40

Tanja opende de deur. Ze zag er fris en aantrekkelijk uit in haar vlotte blouse en spijkerrok. Met een blijde lach nam ze de fles Merlot Pont D’Artagnan 2002 van hem aan. Vorig jaar had hij daar vier dozen van gekocht, via de personeelsvereniging, met korting. Leendert Vosmeer had weinig verstand van wijn en hanteerde eigenlijk maar één criterium: lekker of niet. En als een bepaald merk goed smaakte kon je er beter maar een paar dozen tegelijk van kopen, vond hij. Tanja had vanmiddag toen ze net na half zes thuiskwam eerst de foto’s van Joost Duijker en Celina Deemoed op een stapel gelegd en boven op de kast gedeponeerd. Daarna had ze de tafel gedekt en was ze aan het eten begonnen. De sfeer was ontspannen. Boven de kipfilets met een gemengde salade kwamen ze natuurlijk toch over Joost en Celina te spreken.

“Denk jij dat die twee wel eens samen gegeten hebben?” vroeg Tanja.

“Ja. We hebben een foto gevonden. Ze zaten gezellig samen bij Solskin mosselen te eten met een brochure over Curacao op tafel. Hij vond haar aardig en zag misschien wel meer in haar dan gewoon een buurvrouw, maar volgens Winston koesterde hij alleen vaderlijke gevoelens. Celina viel trouwens alleen op jonge kerels. Winston was daar heel stellig in en Toos Gregorius, haar collega, bevestigde dat.”

“Wat hebben jullie verder nog ontdekt?”

“Tanja…ik weet niet wat ik wel en wat ik niet mag vertellen. Philip Meulmeester, dat is mijn chef, maakt aan één stuk door toespelingen over informatie naar de pers. Het lijkt wel of hij die pijlen exclusief op mij richt…”

“Dat zou ik niet pikken, als ik jou was!”

“Ik ben hem wat verschuldigd. Na het ongeluk van Julia heeft hij me heel goed opgevangen en wat het werk betreft echt uit de wind gehouden. Dat hoefde hij niet te doen. Hij vaderde zo’n beetje over ons, ook al is hij maar een jaar of vier ouder dan ik. Julia heeft haar vader nooit gekend; ze genoot wel van die aandacht. Meulmeester is zelf een paar jaar geleden gescheiden en in die tijd heb ik hem zo’n beetje opgevangen. Toen hij merkte dat ik weer gretig werd stopte hij me vol met werk. Ik heb in die tijd zelfs taken van hem overgenomen, want hij was van de trap gelazerd en liep met een arm in het gips.”

“Het zal allemaal best,” zei Tanja. “Maar je weet dat ik intussen een speciale belangstelling voor Celina heb gekregen. Na een jeugd als de hare gunde ik haar echt het grote geluk. Een vent die goed voor haar was. Kinderen.”

“Dat wilde ze niet. Ze wilde geen vaste vriend en ook geen kinderen. Maar een vent had ze intussen wel gevonden.”

“O ja?”

Leendert vertelde van de collega met de caravan en hoe ze elkaar via een advertentie hadden leren kennen. “We proberen hem op te sporen aan de hand van een contactadver…” Hij zweeg plotseling. Tanja glimlachte. “Dat kun je toch aan je assistent overlaten?”

“Maar – we hebben een losse pagina in het dossier!” riep Leendert uit. “Een verfrommeld stukje krant waar een vierkantje uitgeknipt was.”

Hij schoof schielijk zijn stoel achteruit en holde de kamer uit. “Even wat uit mijn wagen halen,” riep hij. Niet veel later kwam hij binnen met de dossiers van Duijker. Hij haalde de verkreukelde pagina van Het Onderwijsblad uit de map en keek nog eens goed. “Kijk. Uit één kolom is een blokje weggeknipt.”

“Hoe vaak komt zo’n blad uit?” vroeg Tanja. “Eens in de twee weken? Een keer per maand? Je moet kunnen achterhalen wat er op die plaats gestaan heeft!”

“Morgen zoek ik het uit. Ik wil eerst iets rechtzetten.” Hij ging weer aan de gedekte tafel zitten en prikte een stukje kip aan zijn vork. Ze keek hem vragend aan.

“Bij ons vorige gesprek hadden wij het over censuur.”

