DE ONSTERFELIJKE
door K. H. Scheer
Als Perry Rhodan leider van de Derde Macht met zijn machtige Stardust
doordringt tot buiten de hyperruimte treft hij daar een geweldige chaos aan.
Wega een tot nu toe vaste zon ontwikkelt zich met angstwekkende snelheid tot
een nova. Perry Rhodan heeft maar één mogelijkheid om de bedreigde ferroners
te redden hij moet ook de laatste proeven doorstaan die de onsterfe lijke hem
heeft opgelegd. . .
Ingenieur Manuel Garand was aan het toestel. Het gefluister van een onwerkelijk
aandoende stem drong door de ruimte, trof de zintuigen en ten slotte de
reagerende hersenen.
Garands bolle engelengezicht glom van innerlijke tevredenheid.
Perry Rhodan begon onbewust te la chen. Er scheen niets verkeerds te zijn aan
Garands verschijning. Zijn hele manier van doen straalde opti misme uit en werkte
kalmerend op de zenuwen van zijn medemensen.
Alleen zijn stem klonk een beetje vreemd. Rhodan luisterde naar het vleierige
gefluister, tot een hevige schok door zijn lichaam gin g.
Een man hief zich kreunend van pijn uit de pilotenstoel op. Twee handen
probeerden de pijnlijke borst te om klemmen. Het was zinloos, minstens even
zinloos als de door het onderbe wustzijn gedicteerde smartelijke ge luiden.
'Waar ik ook kijk, ik zie nie ts onvolmaakts,' zei Garand plechtig.
Een draaiend lichtschijnsel wiste zijn gezicht uit en er bleef een lichtgrijze vlek
achter.
Perry Rhodan', leider van de Derde Macht en commandant van het ruim teslagschip Stardust, maakte zich definitief los uit de c haotische zinsverwarring
na een hyperovergang.
Plotseling werd alles duidelijk en schrikbarend nuchter. Een uit louter technische
apparaten bestaande om geving scheen nooit aantrekkelijk te zijn.
Toen hij verward zijn ogen opende, zag Rhodan een zenuwacht ig trekkend
gezicht. Het duurde enige ogen blikken vóór hij in de spiegelende instrumenten
zijn eigen gezicht herken de.
Reginald Bull, kapitein Klein en Crest schenen bewusteloos te zijn. Het enig
werkelijke was de machtige commandocentrale van een nog m achtiger
ruimtevaartuig.
'Hallo, Garand... ben je daar?' sta melde Rhodan met dubbelslaande tong. 'Hallo,
Garand, wat zei je daar net?'
Het intercomscherm bleef leeg. Ma nuel Garand, chefingenieur van het
ruimteschip, had niet gesproken. Per ry Rhodan schudde de laatste hallucinaties
van zich af en toen werd zijn geest weer volkomen helder.
Er kwam een gespannen uitdrukking op zijn magere gezicht. Hij mompelde een
verwensing. Moeizaam hees hij zich uit de pilotenstoel. Op de grote
frontbeeldschermen van d e naar alle kanten opnemende peiler, schitterde een
reusachtige zon.
Het was een blauw flikkerende ster van een onwaarschijnlijke helder heid. Zelfs
de automatisch werkende filterinstallatie scheen een belangrijk deel van de
sterke ultraviolette straling d oor te laten. Rhodans ogen begonnen er pijn van te
doen.
Was dat Wega? Kon die opgezwollen gloeiende bol de zon zijn van het
planetenstelsel dat ze pas kort geleden hadden verlaten?
Een gevoel van paniek deed Rhodan verbleken. Hij riep Reginald Bulls naam
zonder naar hem te kijken.
'Bully!'
Maar de gedrongen man bewoog zich niet. Alleen zijn brede, platte gezicht
vertrok door willekeurige impulsen van gestoorde zenuwen.
Rhodan, die door de psychologen van het Amerikaanse ruimteleger jaren
geleden al de ‘psychische snelomschakelaar’ werd genoemd, reageerde met de
nauwkeurigheid van een ma chine.
Zijn hand haalde de felrode hefboom van de alarminstallatie over. Hoewel hij niet
direct precies wist wat er ge beurd was, had hij toch intuïtief de situatie herkend .
Er klopte iets niet. Er was iets in vol komen tegenstelling met het pro gramma
verlopen. De hyperovergang, een meer dan lichtsnelle sprong door de vijfde
dimensie, scheen geslaagd te zijn. De bewusteloze mannen in de grote centrale
konden als een normaal verschijnsel worden beschouwd. Bij hypersprongen over
een afstand van 35000 lichtjaren kon de remate rialisatie van de absoluut
onstoffelijk geworden organismen wel eens com plicaties met zich meebrengen.
Ook hij, Rhodan, scheen bewusteloos te zijn gewee st, maar hij was alleen wat
vlugger bijgekomen.
Kon men van mensen meer weer standsvermogen verwachten dan van de
Stardust II, die ook tot het uiter ste belast was geweest?
Rhodan kon rustig het ontwaken van de bemanning afwachten. Het enige wat
hem verontrustte, was die blauw schitterende, kennelijk sterk pulse rende
reuzenster, die een geringe ge lijkenis met Wega vertoonde.
