90
Donderdag 16 augustus.
“Het staat allemaal uitvoerig in de krant,” zei Tanja. Ze praatte onduidelijk omdat ze een beschuit met schijfjes banaan met kaneel erop naar binnen werkte en tegelijkertijd kofïïe dronk en hardop de krant las. “Maar over de echte hoofdrolspelers lees je niets.”
“Lees maar voor, als je wilt,” zei Leendert vanuit het ligbad. Hij lag met zijn armen gekruist achter het hoofd, de ogen dicht. Het behaaglijk warme water sloot hem dampend aan alle kanten in. Het ontspande hem.
“De Veth van Steenis treedt om gezondheidsredenen terug als wethouder. Hij moet rust houden en reist vandaag al voor een kuurvakantie met zijn echtgenote naar Zwitserland. Zijn portefeuille wordt voorlopig door een collega overgenomen. Er wordt geen nieuwe wethouder meer benoemd omdat er over vier maanden gemeenteraadsverkiezingen zijn.” Leendert spoelde met een bekertje het sop van zijn hoofd. “Die twee hebben daar in Zwitserland heel wat te bespreken, denk ik.”
“De uitbreiding van de zeehaven zal hoogstwaarschijnlijk worden toegewezen aan een Belgisch-Duits-Nederlandse combinatie. Bij de dans rond dit miljardenproject zijn niet langer regionale of plaatselijke bedrijven betrokken.”
“Exit Breetvelt en De la Rey.”
“Voor De la Rey maakte het toch al niets uit.”
“En de brand?”
“Op de binnenpagina met plaatselijk nieuws. Ze koppen met North Sea Offshore Services opent noodkantoor. Het monumentale kantoorpand aan de Spuistraat werd gisteren grotendeels door brand verwoest. Een persoon is met ademhalingsklachten in het ziekenhuis opgenomen. Door de vuurzee is de gehele administratie verloren gegaan. De brand is waarschijnlijk ontstaan door kortsluiting in de kelder.”
“Oei! Dat kan alleen maar betekenen dat er bij Breetvelt binnen een paar dagen experts van de verzekeringsmaatschappij op bezoek komen. Met een beetje geluk vandaag al! Die gaan dus eerst in de kelder snuffelen. Wat vinden ze daar?”
“Niets, alleen verbrand papier. Het bluswater kwam daar als een waterval naar binnen.”
Ze ging op de rand van het bad zitten. “Hoe laat moet je bij de commissaris opdraven?”
“Als je het zo zegt is het net of ik op het matje moet komen. Ik heb hem zelf om een gesprek gevraagd. Half drie.”
“Wat ga je tegen hem zeggen?”
“Ik wil naar een ander regiokorps. Ik verdom het om verder met Philip in een team te zitten en met hem onder één dak te werken.”
“Maar…als jij weg wilt – dat is toch jouw vrije keuze? Wat heeft die commissaris daarin te zeggen?”
“Ik heb hem nodig als referentie. Vergeet niet dat ik een behoorlijke aanvaring met hem heb gehad. Ik tikte hem op zijn vingers waar collega’s bij waren en dat ligt gevoelig.” Tanja draaide zich om, trok haar knieën een voor een opzij en liet haar voeten voorzichtig in het water zakken. “Oef, wat heet. Hoe hou je dat uit?”
“Het is heerlijk.”
“Dus het kan twee kanten op,” vervolgde Tanja. “Hij kan blij zijndat je ophoepelt of hij wil je niet kwijt.”
“Het laatste, denk ik. Zeker als ik heel bedeesd mijn excuses aanbied.”
“Dat verdom je toch wel, zeker!”
“Het is allemaal tactiek. Over de aanhouding van Liebermann en Holleman lees je nu nog niets in de krant, maar je kunt erop rekenen dat het nu al volop rondzingt door het netwerk van commissarissen en justitie. En de glans daarvan straalt ook af op ‘mijn’ commissaris.” Tanja knikte begrijpend, schoof haar kamerjas van zich af en gleed tegenover hem het bad in. Ze blies haar adem een paar keer hard in zijn richting in een poging haar lijf snel aan de warmte te laten wennen. “Het zou dus een beetje lullig voor hem wezen als zijn sterinspecteur vervolgens opstapte.”
“Precies.”
“Misschien stapt Meulmeester zelf wel op.”
“Hele mooie oplossing.”
Ze speelde met zijn tenen en zei zacht: “Het spijt me echt dat je die foto’s van dat ongeluk zo rauw op je dak kreeg. Ik zou ze je echt wel gegeven hebben, maar je kunt van me aannemen dat ik je er op had voorbereid.”
“Waarom heb je ze eigenlijk opgevraagd bij…hoe heet ze?”
“Kelly. Omdat jij zei dat Julia eenzaam gestorven was. En Kelly liet iets uit haar mond vallen waardoor ik eraan bleef denken.”
“Wat was dat?”
“Ze zei dat ze de twee inzittenden scherp afgetekend op de foto had gezet.”
Leendert knikte. “Bizar,” zei hij. “Als ze dat niet had gezegd was ik er nooit achtergekomen dat Julia iets met Philip had gehad.”
Hij boog naar haar toe en bewoog zijn wijsvingers langzaam over haar borsten. “We hebben nog uren de tijd voor het half drie is,” zei hij.
EOF