30

Aan de muur tegenover een batterij postvakken was een rij kastjes bevestigd. Lode Zieuwent toverde een moedersleutel tevoorschijn. Hij draaide de locker van Celina Deemoed open, keerde zich om en liep weg.

Het was een kastje met een deurtje van nog geen twaalf bij twaalf centimeter. Net genoeg om je sleutelbos in te bewaren, dacht Leendert, een kinderlocker. Hij grijnsde om de woordspeling en fronste teleurgesteld zijn voorhoofd toen het kastje zijn inhoud prijsgaf. Een doosje inlegkruisjes, een zakje tampons en een splinternieuwe docentenagenda voor het komende schooljaar.

“Dank u wel,” zei hij beleefd. “Niets bijzonders, dus.”

“Sjonge,” zuchtte de rector. “De vijfde september hebben wij beginvergadering. Dat zal me een commotie geven!” Hij gaf Leendert een hand. “Ik moet aan het werk,” zei hij verontschuldigend. “Ik stel direct een advertentie op met een passende tekst, iets waarin de democratische…het eigentijds karakter van onze school goed naar voren komt.”

“U zou me nog vertellen met welke collega’s Celina Deemoed bevriend was.”

“Daar weet ik zelf niet veel van, dat kunt u het best aan meneer Zieuwent vragen. Hij weet werkelijk alle ins en outs van collega’s die met elkaar omgaan of die elkaar juist niet mogen. Maar hij is nu met onze bedrijfswagen naar Office Centre. Ik zal hem ernaar vragen.” Leendert gaf zijn kaartje af. “Graag. Het kan erg belangrijk zijn.”

Leendert Vosmeer verliet het schoolgebouw met het merkwaardige gevoel dat de rector hem met een kluitje in het riet had gestuurd. Maar tegen vijven belde Jonkman op. Hij had twee namen voor hem: Inge Lansier, een collega uit de vakgroep Lichamelijke Oefeningen, en Toos Gregorius van de sectie Engels. De eerste zat met haar man en zoontje op een camping van een ‘Vrije Boer’ in Oudesluis. Het telefoonnummer had hij ook. Hij had Inge Lansier al op de hoogte gesteld en ze was geschokt, maar bereid de recherche alles te vertellen wat ze van Celina wist. Van Toos Gregorius kon Jonkman alleen melden dat ze de vakantie bij haar ernstig zieke moeder in Amsterdam doorbracht. Met wat geluk beschikte Inge over het adres…