Rhodan had met zijn schakeling de hoogste alarmtoestand afgekondigd. Al
waren de mensen nog niet tot han delen in staat, de volautom atische robots van
het slagschip kwamen on middellijk in actie.
'Bestek aan de hand van de over gangscoördinaten. Rekening houden met de
relatieve sprongtijd. De zicht bare ster meten, cijfers doorgeven. Massapeiler
uitbrengen en naar eventuele planeten z oeken. Bevel onmiddellijk uitvoeren.
Einde.'
Het robotbrein bevestigde de ont vangst van de akoestische snel programmering.
In het inwendige van het reuzenschip werden de woor den in wiskundige tekens
omgezet. Daarmee kreeg het positronenbrein zijn nauwke urige basisgegevens.
Rhodan liet zijn blik vlug over de controle -instrumenten van de grote machine
gaan. De wijzers sloegen uit, dus het brein werkte. Het zou sneller dan een groot
wetenschappelijk team kunnen vaststellen of de overgang in derdaad geslaagd
was, waar ze zich bevonden en hoe die nawerkingen konden ontstaan.
Rhodan liet zich weer in de piloten stoel vallen. De motoren van het bol vormige
ruimtevaartuig met zijn middellijn van 800 meter, gonsden op minimumvermogen.
Alleen de elektrische centrale in sector II werkte op volle kracht. Zij moest de
supergigant voorzien van stroom voor de ontelbare aggregaten en de
energieverslindende beveiligingsschermen. De terugkeermanoeuvre in de nor male structuur van de vierdimensio nale ruimte was dus geluk t. De Stardust II
stoof met de snelheid van het licht in de richting van de nog ver verwijderde zon.
Ze stond in onwerkelijk stralende pracht op de frontbeeldschermen. Er schenen
machtige explosies op plaats te vinden. De in het ultragebied stra lende
zonnevlammen schenen onge kend ver in het heelal weg te schie ten.
'Als die vuurbol niet gauw in een kosmische reuzenatoombom veran dert, slik ik
de hele Stardust II als een pil in,' zei iemand schor.
Rhodan keek om. Reginald Bull, bij naam Bully, was blijkba ar stilletjes
bijgekomen. Zijn brede, met zomer sproeten bezaaide gezicht leek een
verschoten verfvlek. Zijn roestkleu rige borstelhaar stak nog sterker dan
gewoonlijk tegen zijn schrikbarend bleke voorhoofd af.
Bully hoestte en vertrok zijn gezicht. 'Pijn ?' vroeg Rhodan. 'En zo ja, waar?'
'Geen pijn,' antwoordde Bull lako niek. 'Ik voel me als een taai haan tje dat op het
laatste moment uit de braadpan is gesprongen. Geplukt en wel, natuurlijk. Kun, je
me volgen?' Rhodan grijnsde vluchtig. Dat was ty pisch Bully.
'De anderen slapen nog, hè?' bromde de gedrongen man. 'Geef me je
energiespuit, baas. De mijne ligt in de wa penkamer.'
Rhodan kneep zijn ogen half dicht. Bully glimlachte eigenaardig, te star om echt
gemeend te zijn.
'Waarvoor?'
Bull hief zich kreunend uit de stoel van de tweede astronaut op. Na een
onderzoekende blik op het beeld van de laaiende zon, zei hij rustig
'Het spijt me, maar ik ga Gucky dood.. schieten. Ik hoop dat het jou ook dui delijk
is dat de muisbever weer een grap met ons heeft ui tgehaald. Bij de laatste
overgang, die ons over de be lachelijke afstand van 2400 lichtjaren naar Wega
moest brengen, heeft dat beest met z'n telekinetische krachten de besturing
zodanig beïnvloed dat we 35000 lichtjaren verder uit de hy perruimte kwamen en
een intelligent ras ontmoetten waar we helemaal niet naar verlangd hadden. We
hebben tijd verloren, versta je! Kostbare, onvervangbare tijd, door een belache lijk
incident op een wereld die noch van ons noch van andere mensen is.
Ik zeg je dat die muisb ever kort voor de sprong weer bezig is geweest. Hij kan
het gewoonweg niet laten. Even min als ik het eten kan laten. Het ligt in zijn
aard.'
'Ach kom!'
Bully werd rood. Hij balde zijn enor me vuisten. 'Het komt door jouw
zorgeloosheid,' verweet hij. 'Jij bent dol op dat gekke beest. Jij telt de geva ren
niet waarin dat beest ons met zijn karakteristieke speelsheid al heeft gebracht. Ik
ga die grijnzende buidelrat doodschieten.'
'Hij zal je in de loop van je eigen wa pen laten kijken,' antwoordde Rhodan
spottend. 'Gucky is een intelligent wezen, vergeet dat niet. Aan boord van mijn
schip wordt niemand dood geschoten.'
'Zou je een massamoordenaar ook met rust laten? Die muisbever kan het hele
schip vernietigen. We heb ben vijfhonderd man aan boord!'
'Een moordenaar zou ik voor een scheepsrechtbank brengen, maar Gucky is hier
niet verantwoordelijk voor.'
Rhodan wees naar de beeldschermen. De zon werd langzaam groter. Het
positronisch brein had de gegevens nog steeds niet uitgewerkt.
