Nr. l9

DE ONSTERFELIJKE

door K. H. Scheer

Als Perry Rhodan leider van de Derde Macht met zijn machtige Stardust

doordringt tot buiten de hyperruimte treft hij daar een geweldige chaos aan.

Wega een tot nu toe vaste zon ontwikkelt zich met angstwekkende snelheid tot

een nova. Perry Rhodan heeft maar één mogelijkheid om de bedreigde ferroners

te redden hij moet ook de laatste proeven doorstaan die de onsterfe lijke hem

heeft opgelegd. . .

Ingenieur Manuel Garand was aan het toestel. Het gefluister van een onwerkelijk

aandoende stem drong door de ruimte, trof de zintuigen en ten slotte de

reagerende hersenen.

Garands bolle engelengezicht glom van innerlijke tevredenheid.

Perry Rhodan begon onbewust te la chen. Er scheen niets verkeerds te zijn aan

Garands verschijning. Zijn hele manier van doen straalde opti misme uit en werkte

kalmerend op de zenuwen van zijn medemensen.

Alleen zijn stem klonk een beetje vreemd. Rhodan luisterde naar het vleierige

gefluister, tot een hevige schok door zijn lichaam gin g.

Een man hief zich kreunend van pijn uit de pilotenstoel op. Twee handen

probeerden de pijnlijke borst te om klemmen. Het was zinloos, minstens even

zinloos als de door het onderbe wustzijn gedicteerde smartelijke ge luiden.

'Waar ik ook kijk, ik zie nie ts onvolmaakts,' zei Garand plechtig.

Een draaiend lichtschijnsel wiste zijn gezicht uit en er bleef een lichtgrijze vlek

achter.

Perry Rhodan', leider van de Derde Macht en commandant van het ruim teslagschip Stardust, maakte zich definitief los uit de c haotische zinsverwarring

na een hyperovergang.

Plotseling werd alles duidelijk en schrikbarend nuchter. Een uit louter technische

apparaten bestaande om geving scheen nooit aantrekkelijk te zijn.

Toen hij verward zijn ogen opende, zag Rhodan een zenuwacht ig trekkend

gezicht. Het duurde enige ogen blikken vóór hij in de spiegelende instrumenten

zijn eigen gezicht herken de.

Reginald Bull, kapitein Klein en Crest schenen bewusteloos te zijn. Het enig

werkelijke was de machtige commandocentrale van een nog m achtiger

ruimtevaartuig.

'Hallo, Garand... ben je daar?' sta melde Rhodan met dubbelslaande tong. 'Hallo,

Garand, wat zei je daar net?'

Het intercomscherm bleef leeg. Ma nuel Garand, chefingenieur van het

ruimteschip, had niet gesproken. Per ry Rhodan schudde de laatste hallucinaties

van zich af en toen werd zijn geest weer volkomen helder.

Er kwam een gespannen uitdrukking op zijn magere gezicht. Hij mompelde een

verwensing. Moeizaam hees hij zich uit de pilotenstoel. Op de grote

frontbeeldschermen van d e naar alle kanten opnemende peiler, schitterde een

reusachtige zon.

Het was een blauw flikkerende ster van een onwaarschijnlijke helder heid. Zelfs

de automatisch werkende filterinstallatie scheen een belangrijk deel van de

sterke ultraviolette straling d oor te laten. Rhodans ogen begonnen er pijn van te

doen.

Was dat Wega? Kon die opgezwollen gloeiende bol de zon zijn van het

planetenstelsel dat ze pas kort geleden hadden verlaten?

Een gevoel van paniek deed Rhodan verbleken. Hij riep Reginald Bulls naam

zonder naar hem te kijken.

'Bully!'

Maar de gedrongen man bewoog zich niet. Alleen zijn brede, platte gezicht

vertrok door willekeurige impulsen van gestoorde zenuwen.

Rhodan, die door de psychologen van het Amerikaanse ruimteleger jaren

geleden al de ‘psychische snelomschakelaar’ werd genoemd, reageerde met de

nauwkeurigheid van een ma chine.

Zijn hand haalde de felrode hefboom van de alarminstallatie over. Hoewel hij niet

direct precies wist wat er ge beurd was, had hij toch intuïtief de situatie herkend .

Er klopte iets niet. Er was iets in vol komen tegenstelling met het pro gramma

verlopen. De hyperovergang, een meer dan lichtsnelle sprong door de vijfde

dimensie, scheen geslaagd te zijn. De bewusteloze mannen in de grote centrale

konden als een normaal verschijnsel worden beschouwd. Bij hypersprongen over

een afstand van 35000 lichtjaren kon de remate rialisatie van de absoluut

onstoffelijk geworden organismen wel eens com plicaties met zich meebrengen.

Ook hij, Rhodan, scheen bewusteloos te zijn gewee st, maar hij was alleen wat

vlugger bijgekomen.

Kon men van mensen meer weer standsvermogen verwachten dan van de

Stardust II, die ook tot het uiter ste belast was geweest?

Rhodan kon rustig het ontwaken van de bemanning afwachten. Het enige wat

hem verontrustte, was die blauw schitterende, kennelijk sterk pulse rende

reuzenster, die een geringe ge lijkenis met Wega vertoonde.

Rhodan had met zijn schakeling de hoogste alarmtoestand afgekondigd. Al

waren de mensen nog niet tot han delen in staat, de volautom atische robots van

het slagschip kwamen on middellijk in actie.

'Bestek aan de hand van de over gangscoördinaten. Rekening houden met de

relatieve sprongtijd. De zicht bare ster meten, cijfers doorgeven. Massapeiler

uitbrengen en naar eventuele planeten z oeken. Bevel onmiddellijk uitvoeren.

Einde.'

Het robotbrein bevestigde de ont vangst van de akoestische snel programmering.

In het inwendige van het reuzenschip werden de woor den in wiskundige tekens

omgezet. Daarmee kreeg het positronenbrein zijn nauwke urige basisgegevens.

Rhodan liet zijn blik vlug over de controle -instrumenten van de grote machine

gaan. De wijzers sloegen uit, dus het brein werkte. Het zou sneller dan een groot

wetenschappelijk team kunnen vaststellen of de overgang in derdaad geslaagd

was, waar ze zich bevonden en hoe die nawerkingen konden ontstaan.

Rhodan liet zich weer in de piloten stoel vallen. De motoren van het bol vormige

ruimtevaartuig met zijn middellijn van 800 meter, gonsden op minimumvermogen.

Alleen de elektrische centrale in sector II werkte op volle kracht. Zij moest de

supergigant voorzien van stroom voor de ontelbare aggregaten en de

energieverslindende beveiligingsschermen. De terugkeermanoeuvre in de nor male structuur van de vierdimensio nale ruimte was dus geluk t. De Stardust II

stoof met de snelheid van het licht in de richting van de nog ver verwijderde zon.

Ze stond in onwerkelijk stralende pracht op de frontbeeldschermen. Er schenen

machtige explosies op plaats te vinden. De in het ultragebied stra lende

zonnevlammen schenen onge kend ver in het heelal weg te schie ten.

'Als die vuurbol niet gauw in een kosmische reuzenatoombom veran dert, slik ik

de hele Stardust II als een pil in,' zei iemand schor.

Rhodan keek om. Reginald Bull, bij naam Bully, was blijkba ar stilletjes

bijgekomen. Zijn brede, met zomer sproeten bezaaide gezicht leek een

verschoten verfvlek. Zijn roestkleu rige borstelhaar stak nog sterker dan

gewoonlijk tegen zijn schrikbarend bleke voorhoofd af.

Bully hoestte en vertrok zijn gezicht. 'Pijn ?' vroeg Rhodan. 'En zo ja, waar?'

'Geen pijn,' antwoordde Bull lako niek. 'Ik voel me als een taai haan tje dat op het

laatste moment uit de braadpan is gesprongen. Geplukt en wel, natuurlijk. Kun, je

me volgen?' Rhodan grijnsde vluchtig. Dat was ty pisch Bully.

'De anderen slapen nog, hè?' bromde de gedrongen man. 'Geef me je

energiespuit, baas. De mijne ligt in de wa penkamer.'

Rhodan kneep zijn ogen half dicht. Bully glimlachte eigenaardig, te star om echt

gemeend te zijn.

'Waarvoor?'

Bull hief zich kreunend uit de stoel van de tweede astronaut op. Na een

onderzoekende blik op het beeld van de laaiende zon, zei hij rustig

'Het spijt me, maar ik ga Gucky dood.. schieten. Ik hoop dat het jou ook dui delijk

is dat de muisbever weer een grap met ons heeft ui tgehaald. Bij de laatste

overgang, die ons over de be lachelijke afstand van 2400 lichtjaren naar Wega

moest brengen, heeft dat beest met z'n telekinetische krachten de besturing

zodanig beïnvloed dat we 35000 lichtjaren verder uit de hy perruimte kwamen en

een intelligent ras ontmoetten waar we helemaal niet naar verlangd hadden. We

hebben tijd verloren, versta je! Kostbare, onvervangbare tijd, door een belache lijk

incident op een wereld die noch van ons noch van andere mensen is.

Ik zeg je dat die muisb ever kort voor de sprong weer bezig is geweest. Hij kan

het gewoonweg niet laten. Even min als ik het eten kan laten. Het ligt in zijn

aard.'

'Ach kom!'

Bully werd rood. Hij balde zijn enor me vuisten. 'Het komt door jouw

zorgeloosheid,' verweet hij. 'Jij bent dol op dat gekke beest. Jij telt de geva ren

niet waarin dat beest ons met zijn karakteristieke speelsheid al heeft gebracht. Ik

ga die grijnzende buidelrat doodschieten.'

'Hij zal je in de loop van je eigen wa pen laten kijken,' antwoordde Rhodan

spottend. 'Gucky is een intelligent wezen, vergeet dat niet. Aan boord van mijn

schip wordt niemand dood geschoten.'

'Zou je een massamoordenaar ook met rust laten? Die muisbever kan het hele

schip vernietigen. We heb ben vijfhonderd man aan boord!'

'Een moordenaar zou ik voor een scheepsrechtbank brengen, maar Gucky is hier

niet verantwoordelijk voor.'

Rhodan wees naar de beeldschermen. De zon werd langzaam groter. Het

positronisch brein had de gegevens nog steeds niet uitgewerkt.

Meer naar rechts zat Crest , de Arkonidische topgeleerde. Zijn buitenge woon

lange, magere lichaam was voorover gezakt, zijn gezicht een beet je vertrokken.

Zijn witte haar fluoresceerde in het gekleurde licht van de controlelampen.

'Die Arkoniden kunnen niet veel heb ben,' mompelde Rhodan peinzend. 'Ze zijn

aan het eind van hun posi tieve ontwikkeling gekomen. Hun sterrenrijk bezwijkt

onder de slagen van opstandige koloniale volkeren.'

'Wij hebben de Arkonidische kennis overgenomen, dat is. voldoende,' bromde

Bully. 'Crest is er op uitgetrokken om in onze ruimtesector het eeuwige leven te

zoeken. Hij moest een noodlanding op de maan maken. Wij vonden hem en

bouwden met behulp van zijn griezelige kennis de Derde Macht op. We konden

een atoomoorlog verhinderen, de mens heid bijna tot elkaar brengen en we zijn er

bovendien in geslaagd om mid den in de Chinese Gobiwoestijn een

hypermoderne stad met hyper -hypermoderne fabrieken uit de grond te stampen.

Dat alles alleen met de ken nis van de Arkoniden. Goed, baas, dat weet ik allang!

Je dwaalt van het onderwerp af! We hebben al het mo gelijke en onmogelijke

gedaan, maar een gekke muisbever met gevaarlijke eigenschappen kunnen we

niet onschadelijk maken, hè?'

Rhodan kuchte. Een eind verder kwam kapitein Klein! bij. Hij richtte zich

kreunend in zijn stoel op. Er lag een glazige blik in zijn ogen.

'Uh. . . ?'stootte hij ontdaan uit. Dat was alles. Het leven ontwaakte weer in het

schip. Iemand schreeuwde hard en schel via de omroepinstalla tie dat de Stardust

II een zon binnenvloog. Enige ogenblikken later begon de lucht naast Rhodans

stoel te trillen. Tako Kakuta, de Japanse mutant met de verbazingwekkende gave

van de teleportatie, verscheen uit het niets. Onschuldig glimlachend knikte hij de

vloekend achteruit springende tweede astronaut toe. Bully hijgde naar adem.

'Ik vermoord jou nog eens,' zei hij knarsetandend. 'De vent landt nog eens een

keer in m'n maag. Is ieder een hier gek geworden?'

Rhodan luisterde naar de in snellere opeenvolging doorkomende meldingen van

de verschillende afdelingen.

Ditmaal was chefingenieur Garand werkelijk aan het toestel. Hij gaf rus tig zijn

melding door.

'Alles in orde!' zei hij stralend. Zijn hoge stem leek te jubelen. 'Heeft iemand iets

uitgehaald?'

'Aha!' riep Bulily. 'Hij denkt er net zo over als ik . Kan dat beest er ook niet voor

zorgen dat die blauwe reuzenzon ons uit de weg gaat?'

Rhodan verbrak de visafoonverbin ding met de chefingenieur. Aan boord van het

superslagschip scheen niets veranderd te zijn.

Dokter Haggard was stilletjes en onopvallend in de commandocentrale

verschenen. Het stabiliserende middel siste uit de hogedrukspuit in Crests

bloedsomloop.

'Zeer labiel,' zei Haggard zachtjes 'Thora is nog volkomen van de kaart. Wat is er

gebeurd? Zo'n overgang heb ik nog nooit meegemaakt.'

'De vermogensgrens van de hyper veldconverter ligt bij ongeveer 35000

lichtjaren. We hebben het in één sprong gewaagd. Dat zal ik niet nog eens doen.'

Haggard - de medicus die de aan leukemie lijdende Arkoniden meteen nieuw

serum had genezen - trok zwijgend zijn schouders op. Dat moest de

commandant beslissen. Hij had door de Arkonidische hypnoscho ling alles

geleerd wat het vroeger ac tieve en optimistische ras van de zo zeer op mensen

gelijkende Arkoniden had geschapen en ontwikkeld.

'Ik wou dat ik wist waar we zijn,' kreunde Klem. Het spreken viel hem nog

moeilijk. 'Is dat Wega?'.

Toen Rhodan het astronomische sta tion wilde oproepen, klonk het alarm. Het

ging zoals altijd wanneer de po sitronische peiler zonder menselijke tussenkomst

de sirenes liet loeien.

Hoofden werden luisterend opgehe ven. Gesprekken werden onmiddellijk

onderbroken en zo-even nog ontspannen lichamen spanden zich met als in een

reflex reagerende spieren. Een getraind team van 500 man kwam in actie. Tien

seconden na de eerste klank van de si renes, sloegen de pantserschotten van het

slagschip hermetisch dicht. De gigantische ruimtebol werd hierdoor in een groot

aantal afzonderlijke afdelingen ver deeld, en even zovele malen versterkt. Een

Arkonidisch reuzenschip van de beroemde 'imperiumklasse ' kon niet met een

enkele voltreffer buiten ge vecht worden gesteld. Zelfs niet met vijftig treffers!

Diep in het hart, in het centrum van het schip, begonnen de Arkonidische

fusiereactors dof te kreunen. Alle krachtstations werkten op volle toe ren.

In de lege, onmetelijke ruimte tussen die sterren, was de grootte van het schip

slechts van enige betekenis wanneer het in zijn ingewanden de nodige energie

voor de voeding van motoren, wapens en de vele machi nerieën kon ontwikkelen.

Rhodan zag de lampjes op z ijn controlebord oplichten. De geschutkoe pels van

de Stardust II werden vol automatisch uitgeschoven. In de vuurleidingcentrale van

Klein werden de eerste echostippen op de ra darschermen zichtbaar.

De computer kwam in werking. Het was een technische ch aos waarin de mens

slechts een ondergeschikte rol speelde.

'Peiling in sector groen, horizontaal 86,4 graden, verticaal 22,8 graden,' riep de

menselijke stem van de pei ler.

Met een druk op een knop richtte Klein de tastautomaat op de waarge nomen

vreemde voorwerpen.

'Vuurleidingcentrale klaar,' meldde hij rustig. Hij voelde zich opeens op gewekt.

In de afzonderlijke afdelingen van het schip viel een onwerkelijke stilte. De

automaten hadden hun plicht ge daan, nu kwam het op de instructies van de

commandant aan.

Rhodan keek naar de frontbeeldschermen. De door de meer dan lichtsnel

werkende tasters gepeilde vreemde voorwerpen, moesten zich rechts vooruit in

een overdekt gedeelte bevinden.

Enige ogenblikken later kwam de vol gende melding al. Het robotbrein was klaar

met de berekeningen.

'Reactie op instructie 13 uur 52 minu ten boordtijd, door commandant per soonlijk

geprogrammeerd. Het schip bevindt zich in het Wegastelsel. Over gang is

geslaagd. De pulserende ster is identiek aan de bekende Wega, doch met

honderd procent zekerheid kan worden gesteld dat die zon een "nova" wordt en

dus zeer snel en sterk in lichtsterkte toeneemt. Daar om wordt afgeraden de

aanloopkoers te blijven volgen. De verandering van de ster vindt plaats met een

abnormale, niet in het kader van de astronomische wetenschap passende

snelheid. Einde.'

Bully's ogen waren groot en rond ge worden. Hij keek verward naar Rho dan,

wiens gezicht gedurende de laat ste seconden was betrokken.

'Een nova? Dus Wega zou in een paar weken een praenova z ijn geworden?

Krankzinnig! Dat bestaat niet. Der gelijke processen duren eeuwen.'

Bully keek naar steun zoekend om zich heen. Het drong slechts vaag tot hem

door dat de Arkonidische geleer de was bijgekomen. Desondanks be greep Crest

het eerder. Zijn van de aardse mensen afwijkende constitutie had de zwakheid

ogenblikkelijk overwonnen.

'Groot imperium, ik heb het ver moed!' fluisterde hij. Zijn roodach tige ogen

zochten Rhodans blik. 'Wat?' vroeg de commandant. De plooien om zijn mond

werden dieper. 'Het laatste probleem van de onbe kende dreigt een heel

zonnestelsel te ontbinden. Wega is een belangrijk aanknopingspunt voor de

navigatie. Als ze verdwijnt, zullen we de ge zochte planeet nooit vinden. Er is een

ster op springen gezet.'

'En de Ferroners die hi er leven?' stamelde Bully.

'De stakkers zullen op hun gloeiend wordende planeet omkomen. Hun

ruimteschepen kunnen niet meer dan de lichtsnelheid bereiken. Ze zullen zich

nooit voor de uit elkaar sprin gende zon in veiligheid kunnen stel len. Is de

onbekende gek geworden?' 'Wij zijn alleen maar te laat geko men,' zei Rhodan

bedrukt. 'Veel te laat. De mislukte overgang heeft ons weken gekost. Er is

intussen het een en ander gebeurd. Crest, bereken de koers naar de achtste

planeet. Over drie minuten wendmanoe uvre. Dank je.'

In het schip keken meer dan 500 men sen elkaar aan. De wapenschakelaars

bleven onaangeroerd. De eerder ge peilde vreemde voorwerpen wa ren Ferronse

ruimteschepen. Hun eivorm was even onmiskenbaar als het feit dat het hier een

reusachtige vloot van meer dan 600 vaartuigen betrof. 'Ze vluchten naar de

buitenste planeet,' hijgde Bully. 'Lieve hemel, wat is hier gebeurd?'

Rhodan gaf geen antwoord. Hij scheen te weten, of althans te ver moeden wat er

met de toch al zeer grote ster Wega was geb eurd.

Precies drie minuten later begonnen de motoren van het superslagschip te

bulderen. De positronisch bereken de koerswijziging maakte, bij onge veer de

lichtsnelheid, een bocht met een straal van 21 miljoen kilometer noodzakelijk.

De laaiende Wega verd ween langzaam van de frontbeeldschermen. De

eindeloze duisternis van de interstel laire ruimte met haar ontelbare ster ren kwam

er voor in de plaats. Ze waren nog zeven miljard kilometer van de achtste planeet

van Wega, Ferron genaamd, verwijderd.

Na de koerswijziging besloot Rhodan tot een meer dan lichtsnelle mini overgang.

Zelfs met de normale licht snelheid zouden ze ongeveer zeven uren nodig hebben

gehad om de achtste planeet van het enorme stelsel te bereiken.

De ruimte trilde toen het slagschip t e midden van een fel lichtschijnsel verdween.

Het was alsof er nooit een Stardust II had bestaan.

De Arkonidische structuurtasters ga ven de door hen geconstateerde

structuurveranderingen van de vierdimen sionale ruimte als een directe stoot aan.

De hyperruimte, waar het begrip 'tijd' niet bestond, bracht de schok van een met

geweld in haar binnen dringend lichaam ogenblikke lijk over.

Zo kon het gebeuren dat Jonn Mc Clears' luide verwensingen door een hevig

gebulder werden overstemd.

De commandocentrale van zijn zestig meter middellijn metende zender van het

Goede Hoop-type leek in een rammelend, lekkend ding te veran deren. De

fijnregelingschakelaar van de ingebouwde structuurtaster sloeg door. De

grofregelaar dreigde, bulde rend van de akoestische signa len, met

zelfvernietiging. McClears' voet was echter een fractie sneller. De hoofd schakelaar werd omgetrapt, en het lawaai verstomde.

'Een structuurverstoring?' vroeg lui tenant Everson, plaatsvervangend.

commandant aan boord van de ten der 8-3. 'Dan was het wel een flinke.' 'Hou je

mond!' snauwde kapitein Mc Clears.

Op zijn gemak draaide Everson zijn enorme lichaam naar de onbruikbaar

geworden structuurtaster.

'Laten we de schuit maar gevechts klaar maken,' vervolgde hij rustig. 'Het zal wel

weer beginnen. En ik dacht nog wel dat we die afstamme lingen van hagedissen

voorgoed uit het Wegastelsel hadden weggejaagd. Het lijkt mij dat er minstens

tien grote schepen tegelijk uit de hyperruim te zijn gekomen.'

Of één hele grote,' snoof McClears. Hij liet zich vermoeid in zijn stuurstoel vallen.

Tender 8-3 had een bemanning van maar tien koppen aan boord. Niemand had

er serieus rekening mee gehouden ooit in dergelijke moeilijkheden te zullen

geraken.

McClears behoorde tot de jonge ruimte -jachtpiloten die op Rhodans

ruimteacademie waren 'bij ge schaafd'. Hij had destijds van ganse harte gehoopt

minstens één keer in zijn leven met een bulderende raket van het Amerikaanse

ruimteleger naar de maan te mogen vliegen.

Verder dan de maan waren zijn wensdromen niet ge gaan.

Toen was Perry Rhodan in juni 1971, nog als majoor van het ruimteleger, met

zijn bemanning als eerste op de satelliet geland. McClears was toen nog een

doodgewoon luitenantje zon der bijzondere voorrechten geweest. Na de voltooiing

van zijn opleiding was daar snel verandering in geko men. In een periode van vier

jaar had Rhodan de Derde Macht opgebouwd.

McClears was een van de eerste offi cieren geweest die uiteindelijk onder

Rhodans commando in de inmiddels vernielde Goede Hoop waren gestapt. Zo

was hij in het Wegastelsel terecht gekomen. Nu, nog geen jaar later was hij zelf

commandant van een ruimte vaartuig dat hem vier jaar tevoren nog met ontzag

zou hebben vervuld. Waarschijnlijk zou hij zijn S -3 als een wonder van

reusachtige afmetingen hebben b eschouwd. Een wonder was het. Maar om

reusachtig te zijn, was het lang niet groot genoeg. Dat had McClears intussen wel

ingezien.