“Hhmm,” humde ze, ten teken dat ze het begreep. “Ik snap nu beter wat je bedoelde, want ik krijg nu zelf min of meer de opdracht, van hogerhand zal ik maar zeggen, dat ik mijn mond moet houden! Ze verpakken het heel netjes in de mededeling dat ik toch vooral zorgvuldig en discreet moet werken. Er mag niets uitlekken omdat er misschien hoge heren bij betrokken zijn. Dat is zo verschrikkelijk arrogant en hypocriet. Ik werk altijd zorgvuldig. Ik ben altijd discreet.”

“Waarom maakt het je dan nijdig?”

“Omdat die dikke patsers, de bouwondernemers en zo’n schijnheilige, vreemdgaande wethouder hun gang mogen gaan en omdat wij, hardwerkende en eerlijke dienders, de rotzooi op mogen ruimen en er per se onze mond over moeten houden.”

“Nu je dit hebt verteld wil ik de rest ook weten.” Tanja liep naar de open keuken en klikte daar de espressomachine aan. Ze kwam de kamer weer in, ging op de bank zitten en sloeg haar benen over elkaar. Leendert stond zich midden in de kamer onhandig aan haar lange benen te vergapen.

Wat is ze mooi, dacht hij. Ze tikte met haar hand op de lege plaats naast zich. Als een braaf schoolventje ging hij zitten. Zonder verder een woord te spreken vonden hun lippen elkaar. Hij streelde met zijn hand door haar donkerblonde haar en merkte met een warm gevoel van opgewondenheid dat dit het geschikte moment was. Tanja kroop tegen hem aan en streelde met haar wijsvinger over zijn kin. “Ik heb gehoord dat ze je ‘Sneetje Vosmeer’ noemen,” fluisterde ze met haar mond in zijn haar.

“Ze doen maar,” bromde zijn diepe stem in haar oor. Zijn vingers gleden langs haar taille en zodra hij zijn hand vol op haar rug kon leggen trok hij haar vast tegen zich aan. Ze sloeg een been over hem heen en schoof gemakkelijk op zijn schoot. Haar tong drong zijn mond binnen, haar vingers woelden door zijn haar. “Kom,” zei ze, “we zitten hier te kijk.” Leendert schopte zijn schoenen uit en volgde haar de trap op. Met rappe stapjes snelde ze voor hem uit naar boven. Zijn ogen deden zich te goed aan de verleiding van de sierlijk gespannen vormen in de spijkerrok. Zijn overhemd belandde ergens halverwege op de treden van de trap. Maar toen Tanja haar blouse en het lichtblauwe jeansrokje had uitgedaan en zich languit op haar bed liet vallen gebeurde er iets vreemds. Leunend op een elleboog streelde hij haar blote buik. Ze keken elkaar zwijgend aan. Toen hij zich voorover boog om haar te kussen leek haar gezicht te veranderen. Het haar werd steeds donkerder tot het een diepzwarte tint bereikte. Haar wenkbrauwen werden dunner, haar mond voller, haar ogen lichter. Hij sperde zijn ogen wijd open en staarde haar aan. “Wat is er?” zei ze, geschrokken door de verwarde blik in zijn ogen.

“Julia, Julia,” fluisterde hij.

Een hevige paniek zoefde door hem heen. Bruusk gooide hij zijn benen opzij en ging met zijn rug naar haar toe op de rand van het bed zitten. Tanja kroop overeind en sloeg haar armen om hem heen. Hij voelde de kanten randjes van haar beha tegen de huid van zijn rug. “Wat gebeurt er, Leendert?”

Hij slikte. Hij spreidde zijn vingers tegen zijn voorhoofd en blies tegen de binnenkant van zijn handen. “Ik kan er niets aan doen, Tanja. Ik kijk naar jou, maar ik zie Julia…”

“Het geeft niet, het geeft niet,” zei ze zacht. Haar vingers masseerden zijn schouders. “Je hebt tijd nodig, dat is het.”

“Ik vind je echt heel erg aantrekkelijk.” Hij draaide zich onverhoeds naar haar toe. “Luister, Tanja. Het ligt niet aan jou. Sinds Julia er niet meer is heb ik nooit iets met een ander gehad, of zelfs maar gewild. Jij bent de eerste.” Hij stond op en begon de kamer uit te lopen. “Je hebt gelijk. Ik heb tijd nodig.”

“Leendert! Niet weggaan! We gaan beneden espresso drinken. Ja? Alsjeblieft?”

Hij knikte. Ze schoot de blouse weer aan, greep het rokje beet en liep haastig achter hem aan de trap af.