Meer naar rechts zat Crest , de Arkonidische topgeleerde. Zijn buitenge woon
lange, magere lichaam was voorover gezakt, zijn gezicht een beet je vertrokken.
Zijn witte haar fluoresceerde in het gekleurde licht van de controlelampen.
'Die Arkoniden kunnen niet veel heb ben,' mompelde Rhodan peinzend. 'Ze zijn
aan het eind van hun posi tieve ontwikkeling gekomen. Hun sterrenrijk bezwijkt
onder de slagen van opstandige koloniale volkeren.'
'Wij hebben de Arkonidische kennis overgenomen, dat is. voldoende,' bromde
Bully. 'Crest is er op uitgetrokken om in onze ruimtesector het eeuwige leven te
zoeken. Hij moest een noodlanding op de maan maken. Wij vonden hem en
bouwden met behulp van zijn griezelige kennis de Derde Macht op. We konden
een atoomoorlog verhinderen, de mens heid bijna tot elkaar brengen en we zijn er
bovendien in geslaagd om mid den in de Chinese Gobiwoestijn een
hypermoderne stad met hyper -hypermoderne fabrieken uit de grond te stampen.
Dat alles alleen met de ken nis van de Arkoniden. Goed, baas, dat weet ik allang!
Je dwaalt van het onderwerp af! We hebben al het mo gelijke en onmogelijke
gedaan, maar een gekke muisbever met gevaarlijke eigenschappen kunnen we
niet onschadelijk maken, hè?'
Rhodan kuchte. Een eind verder kwam kapitein Klein! bij. Hij richtte zich
kreunend in zijn stoel op. Er lag een glazige blik in zijn ogen.
'Uh. . . ?'stootte hij ontdaan uit. Dat was alles. Het leven ontwaakte weer in het
schip. Iemand schreeuwde hard en schel via de omroepinstalla tie dat de Stardust
II een zon binnenvloog. Enige ogenblikken later begon de lucht naast Rhodans
stoel te trillen. Tako Kakuta, de Japanse mutant met de verbazingwekkende gave
van de teleportatie, verscheen uit het niets. Onschuldig glimlachend knikte hij de
vloekend achteruit springende tweede astronaut toe. Bully hijgde naar adem.
'Ik vermoord jou nog eens,' zei hij knarsetandend. 'De vent landt nog eens een
keer in m'n maag. Is ieder een hier gek geworden?'
Rhodan luisterde naar de in snellere opeenvolging doorkomende meldingen van
de verschillende afdelingen.
Ditmaal was chefingenieur Garand werkelijk aan het toestel. Hij gaf rus tig zijn
melding door.
'Alles in orde!' zei hij stralend. Zijn hoge stem leek te jubelen. 'Heeft iemand iets
uitgehaald?'
'Aha!' riep Bulily. 'Hij denkt er net zo over als ik . Kan dat beest er ook niet voor
zorgen dat die blauwe reuzenzon ons uit de weg gaat?'
Rhodan verbrak de visafoonverbin ding met de chefingenieur. Aan boord van het
superslagschip scheen niets veranderd te zijn.
Dokter Haggard was stilletjes en onopvallend in de commandocentrale
verschenen. Het stabiliserende middel siste uit de hogedrukspuit in Crests
bloedsomloop.
'Zeer labiel,' zei Haggard zachtjes 'Thora is nog volkomen van de kaart. Wat is er
gebeurd? Zo'n overgang heb ik nog nooit meegemaakt.'
'De vermogensgrens van de hyper veldconverter ligt bij ongeveer 35000
lichtjaren. We hebben het in één sprong gewaagd. Dat zal ik niet nog eens doen.'
Haggard - de medicus die de aan leukemie lijdende Arkoniden meteen nieuw
serum had genezen - trok zwijgend zijn schouders op. Dat moest de
commandant beslissen. Hij had door de Arkonidische hypnoscho ling alles
geleerd wat het vroeger ac tieve en optimistische ras van de zo zeer op mensen
gelijkende Arkoniden had geschapen en ontwikkeld.
'Ik wou dat ik wist waar we zijn,' kreunde Klem. Het spreken viel hem nog
moeilijk. 'Is dat Wega?'.
Toen Rhodan het astronomische sta tion wilde oproepen, klonk het alarm. Het
ging zoals altijd wanneer de po sitronische peiler zonder menselijke tussenkomst
de sirenes liet loeien.
Hoofden werden luisterend opgehe ven. Gesprekken werden onmiddellijk
onderbroken en zo-even nog ontspannen lichamen spanden zich met als in een
reflex reagerende spieren. Een getraind team van 500 man kwam in actie. Tien
seconden na de eerste klank van de si renes, sloegen de pantserschotten van het
slagschip hermetisch dicht. De gigantische ruimtebol werd hierdoor in een groot
aantal afzonderlijke afdelingen ver deeld, en even zovele malen versterkt. Een
Arkonidisch reuzenschip van de beroemde 'imperiumklasse ' kon niet met een
enkele voltreffer buiten ge vecht worden gesteld. Zelfs niet met vijftig treffers!
Diep in het hart, in het centrum van het schip, begonnen de Arkonidische
fusiereactors dof te kreunen. Alle krachtstations werkten op volle toe ren.