Hij had de microfoon van de even eens meer dan lichtsnel werkende hypercom al

voor zijn mond.

'McClears aan alle donderkoppen'

(Zo werden de tenders genoemd) . 'Bergingsactie onmiddellijk afbreken. Op de

ruimtehaven van Ferron ver zamelen. Noodstart voorbereiden. Ik wil weten wat

daar buiten komt aangestoven. Als het de chef is, mogen we God danken. Als hij

het niet is, wees dan op alles voorbereid. Slui ten.' De bevestiging kwam van

zeven andere tenders. Overal op de achtste planeet werd het bergingswerk

afgebroken. Pantserluiken werden geslo ten en motoren begonnen te bulde ren.

De bewoners van deze wereld trok ken zich ijlings van de startende schepen

terug. Er volgde een wanho pige vlucht naar de ondergrondse steden en tunnels

die de enige mogelijkheid tot overleven boden.

Boven de planeet Ferron hing een bloedrode bol met een angstaanja gende

lichtsterkte. Ferron was altijd al met een sterke ultravioletstraling overgoten

geweest, maar nog nooit zo erg als nu.

De commandanten van de acht Star dust-tenders wisten heel goed dat een tijdige

evacuatie van vijf miljard Ferroners volstrekt onmogelijk was. Nog afgezien

daarvan, zou het hele stelsel met 42 planeten vernietigd worden, als de tot nu toe

zo vredige Wega in een nova veranderde.

De Ferronse geleerden spraken ver ontwaardigd over een onmogelijk heid. Maar

de feiten bewezen het te gendeel.

McClears, wiens tender op de reus achtige ruimtehaven van Thorta stond, sloeg

de snelle start van de andere schepen op het scherm van de telecom gade. Men

achtte het van het grootste belang voortdurend met el kaar in verbinding te

blijven.

McClears' rode haar hing vochtig en plakkerig over zijn voorhoofd. Hij gaf zijn

bevelen met begrijpelijke bitsheid. Niemand kon hem kwalijk nemen, dat hij

zenuwachtig was. Toen Perry Rhodan de acht ten ders ruim vier weken geleden

had gelanceerd, was McClears tot opperbe velhebber van de donderkoppen

benoemd. En die positie bekleedde hij nu nog, omdat Rhodan plotseling met het

moederschip was verdwenen.

Everson morrelde mopperend aan de Arkonidische structuurtaster. Zijn

hypnoscholing was net voldoende om hem de werking van het apparaat te laten

begrijpen.

Hij maakte een losgeschoten kabel weer in het contact vast. Rode

controlelampjes flitsten aan. De over springende vonken verontrustten een man

als Everson niet.

'Hij doet het!' juichte hij.

Nog geen seconde later deed hij het niet meer.

Everson werd tegen de benen van een in een hoek staande vechtrobot

geslingerd, Er was ditmaal slechts een kort gekraak in het toestel te ho ren

geweest en toen had het, ondanks het speciale Arkonidische materiaal waaruit

het was vervaardigd, defini tief de hyperfrequente ge est gegeven. 'Nou breekt m'n

klomp,' zei Everson verbaasd. 'Dat was nóg een over gang. De eerste keer is er

iemand uit de hyperruimte gekomen. Die is goed! Wat nu? ik kan me toch niet zo

maar in een hoek laten smijten?' 'McClears, ben je daar?' klonk het h ijgend uit de

luidsprekers.

'Bevel van Stardust aan alle donderkoppen, waar ze op dit ogenblik ook zijn.

Onmiddellijk op de ruimtehaven van Thorta landen. Klaarmaken om aan boord te

worden genomen, geen tijd verliezen. Heb je aan de evacuatie van de bevol king

deelgenomen?'

‘Ja,' brulde .McClears stralend in de microfoon. 'De tenders zijn op Fer ron. Ik heb

de commandanten al opgeroepen toen we uw overgang had den waargenomen.'

'Dat is je geluk,' luidde het droge ant woord. 'We hebben ons een beetje verlaa t.

Laat alles rusten. We hebben iedere man aan boord nodig. Nog iets te vragen?'

McClears had het onbestemde gevoel dat de gebeurtenissen elkaar nu met grote

snelheid zouden opvolgen. Ook luitenant Everson had die indruk. 'Ja, één ding,'

riep de kapitein! nerveus. 'Wega is tweeëndertig dagen geleden gek gaan doen.

Er ontstaat een nova!'

'Zo!'

McClears slikte nijdig. Everson toon de een brede grijns. Als dat niet ty pisch de

ouwe was, zou hij te voet naar huis gaan.

‘Ja,' kreunde McClears. 'We zijn dag in d ag uit naar de buitenste planeet

gevlogen. De Ferroners hebben daar een paar steunpunten. Als we nu op eens

met het slagschip verdwijnen, zal de Thort wel te keer gaan. Hij is nog hier. De

gemiddelde temperatuur is in die tweeëndertig dagen met acht tien graden

gestegen. We kunnen ons niet meer zonder beschermende kle ding buiten

wagen. Als we nu vertrekken, kunnen we onze handels overeenkomst met de

Thort wel als vervallen beschouwen.'

'Als we niet onmiddellijk vertrek ken, is er zeer binnenkort geen Thor t meer,

kapitein McClears,' antwoord de Rhodan koel 'Houd je aan mijn in structies. Ik zal

de Thort een kort bezoek brengen. Sluiten.'

De verbinding werd verbroken. Rho dan had gedaan alsof ze niet meer dan een

paar uur van elkaar geschei den waren geweest.

McClears draaide zich langzaam om. De dienstdoende marconist keek ver baasd

en luitenant Everson had zijn ogen half dicht geknepen. De man nen keken elkaar

aan, tot McClears aarzelend vroeg

'Hoe zou hij dat bedoeld hebben?' Everson haalde zijn schouders op. 'Geen idee!

Maar ik vermoed dat het verband houdt met dat vervloekte raadselspelletje'.

McClears lachte nerveus. Hij permit teerde zich zijn eerste sigaret sinds vier

weken. Hij voelde zich opge lucht. De chef was er weer.

Een bolvormig monster van Ar konstaal en gecomprimeerde kracht stoof de

laaiende atmosfeer van de achtste planeet van Wega binnen. Perry Rhodan

bereidde zich voor op een 'directe' geforceerde landing op Arkoniden manier. Dat

betekende dat hij geen rem -omloop maakte, maar het schip re chtstreeks op het

hemellichaam aanstuurde. Zo iets kon men zich slechts met de produkten van

een zeer hoogstaande techniek ver oorloven.

In de bovenste lagen van de Ferron -atmosfeer ontstond een verschrikke lijke

wervelstorm. Witgloeiende, geïoniseerde g assen werden met een verschrikkelijke

kracht uit de vliegbaan gerukt en onder zeer hoge druk opzij gedrongen. De

Stardust II had vrij baan. De scheepshuid werd niet warm door wrijving.

Maar achter het vaartuig ontstond een enorm vacuüm waarin de ver drongen

gassen zich bulderend stort ten.

De reactors van het superslagschip gierden. Rhodan liet de motoren met een

vertragingswaarde van 20 km/sec2 lopen. Dat was voldoende om het in het

antizwaartekrachtveld zwe vende schip af te remmen. Door de loeiende

stralenbundels uit de straalpijpen werden de toch al hete lucht massa's van de

planeet nog meer verhit.

Rhodans haast was gemotiveerd, al scheen beneden hem een wereld ten onder

te gaan.

Thora, de lange Arkonidische en laat ste afstammelinge van de regerende

dynastie op Arkon stond achter de pilotenstoel. Haar hooghartige hou ding kon

haar hevige emoties niet verbergen.

Haar eigenaardige gevoel van half haat half liefde jegens Rhodan da teerde van

het ogenblik waarop haar op de maan gelande onderzoekings kruiser door aardse

atoombommen werd vernield. Thora was toen op het laatste ogenblik met een

tender van de 'donderkop klasse' ontkomen. Daar dit vaartuig, dat later Goede

Hoop werd gedoopt, de afstand van meer dan 30.000 lichtjaren naar haar

thuiswereld Arkon niet kon afleggen, was ze op de hulp van de mensen

aangewezen geweest.

Haar aanvankelijke haat tegen Rho dan was langzamerhand verflauwd. Slechts

bij bijzondere gelegenheden kwamen de oude gevoelens weer bo ven. Zoals nu.

Inwendig laaiend van woede, stond ze achter de man die ze in juni 1971 kort na

de ontmoeting op de maan nog een onderontwikkelde barbaar met de hersenen

van een halfintelligente aap had genoemd. Er was in tussen het een en ander

veranderd. Rhodan had tegen het aanvankelijke verzet van de gehele mensheid

in, een soevereine staat opgebouwd de Derde Macht - en een massale aanval uit

de diepten van het heelal afgeslagen.

Nu was het eind januari 1976. Op de aarde was een enorme industrie naar

Arkonidisch voorbeeld ontstaan. Nauwelijks een jaar geleden hadden op Pluto

gestationeerde structuur tasters zware ruimtetrillingen in het 27 lichtjaren

verwijderde gebied van Wega geregistreerd. Gedreven door een hevige

ongerustheid en vrees voor een ontdekking van de nog zwakke aarde door

superieure vreemde rassen, was Rhodan met de kleine tender gestart om 'eens

te gaan kijken'. Dat 'kijken' had uitein delijk tot een hevige strijd met het

hagedisachtige ras van de Topsiders geleid, die Rhodan ten slotte met de hulp

van zijn mutantenkorps uit het Wegastel sel had kunnen verdrijven.

Toen was echter bij Crest het verlan gen naar onsterfelijkheid gewekt. Hij was

voor het verkrijgen van het eeuwige leven naar deze uithoek van de Melkweg

gekomen. Zijn noodlan ding op de maan had aan zijn speur tocht een einde

gemaakt. Maar op de planeten van Wega hadden ze sporen gevonden van een

wereld waarvan de bewoners het geheim van het behoud van de cellen moesten

kennen.

Intussen was Rhodan in het bezit van een Arkonidisch superslagschip ge komen.

De mutanten hadden het op de hagediswezens, die het zelf had den buitgemaakt,

veroverd.

Sindsdien had Rhodan voortdurend naar de oplossing van door onbeken de

intellecten gestelde problemen ge zocht. Iemand scheen het van het al lerhoogste

belang te achten diegene die zijn geheime n trachtte te ontsluieren, door en door

op de proef te stellen.

Het was een zware taak, die ongeloof lijk veel van de zenuwen van de man nen

eiste.

Nu ze niet ver meer van de ontdek king van de uit het Wegastelsel ver dwenen

planeet meenden te zijn, trof fen ze bij hun terugkomst van een onvrijwillig

uitstapje een laaiende zon aan, die nauwelijks aan de ster herinnerde die ze nog

geen jaar geleden voor het eerst van dichtbij hadden gezien.

Thora dacht verbitterd aan de slopen de belevenissen die met de k osmische

problemen van een hoogstwaarschijn lijk grenzeloos superieure intelligen tie

verband hielden. Zonder de mu tanten uit Rhodans specialistenkorps zou de

ondergang op de reuzenpla neet Gol al onvermijdelijk zijn ge weest. De daar

aanwezige energiewezens hadden de mensen niet veel kans gegeven.

Hetzelfde was het geval geweest op de eenzame planeet Tramp. Daar wa ren de

zo potsierlijke muisbevers ge weest, die ondanks hun griezelige te lekinetische

hoedanigheden volkomen onschuldig zouden zijn geweest , als ze niet met ieder

binnen hun bereik komend voorwerp hadden moe ten 'spelen'. Dat was een

karaktertrek van die intelligente wezens. Ze speelden met de wapens.

Gucky, het op de planeet Tramp aan boord gekomen schepsel, had Rhodan in

ernstig gevaar gebracht. Het was uitsluitend de schuld van die muisbe ver dat ze

nu met een vertraging van vier weken in het Wegastelsel aan kwamen.

Thora klemde verbitterd haar lippen op elkaar. Ze beantwoordde Bully's

onderzoekende blik met een arrogant hoofdgebaar.

Als Thora, de commandante van de vernielde onderzoekingskruiser al een op de

aarde geboren mens waar deerde, kon dat in 't gunstigste geval Perry Rhodan

zijn. Bij hem had zij als 't ware op graniet gebeten.

'Ik zou nog sneller vliegen,' zei ze on beheerst. 'Je kunt grote delen van het

oppervlak vernielen.'

Rhodan trok zijn wenkbrauwen op. Hij gaf bedaard zijn instructies naar de

machinekamer door. Toen keek hij in Thora's laaiende ogen. Er lag een

roodachtige glans in, die vreemd afstak tegen haar meer witte da n lichtblonde

haar. Thora was een fas cinerende verschijning.

'Ferron kan er wel tegen,' antwoord de hij. 'Je zult van je voorgenomen uitstapje

moeten afzien. Ik start on middellijk na het inladen van de tenders.'

'Met een Arkonidenslagschip van de machtig e imperiumklasse,' spotte ze. 'Met

een schip dat eigenlijk van mij is.'

'Je vergist je, m'n beste. Jouw slape rige volk heeft het aan de Topsiders verloren.

Ik heb het hun weer afge nomen en het gevechtsklaar gemaakt. Voor het

imperium was de Stardust II a l verloren toen het door de in dringers werd

buitgemaakt. Ik geloof dat we daar al urenlang over getwist hebben.'

Crest lachte zachtjes. In zijn ogen stond begrip voor beide partijen te le zen. Zacht

en een beetje bedrukt zei hij ,

'Perry, hoewel ik voor e en speurtocht naar een raadselachtige planeet in dit deel

van de Melkweg ben gekomen, geloof ik nu toch werkelijk dat we het moeten

opgeven. We zijn vier weken aardse tijd te laat geko men.'

'Ik wou drie muisbever nog onschade lijk maken, maar dat mocht n iet!' merkte

Bully nijdig op.

Hij keek verwijtend naar zijn com mandant.

'Dat heeft er niets mee te maken,' zei Crest, en schudde langzaam zijn hoofd dat

in z'n niet-menselijke hersenen een fotografisch geheugen be vatte. 'We moeten 't

opgeven, Perry,' zei hij nogmaals. 'Ik ben er van over tuigd dat de onbekende

Wega in een praenova heeft veranderd. We weten uit pijnlijke ervaring dat de

oplossingen van alle problemen aan tijd ge bonden waren. Wega zal uiteenspat ten. Wij verliezen ons met moeite ge vonden aanknopingspunt. Dat betekent dat

we de zwervende planeet nooit zullen vinden.' '

Op de beeldschermen verschenen de eerste gebergten. Ze kwamen razend snel

naderbij. De Stardust II stoof nog steeds met woeste vaart over Fer ron heen.

'Al zou ik het willen opgeven, dan zou ik toch niets anders kunnen doen dan de

beker tot de laatste druppel leegdrinken Crest, door onze schuld en

nieuwsgierigheid, door ons bran dende, eerzuchtige verlangen naar het grootste

biologische geheim van de almachtige natuur is Weg a een fakkel geworden. Ik

ben niet in staat enige miljarden Ferroners te red den.'

'Het zijn maar onderontwikkelde schepsels,' merkte Thora koel op. Ze was weer

de afstammelinge van de Arkon -dynastie. Die mensen schenen er een

eigenaardige opvatting op na te houden!

Er verscheen een diepe vouw tussen Rhodans wenkbrauwen. Hij ant woordde

hatelijk

'Bedankt voor de mededeling, Thora! Het ligt in de aard van de mens te helpen

waar hij helpen kan. In dat op zicht bestaat er wel enig verschil tus sen ons! Mijn

geweten gebiedt me alles, maar dan ook alles voor de red ding van de bedreigde

Ferroners te doen. De planeten van Wega zullen in gloeiende bollen veranderen

zodra de ster uiteenspat. We hebben nog even tijd, al is het dan ook een

kunstmatig teweeggebracht proces dat zich naar het schijnt enige miljoenen

malen sneller voltrekt dan een natuur lijk. Wij kunnen de Ferroners alleen helpen

door onze laatste taak te vol brengen.'

'En die is?' vroeg ze vijandig.

'De verdwenen planeet vinden, die volgens de laatste berekening van het

robotbrein op een vaste baan door het heelal snelt.'

‘Onzin! Geen wereld kan zonder zon bestaan.'

Er klonk medelijden in Rhodans stem toen hij antwoordde

'Thora, je bent toch een bekwaam ge leerde! Je had toch allang moeten be grijpen

dat we hier met de technisch het hoogst staande schepsels van het heelal te

maken hebben. Zij hebben het laatste raadsel van de natuur op gelost. Ondanks

mijn Arkonidische kennis, zou ik met de beste wil geen reusachtige ster in een

nova kunnen veranderen. D e onbekenden staan in kennis ver boven ons.'

'Zeker! Boven de aardse barbaren.'

Rhodan moest onwillekeurig lachen. Dat was weer het oude liedje waar ze altijd

mee kwam als haar logische ar gumenten uitgeput waren;

'Natuurlijk, je hebt volkomen gelijk,' zuc htte hij. 'Het is alleen vreemd dat die

barbaren jullie Arkonidentech niek zo snel onder de knie hadden, niet waar?'

'Landing over twee minuten,' schal de de automaat.'

Het gebulder van de motoren werd nog heviger. Het slagschip donderde bijna

loodrecht naar de reeds zichtbare ruimtehaven toe. Thora zweeg definitief.

Ondanks de enorme remversnelling die echter door de drukabsorberende

krachtvelden grotendeels werd gecompenseerd, werd ze niet in haar bewegingen

gehinderd!.

'Denk er aan dat je de deur niet a chter je dicht kunt smijten,' brulde Bully haar

over zijn schouder heen na. 'Die is namelijk van metersdik pantserstaal!'

Crest boog zijn hoofd.

Zijn riskante verre reis in het gebied van de aardse zon was de bitterste

teleurstelling van zijn leven gewees t. Het mensenras was te jong, te onder nemend en te leergierig om door de afstammeling van een degenererend ras te

worden begrepen. Toch deed Crest zijn best om de nodige ver draagzaamheid op

te brengen.

Diep in zijn binnenste wist hij allang dat de mens e r na aan toe was om de

nalatenschap van het Grote Imperi um over te nemen. Mannen als Rho dan

schenen daarvoor geschapen te zijn. Zij waren onverbiddelijk en leer gierig. Zij

waren enorm sterk in het aanvaarden van zelfs de zwaarste slagen van het lot.

Een ras met zulke mannen aan de top, zou het hele Uni versum aan 't wankelen

kunnen brengen. Deze hoedanigheden waren de Arkoniden al lang kwijt, hoewel

hun verre voorouders eens dezelfde karaktertrekken hadden bezeten. Maar dat

was lang geleden.

De Stardust II daalde met de snelheid van een vallende reuzenmeteoor. Pas op

een paar meter boven de grond werd de resterende snelheid ge heel opgeheven.

Waar de stralen van de in de ring vormige verdikking om het midden van de romp

ondergebrachte motoren de grond ge selden ontstonden grote, gloeiende kraters.

Eerst knarsend en toen krakend zakten de brede 'voe ten' van de uitgeschoven

telescoop-landingspoten in het keiharde kunst stofplaveisel van het platform.

De Stardust II was teruggekomen naar het eerste kosmisch e handelssteunpunt

van het mensenras. Zeven entwintig lichtjaren scheidden het grote Wegastelsel

van de thuiswereld. Voor schepen als de Stardust II vormde dat geen technisch

probleem. De motoren liepen uit, maar de wer velstorm kwam nog. Gloeiend hete

drukgolven loeiden met zo’n kracht over het vlakke terrein van de ruim tehaven

dat kleine Ferronschepen van hun ankers werden losgerukt. Het slagschip was

onmiddellijk na de landing weer geworden wat het op deze ruimtehaven altijd

was geweest een onoverzien bare, plotseling opgedoken, volmaakt harmonisch

gevormde berg.

In de inmiddels gelande tenders van de Goede Hoop -klasse, doken de mannen

onwillekeurig ineen. De super reus was op de grond neergekomen. Luitenant

Everson schakelde de beeldontvangst op no rmale sterkte terug. Hij deed het

langzaam. Streep voor streep, heel voorzichtig, draaide hij de knop van de

telelens naar rechts.

Toch verscheen de 500 meter verder gelande Stardust niet in z'n geheel op het

beeldscherm. Hij zag slechts een metaalachtig g lanzend gedeelte van de 800

meter hoge bol die met z'n massa het uitzicht belemmerde.

'Nu worden wij weer tot sprinkhanen gedegradeerd,' zei hij dof. 'Verdui veld, een

paar dagen geleden dacht ik nog dat de donderkoppen behoorlijke

ruimteschepen waren. Dit is wel een beetje deprimerend, hè?'

Hij knipoogde naar kapitein Mc Clears, die koortsachtige haast be zig was zijn

uniform aan te trekken. 'Ik dank God dat de ouwe weer hier is,' kreunde

McClears. 'Man, help me toch eens.'

'Ik heb honger,' antwoordde Ever son. 'In zo'n biologisch beperkt

afhankelijkheidsstadium kan ik me niet goed bewegen. De ritssluiting zit twee

millimeter links van je vingertoppen.'

McClears vloekte verschrikkelijk. De luitenant knikte bezorgd.

'Wat je zegt,' zei hij. 'Maar die rits sluiting krijg je er toch niet mee te pakken. Je

moet er een telekinetisch begaafde mutant bijhalen.'

'Jij moet me helpen,' brulde de kapi tein buiten zich zelf. 'Ik moet onmid dellijk aan

boord. De ouwe vreet me met huid en haar op als ik niet bin nen vijf minuten bij

hem ben.'

'Dat zou een verlies voor de mens heid zijn,' zei Everson. 'Goed, kom dan maar

hier ik kan moeilijk opstaan.'

Breed grijnzend nam hij de ver schrikkelijke verwensingen in ont vangst. Rhodan

had heel goed geweten wat voor mannen hij aa n boord van het ruimteschip had

genomen.

Deze roekeloze kerels waren niet van hun stuk te brengen, behalve wan neer ze

niets te doen kregen.

Everson en McClears waren een ty pisch voorbeeld van de geest onder de

ruimte-jachtpiloten. Ze konden el kaar wel opvreten, maar als het er op aankwam,

smolten ze als 't ware samen tot één man met één stel herse nen. En dat was het

belangrijkste!

De acht tenders waren met een vaardigheid die het resultaat was van vele

oefeningen, ingeladen. Het slagschip had de geweld ige ruimtebollen even

gemakkelijk en onverschillig opge slokt als een op Venus levende reu zensauriër

een onvoorzichtige mod derkruiper. De donderkoppen waren en bleven sloepen.

Een kwartier na de landing had de Thort van Ferron zich laten aandie nen. De

wijze heerser over een reus achtig planetenstelsel wist nog steeds niet dat

Rhodan een Terraan was. Om zijn technische superioriteit werd hij beschouwd

als een belangrijk vertegenwoordiger van het 'Gro te Imperium'. Slechts daardoor

was Rhodan in staat gew eest een psychologisch gefundeerde basis tot

onderhandelen te scheppen.

