36
Dinsdag 7 augustus.
“Een onverwachte ontwikkeling, collega’s,” zei Meulmeester. “En een die ons opzadelt met een uiterst delicate kwestie!” Hij stond naast een flap-over en maakte zich op de namen daarop een voor een te bespreken.
“Eerst een waarschuwing. Zorg ervoor dat je niet door de pers tot uitspraken of het noemen van namen wordt verleid. Dat zou dodelijk zijn voor het onderzoek!” Zijn toon was luid en duidelijk en Leendert Vosmeer vroeg zich af of hij dit soms als een persoonlijke boodschap bedoelde. Meulmeester keek hem strak aan toen hij het zei. Hij had spijt van zijn ontboezemingen tegenover Tanja Maaslant. Hij had dingen aan haar verteld waarover zijn chef zojuist een veto had uitgesproken en hij kende Tanja nog te kort om er zeker van te zijn dat ze haar mond zou houden of dat ze delen van deze gevoelige materie in de publiciteit zou brengen. Hij zuchtte diep. Ik moet haar zien, dacht hij. Zo snel mogelijk. Hoewel, een nieuwe discussie met Tanja over dit onderwerp zou zo ongeveer neerkomen op een wandeling door een mijnenveld. Met moeite richtte hij zijn aandacht weer op de hoofdinspecteur.
“Allereerst is daar de wethouder van openbare werken, Richard De Veth van Steenis, 58 jaar. Politieke figuren die in chantabele omstandigheden terechtkomen, grijpen gewoonlijk de eerste de beste doofpot die voorhanden is. Verwacht dus niet dat meneer de wethouder meteen het achterste van zijn tong laat zien, hij zal vooral aandringen op stilte. We nemen aan dat de chantagepraktijken van Joost Duijker voor iemand een motief waren om hem het zwijgen op te leggen. Maar…wat we nu in handen hebben is niet meer dan een concept! Het is geen kopie van een echte brief. Wat ik wil weten is of De Veth van Steenis al daadwerkelijk gechanteerd werd en zo ja, waar hij was en wat hij deed op het tijdstip van de moord.” Niemand onderbrak hem.
“De tweede levensgenieter die op de foto is gegaan is de heer Jeroen Breetvelt, 38 jaar, directeur en grootaandeelhouder van North Sea Offshore Services BV, een miljoenenbedrijf met grote belangen in de zeehaven. Ook voor hem zat er een concept van een chantagebrief in Duijkers dossiers. Dan is daar bouwondernemer Huig de la Rey, 40 jaar, medeeigenaar van Solid Building BV, een onderneming gespecialiseerd in aanleg en onderhoud van containerterminals.” Hij zweeg even en nam een slok koffie. Hij was de enige die uit een plastic bekertje dronk. Alle anderen hadden een eigen mok.
“Het is niet zo interessant wat deze heren in hun vrije tijd doen, of met wie. Maar juist het feit dat ze als trio zijn gekiekt…”De hoofdinspecteur werd onderbroken door openlijk gegrinnik en gegniffel. Meulmeester keek verbaasd om zich heen. De humor leek hem te ontgaan. “Ik merk dat jullie het doorhebben. Over niet al te lange tijd wordt hier de haven uitgebreid en dat is niet zomaar een plaatselijk project. Het heeft regionale en zelfs internationale implicaties. Er zijn aanbestedingen mee gemoeid waarin bedragen van zes nullen en meer over elkaar heenrollen. De wethouder raakt stinkend in de nesten zodra bekend wordt dat hij seksuele avonturen beleeft in actieve samenwerking met twee kandidaten aan wie hij straks een miljardenkarwei gaat toewijzen.” Hij keek vragend naar Leendert.
“Geheime bergplaats!” articuleerde zijn collega geluidloos. “Nog één punt waar we op moeten letten,” vervolgde de hoofdinspecteur. Hij gebaarde dat hij Leenderts mimiek begreep. “De geheime bergplaats die Barend Kolfschoten heeft ontdekt is alleen aan de politie bekend. De drie heren waarover ik sprak hebben er waarschijnlijk geen idee van dat wij van de chantage op de hoogte zijn. Ik wil dat zo houden, hoewel ze brand zullen ruiken als wij laten merken dat wij een connectie vermoeden tussen de moord op Duijker en hun persoon. Laat ze dus bij voorkeur zelf over de chantage beginnen. En wat de link van Duijker naar Deemoed betreft: die houden we ook nog even stil.”
Hij keek de kring rond en wachtte even. Miranda van Bohemen stak als een schoolmeisje haar vinger op. “Er zat in die bergruimte een envelop met een smak contant geld, allemaal dezelfde biljetten.”
“Klopt, ja. Een bedrag van tienduizend euro.”
“Volgens mij heeft iemand Duijker dan al betaald.”