In de lege, onmetelijke ruimte tussen die sterren, was de grootte van het schip
slechts van enige betekenis wanneer het in zijn ingewanden de nodige energie
voor de voeding van motoren, wapens en de vele machi nerieën kon ontwikkelen.
Rhodan zag de lampjes op z ijn controlebord oplichten. De geschutkoe pels van
de Stardust II werden vol automatisch uitgeschoven. In de vuurleidingcentrale van
Klein werden de eerste echostippen op de ra darschermen zichtbaar.
De computer kwam in werking. Het was een technische ch aos waarin de mens
slechts een ondergeschikte rol speelde.
'Peiling in sector groen, horizontaal 86,4 graden, verticaal 22,8 graden,' riep de
menselijke stem van de pei ler.
Met een druk op een knop richtte Klein de tastautomaat op de waarge nomen
vreemde voorwerpen.
'Vuurleidingcentrale klaar,' meldde hij rustig. Hij voelde zich opeens op gewekt.
In de afzonderlijke afdelingen van het schip viel een onwerkelijke stilte. De
automaten hadden hun plicht ge daan, nu kwam het op de instructies van de
commandant aan.
Rhodan keek naar de frontbeeldschermen. De door de meer dan lichtsnel
werkende tasters gepeilde vreemde voorwerpen, moesten zich rechts vooruit in
een overdekt gedeelte bevinden.
Enige ogenblikken later kwam de vol gende melding al. Het robotbrein was klaar
met de berekeningen.
'Reactie op instructie 13 uur 52 minu ten boordtijd, door commandant per soonlijk
geprogrammeerd. Het schip bevindt zich in het Wegastelsel. Over gang is
geslaagd. De pulserende ster is identiek aan de bekende Wega, doch met
honderd procent zekerheid kan worden gesteld dat die zon een "nova" wordt en
dus zeer snel en sterk in lichtsterkte toeneemt. Daar om wordt afgeraden de
aanloopkoers te blijven volgen. De verandering van de ster vindt plaats met een
abnormale, niet in het kader van de astronomische wetenschap passende
snelheid. Einde.'
Bully's ogen waren groot en rond ge worden. Hij keek verward naar Rho dan,
wiens gezicht gedurende de laat ste seconden was betrokken.
'Een nova? Dus Wega zou in een paar weken een praenova z ijn geworden?
Krankzinnig! Dat bestaat niet. Der gelijke processen duren eeuwen.'
Bully keek naar steun zoekend om zich heen. Het drong slechts vaag tot hem
door dat de Arkonidische geleer de was bijgekomen. Desondanks be greep Crest
het eerder. Zijn van de aardse mensen afwijkende constitutie had de zwakheid
ogenblikkelijk overwonnen.
'Groot imperium, ik heb het ver moed!' fluisterde hij. Zijn roodach tige ogen
zochten Rhodans blik. 'Wat?' vroeg de commandant. De plooien om zijn mond
werden dieper. 'Het laatste probleem van de onbe kende dreigt een heel
zonnestelsel te ontbinden. Wega is een belangrijk aanknopingspunt voor de
navigatie. Als ze verdwijnt, zullen we de ge zochte planeet nooit vinden. Er is een
ster op springen gezet.'
'En de Ferroners die hi er leven?' stamelde Bully.
'De stakkers zullen op hun gloeiend wordende planeet omkomen. Hun
ruimteschepen kunnen niet meer dan de lichtsnelheid bereiken. Ze zullen zich
nooit voor de uit elkaar sprin gende zon in veiligheid kunnen stel len. Is de
onbekende gek geworden?' 'Wij zijn alleen maar te laat geko men,' zei Rhodan
bedrukt. 'Veel te laat. De mislukte overgang heeft ons weken gekost. Er is
intussen het een en ander gebeurd. Crest, bereken de koers naar de achtste
planeet. Over drie minuten wendmanoe uvre. Dank je.'
In het schip keken meer dan 500 men sen elkaar aan. De wapenschakelaars
bleven onaangeroerd. De eerder ge peilde vreemde voorwerpen wa ren Ferronse
ruimteschepen. Hun eivorm was even onmiskenbaar als het feit dat het hier een
reusachtige vloot van meer dan 600 vaartuigen betrof. 'Ze vluchten naar de
buitenste planeet,' hijgde Bully. 'Lieve hemel, wat is hier gebeurd?'
Rhodan gaf geen antwoord. Hij scheen te weten, of althans te ver moeden wat er
met de toch al zeer grote ster Wega was geb eurd.
Precies drie minuten later begonnen de motoren van het superslagschip te
bulderen. De positronisch bereken de koerswijziging maakte, bij onge veer de
lichtsnelheid, een bocht met een straal van 21 miljoen kilometer noodzakelijk.
De laaiende Wega verd ween langzaam van de frontbeeldschermen. De
eindeloze duisternis van de interstel laire ruimte met haar ontelbare ster ren kwam
er voor in de plaats. Ze waren nog zeven miljard kilometer van de achtste planeet
van Wega, Ferron genaamd, verwijderd.
Na de koerswijziging besloot Rhodan tot een meer dan lichtsnelle mini overgang.
Zelfs met de normale licht snelheid zouden ze ongeveer zeven uren nodig hebben
gehad om de achtste planeet van het enorme stelsel te bereiken.