De Ferroners, die de mensen van het jaar 1976 in elk opzicht ver vooruit waren,

zouden waarschijnlijk niet tot een handelsovereenkomst zijn over gegaan als ze

van de ware situatie op de aarde op de hoogte waren geweest. De Thort zat in

de indrukwekkend grote commandocentrale van het slagschip. Hij was een

kleine, gedrongen en gespierde man, wie het licha melijk verval wel was aan te

zien. Zijn anders bleekblauwe gezicht had nu een mee lijwekkend grauwe tint. Hij

was oud geworden, gebogen on der zorgen en verdriet. Zijn dieplig gende ogen

waren nauwelijks te zien. Rhodan overlaadde zich met zelfver wijten toen hij de

Thort zag. De Ferroner wist dat zijn ras tot de onder gang gedoemd was.

'Wat denkt u te doen?' vroeg hij neer slachtig. 'Wilt u ons met uw grote schip bij

de evacuatie helpen?'

De eveneens aanwezige geleerden ke ken hoopvol naar de magere, lange man in

het smetteloze uniform.

Rhodan wist dat hij bitter klinkende woorden zou moeten zeggen. Hij schraapte

ernstig zijn keel. De officie ren van de Stardust II keken schijn baar

ongeïnteresseerd toe.

John Marshall, een van de bekwaam ste mutanten uit het specialistenkorps,

peilde onopvallend de ge dachten van de Ferronse heerser. De geoefende

telepaat kon zonder enige moeite de gedachten van anderen le zen. De Thort

dacht uitsluitend aan zijn volk. Hij had geen verkeerde be doelingen.

'Het is in orde,' seinde Marshall naar Rhodan.

Rhodan begon nog bedrukter

'Evacuatie zou nutteloos z ijn. Zelfs met mijn grote schip zou het onmoge lijk zijn

de drie bewoonde planeten van uw rijk te ontruimen. De buiten ste planeten, die

tot nu toe nauwelijks getroffen werden, zullen bij een explosie eveneens ten

onder gaan. Waar zou ik dus uw volk heen moeten brengen?'

De oude Ferroner stak hulpeloos zijn geopende handen voor zich uit.

'Ik had mijn hoop op u gevestigd. Ik weet het niet.'

Rhodan zei 'Uw zon zal over onge veer drie weken Ferrontijd een bom worden. Ik

verzoek u het steekhou dende van mijn argumenten te willen inzien. De enige

oplossing is, de ster weer te normaliseren. Dat heb ik ech ter niet in mijn macht.

Maar ik zal middelen en wegen weten te vinden om u het ergste te besparen.'

De Thort leefde op. Hij strekte zijn gebogen schouders. 'Mi ddelen en wegen?'

herhaalde hij hoopvol. 'Ziet u een mogelijkheid?'

'Ik weet waar ik de aanstichter moet zoeken. Ik vertrek onmiddellijk weer. Ik

verzoek u alle verdere transpor ten, die de capaciteit van uw vloot ver te boven

gaan, te staken. Iedere Ferr oner die u naar de buitenste planeten brengt, zal

daar de meest ongunstige levensvoorwaarden zon der de bekende hulpmiddelen

van uw hoogstaande beschaving en tech niek aantreffen. U zou daarmee uw volk

ter dood veroordelen. Blijf hier en wacht af.'

'Hij gaat vragen hoe lang,' seinde Marshall vlug.

De vraag kwam inderdaad.

'Ik verzoek u geduld te hebben,' ant woordde Rhodan onbewogen. 'Ik mag u

helaas niet zeggen waar de aanstichter van dit onheil moet worden gezocht.

Maar ik zal hem vinden. Vertrouw op mij. '

Rhodan deed de Thort met het hoog ste eerbetoon uitgeleide. Dat had hij vele

jaren geleden op de vliegschool van het Amerikaanse ruimteleger ge leerd.

Toen het pantserschot achter de wan hopige Ferroners was dichtgegaan, haalde

Reginald Bull diep adem.

'Ik kan wel huilen,' mompelde hij somber. 'Het geheim van het eeuwige leven

zullen we nooit vinden. Waar om hebben we de Ferroners dan in deze benarde

toestand gebracht? Dat was toch niet nodig geweest?'

'Ik ben het bij uitzondering met je eens, barbaar,' s iste Thora.

Bully draaide zich woedend om. Ach ter in de centrale had iemand zo snel

gelachen dat Rhodans verbeten ge zicht onmiddellijk ontspande. Op zo'n hoge

toon kon geen normaal mens la chen.

'Barbaar, die is goed,' piepte iemand.

'Hij wou mij vermoorden, die schurk van een Bully. En ik heb deze keer werkelijk

niet gespeeld. Op mijn woord als man van eer, nog geen schroefje heb ik voor

mijn plezier door de lucht laten vliegen.'

Rhodans lippen begonnen verdacht te trillen. De aanwezige mannen hadden al

hun zelfbeheersing nodig om de vereiste discipline te bewaren. Ze stonden als

stenen beelden. Alleen majoor Deringhouse grijnsde.

'Prettig kennis te maken, man van eer,' zei Rhodan bedaard. 'Hoe kom je aan die

uitdrukking?'

Weer dat snerpende geluid dat Gu cky lachen noemde. Van achter een van de

vele toestellen kwam de mislukte nabootsing van een aardse muis te voorschijn

gewaggeld.

Gucky, zoals ze het intelligente pels dier van de planeet Tramp om zijn

buitengewoon vriendelijke blik hadden genoemd, scheen weer enige moeite te

hebben met het voortbewe gen van zijn dikke achterste met de lepeIvormige

staart.

Gucky was ongeveer een meter hoog, liep gewoonlijk rechtop en was zeer

intelligent. Het meest opvallende aan hem was dat hij de gave van de telekinese

bezat. Gucky had het in zijn karakteristieke, voor mensen onbegrijpelijke

speelsheid klaargespeeld, de reusachtige Stardust II bijna te laten

verongelukken.

Maar hij had er geen kwade bedoe ling bij gehad. Hij had alleen maar met al die

vreemde voorwerpen willen spelen.

Gucky kwam bedaard naderbij. Hij zwaaide erbij met zijn korte voor pootjes met

de sierlijke klauwtjes als een zwaarlijvige worstelaar.

Hij bleef voor Rhodan staan. De com mandant keek in twee verstandige, slimme

ronde ogen in een typisch mu izegezicht. Het vreemde was, dat Gucky in enkele

weken veel gewoonten en manieren van de mensen had overgenomen. Ook dat

scheen tot zijn natuurlijke neigingen te behoren.

Hij trok zijn zwarte, glimmende mui zeneus op en liet in een grijns zijn enige

knaagtand zien.

Hij tikte met een klein voorpootje te gen zijn behaarde voorhoofd. Rhodan

kreunde inwendig. De kleine salueer de ook al!

'Luitenant Guck van het mutanten korps meldt zich klaar om te worden ingezet,'

piepte het pelsdier ernstig. 'Sta me toe dat ik mezelf geen Gucky noem, chef. Die

naam lijkt me te gewoon nu ik een man van eer ben.'

Rhodan draaide zich met schokkende schouders om. De andere mannen

vertrokken krampachtig hun gezicht. Alleen Bull tastte zijn rijke woorden schat

van boven tot beneden af. Het waren afschuwelijke verwensingen die Gucky met

een nogmaals ontbloten van zijn tand beantwoordde.

'Moordenaar!' schold het dier. 'Mij zo maar doodschieten, hè? Ik heb al les

gehoord. Ik heb niet met de zon gespeeld en ook niet met het schip. Ik heb de

chef beloofd dat ik alleen met zijn toestemming schakelaars zou laten zwiepen.'

Gucky zweeg om zich in dat prachti ge woord te verlustigen.

'Zwiepen!' herhaalde hij verlangend. 'Dat zou iets zijn. Ik zou met afstand

bediening de noodschakelaars va n het hele schip kunnen dirigeren!'

'Een soort zwiep spelletje, hè?' tierde Bully woedend. 'Als jij je verlangens niet

intoomt, gebeurt er wat. Tussen haakjes, sinds wanneer ben jij offi cier? Hoe kom

je erbij je als luitenant Guck van het mutantenkorps t e melden?'

Gucky draaide zich rustig om. Het brede gedeelte van zijn lepelstaart kletste

vijfmaal op de vloer, waar mee hij zijn allergrootste minachting te kennen gaf.

'Vijf slagen, meneer Bull piepte hij vernietigend. 'Vijf slagen! Bah!'

'Schip klaar voor de start,' bulderde Rhodans stem boven het gelach van de

toeluisterende mannen uit.

'Wat valt er hier te grinniken? Ieder wezen heeft zijn eigenaardigheden. Als

verdraagzame mensen moeten wij dat respecteren. Of zijn jullie niet

verdraagzaam ?'

Rhodan keek koel om zich heen, zag zijn officieren plotseling verstijven en begon

hartelijk te lachen.

Bij het grote imperium van de Arko niden, zó hadden ze hun chef nog nooit

meegemaakt. Gucky amuseer de zich kostelijk. Hij keek met een haast tedere blik

naar de man die hem, Gucky, zo goed begreep. Het was toch maar een goed

idee geweest, om op de planeet Tramp in een lege proviandkist te kruipen en

zich op die manier aan boord van het schip te laten brengen.

Bovendien had Gucky daarna een hypnoscholing gekregen o m zo snel mogelijk

de omgangstaal van de mensen te leren. Al die feiten waren voldoende om

Rhodan in Gucky's ogen een soort god te doen schijnen. De leider van de Derde

Macht hield even plotseling met lachen op als hij er mee begonnen was. De

zorgelijke blik kwam onverwacht weer in zijn ogen terug.

'Neem me niet kwalijk, dat was een kleine afreagering van mijn span ning,' zei hij

spottend. 'Als de heren nu eens naar hun posten gingen! Crest, hoever ben je

met de positronische berekening?'

Gucky was vergeten. De mannen, die wisten wat 'positronische berekening' was,

richtten hun aandacht op de Ar konidische geleerde.

Crest leek volkomen rustig. Zijn witte haar glansde in het felle licht van de

lampen.

'Ik werk er al vier weken aardse tijd aan. Ik heb de gede tailleerde cijfers. De

meest nauwkeurige gegevens over de gedragingen van Wega zijn zo -even aan

de computer doorgegeven. De kosmische baansnelheid en de verdere verkregen

gegevens in aanmerking genomen, zal de vermoede lijke positie van de gezochte

planeet in ongeveer twee uur te berekenen zijn. Let wel, de vermoedelijke

positie!'

Garands blozende gezicht verscheen op een van de vele beeldschermen. De

hoofdmachinekamer was klaar voor de start.

Rhodan keek op de chronometer. Het was 17 uur 58 minuten. 'Star t om achttien

uur boordtijd,' beval hij. 'Gucky, jij blijft hier in mijn buurt. Ik hoop dat je na je

benoeming tot officier van het mutantenkorps geen dwaasheden meer zult

uithalen. Je mag voor mijn part met de eerste of ficier spelen.'

Gucky juichte, Reginald Bull verbleekte en Rhodan glimlachte flauw tjes.

Om achttien uur precies begonnen de straalmotoren van het slagschip te

bulderen. Loeiende vuurstralen ha venden het plaveisel. Het angstaanja gende

gedreun begon weer.

De reusachtige bol verhief zich rechtstandig van het landingsterrein en schoot

vervolgens met een zó gro te snelheid de lege ruimte tegemoet dat in de

dampkring van de planeet Ferron een fel lichtende baan ont stond.

Enige ogenblikken later was de Star dust II verdwenen. Alleen de hete stormwind

getuigde van het geheim van een grandioze supertechniek.

De Ferroners kenden noch druk neu tralisatoren noch energetische scher men

voor de afweer van gasmolecu len. Een Ferrons ruimtevaartuig zou nooit op deze

manier hebben kunnen starten of lan den. Nog afgezien daar van, de quantem

motoren van de Ferroners zouden dergelijke versnellings waarden niet hebben

kunnen bereiken.

Op Ferron had men de grens van het realiseerbare bereikt. Met de be staande

aggregaten konden geen gro tere prestaties worden geleverd. Het onvermijdelijke

gevolg was een stilstand sinds duizend jaren aardse tijd. Kleine verbeteringen

hadden echter de absolute betrouwbaarheid bevor derd. Dit aspect van de

Ferrontechniek had op Rhodan een zeer grote indruk gemaakt. Wat dit v olk

construeerde of fabriceerde verdiende de allerhoogste lof. Rhodans

handelsverdrag met het planetenrijk van de Thort was voor de aardse mensheid

een welhaast onuitputtelijke bron.

De laatste drukgolven van de mach tige start vloeiden weg. Een paar mi nuten

later werd door de Thort het startverbod voor alle evacuatievaar tuigen

afgekondigd.

Ferronse piloten zetten gelaten de reeds gestarte motoren af. Wanhoops daden

waren nu eenmaal zinloos en werden slechts in wensdromen met succes

bekroond. De mensen ha dden de achtste planeet van Wega weer verlaten.

Uit de omrekening van de Ferronse gegevens bleek dat de gemiddelde af stand

tussen de planeet Ferron en zijn zon 1,835 miljard kilometer be droeg.

Omdat Wega als het belangrijkste oriëntatiepunt in het vierd imensionale

rekenstelsel diende, had Rhodan het ondanks tegengestelde meningen

noodzakelijk geacht de in een kos mische atoomoven veranderde ster aan te

vliegen.

Zijn motivering kon steekhoudend zijn, maar ook van ondergeschikt be lang en

zelfs te verwaarlozen. Perry Rhodan was op grond van de positro nische

slotberekeningen van mening geweest dat men een toch al gecom pliceerde

overgang niet nog ingewik kelder mocht maken, aangezien de eindcijfers toch al

genoeg onbekenden bevatten.

Hij had dan ook de ove rgangssprong van 1,8 miljard kilometer niet willen wagen.

Die 1,8 miljard konden bij de kleinste misrekening gemakkelijk 180 miljard

kilometer worden, wat sa men met andere kleine foutjes er toe zou kunnen leiden

dat ze de gezochte lichtloze planeet nooit zouden vinden. .

Crest was van mening geweest dat de structuurtasters van het slagschip zelfs

een niet door een zon besche nen planeet tot op een afstand van 0,45 lichtjaren

zouden kunnen peilen. Het was een op zakelijke toon ge voerd twistgesprek

geweest. Intussen had Bull de Stardust II met maximale versnelling op de

normale lichtsnelheid gebracht.

Het schip suisde nu in vrije val op de laaiende zon af. Chefingenieur M. Garand

had twee minuten geleden de twee reserve machines bijlgezet.

In het beschermende krachtveld van het slagschip woedden hevige mag netische

stormen. Uiterst fijn verdeel de materie begon zich voor het bijna lichtsnelle

ruimtevaartuig te verzamelen. Sinds drie minuten was de Ar konstalen bol door

een flikkerende stralenkrans omgeven.

Wega leek zich zelf te willen wegstra len. Wat de ster met zelfmoordbedoe lingen

de ruimte in slingerde was al niet meer meetbaar.

Alle posten in het schip waren volle dig bezet. Aangezien geen bevel was

gegeven zich voor te bereiden op een gevecht, funge erden de piloten van de

ruimtejachtgroep en de acht ten ders als extra posten voor de belang rijkste

apparaten.

Van de sterke aantrekkingskracht van Wega was bij de snelheid van de Stardust

niets meer te merken. Wel begon de kosmische micromaterie dichter en dichter

te worden. Daarbij kwamen nog uitgestrekte gaswolken, die ondanks hun zeer

geringe dichtheid bij deze hoge snelheid een gevaar begonnen te vormen.

Rhodan had de verschillende beveiligingsschermen van het slagschip

uitgeschakeld, op het ionisato rscherm na, dat met zijn maximale dichtheid, door

draaiing van de veldprojectoren het schip in de vliegrich ting beschermde.

De energiereserves van de machines waren al aangesproken. Chefingenieur

Garand rekende sinds de over haaste start nog slechts met grove waarden, die bij

een miljoen kilowattuur begonnen en per machine bij cir ca 250 miljoen

kilowattuur eindigden. De leidende astronauten en tech nici van het

superslagschip zwegen. In hun vertrokken gezichten schenen alleen nog de ogen

te leven, waarmee ze de meetinstrumenten letterlijk probeerden te ontleden.

Naast Rhodan werkte het robotbrein aan de tweede eindberekening. De door de

grote computer juist bevon den eindcijfers werden door neven automaten optisch

en akoestisch in de commando centrale bekendgemaakt.

Rhodans vingertoppen rustten op de nog steeds verzekerde overgangscha kelaar.

Het nauwkeurig berekende punt voor de sprong lag ongeveer 123 mil joen

kilometer van Wega verwijderd.

Wanneer de Stardust op dat fictieve punt aankwam, moest de s ter precies 91,3

graden dwars in de groene sec tor staan. Dat was het uitgangspunt. Toen het

schip de omloopbaan van de eerste planeet van Wega passeerde, verscheen het

bijna withete hemellichaam gedurende enige ogenblikken op de beeldschermen

van de telecomtasters. De gemiddelde afstand van deze planeet tot zijn zon

bedroeg iets meer dan 228 miljoen kilometer.

Dat was ongeveer de afstand van de koude planeet Mars tot de zon in het eigen

zonnestelsel. Hier was, door de veel grotere zon, een planeet op on geveer

dezelfde afstand een laaiende hel. In het Wegastelsel scheen alles zich op

enorme schaal af te spelen. Het slagschip snelde verder op zijn baan. Toen na

een lichtminuut de zwaar gepantserde huid van het schip begon te dreunen,

kuchte Rhodan zachtjes.

'Juffrouw Sloane, wilt u thee voor me inschenken? De automaat zal wel gevuld

zijn. Bij voorbaat m'n dank.'

Anne Sloane, de slanke, tengere mu tante met de positieve gave van de

telekinese, vertrok geen spier van haar gezicht.

Met een begrijpende blik na ar de magere man concentreerde ze haar

bovennatuurlijke krachten op de auto maat. Een plastic beker kwam uit een

houder los en zweefde tot onder de kraan. Hoewel niemand het apparaat

aanraakte, begon toch de thee te stromen. Als door de handen van een gee st

gedragen, zweefde de volle be ker naar de plaats van de gezagvoer der. Rhodan

nam hem rustig aan. Hij beschouwde de griezelige kunststuk jes van zijn zeer

bekwame specialisten na de vele gemeenschappelijke belevenissen, als iets

vanzelfsprekends.

Het starre verdween uit Annes blik. Terwijl de huid van het schip steeds sterker

begon te dreunen en felle lichtflitsen door de buitenste lagen van het

beveiligingsscherm schoten, zei ze opvallend flink

'Een glas kan ik u tot m'n spijt niet aanbieden, maar wil t u nog wat suiker?'

Rhodan bedankte haar vriendelijk. De hoekige gezichten van de andere mannen

bleven onverschillig. Ze kenden de chef! Als hij dit zenuwslopende spelletje

begon, was het zaak dat men zijn kalmte bewaarde.

Niemand aan boord van de Stardu st II zou op dat ogenblik zijn angst openlijk

hebben toegegeven. Ze stel den zich tevreden met de kleinering van de ware

situatie. Volgens het principe van de vroegere risicopiloten van het Amerikaanse

ruimteleger, mochten ze over alles praten, be halve over wat ze zeer binnenkort

moesten doorstaan.

Het waren de momenten vóór de be slissing en tegelijkertijd de momen ten van de

zogenaamde 'afleidingsonzin'. Deze uitdrukking was afkomstig van een

psycholoog van het ruimteleger.

De romp van het schip begon t e trillen. Nog drie minuten tot het over gangspunt.

Een onwerkelijk gedaver weerklonk. Diep onder de voeten van die mannen

werden de reactoren tot de laatste reservekrachten opge voerd. De seconden

werden eeuwen. 'Mooi weer buiten, maar een beetje somber,' zei Bully

onverschillig.

Rhodan keek schijnbaar geïnteres seerd naar de beeldschermen, waarop een

laaiende hel te zien was. Het tril len en schudden werd zo hevig dat de

magnetische sluitingen van de schou derriemen ervan kraakten.

'We zouden wel eens reg en kunnen krijgen,' meende ,Rhodan.

Garands gezicht verscheen op een controlescherm. Zijn glimlach was verstard.

Met een eentonige stem meldde hij: 'Machinekamer aan commandant. Snelheid

neemt af. Zeer dichte mate rie. Remt de snelheid af. Wat doen we?'

‘Opvoeren,' antwoordde Rhodan na een flinke slok uit de beker.

De motoren van het reuzenschip be gonnen weer te bulderen. Ze werkten nu met

92,85647 procent van het be schikbare vermogen om de voor de sprong door de

vijfde dimensie benodigde snelheid te behouden.

Een schel, klagend gehuil veranderde de ruimtevarende marionetten weer in

mensen. Rhodan keek om. De on verschillige uitdrukking was opeens van zijn

gezicht verdwenen. Van ach ter het masker verscheen een grauw gezicht met

flikkerende ogen.

'Ik ben zo bang,' piepte Gucky. 'Ik ben zo vreselijk bang.'

Hij sprong hulpzoekend naar voren. Bully lachte luidkeels.

'Wie is dat niet?' riep hij. 'Maar je moet wel van een ander soort zijn om dat toe te

geven. Verdomme, over twee minuten bezwijkt het scherm en dan blijft er niets

van ons over.' Zijn woorden waren als een signaal geweest. Garand schreeuwde

en plotseling schreeuwde iedereen.

Rhodan zat gebogen achter het stuur. Crest drukte zijn gebalde vuisten te gen

zijn mond. Hij staarde als ver dwaasd naar de pulserende, laaiende monsterster,

die, hoewel ze hem allang opzij hadden, nog steeds alle beeldschermen vulde.

Gigantische gasvlammen van nog gigantischer ex plosies werden de ruimte in

geslingerd. De Stardust bevond zich op de uiterste grens.

Alleen Rhodan hoorde de laatste meldingen van de astro -robot. Het blauwe

controlelampje begon met kortere tussenpozen te flikkeren, tot het op maximum

sterkte bleef branden.

Dat was het ogenblik waarop Rho dan aan zijn geest liet voorbijgaan wat zich tot

dusver om het grote geheim van het universum had afge speeld.

Het was zo onschuldig begonnen met de ontdekking van de vijfdimensio nale

materiezender. De Ferroners konden met hun beperkte wiskunde zo'n toestel

niet hebben vervaardigd. Ze waren een raadselachtig l evend wezen op het spoor

gekomen en kwamen daarmee tevens voor de eerste problemen te staan. Ze

hadden ze één voor één opgelost, tot de probleem stellingen in het

parapsychische overgingen.

Op Gucky's thuiswereld hadden ze die laatste aanwijzing voor het bestaan van

een zwervende planeet ont dekt. Midden in een overigens lege zaal was de

natuurgetrouwe afbeelding van een deel van de Melkweg verschenen.

In dat deel was Wega onmiskenbaar aanwezig geweest. Aangezien Rhodan wist

dat Wega vroeger 43 in plaats van 42 planeten had gehad, stond het voor hem,

vast, andere feiten mede in aanmerking genomen, dat die drieënveertigste

planeet de wereld van het eeuwige leven was.

De bewoners ervan hadden een hele planeet uit de aantrekkingskracht van

Wega gerukt, maar ze hadden een aanwijzing achtergelaten. Door het bekende

sterrenbeeld had een ge bogen lijn gelopen. Uit berekeningen was komen vast te

staan dat deze lijn een deel van een gigantische ellips baan was, waarlangs het

zwervende hemellichaam zich voortbewoog. Het vreemde was dat de aarde zich

precies in een van de twee brandpunten van de ellips moest bevinden. Het leek

bijna alsof de onbekende probleemstellers speciaal

de aardse mensheid op het

oog hadden.

Dank zij de positronische boordcomputer hadden ze aan de hand van een film

die ze van hun ontdekking hadden gemaakt, de juiste gegevens verkregen die ze

er nooit zelf uit hadden kunnen halen.

