Je hoeft niet van Helicon te komen om een goede twister te zijn.'
Nee, dacht Seldon, maar daar komen wel de beste vandaan. Toch zei hij niets.
Hij vervolgde daarentegen met: 'Nou, je grootvader wilde niet samen met mij werken. Hoe zit het met jou?'
'Psychohistorie?'
'Toen ik je voor het eerst ontmoette hoorde ik je met de anderen praten en zo te horen plaatste je heel intelligente opmerkingen over psychohistorie. Zou jij dan bij me willen komen werken?'
'Zoals ik zei, professor, ik heb een baan.'
'Duwen en trekken. Kom, kom.'
'Het betaalt goed.'
'Kredieten zijn niet alles.'
'Ik verdien er heel wat. Maar u kunt me niet veel betalen. Ik ben er vrijwel zeker van dat u gebrek aan kredieten hebt.'
'Waarom zeg je dat?'
'Ik raad het zo'n beetje, denk ik. Maar vergis ik me?'
Seldon drukte zijn lippen strak op elkaar en zei: 'Nee, je vergist je niet en ik kan je niet veel betalen. Het spijt me. Ik denk dat daarmee ons gesprek beëindigd is.'
'Wacht, wacht, wacht.' Palver stak zijn handen op. 'Niet zo haastig, alstublieft. We hebben het nog steeds over psychohistorie. Als ik voor u werk brengt u me de psychohistorie bij, niet?'
'Natuurlijk.'
'Dan zijn kredieten inderdaad ook niet alles. Ik doe u een voorstel. U leert me zo veel over psychohistorie als u weet en u betaalt me wat u kunt, dan zie ik wel hoe ik me red. Wat vindt u daarvan?'
'Prachtig,' zei Seldon uitgelaten. 'Dat klinkt fantastisch. Nog één ding.'
'O?'
'Ja. De afgelopen weken ben ik twee keer aangevallen. De eerste keer kwam mijn zoon me te hulp, maar die is intussen naar Santanni vertrokken. De tweede keer gebruikte ik mijn wandelstok, die een met lood gevulde kop heeft. Dat werkte, maar ik werd voor een politierechter gesleept en van mishandeling beschuldigt...'
'Waarom vonden die aanvallen plaats?' onderbrak Palver hem.
'Ik ben niet populair. Ik heb al zo lang de val van het Imperium gepredikt, dat nu het zover is, ik er de schuld van krijg.'
'Ik begrijp het. Maar wat heeft dat allemaal te maken met dat ene dat u nog wilde zeggen?'
'Ik wil dat je mijn lijfwacht bent. Je bent jong, je bent sterk en je bent vooral een twister. Je bent precies wat ik nodig heb.'
'Ik denk dat dat wel kan worden geregeld,' zei Palver met een glimlach.