De ruimte trilde toen het slagschip t e midden van een fel lichtschijnsel verdween.
Het was alsof er nooit een Stardust II had bestaan.
De Arkonidische structuurtasters ga ven de door hen geconstateerde
structuurveranderingen van de vierdimen sionale ruimte als een directe stoot aan.
De hyperruimte, waar het begrip 'tijd' niet bestond, bracht de schok van een met
geweld in haar binnen dringend lichaam ogenblikke lijk over.
Zo kon het gebeuren dat Jonn Mc Clears' luide verwensingen door een hevig
gebulder werden overstemd.
De commandocentrale van zijn zestig meter middellijn metende zender van het
Goede Hoop-type leek in een rammelend, lekkend ding te veran deren. De
fijnregelingschakelaar van de ingebouwde structuurtaster sloeg door. De
grofregelaar dreigde, bulde rend van de akoestische signa len, met
zelfvernietiging. McClears' voet was echter een fractie sneller. De hoofd schakelaar werd omgetrapt, en het lawaai verstomde.
'Een structuurverstoring?' vroeg lui tenant Everson, plaatsvervangend.
commandant aan boord van de ten der 8-3. 'Dan was het wel een flinke.' 'Hou je
mond!' snauwde kapitein Mc Clears.
Op zijn gemak draaide Everson zijn enorme lichaam naar de onbruikbaar
geworden structuurtaster.
'Laten we de schuit maar gevechts klaar maken,' vervolgde hij rustig. 'Het zal wel
weer beginnen. En ik dacht nog wel dat we die afstamme lingen van hagedissen
voorgoed uit het Wegastelsel hadden weggejaagd. Het lijkt mij dat er minstens
tien grote schepen tegelijk uit de hyperruim te zijn gekomen.'
Of één hele grote,' snoof McClears. Hij liet zich vermoeid in zijn stuurstoel vallen.
Tender 8-3 had een bemanning van maar tien koppen aan boord. Niemand had
er serieus rekening mee gehouden ooit in dergelijke moeilijkheden te zullen
geraken.
McClears behoorde tot de jonge ruimte -jachtpiloten die op Rhodans
ruimteacademie waren 'bij ge schaafd'. Hij had destijds van ganse harte gehoopt
minstens één keer in zijn leven met een bulderende raket van het Amerikaanse
ruimteleger naar de maan te mogen vliegen.
Verder dan de maan waren zijn wensdromen niet ge gaan.
Toen was Perry Rhodan in juni 1971, nog als majoor van het ruimteleger, met
zijn bemanning als eerste op de satelliet geland. McClears was toen nog een
doodgewoon luitenantje zon der bijzondere voorrechten geweest. Na de voltooiing
van zijn opleiding was daar snel verandering in geko men. In een periode van vier
jaar had Rhodan de Derde Macht opgebouwd.
McClears was een van de eerste offi cieren geweest die uiteindelijk onder
Rhodans commando in de inmiddels vernielde Goede Hoop waren gestapt. Zo
was hij in het Wegastelsel terecht gekomen. Nu, nog geen jaar later was hij zelf
commandant van een ruimte vaartuig dat hem vier jaar tevoren nog met ontzag
zou hebben vervuld. Waarschijnlijk zou hij zijn S -3 als een wonder van
reusachtige afmetingen hebben b eschouwd. Een wonder was het. Maar om
reusachtig te zijn, was het lang niet groot genoeg. Dat had McClears intussen wel
ingezien.
Hij had de microfoon van de even eens meer dan lichtsnel werkende hypercom al
voor zijn mond.
'McClears aan alle donderkoppen'
(Zo werden de tenders genoemd) . 'Bergingsactie onmiddellijk afbreken. Op de
ruimtehaven van Ferron ver zamelen. Noodstart voorbereiden. Ik wil weten wat
daar buiten komt aangestoven. Als het de chef is, mogen we God danken. Als hij
het niet is, wees dan op alles voorbereid. Slui ten.' De bevestiging kwam van
zeven andere tenders. Overal op de achtste planeet werd het bergingswerk
afgebroken. Pantserluiken werden geslo ten en motoren begonnen te bulde ren.
De bewoners van deze wereld trok ken zich ijlings van de startende schepen
terug. Er volgde een wanho pige vlucht naar de ondergrondse steden en tunnels
die de enige mogelijkheid tot overleven boden.
Boven de planeet Ferron hing een bloedrode bol met een angstaanja gende
lichtsterkte. Ferron was altijd al met een sterke ultravioletstraling overgoten
geweest, maar nog nooit zo erg als nu.
De commandanten van de acht Star dust-tenders wisten heel goed dat een tijdige
evacuatie van vijf miljard Ferroners volstrekt onmogelijk was. Nog afgezien
daarvan, zou het hele stelsel met 42 planeten vernietigd worden, als de tot nu toe
zo vredige Wega in een nova veranderde.
De Ferronse geleerden spraken ver ontwaardigd over een onmogelijk heid. Maar
de feiten bewezen het te gendeel.
McClears, wiens tender op de reus achtige ruimtehaven van Thorta stond, sloeg
de snelle start van de andere schepen op het scherm van de telecom gade. Men
achtte het van het grootste belang voortdurend met el kaar in verbinding te
blijven.