Nu stond Perry Rhodan op het punt bij de onbekende die langer dan de zon zou

leven, binnen te vallen, Voor opgesteld dat de overgang zou luk ken.

Zo was de situatie toen de zekering van de schakelaar met een lichte klik

wegsprong. De knop in de armleu ning van de zware pilotenstoel was vrij.

Vijf seconden voor de overgang gaf Rhodan de zogenaamde 'permissie -impuls'

aan de uitvoerende hyperpo sitronen-automaat door. Een mens zou de

gebeurtenissen in de hyper ruimte nooit kunnen bepalen of zelfs maar

beïnvloeden.

Er schreeuwde iemand hard en schel. Wega stak een uitloper van zijn vu rige

uitwassen bijna door het beveiligin gsscherm heen. Men kon z'n eigen woorden

niet meer verstaan. De grote Stardust II was in een slingerende klok veranderd.

Het was alsof ze in het trommelvuur van een hele oorlogsvloot lagen. Rho dan

vergeleek de vrijkomende ener gie van één zo'n uitloper me t die van meer dan

een miljoen waterstofbom men van aardse makelij. Het Arko nidenschip was nog

nooit aan zo'n aanval blootgesteld geweest.

In de laatste fractie van een seconde voor de overgang zag Rhodan de vio lette

furie in het bezwijkende beveili gingsscherm. Op hetzelfde moment sloegen de

veldzekeringen van alle reactoren door. De maximale energie was overschreden,

de mens had zijn grens bereikt! Dat betekende dat de stalen huid van het

ruimtevaartuig aan de verschrikkelijke krachten van een uiteenspa ttende

reuzenzon blootstond.

'Weer klonk die schelle kreet uit de luidsprekers. Hij klonk scherp boven het

hevige tumult uit, om plotseling in een zacht gefluister over te gaan. Rondom het

schip was iets ontstaan dat niet meer bij dit universum be hoorde. Het

Arkonidische structuur veld voor de absolute afweer van vierdimensionale

invloeden kon nog vóór de catastrofe tot stand gebracht worden. Het maakte van

de vaste materie van het ruimteschip een raadselachtig iets, dat in volstrekt

onstoffelijke vorm het bevel tot de sprong kreeg.

De Stardust II, zo-even nog een fel opgloeiende metalen fakkel, verdween uit de

normale ruimte.

Rhodans onstoffelijk geworden hersenen namen de kreet mee. Het geluid

beheerste nog zijn zintuigen toen het ruimteschip na een spr ong van 1600

lichtjaren in de normale ruimte te rugkeerde. De overgang was, zoals gewoonlijk ,

zonder noemenswaard tijdverlies verlopen, hoewel de Arko nidische wetenschap

had bewezen dat die vijfdimensionale verplaatsing een andere factor deed

ontstaan, die men met de nodige vereenvoudiging ook 'tijd' zou hebben kunnen

noemen. Volgens deze waren voor de beman ning ongeveer 123 jaar verstreken.

In de normale ruimte hadden zich geen veranderingen voorgedaan. Vol gens de

chronometer vond de rema terialisatie slechts enkele ogenblikken later plaats.

Ditmaal kon Rhodan de laatste indrukken van vóór de hy persprong snel van zich

afschudden. Er was ook niemand bewusteloos ge raakt.

Op de beeldschermen schitterde in de vliegrichting de onmetelijke sterren zee van

de Melkweg en in de richting vanwaar ze gekomen waren, zagen ze de

telescopische vergroting van een bijzonder felle lichtstip.

Dat was de machtige Wega, die nu echter een normaallichtschijnsel ver toonde.

De laaiende gloed van het beginnende explosieproce s was hier nog niet te zien.

Daarvoor zouden eerst nog 1600 jaren moeten verstrijken. Pas dan zou het licht

deze plek hebben bereikt.

Rhodan verspilde geen seconde aan overbodige woorden. Hij liet vlug zijn blik

over de verschillende instru menten gaan.

De stuur-en energieautomaat had sneller op de nog vóór de sprong gegeven

instructies gereageerd dan een mens kon denken of handelen. Een dof gedreun

deed de Stardust II weer trillen, maar ditmaal was het de eigen krachtontplooiing.

De motoren waren op het voor het menselijk verstand onbegrijpelijke moment

van de wederverschijning met maximum vermogen gaan werken.

De superreus remde met 500 km/sec2, waarvoor de totale capaciteit van de

stroomaggregaten nodig was. Als ze door overbelasting zouden uitvallen, zouden

mens en materiaal door de verschrikkelijke druk van de ver traging verpulverd

worden.

Dat was het enige waaraan Rhodan dacht. De snelheid, die nu nog gelijk was

aan die van het licht, kon met maximumvermogen in tien minuten tot nul worden

teruggebracht. Tenminste - als die motoren in orde wa ren.

Rhodans handen begonnen te werken. Bull, die juist vloekend overeind was

gekomen, begreep de situatie onmid dellijk. Het gedreun van de motoren

overstemde het gieren van de dyna mo's en reactoren. Maar ze s chenen de

energieverslindende drukregelaar nog in werking te houden, anders zou het al

afgelopen zijn geweest.

Op de controlebeeldschermen ver schenen de verschillende afdelingen van de

machinekamer, allemaal ware zalen. Een paar van de huizenhoge

Arkonidenreactoren vertoonden een violet licht. Die waren buiten bedrijf. Anderen

werkten onberispelijk, maar kwamen ten achter bij de omvormers. Al met al

scheen er voldoende ener gie voor de neutralisatieprojectoren te worden

opgewekt.

'Attentie!' klonk het hard uit een luidspreker. 'Technoafdeling controleautomaat

adviseert ogenblikkelijke vermindering van het remvermogen. Blijvende

energielevering bij de huidige toestand kan niet worden ge garandeerd.' .

Dat was de mechanische stem van het robotbrein geweest.

Bully's hand schoot al naar links. Zijn vingers hingen al boven de cen trale

motoren schakelaar, toen hij Rhodans ogen zag.

Er stond geen spot en ook geen hu mor meer in te lezen. Het waren die pe poelen,

waar een betoverende, dwingende kracht van uitging. Bully voelde zich als door

onzichtbare klauwen gegrepen. De geweldige suggestieve kracht in de blik van

de commandant was nog nooit zo sterk voelbaar geweest. Bully's hand ver stijfde.

'Dat zul je toch zeker niet doen?' klonk Rhodans stem boven het ge dempte

lawaai van de motoren uit. Bully's verstijving verdween. Onnozel lachend trok hij

zijn hand terug..

'Natuurlijk niet,' zei hij tegen zijn wil in. Hij ontwaakte uit zijn verdoving toen

Rhodans ogen weer normaal werden.

Hij keek geboeid naar de man wien s natuurlijke wilskracht met iedere

hypnoscholing vervolmaakt en ver sterkt was. Als Rhodan iets wilde, maar vooral

wanneer hij dan bovendien nog in een uiterst gespannen toe stand verkeerde,

bestond er geen tegenspraak meer. Dan werden zelfs mannen van h et slag van

een Reginald Bull hulpeloze schepsels.

De commandant was alweer bezig. Hij dacht er niet aan het remvermo gen te

verminderen. Speciale instruc ties voor de noodtoestand bereikten in de vorm van

draadloze impulsen het robotbrein, dat de ontvang en bevelen met ongekende

snelheid doorgaf.

In de hermetisch afgesloten, niet door mensen bezette machineza len van de

Stardust II kwamen de talloze speciale robots tot leven.

In velerlei vorm en constructie be gonnen ze enige seconden later aan de

beschadigde reactoren te werken.

Juist toen de alarmautomaat schel begon te fluiten en er nog nauwelijks

voldoende energie voor de drukrege laar werd geleverd, begonnen vier

hoofdreactoren tegelijk te werken.

Vijf minuten na het inzetten van de remmanoeuvre was het gevaar geweken. Dat

was het ogenblik waarop Rhodan om nog een beker thee vroeg. Bedachtzaam

keek hij de in de commandocentrale aanwezigen één voor één aan.

Bully streek met het puntje van zijn tong over zijn onderlip. Gefascineerd keek hij

de slanke man aan.

'Weet je, we moesten eenvoudig zo hard remmen,' zei Rhodan bijna dro merig.

'Zeker, de reactoren waren voor een deel buiten werking. Maar als we niet

nauwkeurig op het juiste ogenblik met de even nauwkeurig be rekende maximum

energie onze snelheid hadden verminderd, zouden we de gezochte planeet nooit

hebben gevonden. Zijn baansnelheid is bekend. Over ongeveer 4,3 minuut zullen

we onze snelheid daaraan aangepast hebben. Maar dat moet gebeuren, respec tievelijk beginnen, op de plaats waar de plane et zonder zon zich in het heel al

moet bevinden. Heb je er enig idee van welke wiskundige problemen zich zouden

hebben voorgedaan, als we met onze hoge snelheid dat slechts' door berekening

verkregen punt voorbij gestoven zouden zijn?' Bully slikte hoorbaa r.

'Ik zou wel eens willen weten van welke duivel ik bezeten was toen ik aan boord

van dit ruimteschip ging,' kreunde hij, terwijl hij mismoedig naar zijn hand keek.

'Ik zou nu een achtenswaardig man in een klein stadje aan de Amerikaanse

oostkust kunnen zijn. Ik zeg je dat het waan zin is! Alles wat we doen is waan zin.'

'Afwachten,' antwoordde Rhodan. 'Kapitein Klein, wilt u zich met de radar

bezighouden? De mutanten no dig ik uit voor een bespreking in mess IV. Laten

we zeggen over vijf minuten. Dank u.'

Rhodan stond uit zijn stoel op. De vei ligheidsriemen waren weer in de leuningen

verdwenen. Toen hij bedaard naar de lift stapte, heerste er doodse stilte in de

grote centrale. Het bleef ook stil toen hij weg was. Alleen Crest mompelde

'Eens zal hij aan het hoofd van het grote imperium staan.'

De Arkonidische stereocompensatoren waren op de grote beeldschermen

ingesteld. Daarmee was de nauwkeu rige overeenkomst met de gemaakte

opnamen gewaarborgd.

De aanpassingsmanoeuvre had toch nog vier uren boordtijd i n beslag genomen.

Voor de technische installa ties van Arkonidische onderzoekings kruisers en

volmaakt uitgeruste superoorlogsschepen, betekende het een kleinigheid de

ruimtesector van een vreemde zon naar eventueel aanwezi ge planeten af te

zoeken.

Als die aanwezig waren, werd hun nauwkeurige positie door de meer dan

lichtsnel werkende telecomtas ters in gemiddeld dertig minuten be paald. Het

vaststellen van massa, dichtheid, rotatie - en omloopsnelheid van een

hemellichaam duurde meest al nog eens dertig minuten.

Perry Rhodan had in dit speciale ge val van meet af aan geen normale

ervaringsregels toegepast. Hij had geen bijzondere verwachtingen en geen

overdreven ideeën gewekt. De vier uren durende aanpassing aan de zeer

nauwkeurig berekende omloopsnel heid van de zwervende planeet had reeds

bewezen dat hier met heel an dere factoren rekening moest worden gehouden.

De mannen aan boord van het slag schip waren aan de tot nu toe moei lijkste taak

begonnen.

De buitenboord televisiecamera was sinds enige uren ingeschakeld. In getrouwe,

optische weergave gleden on telbare sterren en verre sterrengroe pen over de

beeldschermen. Ze waren echter allemaal zo ver weg, dat niet één ervan in nauw

verband met het gezochte hemellichaam kon worden gebracht.

Rhodan bevond zich met de leidende officieren van het schip in de reken afdeling

van de commandocentrale. Het geluid van de motoren was na de laatste

correcties definitief verstomd. Volgens de stereocompensatoren volgde de

Stardust II zeer nauwkeu rig de ellipsvormige baan om eenendertig op een lijn

liggende zonnestelsels, die ook door de onbekende pla neet was gekozen.

De metingen klopten tot in tiende decimalen. Desondanks zouden er bij deze

enorme afstanden welhaast onvermijdelijk, afwijkingen zijn ontstaan. Crest

bestudeerde aandachtig de einddiagrammen van het positro nisch rekenbrein.

Het zag er naar uit dat er geen rekenfouten waren gemaakt.

Thora stond stijf en onbeweeglijk bij de veelsoortige instrumenten.

De bekwaamste mutanten van het specialistenkorps ware n een uur geleden in de

centrale verschenen.

Ze tastten en luisterden met hun raadselachtige zintuigen naar iets dat nog nooit

gezien, nog nooit aangeraakt en zelfs als gedachte nog niet duidelijk begrepen

was.

Rhodan had de gezochte planeet 'Zwerver' gen oemd. Dat was waarschijnlijk tot

dusver de meest treffende benaming voor een wereld die, wanneer ze haar

berekende baan bleef volgen, over ongeveer twee mil joen aardse jaren weer in

het Wegastelsel zou aankomen.

Gucky, het pelsdier van Tramp, zat vlak achter Rhodan op de naadloze vloer

gehurkt. Zijn schitterende ogen keken onderzoekend en een beetje verlangend

naar de vele schakelaars en hefbomen.

Rhodans waarschuwende handbewe ging was door Gucky met een droef geestig

ontbloten van zijn grote knaagtand beantwoord. Hier mocht hij dus in geen geval

'spelen'.

Licht zuchtend hees het kleine intel ligente wezen zijn abnormaal dikke achterste

van de vloer. 'Ik ga naar de chef -kok,' piepte hij. 'Als u mij nodig hebt, laat me

dan door John Marshall roepen.'

Rhodan keek het wegwaggelende dier na. Gucky kon onder bepaalde

omstandigheden de meest waardevol le medewerker in het mutantenkorps

worden. .

Gucky bleef voor het jongste lid van de bemanning staan. Betty Toufry was pas

tien jaar, maar als men haar grote, do nkere ogen zag, wist men dat ze in zuiver

psychisch opzicht geen kind meer was.

'Ga je mee?' vroeg Gucky. 'Hier is toch niets te beleven.'

Er verscheen een blij de glimlach op het smalle, met donker haar omkrans te

gezichtje.

'Mag ik?' vroeg Betty.

Anne Sloane, die ook aan boord de plaats van Betty's moeder innam, dwong zich

tot een luchtig klinkend antwoord. Rhodan had even geknikt. Dat was voldoende.

'Maar haal geen kattekwaad uit. De grote ketels in de keuken zijn niet om er de

kok in te gooien. Ik zal j ullie wel roepen als het nodig is.'

Gucky vrolijkte meteen op. Hij had met zijn heldere verstand al lang begrepen dat

er buiten hem in het hele schip waarschijnlijk maar één levend wezen was dat

graag met hem wilde spelen. Hoe dat mogelijk was, be greep de intelligente

Tramp-bewoner niet goed. Waarschijnlijk hield het verband met de leeftijd van de

anderen.

'We kunnen de bevroren spullen la ten vliegen,' juichte hij geestdriftig. 'De chef

zegt dat het schip daardoor niet in gevaar wordt gebracht.'

Betty Toufry werd zonder overgang een kind. Ze kon zich in een ogenblik

veranderen.

Speels gemakkelijk openden de twee bekwame telekineten de gecom pliceerde

elektronensloten van de dikke sluisdeuren. De deuren zwaai den open zonder dat

iemand de schakelaar had aangeraakt.

'Ik was vlugger,' beweerde Gucky. 'Wil je vliegen?'

Reginald Bull keek de twee zo ver schillende wezens zwijgend na. De ze prachtige

verstandhouding tussen een vertegenwoordigster van de jonge mensengeneratie

en een intelligent wezen van een hee l andere soort uit de diepte van de

Melkweg, moest de basis kunnen vormen voor de gro te algemene

verstandhouding en we derzijdse waardering.

Alleen op die manier kon een ster renrijk ontstaan en waren conflicten te

vermijden.

'De kleintjes zijn het nog st eeds met elkaar eens, hè?' merkte Rhodan op, alsof

hij Bully's gedachten had gele zen.

De gedrongen man schrok. Wantrou wig kneep hij zijn ogen half dicht. 'Ben je ook

al telepaat geworden?' vroeg hij. 'Hoe weet jij dat ik . . .?' 'Verstandige mensen

denken daaraan, als ze zo'n toneeltje zien.'

'De chef-kok wordt nog gek,' meende kapitein Klein. 'Ze hebben gisteren zijn hele

koelkamer overhoop gehaald.'

Rhodan gaf geen antwoord meer. De korte afleiding had ontspannend ge werkt,

maar nu kwamen de proble men weer.

Achter de doorzichtige wand van de radarcentrale zaten de zeer bekwame

radiospecialisten van het slagschip. Door hun korte hypnoscholing wa ren ze in

staat de meest ingewikkel de apparaten van een hoogstaand ras te bedienen.

Rhodan bracht zijn linke rpols met de kleine microfoon voor zijn mond. De

ontvangers in de radarcentrale rea geerden. Luid en duidelijk klonk zijn stem uit

de luidsprekers.

'Deringhouse. . . hoe staat het ermee. Nog steeds geen resultaat?' .

Vijftig meter verder draaide een nau welijks zichtbare, grote man zijn hoofd om.

Vanaf zijn plaats kon hij een deel van de centrale overzien. 'Niets,' klonk het

zachtjes uit het miniatuurtoestel. 'Dit deel van het heel al lijkt leeg te zijn.'

'Reageren de massatasters ook niet?' Die doen juist helemaal niet mee. Als hier

in een kring van enige licht maanden iets rondzweefde, zou ik be slist een echo

krijgen. Alleen de fijntasters geven de gebruikelijke kos mische micromaterie aan.

Om de zoveel tijd een enkel atoom. Een pla neet zou wel iets groter zijn.'

'Bedankt voor de les,' antwoordde Rhodan koel.

'Neem me niet kwalijk, ik was al weer vergeten dat ik zenuwen heb.'

De eindcijfers van het positronisch brein kwamen door. Rhodan boog zich naar

voren. Overgang, aanpas singsmanoeuvre en baancorre cties waren geslaagd.

Hij richtte zich langzaam weer op. De Stardust II kroop met de belache lijke

snelheid van 16,8 kilometer per seconde door het heelal, dat in dit ge deelte

inderdaad volstrekt leeg scheen te zijn. Er werd zelfs nog geen arm zalige

meteoor door de beste radarapparaten aller tijden geregistreerd. En ze zouden

hem beslist hebben geregistreerd, al zou hij niet meer dan twintig millimeter

hebben gemeten! Dit was een uitermate deprimerend feit. Rhodan keek peinzend

om zich heen.

'Zure gezichten, verwijtende blikken en betweterige arrogantie constateerde hij

droog 'We zouden nu al op Arkon geland kunnen zijn,' merkte - Thora driftig op.

'Jij bent eigenwijs, Perry! Je zult het laatste probleem nooit oplossen, nooit! Hou

je eindelijk aan je lang gelden gedane belofte en breng Crest en mij naar huis.

Crest ziet af van het zoeken naar het geheim van het eeuwige leven, dus heb je

geen enkele reden meer om ons leven nog lan ger op het spel te zetten.'

'Je vergeet de exploderende Wega. Bovendien kl oppen onze berekeningen. De

gezochte planeet is hier niet ver vandaan. Omdat hij niet om een zon heen cirkelt

en zelf geen licht uitstraalt, kunnen we hem niet zien. Maar we zullen andere

mogelijkheden vinden.'

'Wat prachtig heldhaftig,' spotte de Arkoni dische. 'We zullen! Jij zult waarschijnlijk

niets. Je basisgegevens waren te gebrekkig. Die planeet kan honderd lichtjaren

van hier verwijderd zijn, vooropgesteld dat hij inder daad bestaat. Ik betwijfel dat

ten stelligste. Ga terug.'

Bully's gefronste voorhoofd verried niets van zijn gedachten, tot hij ge melijk zei

'We gaan niet terug. Ik heb zo'n vaag gevoel dat iemand ons tot het laatste toe

voor de gek houdt. Stel je prijs op een goed idee, makker?'

Rhodan ging in een gemakkelijke stoel zitten. 'Nou, als het een goed idee is, valt

er over te praten.'

De onbekende, of voor mijn part de onbekenden, hebben een kwalijk spel letje

met ons gespeeld. Het zou lo gisch en volkomen begrijpelijk zijn als de

afzonderlijke problemen steeds moeilijker worden. Hier l igt het moeilijkste

probleem verborgen.'

'Dat is oud nieuws. Wat is je goede idee?'

'De planeet wordt tegen onze radar apparaten afgeschermd, dat is alles. We

moeten controleren of ze nog goed functioneren. Stuur een kleine ruimtejager

naar buiten, laat hem een eind wegvliegen en controleer of onze radar hem

opvangt. Dan hebben we ons tenminste overtuigd.'

'Dat is een schitterend idee,' mompel de Rhodan langzaam. 'Majoor Nys sen.. .!'

De kreet klonk uit de luidsprekers in alle afdelingen. Nyssens gerimpe lde gezicht

verscheen op een van de beeldschermen.

'Hier ben ik al,' hijgde hij. 'Mijn standplaats is in de jagerhangar.'

'Dat zou ik ook denken,' snauwde Rhodan. 'Waarvoor denk je wel dat ik je nodig

heb? Spring in een jager. Over vijf minuten precies, vo lgt de lancering, of je er in

zit of niet. Vlug wat!'

Nyssen vloekte. Ze hoorden hem nog toen zijn gezicht al van het beeld scherm

was verdwenen. De laatste telepaat huiverde. 'Als u wist wat hij nu denkt,' hijgde

hij ontsteld. 'Lieve help, ik ben er kapot van.'

'Stil maar,' zei Rhodan grinnikend.

Aan boord heerst vrijheid van ge dachten. ‘Majoor Deringhouse. . .!' 'Ja?'

Een lange man met een gezicht vol zomersproeten hees zich aan de an dere kant

van de doorzichtige wand uit zijn stoel.

'Je hebt gehoord wat we gaan doen. Reginald Bull. heeft een idee gekre gen.

Ongelooflijk, maar waar! Scha kel je peiltoestellen pas in wanneer Nyssen drie

minuten lang met maxi mum snelheid de ruimte in gestoven is. Ik wil wel eens

zien hoe je hem ontvangt. Nyssen, luister j e nog?'

De majoor meldde zich via de radio vanuit de cockpit van zijn jager. Hij was erin

geslaagd binnen enkele ogenblikken in de machine te klaute ren.

'Je hebt vrije vlucht. Kies zelf je koers, maar let onmiddellijk na de start op je

automatische peiler. Als je de Stardust niet haarscherp ont vangt, vlieg dan niet

verder, want dan zou je ons niet terugvinden.'

'Ik heb voor vier weken zuurstof en eten en drinken bij me,' snauwde Nyssen

nijdig. 'Maar goed, ik zal op letten.'

Na precies vijf minuten ging er een lichte schok door het schip. Een vuur spuwend

monster schoot uit de ga pende sluisopening boven de uitpui lende, ringvormige

verdikking rondom het midden van de ruimtebol.

Nyssens supersnelle eenmansjager schoot met een waanzinnige versnel ling de

donkere eenzaamheid van de ruimte in. Een ogenblik later was de lichtende stip

al uit het gezicht verdwenen.

'Nyssen aan commandant,' klonk het uit de luidsprekers. 'Auto matische peiler

werkt feilloos. Heb de Stardust in de straal. Ik vind hem wel terug. Ik ga er meer

vaart achter zetten. Sluiten.'

Nyssen verbrak de normale radiover binding en schakelde de meer dan lichtsnel

werkende hypercom in'. Met de normale radio was nu niets meer te beginnen.