“Goed. Barend? Heb jij die biljetten in je vingers gehad?”
“Alleen de buitenrand, met latex. Ik kon ze anders niet tellen, natuurlijk.”
“Goed, ontferm jij je over de envelop met inhoud, Miranda. Zoek uit wie dat bedrag heeft uitgeteld.” Meulmeester stelde haar inbreng duidelijk op prijs en groeide zichtbaar in zijn rol als organisator. “Dan nog de kwestie van het ‘wie en waar’ van de foto’s. De prentjes zijn niet door een amateur gemaakt. Miranda?”
“Het is heel interessant,” zei Miranda, “De negatieven in de dossiermap van Joost Duijker blijken die van de bewuste seksfoto’s te zijn, maar hij heeft die foto’s niet zelfgemaakt, denk ik. Het zijn professionele opnames. Er is met twee lampen en zelfs met een reflectieparaplu gewerkt. Het merkwaardige is wel dat de afdrukken doodgewoon via de nabestelservice van Het Kruidvat zijn gedaan. Alleen staat er een valse naam op de envelop…”Ze raadpleegde haar aantekeningen. “J. de Groot, Paul Krugerstraat 148. Dat is het adres van Stomerij Aquarette. Ze kennen daar geen meneer De Groot. Aardig bedacht, want iedereen die een afgiftestrookje kan laten zien krijgt de foto’s gewoon mee, ongeacht de naam die erop staat.”
“In de flat van Duijker is geen camera gevonden, laat staan paraplu’s en spots!” zei Barend. “Volgens zijn zoon fotografeerde hij aardig, uit een soort onderontwikkelde hobby. Hij zou er wat meer aan gaan doen na zijn pensionering. Wie heeft ze dan wel gemaakt?”
“Geen idee,” zei Meulmeester. “Ik kan alleen iets over de plaats zeggen. De fotograaf werkte op locatie. Het interieur is herkend door Marko Doets van de geüniformeerde dienst. Hij heeft een maand of twee geleden de vergunning van nachtclub La Dolce Vita aan de Nieuwendijk gecontroleerd en toen alle hokjes en kamertjes bekeken in verband met de brandveiligheid. We zijn wezen kijken – het klopt. De exploitant wil echter over de identiteit van de fotograaf geen uitsluitsel geven.”
Leendert Vosmeer en Stef de Vreede begonnen vrolijk te lachen.
“Dat hoeft ook niet,” grinnikte De Vreede. “We weten allemaal dat we dan bij Robert van der Waal moeten zijn. Die werkt regulier bij Foto Schepping in de Walstraat, reportages en zo, maar in zijn eigen tijd is hij ook freelancer, als je begrijpt wat ik bedoel…”
“Lang leve jullie lokale kennis. Daar kan geen databank tegenop,” vond Meulmeester. “Zoek dat verder uit, Leendert. En voel ook die broer van Deemoed aan de tand. Haal je hem hierheen voor een verhoor?”
“Dat lijkt me niet nodig. Ik heb hem opgezocht. Ik kan geen tegenstrijdigheden in zijn verklaringen ontdekken en hij heeft er geen benul van dat Duijker in de flat van zijn zus spioneerde. Dat hij geen alibi heeft hoeft niet te betekenen dat hij schuldig is…”
“Akkoord. Van der Waal dan…het gaat mij er niet zozeer om wat die vent loopt te beunhazen, maar ik wil weten hoe zijn negatieven bij Duijker terechtgekomen zijn. Een beroepsfotograaf laat geen negatieven slingeren en geeft die nooit uit handen zodat iemand anders een nabestelling kan plaatsen. Ik wil trouwens voorstellen om de negatieven flink vergroot af te drukken en dan de details te bestuderen.”
“Zullen we de pikante finesses dan maar afplakken?” vroeg Miranda.
Opnieuw klonk er gelach in het vergaderzaaltje op de bovenste verdieping van het politiebureau. Het gehinnik van De Vreede schalde boven alles uit.
“Kom, dame en heren, een beetje serieus alstublieft,” vervolgde Meulmeester, “nog even uw aandacht voor het volgende. De commissaris loopt te pushen dat hij snel resultaat wil zien en dat er niets uit mag lekken als blijkt dat er, wat hij noemt, ‘notabelen’ bij de zaak betrokken zijn. Als we meer assistentie nodig hebben kunnen we er zo tien, twaalf mensen bij krijgen. Onze korpsbeheerder, de burgemeester dus, begint ongetwijfeld te koeren als de reputatie van zijn favoriete wethouder in het geding komt. Kortom: we moeten harder ons best doen en nog zorgvuldiger te werk gaan.”
“We staan toch verdomme niet onder curatele!” riep Leendert nijdig. Hij griste zijn papieren van de tafel en beende geagiteerd de kamer uit. “Wat is er met hem?” vroeg Stef de Vreede verbaasd.