McClears' rode haar hing vochtig en plakkerig over zijn voorhoofd. Hij gaf zijn
bevelen met begrijpelijke bitsheid. Niemand kon hem kwalijk nemen, dat hij
zenuwachtig was. Toen Perry Rhodan de acht ten ders ruim vier weken geleden
had gelanceerd, was McClears tot opperbe velhebber van de donderkoppen
benoemd. En die positie bekleedde hij nu nog, omdat Rhodan plotseling met het
moederschip was verdwenen.
Everson morrelde mopperend aan de Arkonidische structuurtaster. Zijn
hypnoscholing was net voldoende om hem de werking van het apparaat te laten
begrijpen.
Hij maakte een losgeschoten kabel weer in het contact vast. Rode
controlelampjes flitsten aan. De over springende vonken verontrustten een man
als Everson niet.
'Hij doet het!' juichte hij.
Nog geen seconde later deed hij het niet meer.
Everson werd tegen de benen van een in een hoek staande vechtrobot
geslingerd, Er was ditmaal slechts een kort gekraak in het toestel te ho ren
geweest en toen had het, ondanks het speciale Arkonidische materiaal waaruit
het was vervaardigd, defini tief de hyperfrequente ge est gegeven. 'Nou breekt m'n
klomp,' zei Everson verbaasd. 'Dat was nóg een over gang. De eerste keer is er
iemand uit de hyperruimte gekomen. Die is goed! Wat nu? ik kan me toch niet zo
maar in een hoek laten smijten?' 'McClears, ben je daar?' klonk het h ijgend uit de
luidsprekers.
'Bevel van Stardust aan alle donderkoppen, waar ze op dit ogenblik ook zijn.
Onmiddellijk op de ruimtehaven van Thorta landen. Klaarmaken om aan boord te
worden genomen, geen tijd verliezen. Heb je aan de evacuatie van de bevol king
deelgenomen?'
‘Ja,' brulde .McClears stralend in de microfoon. 'De tenders zijn op Fer ron. Ik heb
de commandanten al opgeroepen toen we uw overgang had den waargenomen.'
'Dat is je geluk,' luidde het droge ant woord. 'We hebben ons een beetje verlaa t.
Laat alles rusten. We hebben iedere man aan boord nodig. Nog iets te vragen?'
McClears had het onbestemde gevoel dat de gebeurtenissen elkaar nu met grote
snelheid zouden opvolgen. Ook luitenant Everson had die indruk. 'Ja, één ding,'
riep de kapitein! nerveus. 'Wega is tweeëndertig dagen geleden gek gaan doen.
Er ontstaat een nova!'
'Zo!'
McClears slikte nijdig. Everson toon de een brede grijns. Als dat niet ty pisch de
ouwe was, zou hij te voet naar huis gaan.
‘Ja,' kreunde McClears. 'We zijn dag in d ag uit naar de buitenste planeet
gevlogen. De Ferroners hebben daar een paar steunpunten. Als we nu op eens
met het slagschip verdwijnen, zal de Thort wel te keer gaan. Hij is nog hier. De
gemiddelde temperatuur is in die tweeëndertig dagen met acht tien graden
gestegen. We kunnen ons niet meer zonder beschermende kle ding buiten
wagen. Als we nu vertrekken, kunnen we onze handels overeenkomst met de
Thort wel als vervallen beschouwen.'
'Als we niet onmiddellijk vertrek ken, is er zeer binnenkort geen Thor t meer,
kapitein McClears,' antwoord de Rhodan koel 'Houd je aan mijn in structies. Ik zal
de Thort een kort bezoek brengen. Sluiten.'
De verbinding werd verbroken. Rho dan had gedaan alsof ze niet meer dan een
paar uur van elkaar geschei den waren geweest.
McClears draaide zich langzaam om. De dienstdoende marconist keek ver baasd
en luitenant Everson had zijn ogen half dicht geknepen. De man nen keken elkaar
aan, tot McClears aarzelend vroeg
'Hoe zou hij dat bedoeld hebben?' Everson haalde zijn schouders op. 'Geen idee!
Maar ik vermoed dat het verband houdt met dat vervloekte raadselspelletje'.
McClears lachte nerveus. Hij permit teerde zich zijn eerste sigaret sinds vier
weken. Hij voelde zich opge lucht. De chef was er weer.
Een bolvormig monster van Ar konstaal en gecomprimeerde kracht stoof de
laaiende atmosfeer van de achtste planeet van Wega binnen. Perry Rhodan
bereidde zich voor op een 'directe' geforceerde landing op Arkoniden manier. Dat
betekende dat hij geen rem -omloop maakte, maar het schip re chtstreeks op het
hemellichaam aanstuurde. Zo iets kon men zich slechts met de produkten van
een zeer hoogstaande techniek ver oorloven.
In de bovenste lagen van de Ferron -atmosfeer ontstond een verschrikke lijke
wervelstorm. Witgloeiende, geïoniseerde g assen werden met een verschrikkelijke
kracht uit de vliegbaan gerukt en onder zeer hoge druk opzij gedrongen. De
Stardust II had vrij baan. De scheepshuid werd niet warm door wrijving.
Maar achter het vaartuig ontstond een enorm vacuüm waarin de ver drongen
gassen zich bulderend stort ten.