Nyssen werd een eenzaam, verloren schepsel in de onpeilbar e diepte van het

heelal. De Stardust was al lang niet meer te zien. Nyssen hoorde slechts het

doffe gebulder van de mo tor. Die trok hem met 500 km/sec2 de lege ruimte in,

steeds verder van het moederschip weg. Na precies drie mi nuten trok hij de

etappenschakelaar terug. Het woeste gebulder werd een zacht gonzen.

De kleine jager stoof in vrije val met ongeveer 9000 kilometer per seconde

verder. Nyssen keek om zich heen. Het gevoel van absolute eenzaam heid kende

hij al lang. Zijn vluchten in het Wegastelse l waren waarschijnlijk gevaarlijker

geweest.

Hij koesterde die gedachte net zo lang tot hij met pijnlijke duidelijk heid het

verschil tussen het absolute niets en een met planeten gevuld stelsel inzag. In

het laatste zou hij op ieder moment een noodlandin g hebben kunnen maken. Hier

was alleen de Stardust II in de buurt. Als die plotseling verdween, was hij,

Nyssen, reddeloos verloren. Er verschenen zweetdruppels op zijn voorhoofd. Hij

keek met een gejaagde blik naar het groenglanzende lichtvlak van de

automatische peiler. Het slagschip was er nog duidelijk als een stip op te zien.

Toch omklemde Nyssen de hefboom voor remver mogen. Maar hij wachtte nog.

Nu moesten in de Stardust toch al lang de peilapparaten werken.

Na een kleine minuut werden de se conden voor hem martelende eeuwen. Met

een ruk schakelde hij de straal pijpen om. "Met zijn linkerhand duw de hij de

motorschakelaar op maxi mumvermogen.

Voor de spitse neus van de ruimte jager schoot een violette gloed uit de remraket.

Rod Nyssen remde zijn ho ge snelheid af.

'Deringhouse aan Nyssen , kom onmiddellijk terug. Haast je. Terugko men, heb je

me verstaan? Geef antwoord! '

Nyssen kreeg het onbehaaglijke ge voel dat er iets niet in orde was. Hij brulde uit

alle macht zijn bevestiging, maar hij scheen aan boord van de Stardust niet

gehoord te worden. 'Geef antwoord, majoor Nyssen. Kom terug. Gevaar! Nyssen,

meld je.'

Nu begreep de ruimtepiloot dat zijn start iets had ontketend!. Hij leunde in zijn

stoel achterover. Zijn ogen zochten het nietige ge elachtige lichtstipje ergens in de

met sterren gevulde oceaan van de Melkweg. Een van die stipjes was de aardse

zon. Nyssen wist niet precies wat hij in die ogenblikken dacht. Hij voelde alleen

dat hij op een of andere manier met zijn leven had afgedaan .

De motor van zijn jager werkte nog steeds.

'Het was dus toch geen goed idee,' kreunde Bully, toen hij door een plotselinge

schok op de vloer werd gegooid, waar hij luisterend bleef lig gen. Rhodan

omklemde de stevige armleuningen van de stoel vóór de re kenautomaat.

Er volgde een tweede, nog heviger schok. Maar de beeldschermen bleven leeg.

Nergens was iets te zien wat op een gerichte energiestraal leek.

Er was absoluut niets te zien wat de enorme massa van het slagschip had

kunnen bewegen, laat staan doo r zulke hevige schokken in slingering had

kunnen brengen.

Intussen brulde Deringhouse zijn be velen naar de gelanceerde ruimteja ger.

Nyssens start had iets ontke tend, maar niemand wist precies wat het was.

Er volgde weer een schok. Rhodan ontspande zijn greep om de armleuningen en

keek bedaard om zich heen, alsof er niets was gebeurd.

Er ontstond geen paniek aan boord. Ze waren sinds de eerste ontmoeting met de

grootste probleemstelling van de Melkweg wel aan andere dingen gewend.

Rhodan bracht de micro foon voor zijn mond toen de vierde stoot als van een

drukgolf het schip trof.

'Commandant aan energiecentra le,' brulde hij. 'Kalmte bewaren! Ga rand, vorm

een gravitatieveld. Voorlopig sterkte ! Controleer of de vol gende stoot nog met

dezelfde kracht aankomt.'

Kapitein Klein was naar zijn vuurlei dingspost gekropen. Normaal lopen was door

het hevig natrillen van de vloer niet mogelijk.

Garand bevestigde de instructie. Di rect daarna klonk het gerommel van de in

werking gestelde reactoren. Het was kenneli jk de hoogste tijd dat de buiten

werking gestelde installaties weer begonnen te werken. De in de buurt van

Wega ontstane storing in de energievoorziening was hersteld. De beeldschermen

begonnen blauw op te lichten. Om het schip vormde zich het krachtige

gravitatieveld. Het hevige schudden hield onmiddel lijk op. Met het in werking

treden van de zelfstabilisatie keerde de rust terug.

Reginald Bull stond langzaam op. Rhodan floot zachtjes en ontzettend vals een

deuntje. Zijn peinzende blik leek door de wand en heen te dringen.

'Hallo, ouwe vriend!. Zijn hand ging hoog en wenkte. Bully keek vlug om zich

heen. Er was niemand voor wie die wenk be stemd kon zijn geweest. Hij keek de

in de commandocentrale dienstdoende dokter vragend aan. Het was dokter Eric

Manoli, de arts die samen met Rhodan de eerste be mande maanvlucht had

gemaakt.

Manoli trok zijn smalle schouders op en schudde zwijgend zijn hoofd.

'Je voelt je toch wel goed?' vroeg Bully liefjes. Boosaardig glimla chend stapte hij

op de commandant toe. Halv erwege werd hij echter ach teruit getrokken en

onzacht in zijn stoel geduwd.

'Wie deed dat?' schreeuwde hij rood van woede naar de in een hoek bij el kaar

zittende mutanten.

Tama Yokida, ook een Hiroshima mutant, stak zijn vinger op en piep te

'Ik. Het is verboden anderen aan te raken.'

Rhodan stond op. Hij keek de gedron gen Japanner een beetje verwijtend aan.

De stilte was weer in de Stardust te ruggekeerd, maar het was de stilte voor de

storm. Rhodan nam zijn plaats bij de centrale besturing in. Voor ie dereen

duidelijk zichtbaar drukte hij op de knop van de vast gespautomaat. Enige,

ogenblikken later begon de alarminstallatie te loei en.

De stem van de commandant klonk heel rustig. Hij vond het niet nodig

uitgebreide verklaringen te geven.

'Gevechtsklaar maken. Robot-noodcommando's op hun posten zetten.

Deringhouse, hoe staat het met Nys sen?'

'Hij geeft geen antwoord,' klonk het verontrust uit de luidsprekers.

'Blijf hem oproepen. Heb je zijn ja ger op de beeldschermen?'

'Ja, prima echo's. Dus de toest ellen functioneren wel.'

'Dat te controleren was de bedoeling van de vlucht. Attentie, aan allen. We

worden waarschijnlijk gestoord of omgeven door een krachtveld van onbekende

aard. Bereid je op alle mo gelijke verrassingen voor. Op je ge vechtsposten zijn

jullie het best geborgen. Kapitein Klein, vuur een schot in het wilde weg af, uit de

bovenste geschutkoepel. Gebruik een straalkanon. Ik wil de stralenbundel

kunnen zien.'

'Er treden nog steeds schokgolven op,' meldde de energie centrale. 'Maar ze

worden door het gravitatieveld geab sorbeerd.'

Bully had zich inmiddels weer her steld.

'Wie bedoelde je met "ouwe vriend"?' vroeg hij vlug.

'Je mag driemaal raden. Ons raadsel oompje heeft zich kenbaar gemaakt. Ik

verwed er m'n hoofd om dat we dicht bij de pl aneet zijn.'

'Dan zouden we hem moeten kunnen zien of met de apparaten peilen.' Rhodans

gezicht vertrok.

'Dat komt nog wel,' zei hij. 'De vraag is alleen hoe.'

'Nyssen voert zijn snelheid tot het maximum op,' meldde Deringhouse. 'Zal ik

hem op afstandbesturing nemen?'

'Ja, en vlug. Als ik de onbekende goed ken, waren die schokken nog maar een

voorproefje.'

Deringhouse schakelde de automaat in. Majoor Nyssen zag het rode lamp je

boven zijn hoofd oplichten. Nu wist hij dat ze hem aan boord van de Stardust

onder hun hoede hadden ge nomen, of zijn radio-oproepen waren ontvangen of

niet.

Nyssen staarde met brandende ogen voor zich uit. De koeling van zijn ruimtepak

werd automatisch ingeschakeld toen de vochtigheid er binnen tot een

ongeoorloofde waarde steeg .

Toen zag Rod Nyssen het zwakke lichtschijnsel in de sterrenzee. Het dwaallichtje

werd groter, tot het in de vlammen van de motor verdween. Zijn snelheid werd

vanuit het ruimteschip afgeremd. Nu moesten ze al leen nog het uiterst

gevaarlijke gravitatiescherm openen, als ze de klei ne jager niet in een bliksemflits

ten onder wilden laten gaan. Dat was juist Nyssens grote probleem. Het was

telkens weer een uitermate ze nuwslopende belevenis, met grieze lige snelheid op

een ruimteschip toe te stuiven, waarv an hij wist dat het zich als het ware in een

stolp van ongekend sterke afweerkrachten be vond.

Sommige van die krachten waren on gevaarlijk voor vaste voorwerpen. Maar het

gravitatieveld behoorde door zijn structuur niet tot de pret tigste verworvenheden

van de Arkonidische supertechniek.

Het was in feite niet iets normaals, maar een storende hoeveelheid ener gie van

de vijfde dimensie. De Arko niden wisten heel goed wat gravita tie in werkelijkheid

is. Op de aarde raadde men daar nog maar naar.

Nyssens jager was nog steeds een waanzinnig snel projectiel waaruit loeiende

vlammenbundels in de don kere ruimte wegschoten

Ver voor hem uit werd de Stardust eindelijk duidelijk zichtbaar. Enige seconden

later had het schip de groot te van een tennisbal gekregen, die zich duidelijk van

de sterren onderscheidde.

Toen Nyssen merkte dat zijn snel heid bijna geheel was opgeheven en met een

diepe zucht de handbestu ring definitief uitschakelde, veran derde het bolvormige

slagschip in een laaiende oven.

Nyssen wist dat hij zijn waarnemingen in de hypercommicrofoon schreeuwde.

Vlak voor hem ging het energiescherm open. Magnetische krachten grepen zijn

jager en trokken hem naar de geopende sluisdeur toe. Het ging snel, veel te snel

en veel te ruw. Dergelijke manoeuvres kw amen het materiaal niet ten goede.

Nyssen trapte met zijn voet op de schakelaar van de drukautomaat. Die begon te

werken op het moment dat de jager met een kracht die tegen alle voorschriften

indruiste op de katapultrails werd getrokken en in het magne tische opvangveld

geschoten. De ruimtepiloot zou de remschok stellig niet hebben overleefd als hij

zich er niet een ogenblik tevoren op had voorbereid.

De machine schoot door het opvang veld heen en botste krakend tegen de

massieve Arkonstalen achterwand v an de hangar.

Voordat Nyssen zijn bewustzijn ver loor, hoorde hij nog het doffe dreu nen van de

scheepsmachines. Ze schenen in de Stardust na de lange wachtperiode snel in

actie te zijn gekomen.

Het zou te veel van Nyssens verstand gevergd zijn geweest , direct de redenen

voor zijn extreme insluisma noeuvre te begrijpen. Het deed er op het ogenblik ook

helemaal niet toe hoe hij aan boord was gekomen. Het enige wat er voor hem op

aankwam, was dat het hem gelukt was.

In de commandocentrale hadden de twee mutanten, Sou Okura en Tana ka Seiko

bijna tegelijk gereageerd.

Okura, de enigszins kreupele 'fre quentiewaarnemer' ving slechts on duidelijke

trillingen op. Toch kon hij vrij nauwkeurig bepalen waar die vreemde, nooit eerder

waargenomen trillingen vandaan kwamen. Ze kwamen uit een richting van

ongeveer 32 graden uit de rode sector. De vertica le richting bedroeg hoogstens 4

graden.

Hij had zijn waarneming onmiddel lijk doorgegeven, en toen was de 'pei ler'

Tanaka Seiko plotseling wild ge worden.

Anne Sloane en Tama Yokida hiel den de razende man met hun teleki netische

krachten in bedwang.

Ze konden onmogelijk een duidelijk antwoord uit hem krijgen. Tanaka's toestand

was blijkbaar door een hevige schok ontstaan.

Ze hadden ook geen peiling meer van hem nod ig. De Stardust II was plot seling

een speelbal van onmetelijke krachten geworden.

Wat ze met moeizaam wekenlang re kenwerk verkregen en met de moei lijkste

manoeuvres bereikt hadden, werd van het ene moment op het an dere teniet

gedaan.

Juist toen Nyssens jager vóór de sluis was aangekomen, sloeg een onzicht bare

klauw toe.

Rhodan had reeds na de eerste be trekkelijk onschuldige schokken op

automatische besturing overgescha keld. Hij vreesde anders onverwacht

optredende incidenten niet tijdig genoeg het h oofd te kunnen bieden. Dat was

hun geluk geweest, daar leek het althans op.

De Stardust II veranderde in enkele ogenblikken in een krakende eier schaal,

waarvan de enorme holle ruimte zich eigenlijk niet goed leen de om de

noodzakelijke stabiliteit in sta nd te houden.

Het was alsof de gedeeltelijk uit me tersdik staal bestaande spanten en wanden

verbogen en weer rechttrok ken.

Daarbij trad een zo plotselinge snel heidstoename op, dat Rhodan on danks alle

vervormingsverschijnselen nog slechts oor had voor het geluid van de werkende

reactoren.

'Maximum bereikt!’ schreeuwde Bully boven het lawaai uit. Rhodan zag de wijd

opengesperde ogen van zijn vriend. Andere tekenen van paniek waren aan Bully

echter niet te zien. Hij behoorde tot de bewonderens waardige typen die in tijden

van gevaar geen zenuwen bezitten.

De alarminstallatie begon te gieren. Felrode lichten flitsten in alle afde lingen van

het schip op.

'Nee, dat niet,' kreunde Crest, voor dat hij in zijn stoel werd gedrukt.

Rhodan voelde ook de sterker wordende druk. De grote Stardust was aan een zo

grote versnelling onderhevig, dat de drukregelaars het niet meer konden

bijhouden. Ze konden voor korte tijd de bij een versnelling van 600 km/sec2

optredende druk neutraliseren, maar daarvoor moes ten alle aggregaten worden

bijgezet.

Er kwam een sluier voor Rhodans ogen. Wat zich aan boord van een mo dern

Arkonidenschip sinds 20.000 jaar niet meer had voorgedaan, werd nu merkbaar namelijk het traagheidseffect. De druk ontstond plotse ling en zonder overgang,

hetgeen erop duidde dat het de onbekenden dit maal bittere ernst was.

Rhodan, die met zijn pezige lichaam tijdens zijn opleiding in het ruimte leger al

gemakkelijk een druk van 16 G kon doorstaan, kon nog net de in de armleuning

van zijn stoel aangebrachte noodschakelaar voor de mo toren indrukken.

De automaat werkte feilloos. Alleen de mensen waren vooralsnog onder hevig

aan het afschuwelijke traag heidseffect.

Crests vreemd jonge gezicht was door de invloed van de hevige druk

afschuwelijk vertrokken . Hij zag er opeens oud en afgeleefd uit. Toen Rhodan

handelde, kon de Arkonide al geen adem meer krijgen.

In het nu overheersende lawaai van de reactoren, mengde zich het hogere geluid

van de op volle kracht wer kende motoren. Ze leverden een stoot kracht van vier

miljoen ton.

De bij de laatste ademhaling in Rho dans longen samengeperste lucht kwam met

een fluitend geluid uit zijn mond. De ontspanning kwam als een schok.

Hij zou hebben willen lachen, huilen , iets doen om aan zijn ontroering lucht te

geven.

Hij kon weer goed zien. De motoren liepen zo onberispelijk als van een

Arkonidisch produkt maar kon wor den verwacht.

Brute krachten stonden tegenover el kaar. Aan de ene kant de ongelooflij ke

energie van de onbekende, en aan de andere de kracht van de m achines. Bully

rekte zich uit. Crest en Thora waren buiten kennis. De artsen Hag gard en Manoli

haastten zich naar hen toe. Ze hoefden niet aan hun plicht herinnerd te worden.

De twee Arkoniden waren nu eenmaal de zwakste schepsels aan boord. Zelfs

Gucky had meer weerstandsvermo gen getoond.

'Geabsorbeerd, God! zij dank,' reutel de Bull. 'Ik oh, het wordt nog erger. We

verliezen het beetje snelheid dat we ondanks de tegenstoot gewonnen hebben.

Makker, we zijn aan het eind van ons latijn.'

Bully vertrok zijn gezicht tot een grijns. Hij verroerde geen vinger meer. Op de

beeldschermen verschenen de gezichten van de officieren. De mutant Tanaka

Seiko ging, ondanks de verdovende injectie die dok ter Haggard hem had

toegediend, nog hevig te keer. Hij scheen de onbekende kracht in zijn

buitengewone hersenen pijnlijk sterk te voelen.

Rhodan overlegde met zichzelf. Zijn hersenen werkten koortsachtig. Er was iets

niet helemaal duidelijk. De snelheidsmeter liep van 3 km/sec2 snel naar nul

terug. Dit kon niet anders dan het einde zijn! De neutrali satoren konden het

alleen niet aan.

Hij brak zich het hoofd en vergat het pandemonium om hem heen. Plotse ling ging

hem een licht op.

'Wat zei je daarnet?' riep hij uit. Hij greep Bull bij zijn schouder en draai de hem

om.

'Wat zei je? Hoe noemde je die rem mende kracht?'

'Remmende kracht? Dat heb ik niet gezegd. Bedoel je die tegenstoot?'

Zonder nog iets te zeggen stortte Rho dan zich op de voornaamste instru menten.

De hoofdschakelaar voor de energieschermen zat rechts bo venaan het

instrumentenbord.

Hij duwde de hefboom omlaag. Me terslange bliksemflitsen schoten uit de

zekeringen toen de stroomtoevoer naar de energieschermprojectoren werd

onderbroken.

Mannen brulden van ontzetting. Was de commandant gek geworden?

Bully was de eerste die het begreep. Het zo -even nog witgloeiende gravita tiescherm verdween op slag. De grie zelige kracht hield op te bestaan. Het hevige

gieren van de omvormer werd ogenblikkelijk minder. Alleen de motoren

bulderden met maximumvermogen door.

De Stardust II, waarvan de bereikte snelheid nog niet te berekenen was, stoof

vanzelf met maximumvermo gen in de richting vanwaar hij geko men was.

'Verdomme!' zei Marshall met ver stikte stem. 'Het was ons gravitatie scherm. Ze

hebben het op een of an dere manier als stootblok gebruikt en er ons mee

weggedrukt. Hoe bent u op het idee gekomen?'

Rhodan lachte schor en staarde ge boeid naar de instrumenten. Ja, de

onbekende krachten waren volko men verdwenen.

'Hallo, ouwe vriend,' zei hij voor de tweede keer binnen korte tijd. Zijn mond

vertrok in een hoogharti ge grijns. 'We hebben het weer ge wonnen. Wat nu?'

Ditmaal vroeg Bully niet naar Rhodans welzijn. Hij leunde uitgeput 'achterover. '

Ver voor hen uit hing de planeet 'Zwerver' in de onmetelijke ruimte van de

Melkweg. Crest kwam bij en keek met een sme kende blik om zich heen.

'Alles is in orde,' stelde Rhodan hem gerust. 'Bully zei iets van een tegen stoot en

dat bracht mij op een idee.'

'Ik kon er niets aan doen, eerlijk, het ontsnapte me zo maar.'

'Laat je ideeën dan wat vaker ont snappen.'

Rhodan kreeg een hoestbui. Zijn lon gen deden pijn.

'Dat kwam hard aan, hè?' zei hij met een flauw glimlachje. 'Hoe het ook zij - die

onbekenden kunnen iets. Dit is tot dusver de zwaarste be proeving geweest. Ze

willen waarschijnlijk hun geheim slechts afstaan aan iemand die het ook kan

bewaren. God geve dat we niet op het laatste ogenblik zwak worden.'

'Wil je dan nog doorgaan?' riep Tho ra ontzet uit. Rhodan keek haar aan.

'Bedenk wel dat Wega bezig is uit te gloe ien. Bully, let jij op de instrumen ten. Ik

heb iets aan de rekenmachine te doen.'

'Je bent beslist krankzinnig,' zei Tho ra verbijsterd.

Toen de magere man haar met gebo gen schouders voorbijliep, keek ze hem

gefascineerd na.

Klein kneep een oog dicht, wa arop Bully begon te grinniken en een zeer

onmelodieus fluitconcert inzette. Dat was de beste manier om de Ar konidische op

de vlucht te jagen.

'Monster!' zei Thora berustend. 'Jij leert het ook nooit, jij halfaap. Als we nog eens

op Arkon aankomen, zet ik je in de eerste de beste boom. Er zijn bij ons bomen

met grote, stekelige vruchten.'

Hoog opgericht schreed ze naar haar plaats. Bully staarde haar ver bluft na. Zijn

roestrode haar ging recht overeind staan. Maar hij kwam niet meer tot het

uitspreken van zijn aanzienlijke woordenschat. De on bekende meldde zich

alweer.

'Schakel dan toch uit!' brulde Rho dan buiten zich zelf. 'Maak kortslui ting of

onderbreek de stroomtoevoer voor de afschermvelden van de draadloze

stroomleider. Doe iets! Mijn schakelaars laten het afweten.' 'De mijne ook,'

antwoordde ingenieur Garand zo opgewekt alsof het een heuglijk feit was. Dit

was bij Garand echter een teken van hevige opwin ding. Het was merkwaardig zo

abnormaal als deze man kon reageren.

Perry Rhodan onderdrukte e en verwensing. Hij keek wild om zich heen. 'Een

idee! Vooruit, wie heeft een idee? Hoe kunnen onbereikbare mo toren,

respectievelijk geblokkeerde schakelaars in de ruststand worden gebracht? Als

de remversnelling niet over precies 52 minuten begint, stor ten we in het

onbekende. Nou?'

Crest gaf het definitief op. Hij wan kelde gelaten naar zijn plaats terug. Kapitein

Klein morrelde nerveus aan zijn wapenschakelaars.

'Ik zou een paar Arkonbommen of nog beter gravitatiebommen op vijf dimensionale basis voor uit kunnen sturen. Als daarginds iets is, wordt het uit het

ruimte-tijd-verband gerukt.'

'Heel slim,' zei Rhodan spottend. 'Heel slim! Jouw gravitatiebommen hebben de

snelheid van het licht, niet waar? Nou, wij ook, m'n waarde. Denk alsjeblieft goed

na voordat je iets zegt. Wie heeft een idee? Ik ben tot m'n spijt uitgeput. Ik kan

nauwelijks nog denken. Alle dui vels, iemand zal toch wel een goed idee hebben?

Wat kunnen we doen?' Het was. maar een kleinigheid die aan boord van de

Stardust II niet meer func tioneerde.

De met maximumvermogen werken de motoren hadden inmiddels de in vloed van

de tegenwerkende kracht opgeheven. Na tot stilstand te zijn ge komen, was het

slagschip weer op de nauwkeurig bekende baan voortge stoven.

