17

Magda Soeting zette drie bekers chocolademelk op tafel. Haar man had nog geen woord gezegd. Magda schraapte haar keel en zei: “U werkt toch bij de krant? We hebben er niets over gelezen.”

Tanja legde uit dat zij niet voor de provinciale krant werkte, maar teksten en reportages leverde aan landelijke bladen. “U zult wel gedacht hebben: wat een brutaal kreng dat ze zomaar die flat binnengaat, maar ik ben nu eenmaal journaliste.”

“Ik vond het inderdaad nogal ongepast,” zei Alex. “Maar ik heb niets aangeraakt, hoor,” zei Tanja geruststellend. Ze had al besloten niemand iets over haar foto’s te vertellen. “We kunnen het allemaal best aan meneer Vosmeer van de recherche overlaten.”

“Dat dacht ik ook eerst,” zei Alex. “Nu zie ik dat anders.” Tanja keek hem verbaasd aan.

“Ik moet zeggen dat het ons tegenvalt,” nam Magda het initiatief van hem over. “Hoe de politie met mensen omgaat, bedoel ik. Wij hadden hier dus die agent over de vloer en die vroeg ons het hemd van het lijf. Hij was heel aardig, daar niet van, maar je zou je bijna schuldig gaan voelen omdat je je ongerust hebt gemaakt over het lot van je buurman. Het leek wel of we zelf werden verdacht.”

“En wat WIJ naar voren brachten, daar werd niet op gereageerd,” bitste Alex. “Wat bedoelt u, meneer Soeting?”

“Zeg jij het maar,” mompelde hij.

“Toen die agent hier dus al die vragen zat te stellen, moest ik ineens denken aan iets wat me vóór die moord door het hoofd ging,” zei Magda, “hoewel ik nog steeds niet weet of ‘t wel iets te betekenen heeft.”

“Wat was dat dan?” vroeg Tanja nieuwsgierig.

“Ik ging boodschappen doen, vrijdagmorgen, en toen haalde ik onze auto uit de garage. En daar rook ik toen zo’n vreselijk smerige afgewerkte benzinelucht.” Tanja knikte en trok haar wenkbrauwen op. “En?”

“Ik heb het aan die agent verteld, maar die haalde zijn schouders op. Niets meer over gehoord.”

“Maar waarom zou dat belangrijk kunnen zijn?” Ze keek Tanja aan, stomverbaasd dat een journaliste het niet in een keer begreep.

“Nou! De garage naast die van ons is wèl die van Celina Deemoed.”

“U bedoelt…”

“Precies. Een benzinelucht terwijl ze op vakantie is…”

“Wilt u beweren dat ze misschien niet echt in het buitenland zit?”

“Nog sterker,” zei Alex Soeting. “Misschien heeft zij het wel gedaan. Mooie dekmantel toch, als iedereen denkt dat je in Frankrijk zit? Wie weet wat die ouwe snoeper allemaal van haar wilde…”

“Alex! Ben je gek geworden of zo!”

Magda klonk vinnig, maar Tanja pakte haar opschrijfboekje en maakte een notitie.

“Ik ga nog even op 291 kijken,” zei ze. “Bedankt voor de chocolademelk.”