De reactors van het superslagschip gierden. Rhodan liet de motoren met een
vertragingswaarde van 20 km/sec2 lopen. Dat was voldoende om het in het
antizwaartekrachtveld zwe vende schip af te remmen. Door de loeiende
stralenbundels uit de straalpijpen werden de toch al hete lucht massa's van de
planeet nog meer verhit.
Rhodans haast was gemotiveerd, al scheen beneden hem een wereld ten onder
te gaan.
Thora, de lange Arkonidische en laat ste afstammelinge van de regerende
dynastie op Arkon stond achter de pilotenstoel. Haar hooghartige hou ding kon
haar hevige emoties niet verbergen.
Haar eigenaardige gevoel van half haat half liefde jegens Rhodan da teerde van
het ogenblik waarop haar op de maan gelande onderzoekings kruiser door aardse
atoombommen werd vernield. Thora was toen op het laatste ogenblik met een
tender van de 'donderkop klasse' ontkomen. Daar dit vaartuig, dat later Goede
Hoop werd gedoopt, de afstand van meer dan 30.000 lichtjaren naar haar
thuiswereld Arkon niet kon afleggen, was ze op de hulp van de mensen
aangewezen geweest.
Haar aanvankelijke haat tegen Rho dan was langzamerhand verflauwd. Slechts
bij bijzondere gelegenheden kwamen de oude gevoelens weer bo ven. Zoals nu.
Inwendig laaiend van woede, stond ze achter de man die ze in juni 1971 kort na
de ontmoeting op de maan nog een onderontwikkelde barbaar met de hersenen
van een halfintelligente aap had genoemd. Er was in tussen het een en ander
veranderd. Rhodan had tegen het aanvankelijke verzet van de gehele mensheid
in, een soevereine staat opgebouwd de Derde Macht - en een massale aanval uit
de diepten van het heelal afgeslagen.
Nu was het eind januari 1976. Op de aarde was een enorme industrie naar
Arkonidisch voorbeeld ontstaan. Nauwelijks een jaar geleden hadden op Pluto
gestationeerde structuur tasters zware ruimtetrillingen in het 27 lichtjaren
verwijderde gebied van Wega geregistreerd. Gedreven door een hevige
ongerustheid en vrees voor een ontdekking van de nog zwakke aarde door
superieure vreemde rassen, was Rhodan met de kleine tender gestart om 'eens
te gaan kijken'. Dat 'kijken' had uitein delijk tot een hevige strijd met het
hagedisachtige ras van de Topsiders geleid, die Rhodan ten slotte met de hulp
van zijn mutantenkorps uit het Wegastel sel had kunnen verdrijven.
Toen was echter bij Crest het verlan gen naar onsterfelijkheid gewekt. Hij was
voor het verkrijgen van het eeuwige leven naar deze uithoek van de Melkweg
gekomen. Zijn noodlan ding op de maan had aan zijn speur tocht een einde
gemaakt. Maar op de planeten van Wega hadden ze sporen gevonden van een
wereld waarvan de bewoners het geheim van het behoud van de cellen moesten
kennen.
Intussen was Rhodan in het bezit van een Arkonidisch superslagschip ge komen.
De mutanten hadden het op de hagediswezens, die het zelf had den buitgemaakt,
veroverd.
Sindsdien had Rhodan voortdurend naar de oplossing van door onbeken de
intellecten gestelde problemen ge zocht. Iemand scheen het van het al lerhoogste
belang te achten diegene die zijn geheime n trachtte te ontsluieren, door en door
op de proef te stellen.
Het was een zware taak, die ongeloof lijk veel van de zenuwen van de man nen
eiste.
Nu ze niet ver meer van de ontdek king van de uit het Wegastelsel ver dwenen
planeet meenden te zijn, trof fen ze bij hun terugkomst van een onvrijwillig
uitstapje een laaiende zon aan, die nauwelijks aan de ster herinnerde die ze nog
geen jaar geleden voor het eerst van dichtbij hadden gezien.
Thora dacht verbitterd aan de slopen de belevenissen die met de k osmische
problemen van een hoogstwaarschijn lijk grenzeloos superieure intelligen tie
verband hielden. Zonder de mu tanten uit Rhodans specialistenkorps zou de
ondergang op de reuzenpla neet Gol al onvermijdelijk zijn ge weest. De daar
aanwezige energiewezens hadden de mensen niet veel kans gegeven.
Hetzelfde was het geval geweest op de eenzame planeet Tramp. Daar wa ren de
zo potsierlijke muisbevers ge weest, die ondanks hun griezelige te lekinetische
hoedanigheden volkomen onschuldig zouden zijn geweest , als ze niet met ieder
binnen hun bereik komend voorwerp hadden moe ten 'spelen'. Dat was een
karaktertrek van die intelligente wezens. Ze speelden met de wapens.
Gucky, het op de planeet Tramp aan boord gekomen schepsel, had Rhodan in
ernstig gevaar gebracht. Het was uitsluitend de schuld van die muisbe ver dat ze
nu met een vertraging van vier weken in het Wegastelsel aan kwamen.
Thora klemde verbitterd haar lippen op elkaar. Ze beantwoordde Bully's
onderzoekende blik met een arrogant hoofdgebaar.