De motoren hadden ongeveer tien minuten op maximumvermogen ge werkt. Toen

had Crest aan de hand van een positronische snelberekening vastgesteld dat ze

niet veel later met de remmanoeuvre moesten beginnen, als ze op de plaats

waar het schip door de tegenstoot was getroffen weer de gewen ste snelheid

wouden hebben. Ze zouden dan tamelijk nauwkeurig hun oorspronkelijke po sitie

hebben bereikt. Toen Rhodan de nodige schakelingen verrichtte om de vrije val

als overgang tot de remma noeuvre in te leiden, hadden de bul derende motoren

niet meer gereageerd.

Zo was de situatie nu nog. Alle scha kelaars waren geblokkeerd. Eigen lijk was het

geen gewone blokkering, maar iets onbegrijpelijks. Dat was het juist wat Rhodan

tot wanhoop bracht.

Hij keek nog eens om zich heen. Ook

de op de beeldschermen zichtbare

mannen wisten geen raad. Daar klonk achter de hoge rugleuning van de stoel

van de commandant een piep stem.

Rhodan herkende die stem onmiddel lijk en draaide zich met een ruk om. Gucky

werd door een ruwe hand ge grepen en naar voren getrokken. H et pelsdier begon

schel te krijsen, maar de woedende blik in zijn verstandige ogen verdween

onmiddellijk toen Rhodan bezwerend zei : 'Gucky, kleine vriend, nu is het jouw

beurt! Je mag spelen, versta je! Speel met de motorschakelaars, net zoals je al

eens eerder hebt gedaan. Je weet die grote zaal ver beneden ons, waar die

roodgeverfde metalen blokken staan? Dat zijn de veldpro jectoren voor de

schermvelden van de stroomgeleiding. Als die uit valt, stoppen ook de

thermosomvormers. Evenals de stroomomvormers . Concentreer je op die rode

metalen blokken. Daar is iets niet in orde! Zet de machines stop.'

'Ken ik,' riep Gucky geestdriftig uit. 'Daar heb ik op mijn wereld mee ge speeld.

Sjonge, wat heeft het toen geknald!'

'Laat het weer knallen. Je mag. Voor uit, begin maar.' De mutanten keken

opgewonden naar de ongetwijfeld allerbekwaamste telekineet. Over dergelijke

krachten beschikte zelfs de kleine Betty Tou fry niet. Ze sprong zwijgend op en

stak het pelsdier haar hand toe. Gucky's kleine voorpootje verdween erin.

'Help je me? Maar alleen doen wat ik zeg.'

Mens en vreemd intellect vervielen in een raadselachtige starheid. Rhodan had

de stroomverdelercentrale op de beeldschermen. Het was een noodoplossing die

echter tot een goed resultaat kon leiden.

Even later begonnen de motoren te stotteren. Flitsende bliksemstralen schoten

uit de stroomverdelerkasten. Er klonken akelige knallen door de Stardust Il.

Plotseling hield ook dat op. De mo toren zwegen. Op de beeldschermen

verdween de felle gloed van de im pulsstromen.

Betty Toufry zakte zachtjes in el kaar. Anne Sloane nam haar op en legde haar op

een rustbed. Gucky legde zijn ruige kop op Kleins knie. De Trampbewoner trilde

over zijn hele lichaam. Hij liet zachte, klagen de geluiden horen.

'Goed gedaan, kleintje, prachtig gedaan,' stamelde de kapitein. Hij streelde

hulpeloos over het zachte nekvel. 'Het komt weer goed.'

Rhodan begon te schakelen. Hij wist niet welke verbindingen de twee tele kineten

met hun ongekende geest kracht hadden verbroken.

Maar de installatie begon plotseling weer normaal te werken. De auto maat

reageerde enige seconden te laat. 'Noodvermogen op alle machines. Ga rand,

zorg voor energie voor 600 km/sec2. Meteen.'

Ditmaal waren de machines onder controle. De verbroken zekeringen sprongen

weer op hun plaatsen. De automaten zegevierden.

Enige minuten later was de hoge snelheid van het schip aanmerkelijk

afgenomen.

Toen begon Tanaka Seiko als een waanzinnige te keer te gaan. On danks de

verdoving vloog hij over eind, riep onverstaanbare woorden en staarde ontzet

naar de beeldschermen waar, behalve de lege ruimte, niets te zien was. Ook de

radar reageerde niet.

Rhodan haalde de noodschakelaar over. Schotten knalden dicht. De mag netische veiligheidsriemen schoten uit de stoelleuningen en klemde n de mensen

in hun stoelen vast.

Toen kwam de vreselijke schok. On danks de op volle kracht werkende

drukneutralisator werden ze in de riemen naar voren getrokken, zodat de randen

in hun schouders sneden. Instrumenten sprongen kletterend uit elkaar. Ondank s

de neutralisatoren ondervonden ze nog het effect van de plotseling optredende

50 G. Op de beeldschermen begon iets onwerkelijks te glanzen. De grote Star dust was in een fractie van een se conde tot absolute stilstand gekomen. De

gloed van de nog werken de motoren belichtte een half energe tisch half stoffelijk

iets dat zich onmetelijk ver naar alle kanten uit strekte.

Rhodan zette de machines stil. Zacht gonzend liepen ze uit. Gevoelige ap paraten

waren door de schok ver nield. De telecom werkte nog ma ar gedeeltelijk. Het

reusachtige slagschip stak in een meegevend lichaam, waar het met grote kracht

tegenaan was gebotst.

Toen Rhodan enigszins van de schrik bekomen was, zei hij met verstikte stem

'Ik ben bereid de oude generaal Pounder met huid en haar te verslinden als ik

ooit zo'n landing heb ge maakt! Zo iets lijkt me haast onmo gelijk! En nu? Wat

krijgen we nu?'

Hij wist het toen ver vóór en boven hem een zon verscheen. Het schijnsel werd

steeds feller, tot het hem bijna verblindde.

Ver onder hen lag een onwezenlijk landschap, maar daarop of daarin waren ze

beslist niet geland.

De Stardust II leek een projectiel dat in een veerkrachtige maar stevige kaasstolp

was blijven steken.

Toen klonk het brullende, home rische gelach. Iemand gaf op een zo uitbu ndige

wijze uiting aan zijn vreugde, dat de mannen meenden hun hoofden te voelen

barsten. Ze hoorden het slechts in hun onderbe wustzijn. Het leek een zeer

sterke, telepathische overbrenging te zijn.

'Hallo, ouwe vriend,' zei Rhodan voor de derde keer bov en het gierend geworden

gelach uit. 'Ik geloof dat we er zijn, hè?'

Het lachen hield abrupt op. De Star dust II begon te vallen, sneller en sneller.

Toen de eerste geluiden van wrijving in een dampkring hoorbaar werden, kwam

automatisch het antizwaar tekrachtveld in werking.

Tien kilometer boven de grond kwam het schip na een korte stoot van de

motoren tot stilstand.

Ze keken gefascineerd naar de beeldschermen. Wat zich onder hen bevond, was

alles behalve een normale planeet, die gewoonlijk een bol vorm met afgeplatte

polen heeft.

Wat ze daar zagen was een voorbeeld van lelijkheid, genialiteit en vreemde

bouwkunst. Hij, de onbekende, had een wereld naar zijn eigen smaak

opgebouwd! Het was afschuwelijk en onwerkelijk, vernietigend en tegelijk

geruststellend. Als dat de wereld van het 'eeuwige leven' was, dan paste die

naam er goed bij.

'Grote God,' zei Rhodan ontsteld, 'daar had ik niet op gerekend. Het is een platte

schijf zonder horizon, met zeeën, bossen, bergen en steppen. Als een rond

presenteerblad met een energiestolp er overheen. Als je het van beneden zou

naderen, zou je niets anders zien dan een reusachtig onde finieerbaar ding

zonder licht en zonder vegetatie. Precies een reusachtig groot bord. Dat is een

wereld waarvan je, door het ontbreken van de bolvorm, inderdaad het einde kunt

bereiken. Daar kom je dan vóór het energiescherm te staan en daarachter begint

de lege ruimte. Het is niets an ders dan een overdekt, rond platform. Ben ik nu

gek geworden, of zijn we dood?'

Hij keek om. De mannen ha dden spierwitte gezichten. Gucky jankte nog steeds.

De onbekende lachte niet meer.

Ongeveer twee minuten na het zo on verwacht gemakkelijk doorbreken van het

machtigste beveiligingsscherm dat ze tot dusver hadden ge zien, was het aanzien

van de aanvankelijk doorzichtige energiewand ver anderd.

Hij werd eerst als troebel water, ver volgens melkachtig en ten slotte vast en

ondoorzichtig.

Nog voordat Rhodan tot een verken ningsvlucht besloot, was een deel van de

vreemde hemel zwart gewor den en waren ontelbare sterren verschenen. Er was

geen enkel bekend sterrenbeeld bij geweest. Wat ver bo ven het schip aan de

binnenkant van de energiekoepel zichtbaar werd, be hoorde niet tot de

sterrenbeelden van de Melkweg. Dit was een volkomen vreemd universum dat

een eerste aanwijzing scheen te vormen voor de afkomst van Hem.

De onbekende werd voortaan niet an ders dan Hij, of Het genoemd. Hij had zich

met deze met energie over koepelde schijf land een kunstmatige privé -wereld

geschapen, die een schrikbarende gelijkenis vertoonde met de beperkte

voorstellingen van de vroegere aardse wetenschap. Ook toen meende men dat

de aarde een plat vlak was, een op water drij vende, door de hemel overkoepelde

schijf.

Rhodans eerste handeling bestond uit de ingewikkelde programmering van het

positronenbrein. Hij wilde graag weten of er enig verband bestond tussen het

abnormale aanzien van de ze kunstmatige wereld en de voor stellingen die men in

vroeger eeuwen van de aarde had.

Een reden te meer voor die vraag was het feit dat Terra z ich precies in een van

de middelpunten van de door 'Zwerver' gekozen ellipsvormige baan bevond!.

Terwijl het brein met het waarschijn lijk onoplosbare probleem bezig was, werd de

bemanning van de Stardust II voor een moeilijke beslissing ge steld.

Het schip zweefde in de greep van zijn neutraliserende antigravitatievelden op

tien kilometer hoogte boven de planeet. Het onwerkelijke landschap, dat recht

onder het ruimtevaartuig bijna een park leek, leidde van de ene vraag tot de

andere. Alleen al de aanwezigheid ervan veroorzaakte een sterke psychische

druk.

Rhodan ging met de door de auto maat verstrekte gegevens naar de

stuurstoel terug. De Stardust II was gevechtsklaar. Iedereen was op zijn post.

Rhodan had vijf minuten tevo ren een bespreking per visaf oon aangekondigd.

Toen hij nu voor het toestel plaats nam, verscheen zijn gezicht in alle af delingen

op het scherm.

Hij sprak rustig, maar met nadruk. 'Hier is uw commandant,' zei hij. Bully merkte

direct dat Rhodan de ongedwongen toon had laten va ren. Hij was nu nog slechts

de alles eisende commandant. 'Vastgesteld dient te worden dat onze

berekeningen voor de sprong van We ga naar hier tot in details klopten. Deze

wereld is van kunstmatige aard en dus uitgerust met mammoetma chines die voor

alles moeten zorgen, van de nodige verwarming tot de voortbeweging op de

omloopbaan, wat bij een natuurlijke planeet vanzelf gaat. Dat moeten jullie goed

tot je laten doordringen. Er kunnen hier ab normale dingen gebeuren.'

Hij keek vluchtig zijn aantekenin gen in.

'De kunstplaneet "Zwerver" is goed beschouwd een reusachtig, absoluut

autarkisch ruimtestation.

Volgens de berekeningen bedraagt de dikte van de zichtbare landschijf in het

midden ongeveer zeshonderd ki lometer. Het dichtheidsgetal is hoog, natuurlijke

mineralen zijn niet aanwezig. Vermoed wordt dat de grond uit verzamelde

micromaterie bestaat.

In beginsel is de schijf dus op dezelf de manier ontstaan als natuurlijke planeten.

Maar laat niemand mij vra gen hoe Hij dat heeft gedaan! Het oppervlak is zeer

groot. De middellijn bedraagt ongeveer achtduizend kilometer, zodat we ons

boven een enorm gebied bevinden. Daarmee zijn ook de te onderscheiden

gebergten en zeeën verklaard. Het weer wordt kunstmatig geregeld, evenals de

door de energiestolp omsloten dam pkring. De zwaartekracht, die onverander lijk

0,9 G bedraagt, schijnt kunstma tig te worden opgewekt, hoewel de enorme

massa een zekere aantrek kingskracht veroorzaakt. Er is hier een wereld

geschapen die over titanische machines schijnt te beschik ken. Het staat vast dat

hij ongeveer 10.000 jaar geleden om de zon Wega draaide. Toen verdween hij uit

het stelsel, zoals wij er met een klein ruimteschip uit kunnen verdwijnen.

Ongehoord, zou ik zeggen!'

Rhodan luisterde even naar de dui delijk hoorbare ademhal ing van de luisteraars.

De rimpeltjes om zijn ogen werden dieper door een flauw glimlachje. 'Werkelijk

ongehoord! We kunnen de lucht hier inademen. Als we over de ze wereld vliegen,

zijn we te vergelijken met een mug onder een herme tisch gesloten kaasstolp. Dat

wil nog niet zeggen dat het hier stinkt, als u daar soms met uw grijns op

zinspeelt, kapitein Klein.'

Klein schrok. Zijn verlegen kuch je deed de gezichten van de luisteren de mannen

ontspannen.

'Het staat vast dat iemand met een on gekende technische macht een wereld

heeft gecreëerd waarop hij alles bouwde, plantte en waar hij alles heen bracht

wat hij als bijzonder mooi, begerenswaard en rijk aan va riaties beschouwde.

Maar denk niet dat je hier tegenover God zelf komt te staan! We hebben hier te

maken met een levend wezen wiens tech niek, wetenschap en cultuur vele mil joenen jaren oud moeten zijn. Hij heeft vrijwel alle geheimen van de

natuur opgelost, maar slechts op zui ver wetenschappelijke basis. Ogen schijnlijke

wonderen zijn niets anders dan oneindig gecompliceerde ge beurtenissen, die

door mensen worden veroorzaakt. Laat je dus niet misleiden. Tot slot nog iets...'

Rhodan wachtte even. Zijn glimlach verdween.

'Het zal iedereen wel duidelijk zijn dat we nooit tegen de wil van de on bekende in

de energiekoepel van de ze wereld hadden kunnen binnendrin gen. Hij vond het

dus goed, wat voor mij een bewijs is dat we alle proble men tot zijn tevredenheid

hebben op gelost. We zijn nu als 't ware in zijn privé -vertrek binnengelaten. Denk

maar eens aan dat waanzinnige ge lach, dat waarschijnlijk langs telepa thische

weg werd overgebracht. Bij zijn kennis vergeleken zijn zelfs de Arkoniden maar

jammerlijke stumpers en wij zoiets als mensen uit het stenen tijdperk. .

Bedenk dat wel en vertrouw onvo orwaardelijk op zijn goede wil. Denk ook vooral

niet dat we door ons eigen toedoen aan alle gevaren zijn ontko men. Hij heeft zijn

aanvallen steeds onmiddellijk gestaakt wanneer Hij merkte dat we toch een

goede verdediging hadden gevonden. Men mag van ee n kandidaat nooit te veel

eisen. Men kan tot het uiterste met hem gaan, maar dan moet het ook afgelo pen

zijn.

Zo is het ook met ons gegaan. De si tuatie lijkt dus in principe gunstig. Dit is de

wereld waarvan de bewo ners volgens oeroude tradities het ge heim van het

voortbestaan van biolo gische cellen zouden bezitten. Wie tot dusver daaraan

twijfelde, moet denken aan de ongelooflijke gebeurtenis sen. Wie daartoe in staat

is, zal stellig ook veel van het grote geheim van het organische leven weten.

De oude gegevens zijn dus juist, maar in de praktijk hebben zich opmerke lijke

verschillen voorgedaan. Er is hier iemand die van nu af aan bereid is ons te

erkennen. Majoor Dering house. . .!'

De aangesprokene hief met een ruk zijn hoofd op. Op zijn grote beel dscherm

glom Rhodans gezicht onder de klep van zijn pet. Het was smal en hoekig

geworden.

'Je opdracht voor een verkennings vlucht met de jagers vervalt. We zijn alleen

aan boord van dit schip eniger mate veilig. De bemanning blijft op de

gevechtsposten. Het zou me verwonderen als we niet voor nog een paar

verrassingen zouden komen te staan. Dat was alles. Dank je.'

Rhodan verbrak de verbinding.

Enige ogenblikken later kwam het slagschip in beweging.

'Machinekamer aan commandant,' klonk het bulderend uit een luidspreker. Het

gezicht van Garand ver scheen op een beeldscherm. 'Alle ge neratoren staan op

nul-last. Is het zo goed?'

Rhodan knikte. Hij kon op Garand vertrouwen.

Met de geringe snelheid van nog geen 1500 kilometer per uur trok de Stardust

langs de vreemde hemel. Ver vooruit en even ver boven hen gloeide een

geelwitte zon. Die was natuurlijk ook kunstmatig ontstaan en zou stellig ook door

machtige energievelden omgeven zijn en op haar baan worden voortbewogen.

Van een hoogte van tien kilometer hadd en ze met de normale kijkers al een

vrijwel onbeperkt gezichtsveld. Daar de platte schijf door het ontbre ken van de.

oppervlaktekromming geen horizon in de gewone zin had, werd het gezichtsveld

slechts door eventuele terreinverhogingen be perkt.

Crest hield zich bezig met het maken van een eenvoudige landkaart. De speciale

toestellen voor geografische opname werkten ononderbroken. De lichtsnelle

tasterimpulsen schoten over het vlakke landschap en tekenden met ongekende

snelheid alles op wat er aan opmerkel ijke bodemformaties te zien was.

Op grote afstand van het schip wer den de impulsen door de zich in de hemel

verheffende muur van de energiekoepel teruggekaatst. Daar door konden de

afmetingen nauwkeurig worden vastgesteld.

Rhodan zat ver voorovergeboge n in de stuurstoel. De grote schermen van de

panoramawaarneming gaven unie ke beelden te zien.

De mutanten hadden zich achter Rho dan verzameld.

Nadat het schip de energiemuur had doorbroken, was de razend geworden

'peiler' Tanaka Seiko van uitputting in e en diepe slaap gevallen.

'Nemen jullie iets waar?' vroeg Rho dan zonder zijn hoofd om te draaien. John

Marshall, Betty Toufry en Ishy Matsu ontkenden weifelend, tot het kind bedeesd

zei: 'Misschien een heel zacht gefluister. Maar ik kan het niet duidelijk horen.

Hoeveel wezens moeten hier zijn? Denken ze goed en snel?'

'Kind, ik wou dat ik je dat kon zeg gen,' antwoordde Rhodan. 'Maar wat hier ook is

het denkt meer dan goed en meer dan snel.'

'Het?' fluisterde Betty. Er verscheen een omfloerste blik in haar grote, donkere

ogen. 'Eén Het maar? Niet meerdere? Is dat een domme vraag?' 'Helemaal niet.

Bedoel je soms dat hier meerdere personen aanwezig zijn?'

'Waarschijnlijk wel. Het is zo'n vreemd gefluister. Het klinkt alsof vele miljoenen

mensen met elkaar praten.'

Bully kuchte. Hij keek de mutanten onzeker aan. 'Ik begin het langza merhand

griezelig te vinden,' beken de hij met een verwrongen grijns, 'Verduiveld, er schijnt

hier niets tastbaar en reëel te zijn. Dat parkland schap daar beneden ziet eruit

alsof het ergens in het oude Engeland lag. John, vang jij geen gedachtentrillin gen

op?'

MarshalIs smalle gezicht vertrok on der de geestelijke inspanning. Hij gend gaf hij

het op.

'Het heeft geen zin, ik krijg geen dui delijke impulsen. Als daar iemand is, da n is

hij immuun voor telepathische invloeden. Ik hoor ook alleen maar dat doffe,

volkomen onbeduidende gefluister.'

De mooi gevormde Japanse Ishy Mat su knikte heftig. 'Dat klopt,' zei ze. 'Ik krijg

ook geen contact.'

Rhodan zei niets. Het onbehaaglijke ge voel in hem nam gestadig toe.

Ver vóór hen verhieven zich machti ge bergen.

'Lieve hemel, dat is sneeuw!' kreunde Nyssen, die de materietaster bediende.

'Sneeuw, stel je voor! Vol gens de aanwijzing is de hoogste top zevenduizend

meter. Hoe heeft Hij dat gedaan?'

'En nergens een levend wezen te zien. Een verlaten, glorieuze wereld.'

Dit laatste had Bully gezegd. Rhodan fronste verrast zijn voorhoofd. Zijn anders

zo robuuste plaatsvervanger scheen aan velerlei emoties bloot te staan.

Ze vlogen over de met sneeuw bedekte toppen van het gebergte. In de diepe

dalen schenen tropische oer wouden te woekeren. Er waren zelfs vulkanen te

zien. Enorme kale rotsen verhieven zich in de lucht. Deze we reld scheen in een

soort roes te zijn geschapen. In ieder geval was er een onmetelijke technische

kennis voor nodig geweest.

Onbekende intelligente wezens had den met natuurkrachten gegoocheld. De

zichtbare planten schenen van al le mogelijke werelden uit alle delen van het

heelal afkomstig te zijn. De vormen waren zo ver schillend en voor een deel zo

tegenstrijdig, dat ze niet van één hemellichaam kon den zijn aangevoerd.

Zwerver leek eigenlijk een galac tische groothandel van de eerste rang te zijn.

Toen de eerste vliegende schepsels op de beeldschermen ver schenen bleken

die even tegenstrijdig te zijn als de welig tierende flora.

Giganten uit de oertijd vlogen met lusteloze vleugelslagen door de lucht, de

machtige snavels strijdlustig ge opend. Ze konden slechts van een in het

ontwikkelingsstadium verkeren de planeet afkomstig zijn. Zulke vliegende

hagedissen kwamen nog op Ve nus voor.

De vergroting van het beeld toonde daarnaast zachtgevederde vogels. Het waren

volkomen onbekende soor ten die door slangachtige, viervleuge lige creaturen

werden nagejaagd.

Er kwam geen eind aan. Het was de grootste menagerie aller tijden, een

reusachtige dierentuin, waarin 'Het' zorgvuldig alles bijeen had gebracht wat er

aan betoverend mooie en in teressante dingen op andere planeten te vinden was.

Het was een galactische verzameling leve nde wezens in een ongekende

veelsoortigheid.

Plotseling eindigde het gebergte als met een mes afgesneden, en vlogen ze

boven een oceaan. Rhodan vertrouw de zijn ogen niet toen de Stardust plotseling

boven dichte wolkenbanken vloog. Volgens de aanwijzingen van de taster

bevond zich ver beneden hen een woelige zee die door de kracht van een orkaan

tot schuim werd opgezweept.

'Ik droom of ik ben bezig gek te wor den!' zei Bully toonloos. 'Dit wordt te erg. Kijk

daar eens! Daar voor ons begint een jungle zo dic ht als zelfs op Venus niet

voorkomt. Man, is me dat een oerwoud!'

Rhodan onderdrukte een gekreun. Het was stil geworden in het schip. De

bemanning zat geboeid voor de beeldschermen.

De orkaan scheen alleen boven de zee te woeden. Waar het oerwoud begon,

hield de storm plotseling op. Maar de langeafstandstasters registreerden een

broeikashitte. Er verschenen enorme moerassen waarin blauwe, groene,

koraalrode en paarse planten vochten om het licht van een felle, kunstmatige

zon.

'Mooi, adembenemend mooi,' flu isterde Anne Sloane. 'Wie dat ook heeft

aangelegd, moet botanicus, zoöloog, technicus en nog veel meer tegelijk zijn

geweest. Hoe veel tijd zouden ze er voor nodig hebben gehad om al dat zaad

voor die planten en al die die ren hier te krijgen? Dat kan toc h niet allemaal

natuurlijk zijn ontstaan?' 'Uitgesloten,' antwoordde Rhodan met verstikte stem.

Hij was diep onder de indruk. 'Absoluut uitgesloten, Anne. Eerst is de reusachtige

grondplaat gemaakt en daarna werden met behulp van meer dan lichtsnelle

ruimteschepen talloze planeten bezocht, vanwaar alles werd meegenomen wat

hier kon worden gezaaid of geplant. Er bestaat geen andere mogelijkheid. Hier is

iemand volkomen individueel bezig geweest. Een betere uitdrukking heb ik er niet

voor. Het moet een eers te klas kosmische hovenier en architect zijn. Dit is niet

geschapen, maar opgebouwd. Een klein verschil; geloof ik.'

Anne begon juist een beetje hyste risch te lachen, toen er een schok door het

schip ging. Tegelijkertijd klonk het waanzinnige gebrul uit de luidsprekers.

Rhodan zwaaide zijn draaibare stoel om. In de door de doorzichtige wand van de

commandocentrale gescheiden radarcentrale was plotseling een monster

verschenen.

Rhodan zag Deringhouse in paniek wegrennen. De dienstdoende radar specialisten vluchtten van hun posten om aan de grijparm te ontko men.

Het monster was een bijna tien me ter grote, slijmerige, dampende bol met

enorme ogen en een opengesper de vogelsnavel. De tentakels van het ondier

tastten in het rond. Waar ze een voorwerp te pakk en kregen werd het met

enorme kracht van de beves tiging gerukt en tegen het geleiachti ge lichaam

geperst, om er ten slotte in te verdwijnen. Rhodan hoorde alleen nog maar het

gebrul van de mannen.' Zwijgend rende hij naar de openstaande deur van het

radarstation.

'Fictiefzender,' schreeuwde iemand hem na. 'Die heeft dat beest precies in ons

schip neergezet.'

Deringhouse rukte juist zijn dienst wapen uit de holster toen het logge monster

van de vloer werd opgehe ven. Een afschuwelijke stank van drek en verrotting

drong in Rhodans neusgaten, maar het beest zweefde verder naar het gewelfde

plafond, waar het met een kletsend geluid bleef steken.

'Gucky!' dacht Rhodan nog, vóór hij de impulsstraler ophief. Een dof ge brul

overstemde het geroep van de mann en. De breed uitwaaierende thermostraaI

richtte grote verwoestingen in het walgelijke lichaam aan. Bully verscheen met

een zware desintegrator waarmee hij het monster in ongevaarlijke gassen

veranderde. Het was niet te vermijden dat tevens een gedeelte v an het plafond

verdween.

Het duurde maar enkele ogenblik ken en toen vielen de laatste resten van een

vreemd schepsel op de toe stellen in de radarcentrale.

De mannen trokken zich benauwd hoestend terug. Betty Toufry liet de deur

dichtslaan. De automatisc he luchtverversingsinstallatie begon de bijtende

dampen en gassen weg te zuigen. Het plafond was roodgloei end. Rhodans korte

straalschot had niet alleen het beest getroffen.

Deringhouse kromde zich in een krampachtige hoestbui. Hij keek met een bleek

gezicht naar de draaistoel waarin hij enige ogenblikken tevoren zijn werk nog had

gedaan.

'Stilte aan boord!' brulde Rhodan in de intercom. 'Stilte, de zaak is afge daan. Ik

heb jullie toch gezegd dat we op verrassingen moesten reke nen! Dat beest is

beslist door een fictiefzender in het schip gebracht. Klein, laat de radarcentrale

schoonmaken. De overblijfselen moeten er uit. Neem een groep robots.'

Een radarspecialist zakte kreunend in elkaar. Onder de gescheurde mou wen van

zijn overall werd blaasach tig vlees zichtbaar. Rhodan sprong op hem toe.

Haggard drong zijn zwa re lichaam tussen de met hun wapens in de aanslag

wachtende mannen door.

'Het beest heeft hem met zijn snavel geraakt,' zei iemand gejaagd. 'Ik heb het

duidelijk gezien. Zou het vergif tig zijn geweest?'

Dokter Haggard onderzocht de man vlug en grondig. Er verscheen een bezorgde

trek op zijn gezicht.

Twee mannen droegen de bewustelo ze naar de lift. In de radarcentrale

verschenen watervlugge robots. Het positronenbrein was al op de hoogte

gesteld. De overblijfselen van het monster werden opgeruimd.

Rhodan liep zwijgend naar de dran kenautomaat. Hij luisterde niet naar de heftige

discussies. Ze gingen over alles wat de mensen op deze wereld beleefden.

'Een kwalijke grap,' bromde de com mandant binnensmonds. Hij staarde niets

ziende naar de groene plastic bekleding van de drankenautomaat. Wat zeg je?'

vroeg Bully.

'Niets. Hoe ziet het er aan het opper vlak uit?'

Voordat Bully kon antwoorden, kwam het bericht uit de bovenste ge schutkoepel.

In de groene sector waren de torens van een reusachtige stad waargeno men. De

afstand bedroeg nog onge veer 3000 kilometer.

.

Rhodan nam een kijkje in de radar centrale. De bijtende dampen waren al

afgezogen. Er stroomde zuivere lucht uit de ventilatoren. De spec ialisten die

dienst hadden, gingen wan trouwig naar binnen. Waar het monster was

verschenen, was nogal wat schade aangericht.

Deringhouse begon verschrikkelijk te vloeken. Uiteindelijk snauwde hij 'Ik zou wel

eens willen weten waar dat ding eigenlijk vand aan kwam. Crest, heb jij ooit zo'n

beest gezien? Dat was toch je reinste puddingberg!' De Arkonidische geleerde

schudde zijn hoofd. Sinds ze de energiekoepel waren binnengedrongen, was hij

erg stil geweest. Alleen zijn roodachtige ogen flikkerden.

Dat was de wereld van de geheimen waarvoor hij jaren geleden de ruim te

ingetrokken was. Nu had hij zijn doel bereikt. Zijn lichaam en zijn her senen

konden, behouden worden. Het grote imperium had temidden van het algemene

verval tenminste één leidende en geestel ijk nog energieke persoonlijkheid

dringend nodig.

Crest keek vol aandacht naar de beeldschermen. Hij was de vertegen woordiger

van een tot ondergang ge doemd ras dat 20.000 jaar geleden met de verovering

van de ruimte en de opbouw van het sterrenrijk was b egonnen.

Hem, Crest, kwam het eeuwige leven toe!

De stad lag op een uitgestrekte hoog vlakte aan de oever van een machti ge rivier,

die zich niet ver van de stad over de rand van het rotsplateau in een diepblauwe

zee stortte.

De Niagara watervallen waren daarbij vergeleken een belachelijk beek je. De

gespleten, grillige rotsen konden niet willekeurig zijn samenge steld. Ze waren op

een volkomen natuurlijke wijze door het water uitge sleten en gepolijst.

Niets had duidelijker kunnen aanto nen dat deze kunstmatige planeet al

zeer oud was, waarschijnlijk ouder dan de mensheid, of zelfs ouder dan de

aarde.

De watermassa's stortten zich van een hoogte van meer dan 800 meter omlaag.

Aan de overzijde van de on geveer 1000 kilometer brede zee was een andere

nederzetting waargenomen. Het vergrote beeld op de scher men had houten

zeilschepen te zien gegeven die bemand waren met hoornhuidige wezens op

twee benen. Toen Rhodan de Stardust had laten dalen en vlak boven de primitief

gebouwde stad was blijven zweven, h ad niemand aandacht aan de reusachti ge

bol geschonken. De onbekende we zens daar beneden waren met hun schijnbaar

volkomen normale bezigheden doorgegaan.

Rhodan was weer doorgevlogen. Ten zuiden van de grote stad waren uitge strekte grasvlakten verschene n. De zich daarna afspelende gebeurtenis sen

hadden de mannen de laatste schok toegebracht.

Ze hadden het silhouet van de Noord amerikaanse Black Hills niet gezien.

Evenmin als ze de Indianen hadden gezien die op het moment waarop ze binnen

gezichtsbereik kwamen in een bloedig gevecht met baardige blanke mannen

gewikkeld waren. De geluid versterker had de doffe knallen van wapens van groot

kaliber overgebracht.

Dat was te veel geweest. Rhodan was te midden van een hevige strijd ge land.

Een officier in donkerblauw cavalerie-uniform was, met zijn sabel zwaaiend, naar

de Stardust komen toedraven. Hij bereed een prachtig paard. Rhodan had

ongelooflijk duidelijk de donkere monding van de op hem gerichte Coltrevolver

model 1867 gezien.

Toen Bull op het paard s choot, was het spookbeeld in enkele ogenblikken totaal

verdwenen. Het was een soort waanvoorstelling geweest; een zinsbegoocheling,

maar zó levendig dat de mannen van de landingsgroep minuten later nog

krijtwitte gezichten hadden.

Na deze belevenis wilden ze weer starten, er vast van overtuigd dat de

onbekende zeevarende wezens even eens een zinsbegoocheling waren ge weest.

Luitenant Everson was nog een eind je in de richting gelopen van waaruit de ruiter

over de prairie was komen aandraven. Even later ha dden ze de als een

waanzinnige te keer gaande officier met een injectie tot bedaren moeten

brengen. Hij had iets in het hoge gras gevonden dat beslist geen hallucinatie

was.

Rhodan had het schip hals over kop weer in de lucht gebracht.

Nu zat hij peinzend in een klein nevenvertrek van de commandocentrale met zijn

ineengeklemde handen op een klaptafeltje, waarop naast een dampende beker

thee het voorwerp lag dat Everson in het gras had ge vonden.

Het was een echte Coltrevolver, model Peacemaker, uit l867! De in

onberispelijke staat verkerende, door geen roestvlekje ontsierde cilinder bevatte

zes patronen kaliber 45. De stompe punten van de loden kogels waren

kruisvormig ingekerfd, wat bij de inslag een sterke vervorming van het projectiel

moest veroorzaken. De loop was vijftien centimeter lang. Een onderzoek van de

loop en het materiaal had uitgewezen dat het wa pen in de tweede helft van de

negentiende eeuw met de toen ter beschik king staande middelen was vervaar digd.

Everson zat aan de overkant van de taf el. Hij staarde bleek en geboeid naar het

wapen.

'Mijn vader heeft er ook zo een,' kreunde hij. 'Lieve hemel, waar komt dat oude

wapen vandaan? Hoe komt het hier? Dat is toch krankzinnig. Chef, ik word nog

gek! Als het niets anders dan een visioen is gewe est, hoe kan er dan een echte

Colt in het gras liggen? Ik ken dat kanon heel goed! Ik heb vaak met zo'n zelfde

model geschoten. Er is geen enkel verschil, dit is niet nagemaakt. Be kijkt u die

cilinder maar eens.'

Rhodan ontspande. Everson had zich herstel d, dat was zeker. De comman dant

dacht nog een ogenblik na. Toen nam hij een patroon uit de ci linder.

'Winchester-munitie,' legde Everson vlug uit. 'Dit is een origineel model. Gelooft u

me toch. Ik ken het! Met zo'n wapen heb ik m'n eerste prairie hond geschoten.'

'Heel aardig, maar onbelangrijk,' zei Rhodan eindelijk. Hij keek de overi ge om de

tafel heen zittende man nen één voor één aan.

'Jullie zullen langzamerhand wel hebben begrepen dat we aan een laat ste proef

onderworpen worden. ‘Dit,' hij tikt e op de Colt, 'is een onderdeel van de inmiddels

begonnen zenuwenoorlog! Kijk maar eens naar Everson, de nooit uit zijn

evenwicht te brengen flegmaticus. De herkomst van dit wapen is onbelangrijk.

Klein, heb jij bij de bemanning geïnformeerd of iemand zo 'n zakkanon uit

liefhebberij met zich meesleepte?'

'Niemand,' antwoordde Klein vlug. 'Goed, dan heeft Hij weer eens van zijn

onbegrijpelijke middelen gebruik gemaakt. We hebben daarstraks de Custer slag

in de Black Hills voorge toverd gekregen. Die heeft werkelijk eens plaats gehad.

Wie weet of de strijdende partijen niet voor enige ogenblikken in een heel ander

tijdperk werden verplaatst? Daarop zal de geschiedenis nooit een antwoord

geven. Deze Colt is in ieder geval hier. De loop is nog vuil. Er is mee geschoten.

Laat je niet meer over bluffen en hou je zenuwen in be dwang. Het gaat nu hard

tegen hard.' 'Maar het wapen lag toch in het gras,' herhaalde Everson fluisterend.

'Natuurlijk lag het daar. Je weet dat Hij dingen en mensen in de tijd kan

verplaatsen. Dat hebben we zelf ondervonden. Deze spuit is op een of andere

manier uit het aardse verle den opgedoken. Breek je daar maar niet langer het

hoofd over. Ik begrijp het ook niet. Ik weet nu alleen dat Hij nauwkeurig op de

hoogte is van de geschiedenis van onze wereld. Hoe had Hij' 'anders kunnen

weten dat wij op de verschijning van Sioux -indianen en Custers cavaleristen zo

emotioneel zouden reageren? Dat was de bedoeling. Wij moeten murw ge maakt

worden. Gaat je nu een licht op, Everson?'

Er was een peinzende blik in de ogen van de zwaar gebouwde officier ver schenen.

'De duivel hale hem,' zei hij knarse tandend. 'Ik ben algauw murw ge worden.'

Rhodan glimlachte vaag. Toen stak hij het wapen tussen zijn brede gor del.

'Je staat me toch toe, Everson? Je hebt toch niet meer dan zes patronen. Maar

als je wilt kun je er wat laten bijmaken.'

Rhodan groette vluchtig. Hij sprak niet meer over de kwestie toen hij de

ontspannen gezichten van zijn man nen zag. Ze kwamen weer tot zich zelf.

Tien minuten later land de het slagschip voor de tweede keer op het grondgebied

van de kunstmatige wer eld. En wel op een rond terrein van meer dan twee

kilometer, waarop de Stardust gemakkelijk plaats vond.

Het was een machtig gevaarte, met zijn uitgeschoven Iandingspoten meer d an

800 meter hoog.

De aan de rand van het terrein op rijzende toren was echter nog ruim 500 meter

hoger! Slank en schijnbaar broos wees hij omhoog naar de koe pel van het

energie scherm dat - van deze afstand gezien - een volkomen echt lijkende,

stralend blauwe hemel met tere wolkjes was.

De motoren verstomden na de lange vlucht. Buiten was alles stil en rus tig. Hier

waren noch dieren noch op mensen gelijkende wezens te zien.

Alles ademde rust en vrede uit, maar een mechanische rust. Het alomte genwoordige gegons kon geen lawaai worden genoemd. Het scheen bij deze

wereld te horen, evenals al haar technische wonderen.

Rhodan bleef enige ogenblikken rus tig zitten rondkijken. De optische ap paraten

toonden een duidelijk, kleu rig en helder beeld.

Het grote terrein scheen het centrum van deze machinestad te vormen. Hier

hadden de onbekende bouwers waarschijnlijk de belangrijkste bouw werken

geplaatst.

Het waren architectonisch gewaagde metaalconstructies, die glad en naadloos

uit de eveneens metaalachtig glanz ende bodem oprezen. '

De koepelbouw met vrijdragende uit steeksels overheerste, maar er waren ook

rechthoekige en cilindervormige bouwwerken. Ze vormden echter een

harmonisch geheel.

Perry Rhodan nam met een ver moeid gebaar zijn helm af en zette zijn lich te pet

op. Zoemend zwaaide zijn draaistoel om.

De mannen stonden verspreid in de centrale. De intercom stond aan. Er werd in

het schip geen woord gespro ken.

'Einde van de lange reis,' zei Rhodan zacht. 'Iemand, Hij of Het, verwacht ons.

Wat Het is zullen we waarschijnlijk nooit precies te weten komen. Het is iets dat

langer dan de zon leeft. Mooi, Crest, het doet me genoe gen dat ik je eindelijk bij

het doel van je idealen heb kunnen brengen. Zullen we van boord gaan? Of wil jij

nu ook niet meer?'

De Arkonide had zich in de in zijn land gebruikelijke kleding gestoken. De wijde,

paarse mantel met de glin sterende symbolen op de borst vorm de het kenteken

van de heersende dynastie op Arkon.

'Zeker, dank je,' antwoordde hij be daard. 'Ga je met me mee?'

Rhodan stond op. Lang, mager, slecht geschoren en in een nogal vlekkerig

uniform, stond hij voor de vertegenwoordiger van een ras waar aan de mensheid

veel te danken had. Eén ding was zeker

Als Crest op zijn speurtocht naar de ze kunstmatige wereld geen noodl anding op

de aardse maan had gemaakt, zou de mensheid zeker nog een paar eeuwen op

het begin van de meer dan lichtsnelle ruimtevaart hebben moe ten wachten.

Rhodan behoorde niet tot de typen die bewezen diensten vergeten. Lang zaam

streek hij het van zwee t plakkerige haar van zijn voorhoofd. Er flikkerde iets van

spot in zijn ogen toen hij zei: 'Jullie zien er uit als straatrovers. Wanneer hebben

we ons eigenlijk voor 't laatst gewassen? Ik kan me niet herinneren na de

bliksemstart van Ferron een douche t e hebben gezien.'

Bully veegde zuchtend zijn handen aan zijn overall af.

'Maar mijn wapen is dan ook tame lijk schoon,' bromde hij. 'Wanneer hadden we,

voor de duivel, in die hel een bad moeten nemen?'

'Je valt nauwelijks op, meneer Bully' merkte Thora sn ibbig op. 'Ik ben al lang

gewend in jouw nabijheid micro reukfilters in mijn neus te stoppen. Arkoniden van

voorname afkomst doen dat gewoonlijk op onderontwik kelde planeten met

barbaarse bewoners.'

Bully begon prompt uit te varen. Rho dan keek knipogend naar de fascinerende

vrouw. Toen gebeurde er iets wat hij van Thora nog niet had meegemaakt

Ze begon schaterend te lachen.

Bully brak zijn getier midden in een woord af. Zijn ogen leken uit hun kas sen te

puilen.

ook dat nog,' kreunde hij verslagen. 'He t beestje kan lachen! Niet te be grijpen.'

Rhodan had het gevoel dat Thora zo juist de aan haar ras en opvoeding eigen

arrogantie had afgelegd. Hij wreef peinzend met zijn hand over zijn stoppelbaard.

De pet met het insigne van de Derde Macht stond schuin en verfromfaaid op zijn

hoofd. 'Goed, dan gaan we maar,' besloot hij. 'Bully, stel de landingsgroep

samen. Gucky, Marshall, jullie gaan ook mee. De andere mutanten gaan in de

tweede wagen.

Majoor Nyssen, jij neemt tijdens mijn afwezigheid het bevel over de Stardust II

over. Mocht er iets gebeuren, probeer dan niet te starten. Je zou nooit in de vrije

ruimte kunnen komen. De gevechtstoestand blijft be staan'. Let goed op, maar

haal geen stommiteiten uit. Goed, nog iets te vragen?'

'Nee, niets meer te vra gen!' snauwde Bully en verdween met een woedende blik

naar Thora. Hoog opgericht, gekleed in het onberispelijk schone, sneeuwwitte

uniform van een slagschip commandante, stond ze naast de wetenschappelijk

leider van haar verongelukte onderzoekingsexpediti e. Haar paarse

schoudermantel toonde aan dat ook zij tot de heersende dy nastie op Arkon

behoorde.

Diep in het schip gingen de binnen sluizen van de laadruimen zoemend open.

Voeten trappelden door lange gangen. De landingsgroep bestond uit twintig

geselecteerde personen onder Rhodans persoonlijke leiding.

Bully stopte de voorste shift. De drie andere terreinwagens volgden zijn

voorbeeld.

De mannen staarden sprakeloos voor zich uit. Ze hadden de koepeldaken van

hun voertuigen open gezet. De lucht was goed, z acht en zuiver. De kunstmatige

atoomzon meende het goed met hen.

Dat was het echter niet wat Reginald Bull aanleiding tot zijn verwensing gaf.

Als men een rotte tomaat op een gou den schotel serveert, is dat iets

ongewoons. Maar nog veel ongewoner was de smerige kerel die plotseling uit

het niets opdook en herhaaldelijk op de grond spuwend om de voorste wagen

heen slenterde.

Rhodan grijnsde over zijn hele ge zicht. Dit was het tijdstip waarop de kwestie

hem begon te amuseren. Die verschijning was na tuurlijk weer een

spiegelgevecht van de onbekende.

Het kon eenvoudig niets anders zijn!

Het vermaakte zich blijkbaar koste lijk over de verblufte of wanhopige gezichten

van de aardse bezoekers.

Rhodan stapte op zijn gemak uit. De kerel spuwde alweer op de grond, waarbij

hij zwarte tandstompjes in een opgeblazen gezicht liet zien.

Hij had zijn duimen tussen zijn riem gehaakt, waaraan in holsters twee zware

Colts kaliber .45 bengelden. Zijn gevlekte leren broek stak in ho ge laarzen met

enorme sporen en hoge hakken. Al met al was de verschij ning een rasechte

Wildwest-bandiet, zoals Rhodan ze in zijn jeugd op het witte doek had leren

kennen.

Hij scheen gevoel voor humor te heb ben. Hij scheen te menen met typen uit de

geschiedenis van het Westen een bijzo nder diepe indruk op de be manning van

het ruimteschip te kunnen maken. Dat lukte Hem ook aar dig, maar alleen

Rhodan reageerde precies andersom. Hij liep naar de hem wijdbeens in de weg

staande gedaante toe. Er puilde vuurrood haar uit zijn aan de hals o penstaande

hemd. Rhodan kreeg pas achterdocht toen het nietszeggende gezicht van de ke rel uitdrukking aannam.

'Zo, stakker,' knauwde de kerel in het platste zuidelijke dialect. 'Je hebt honger,

hè. Ik kan je precies twaalf blauwe bonen onder je hempie f rommelen. Iets op

tegen?'

Rhodan verbleekte. Hij keek de ke rel sprakeloos en met zijn ogen knip perend

aan. Het individu spuwde weer. Rhodan begon inwendig te kreunen toen het

speeksel op de punt van zijn rechterschoen terechtkwam. Bully riep iets en

Rhodan liet zich onmiddellijk plat op de grond vallen.

Een impulsstraler bulderde. De verschijning werd door een laaiende gloed

omgeven.

Toen de flitsende staaf ophield, grijnsde de kerel breed en hatelijk. 'Dat had je

gedacht, hè? Man, ik ben echt. Ik of jij . Maar ik vreet de schurftigste roodhuid op

als ik snap wat hier aan de hand is. Ze hebben me gezegd dat jij me alleen in

mijn tijd zou kunnen neerleggen. Versta je dat?'

Rhodan stond op. Zijn gezicht stond strak. 'Doorrijden,' commandeerde hij kortaf.

Toen draaide hij zich om. Er klanken bijna gelijktijdig twee harde knallen.

Vlak bij Rhodans voeten ketste iets te gen de metalen bodem, om in ver vormde

toestand gierend en fluitend weg te schieten.

Rhodan bleef staan. Bully schoot weer, ditmaal met de dodel ijke desintegrator.

De kerel grijnsde alleen maar.

'Alleen in mijn tijd,' zei hij. 'Broer, het is jij of ik. Dat hebben ze me ge zegd. Ik ben

snel en ik schiet zuiver. Je moet beter zijn. Je moet daarginds die rode poort in.

De sleutel heb ik. Als jij hem me niet binnen een half uur hebt afgenomen, ga jij

naar de hel en mag ik terug. De ploerten zei den dat ik al een keer dood ben ge weest, neergeknald door een luizige sheriff. Dat kan best, want ik heb twee gaten

in m'n lijf.'

Hij trok zijn vuile hemd ope n. Rhodan voelde zijn knieën knikken, toen hij in de

borst van de verschijning twee met bloedkorsten omgeven ko gelgaten zag. Wat

ter wereld had Hij nu weer uitgebroed?

In de wagen waren de mutanten aan het werk.

'Hij leeft,' riep Marshall buiten zich zel f. 'Pas op, hij leeft werkelijk!'

Gucky richtte zich op. Hij slaagde er niet in de blijkbaar uitstekend be schermde

verschijning telekinetisch te beïnvloeden.

,Afgelopen,' fluisterde Crest hevig ontroerd. 'Dit is de laatste proef. Dit wezen

leeft. Het is afkomstig uit een ander tijdperk, maar het is af geschermd.'

Rhodan keek naar de grond. Twee lo den kogels waren op het harde me taal

afgeketst. Er was geen twijfel mogelijk.

'Nog twintig minuten, en dan is je tijd om,' bromde de vreemdeling 'En ze zeiden

dat ik dan weer zou kunnen leven. Versta je dat, stakker?' Rhodan stapte vlug

weer in de wagen. Er klonken harde commando's. Snel optrekkend stoven de

wagens op de aangegeven poort toe. Het was een hoge, asymetrisch gevormde

poort, beschermd door een rood achtig glinsterend energieveld.

Bully stopte met een schok. Rhodan stapte weer uit de wagen. De kerel was er

ook weer.

'Het geeft je toch niks,' zei hij grijn zend. 'Rare knol heb je daar, broer.' Rhodans

mutanten beproefden een voor een hun krachten op de poort. Het was zinloos.

Ze hadden de grens van hun kunnen bereikt. Ze openden het vuur uit de lichte,

op de wagens gemonteerde desintegratorkanonnen, maar er kwam nog steeds

geen beweging in de poort.

De vreemdeling zweeg nu. Ver ach ter hen werd een luid gegons hoorbaar.

Rondom de gelande Stardust verhief zich een blauwwitte vuur krans uit de

bodem.

'Ik heb je toch gezegd dat de duivel jullie zou halen,' snauwde de onbe kende uit

het verleden van de aarde. Nu geloofde Rhodan werkelijk aan zijn bestaa n. 'Nog

drie minuten. Je kunt me alleen in mijn tijd iets doen, broer.'

De mannen van de landingsgroep stonden ineengedoken voor de ver waarloosde

kerel met de kogelgaten in zijn borst. Hij had een griezelig kunstje uitgehaald.

Rhodan liep langzaam naar d e voorste wagen terug. De vreemdeling volgde hem

met een achterdochtige blik. Rhodan leunde zuchtend te gen de openstaande

deur, vouwde zijn handen op zijn rug en vroeg toen koel 'Alleen in jouw tijd, zei

je?'

Er flitste iets achter Rhodans rug vandaan. De onbekende greep bliksemsnel

naar zijn revolvers.

De doffe knal van een Colt, model Peacemaker, verscheurde de stilte. Een wolk

zwarte kruitdamp trok op. Op hetzelfde ogenblik maakte de verschijning een

halve draai en zakte toen in elkaar.

In Rhodans hand glom het door Everson gevonden wapen.

De onder zulke vreemde omstandig heden 'doodgeschoten' verschijning loste op.

Er bleef nog even een klaag lijk geluid in de lucht hangen, alsof iemand zachtjes

huilde, en toen was het voorbij.

Het energiescherm was verdwenen. De vuurkrans om de Stardust doofde uit.

Rhodan leunde hijgend tegen de wa gen. Het oude wapen bengelde aan zijn

rechterwijsvinger.

'Daar ligt het sleutelapparaat, op de grond,' zei hij hees. 'Vooruit, op schieten! De

kerel was inderdaad echt. Hi j heeft hem uit de negentiende eeuw gehaald en in

een ondoordringbaar beveiligingsscherm gehuld. Hij zei dat hij alleen in zijn tijd

overwonnen kon worden. En toen dacht ik opeens aan dit oude schietijzer. Ik had

het naast me op de bank neerge legd. Everson, als jij dit zakkanon niet in het gras

had gevonden. . .!'

Rhodan zweeg uitgeput. Het incident met de tot leven gewekte dode uit het verre

verleden, was slopend geweest. Even later ging de poort open. Eén impuls uit

het sleutelapparaat was voldoende ge weest.

'Kom binnen en wees welkom!' zei een zachte stem. Ditmaal was de stem met

het oor te horen en niet alleen in het onderbewustzijn.

'Hallo, oude vriend!' zei Rhodan en maakte een groetend gebaar met zijn hand.

'Dat geval met de Colt was niet slecht. Meneer heeft bepaald een scherp gevoel

voor humor.'

Crest keek ontsteld om toen dat bul derende, uitgelaten gelach weer klonk. Het

was alsof de hele kunst matige planeet door dat geluid zou gaan schudden.

Rhodan leunde met zijn schouder te gen de muur. Glimlachend keek hij in de

reusachtige hal achter de poort. Ze hadden het doel bereikt!

Het was geen mens. Het was zelfs geen organisch wezen. Misschien had Het

eens een lichaam bezeten, tot Het er in de loop van miljoenen jaren genoeg van

had gekregen om dat lastige aanhangsel nog langer met zich mee te sjouwen. Zo

was uit een voormalig Iets eenvoudig een Het ont staan.

Toch kon Het zich zichtbaar maken als liet dat wilde.

'Wat is Het?' had Rhodan gevraagd. John Marshall, de bekwame telepaat, had

zijn chef ondanks het raadselachtige gelach kunnen verstaan.

Marshall had lange tijd naar dat aan houdende gelach geluisterd, en zich toen

telepatisch met Betty Toufry beraden.

Het of Hij had niet tot bedaren kun nen komen. Er scheen iets gebeurd of door

Rhodan gezegd te zijn waar Het zich onbegrijpelijk

vrolijk over maakte.

Ten slotte had Marshall in Rhodans oor gebruld Het is een samengesteld geheel,

een psychisch levend, uit vele miljarden afzonderlijke zielen bestaand,

buitensporig groot, samengesteld wezen. U kunt gerust aannemen dat een heel,

ras zijn stoffelijkheid heeft opgege ven om in onstoffelijke vorm voort te bestaan.

Het betreft hier een vrijwil lig opgeven van de lichamelijkheid, na een onnoemelijk

lang leven, dat een organisme in zijn zuiver Stoffe lijke vorm waarschijnlijk toch

niet langer meer zou hebben uitgehouden. Het blijft Het! Of het nu om miljar den

onstoffelijk geworden lichamen gaat of om slechts één enkel Het is Het.'

Rhodan had zijn beide handen aan zijn hoofd gebracht.

Marshall had krampachtig gelachen toen hij de gedachten van de com mandant

las. 'Nee, ik ben nog goed bij m'n ver stand,' had hij gebruld.

Toen was het lachen plotseling ver stomd. Het was heel stil geworden in de

reusachtige, hooggewelfde hal, die behalve enige ondefinie erbare machines

niets scheen te bevatten.

Ze stonden een kleine twintig meter van de ingang verwijderd. Voor hen was een

gapende, roodachtig verlich te leegte.

Dat veranderde spontaan toen onver wacht een zekere vorm ontstond. Het

gebeurde precies onder h et midden van de koepel.

Aan het plafond verscheen een fel licht. Enige ogenblikken later vorm den zich

een heel eind boven de vloer nevelslierten die langzaam spiralen in elkaar

draaiden en uiteindelijk de vorm van een bol aannamen.

'Welkom,' zei dezelfde stem weer. 'Mijn verschijning zal u wel vreemd

voorkomen. Maar u zult inmiddels al hebben ervaren dat ik eigenaardig ben.'

Op deze woorden volgde een zacht lachje.

Perry Rhodan voelde zich opeens eenzaam en verlaten.

Crest en Thora stonden hoog opge richt voor de wachtende groep men sen.

Crests gezicht was opgeheven, in de richting vanwaar de stem kwam. Rhodan

stond nog met zijn rug tegen de kale metalen wand.

Maak dat je wegkomt, dacht hij bit ter. Hou op met die vervloekte onzin. Ik heb

wel iets anders te doen dan een oude man aan het eeuwige leven te helpen. Hou

op.

'Kom toch dichterbij,' klonk even la ter de uitnodiging.

Rhodan duwde zijn pet achterover. Met ogen waaraan te zien was dat hij in lange

tijd niet had geslapen, keek hij naar Crest, die plec htig een paar stappen naar

voren deed.'t Is om jaloers te worden;' fluisterde Bully. 'Zou Het hem het eeuwige

leven schenken?'

'Natuurlijk,' mompelde Rhodan ver moeid. 'Waarvoor zouden we anders al die

problemen hebben moeten op lossen, denk je? Het zal z ijn belofte gestand doen.

Ik zou nu nog maar twee dingen willen doen Eerst te we ten zien te komen

waarom Het zijn geheim wil afstaan en dan slapen. Meer niet.'

'Kom toch dichterbij,' klonk de uitno diging weer.

Crest keek onzeker om zich heen. Hij stond a l dicht bij het pulserende,

beurtelings uiteenraferelende en weer compacter wordende iets, waarin John

Marshall de geconcentreerde geestvermogens van stoffelijk gewor den wezens

meende te zien.

Het geval begon Rhodan de keel uit te hangen, zoals hij het ui tdrukte. Hij

maakte een nonchalant gebaar met zijn duim.

'Ga dan toch!' riep hij nijdig. 'De zaak is rond. Of moet ik je er nu ook nog heen

dragen?'

Crest leek ineen te krimpen. Hij waagde nog een stap. Toen begon hij te gillen.

Hij werd door een onzicht baar iets zo ruw teruggeslingerd, dat hij hulpeloos tegen

Thora's benen viel. 'Jou bedoel ik niet, Arkonide,' zei de stem weer. 'Het spijt me,

maar ik heb jouw ras twintigduizend jaar gele den een kans gegeven. Je hebt ge faald. De verlenging van biologis ch leven kan jou als vertegenwoordiger van een

gedegenereerd ras niet meer worden toegestaan. De jou ter be schikking

gestelde tijd is voorbij.' Crest gilde nog steeds. Rhodan trok zijn schouders

langzaam, als in een kramptoestand, van de muur.

'Eh?' deed Bully sprakeloos, draaide zich met een ruk om en keek Rho dan met

wijd opengesperde ogen aan. 'Hallo, ouwe vriend, waarom kom je niet dichterbij?'

vroeg iemand lachend. 'Wij kennen elkaar immers?' Rhodan voelde zijn knieën

knikken. Zijn baardstoppels stak en donker tegen zijn krijtwit geworden gezicht af.

'Ga naar voren,' zei Betty Toufry bij na plechtig. 'Het is de bedoeling dat u komt en

niet die arme, oude man. Ga!'

De mannen van de landingsgroep we ken achteruit. Eerst tekende zich he vige

verbijstering op hun gezichten af, maar dat veranderde onmiddellijk in een soort

waanzinnige verrukking.

Alleen Rhodan had het nog niet be grepen. Weifelend waagde hij een paar

stappen. 'Een ogenblik,' mompelde hij zacht. 'Ik. . . ik dacht dat. . .'

Hij voelde hoe hij als het ware voorzichtig naar de bol werd toegetrok ken, tot

deze op gelijke hoogte met Rhodans gezicht was.

.

'Zo ziet hij er dus uit,' zei de zachte stem vriendelijk. 'Een kleine verme tele

inboorling van de derde planeet in het stelsel van een kleine zon. Zo ziet hij er

dus uit! Hij is dromerig en in zich zelf gekeerd, hard voor zich zelf en andere

schepsels. En hij is een idealist! Hij wil opbouwen, iets groots tot stand brengen,

maar hij weet niet wat groot is. Om zijn doel te kunnen bereiken, komt hij naar

mij. Hallo, ouwe vriend!' Rhodan kwam pas weer tot zich zelf toen het gelach

voor de derde keer de hal deed trillen.

Plotseling meende hij te weten wat hij daar vóór zich had! Dit wezen moest

onbeschrijfelijk rijp, gelouterd en volstrekt onbaatzuc htig zijn. Gucky's gepiepte

opmerking gaf de doorslag.

Het kleine pelsdier sjirpte verrukt 'Nu weet ik het, chef! Het speelt graag, net zo

graag als ik. Het speelt met u, met de tijd, met datgene wat u eens

cultuurtijdperken hebt ge noemd. Begrijpt u dat?'

Ja, Perry Rhodan had het begrepen. Na Gucky's opmerkingen werd het lachen

nog luider. Rhodan voelde zich als geradbraakt. Hij durfde nauwelijks te denken

aan wat hem door dit machtige schepsel van onstoffelijk geworden materie werd

aangeboden.

Wat had Het ook weer gezegd over een 'kans' die het Arkonidenras

twintigduizend jaar geleden had ge kregen? Wat voor een kans?

Rhodan wachtte tot het stil was ge worden en zei toen iets wat de luiste rende

mannen deed schrikken.

'Hallo, ouwe vriend, je hebt een mon ster in mijn schip gebracht. Herinner je je

dat?' 'Ik herinner me alles wat ik tot nu toe heb gedaan,' antwoordde het

raadselachtige vrolijk.

'Mooi,' riep Rhodan woedend uit, 'wil je er dan maar voor zorgen dat we mijn

radarspecialist geen arm hoeven te amp uteren. Het beest was giftig. Ik heb geen

geschikte medicijnen daarvoor aan boord. Deze kwestie be schouw ik op het

ogenblik als de belangrijkste.'

Het werd stil. Het was alsof de hele kunstplaneet begon te ademen. Rho dan keek

een beetje spottend in het trillende licht. Crest had door de schrik zijn bewustzijn

verloren. Thora stond met gesloten ogen tegen de metalen wand. Ze wist dat de

Arkoniden hadden afgedaan.

Alles was voor niets geweest, haar expeditie, haar verbond met de men sen en

nog veel meer. Het beschouwde de Arkoniden als verliezers. Het was

onoverwinnelijk en blijkbaar niet te vermurwen.

'Wat ben je van plan, ouwe vriend?' vroeg de stem rustig.

'Help eerst mijn gewonde radarman!' 'De hulp is al onderweg. De giftige stoffen

worden uit het lichaam verwijderd. Maar jij, ouwe vriend, jij wilt het imperium van

de Arkoniden overnemen, hé? Het opnieuw op bouwen, ordenen en beschermen,

niet waar?'

'Precies,' antwoordde Rhodan.

Het zuchtte.

'Dat hebben al velen gewild. De meesten hebben op mijn tweede opgave al

schipbreuk geleden. Ik heb galactische culturen zien komen en gaan. Sommigen

heb ik geleid tot ik mij er niet langer mee bezig kon hou den. Misschien heb ik wat

variatie nodig. Vóór de Arkoniden is er een an der ras geweest, en daarvóór nog

een. Ik heb jouw wereld bekeken, Perry Rhodan. Ik geef jou en je soort de zelfde

kans als ik de Arkoniden heb gegeven. Voor mij zal dat maar een ogenblikje

duren, en dan zal ik weer moeten wachten op iemand die mijn overal

achtergelaten sporen begrijpt en zich met de oplossing ervan bezighoudt. Ik ben

je dankbaar voor het interessante spelletje, ouwe vriend. Je hebt je goed

geweerd. Begin nu maar. Ik zal je niet helpen, maar je verder ook niet

lastigvallen. Ga in het "fysiotron". De technische hulpmid delen van mijn

kunstmatig geschapen wereld zullen tot je be schikking staan, maar je zult zelf

moeten uitvinden wat je ermee kunt doen. Afgesproken?'

'Afgesproken,' antwoordde Rhodan. Het lachte weer, maar nu een beetje

verdrietig.

Zachtjes, wegstervend kl onk nog één keer de stem.

'Je verwacht iets groots en moois van de onsterfelijkheid, hé? Dat verwach ten

alle organische wezens, tot de vre selijke teleurstelling komt. De laatste vlucht is

die in de onstoffelijkheid. Eens zul je blij zijn je geest uit het omhulsel van je

lichaam te kunnen bevrijden. Maar daarmee heb je nog de tijd, tenminste wat jij

onder tijd verstaat. Veel geluk, ouwe vriend!

Met jou heb ik het boeiendste spelle tje sinds de opoffering van mijn stof felijkheid

beleefd. Ik zal verder toe kijken. Veel geluk.'

De lichtende spiraal loste op. De reusachtige hal was weer leeg.

Voordat de wachtenden iets konden zeggen, verscheen een man uit het niets.

Rhodan hief afwerend zijn handen op.

'Ik ben u toegewezen,' zei het wezen zakelijk. 'Geef me alstublieft een naam.'

'Wie ben je?' fluisterde Rhodan moeilijk. De vreemdeling, die er als een mens

uitzag, glimlachte. 'Ik ben speciaal voor u geconstrueerd. Van daar mijn menselijk

voorkomen.'

'Een robot?'

'In zekere zin wel, maar niet in de betekenis d ie u aan zo'n machine pleegt te

geven.'

'Inprotronisch?' hijgde Rhodan. 'Zesdimensionaal. Wil jij nu in het fy siotron gaan?'

'Waarvoor? Wat is dat?'

'Een cellenbad. U denkt waarschijn lijk dat biologisch voortbestaan door injecties

of bestralingen kan wor den verkregen. Laat ik u dan uit de droom helpen. Uw

cellen worden stuk voor stuk geconserveerd voor een tijd van precies

tweeënzestig jaren vol gens uw tijdrekening. Daarna treedt een onmiddellijk verval

in, tenzij u vóór het einde van de termijn hier ter ugkomt om u aan een nieuwe

conservering te onderwerpen.'

'Iedere tweeënzestig jaar?' stamelde Rhodan. Het begon hem langzamer hand te

duizelen.

'Ja zeker. Maar ik moet u er op wij zen dat u deze planeet telkens zelf zult moeten

vinden. Ik sta onbeperkt me t alle hulpmiddelen tot uw be schikking, maar u zult

mij moeten opzoeken. Mag ik u nu verzoe ken? Uw tijd is beperkt.'

De betekenis van deze woorden drong pas veel later tot Rhodan door.

Het was een korte, maar hevige pijn geweest. Een grote overgang was daarbij

vergeleken maar kinderspel.

Rhodans lichaam was te midden van de geweldige metalen kolommen in een

dunne nevel veranderd. Het duurde meer dan een uur, zoals Bul ly later

beweerde.

De vreemde robot stond onbeweeglijk bij de bedieningshefbomen van ee n

machine, die waarschijnlijk voor elk normaal wezen onbegrijpelijk was.

Rhodans onstoffelijk geworden li chaam onderging een behandeling in de

energievelden van die machine. Men kon zich wel bij benadering voorstellen

welke ingewikkelde technieken daarvoor nodig waren, maar van begrijpen was

geen sprake.

Als Het had gewild, had Het zich ge makkelijk tot heerser over het heel al kunnen

opwerpen.

Het dacht daar echter niet meer aan. Misschien was Het vroeger ook eens

van die wens bezeten geweest. Nu was Het een figuur op de achter grond!

geworden. Het verlangde niet veel!

Wie steeds de gestelde problemen op loste, kreeg een kans die 20.000 jaren van

kracht bleef. Het was een rede lijke kans, maar het kwam er blijk baar op aan hoe

ze benut werd.

Toen Rhodan na het proces wakker

werd voelde hij zich nog niet zo ver moeid en geradbraakt als toen hij in de

machine stapte. Hij kleedde zich zwijgend aan.

Hij keek peinzend en een beetje wan trouwig naar het op een mens gelij kende

wezen.

'Was dit een verjongingsk uur?' vroeg hij achterdochtig. 'Het leek mij meer een

superovergang.'

'Een verjonging is u niet toegestaan,' klonk het antwoord. 'Ik heb opdracht

gekregen u in uw huidige leeftijd te conserveren. U zult van nu af aan niet ouder

worden. U blijft de leef tijd houden die u op dit ogenblik hebt bereikt.'

'We zullen zien. Hoe gaat het met de gewonde ?'

'Hij wordt behandeld. Mag ik u nu verzoeken mee te gaan naar de

programmator? De installaties van deze planeet moeten op uw individuele

trillingen worden afgeste md. Uw tijd is beperkt. Overigens staat het u vrij ook

andere personen aan celcon servering te onderwerpen. U kunt de aanwezige

apparaten gebruiken wan neer u wilt. Hebt u bijzondere wensen?'

Rhodan liet zijn blik over de gespannen gezichten van de aanwezi gen gaan. Met

een bitter gevoel zag hij de begerigheid in hun ogen.

Maar dat was immers de natuurlijk ste zaak van de wereld. Wie zou niet het

eeuwige leven willen hebben?

Rhodan besefte op dat moment dat hij nooit meer aan zijn medewerkers zou

hoeven te twijfelen. Hij was de enige die hun toegang tot het fysiotron kon geven.

'Vooruit, Bull,' zei hij kortaf. Toen verliet hij achter de zo menselijk lij kende robot

de grote hal.

Toen de Stardust II de hypersprong inzette, verbleekte achter de vuur - .

spuwende motoren een zon die door Het naar een natuurlijke ster was na gebootst. De planeet Zwerver bleef achter.

Toen het slagschip, na de schok van de overgang, weer de normale ruim te

indook, glansde Wega vóór hen. Rhodan keek slechts even naar de

beeldschermen. De ster was inderdaad bedaard. Van een zich ontwikkelende

nova was niets meer te zien.

Rhodan gaf het commando aan ma joor Nyssen over. Het had woord ge houden.

De in verband met een op te lossen probleem eruptief geworden Wega was weer

genormaliseerd. Het had geen zin ook maar één gedachte aan dit feit te

verspillen. Dat was toch niet te begrijpen.

'Geen tussenlanding op Ferron,' zei Rhodan vermoeid. 'Lieve hemel, ik zou wel

eens willen weten waarom die halfrobot zo'n ontzettende haast had.'

De Arkonidische vechtrobots salueerden voor de commandant. Crest en Thora

hadden zich in hun hutten teruggetrokken.

Zij wisten sinds enige uren dat met Rhodans erkenning een nieuw tijdsperk was

aangebroken. De mensheid, begon te ontwaken. Het zou niet lang meer dur en

voor ze naar de sterren zou grijpen.

Maar daaraan dacht Perry Rhodan niet toen hij naar zijn hut ging. Hij wilde alleen

nog naar huis, meer niet.

Hij of Het oeroude niet -stoffelijke geestwezen heeft zijn beslissing genomen en

daarmee de twee Arkoniden tot wanhoop gebracht. Alleen Perry Rhodan en Bully

als vertegenwoordigers van het jonge zich snel ontwikkelende mensenras zijn

door Hem voor een cellen conservering waardig bevonden. Maar de rest van de

mensheid? Is die voldoende rijp om de sterren te bez itten. . .? Lees het volgende

deel van de Perry Rhodan -serie

Nr. 20 - VENUS IN GEVAAR

Perry Rhodan 0019 De onsterfelijke
titlepage.xhtml
index.html