Als Thora, de commandante van de vernielde onderzoekingskruiser al een op de
aarde geboren mens waar deerde, kon dat in 't gunstigste geval Perry Rhodan
zijn. Bij hem had zij als 't ware op graniet gebeten.
'Ik zou nog sneller vliegen,' zei ze on beheerst. 'Je kunt grote delen van het
oppervlak vernielen.'
Rhodan trok zijn wenkbrauwen op. Hij gaf bedaard zijn instructies naar de
machinekamer door. Toen keek hij in Thora's laaiende ogen. Er lag een
roodachtige glans in, die vreemd afstak tegen haar meer witte da n lichtblonde
haar. Thora was een fas cinerende verschijning.
'Ferron kan er wel tegen,' antwoord de hij. 'Je zult van je voorgenomen uitstapje
moeten afzien. Ik start on middellijk na het inladen van de tenders.'
'Met een Arkonidenslagschip van de machtig e imperiumklasse,' spotte ze. 'Met
een schip dat eigenlijk van mij is.'
'Je vergist je, m'n beste. Jouw slape rige volk heeft het aan de Topsiders verloren.
Ik heb het hun weer afge nomen en het gevechtsklaar gemaakt. Voor het
imperium was de Stardust II a l verloren toen het door de in dringers werd
buitgemaakt. Ik geloof dat we daar al urenlang over getwist hebben.'
Crest lachte zachtjes. In zijn ogen stond begrip voor beide partijen te le zen. Zacht
en een beetje bedrukt zei hij ,
'Perry, hoewel ik voor e en speurtocht naar een raadselachtige planeet in dit deel
van de Melkweg ben gekomen, geloof ik nu toch werkelijk dat we het moeten
opgeven. We zijn vier weken aardse tijd te laat geko men.'
'Ik wou drie muisbever nog onschade lijk maken, maar dat mocht n iet!' merkte
Bully nijdig op.
Hij keek verwijtend naar zijn com mandant.
'Dat heeft er niets mee te maken,' zei Crest, en schudde langzaam zijn hoofd dat
in z'n niet-menselijke hersenen een fotografisch geheugen be vatte. 'We moeten 't
opgeven, Perry,' zei hij nogmaals. 'Ik ben er van over tuigd dat de onbekende
Wega in een praenova heeft veranderd. We weten uit pijnlijke ervaring dat de
oplossingen van alle problemen aan tijd ge bonden waren. Wega zal uiteenspat ten. Wij verliezen ons met moeite ge vonden aanknopingspunt. Dat betekent dat
we de zwervende planeet nooit zullen vinden.' '
Op de beeldschermen verschenen de eerste gebergten. Ze kwamen razend snel
naderbij. De Stardust II stoof nog steeds met woeste vaart over Fer ron heen.
'Al zou ik het willen opgeven, dan zou ik toch niets anders kunnen doen dan de
beker tot de laatste druppel leegdrinken Crest, door onze schuld en
nieuwsgierigheid, door ons bran dende, eerzuchtige verlangen naar het grootste
biologische geheim van de almachtige natuur is Weg a een fakkel geworden. Ik
ben niet in staat enige miljarden Ferroners te red den.'
'Het zijn maar onderontwikkelde schepsels,' merkte Thora koel op. Ze was weer
de afstammelinge van de Arkon -dynastie. Die mensen schenen er een
eigenaardige opvatting op na te houden!
Er verscheen een diepe vouw tussen Rhodans wenkbrauwen. Hij ant woordde
hatelijk
'Bedankt voor de mededeling, Thora! Het ligt in de aard van de mens te helpen
waar hij helpen kan. In dat op zicht bestaat er wel enig verschil tus sen ons! Mijn
geweten gebiedt me alles, maar dan ook alles voor de red ding van de bedreigde
Ferroners te doen. De planeten van Wega zullen in gloeiende bollen veranderen
zodra de ster uiteenspat. We hebben nog even tijd, al is het dan ook een
kunstmatig teweeggebracht proces dat zich naar het schijnt enige miljoenen
malen sneller voltrekt dan een natuur lijk. Wij kunnen de Ferroners alleen helpen
door onze laatste taak te vol brengen.'
'En die is?' vroeg ze vijandig.
'De verdwenen planeet vinden, die volgens de laatste berekening van het
robotbrein op een vaste baan door het heelal snelt.'
‘Onzin! Geen wereld kan zonder zon bestaan.'
Er klonk medelijden in Rhodans stem toen hij antwoordde
'Thora, je bent toch een bekwaam ge leerde! Je had toch allang moeten be grijpen
dat we hier met de technisch het hoogst staande schepsels van het heelal te
maken hebben. Zij hebben het laatste raadsel van de natuur op gelost. Ondanks
mijn Arkonidische kennis, zou ik met de beste wil geen reusachtige ster in een
nova kunnen veranderen. D e onbekenden staan in kennis ver boven ons.'
'Zeker! Boven de aardse barbaren.'
Rhodan moest onwillekeurig lachen. Dat was weer het oude liedje waar ze altijd
mee kwam als haar logische ar gumenten uitgeput waren;
'Natuurlijk, je hebt volkomen gelijk,' zuc htte hij. 'Het is alleen vreemd dat die
barbaren jullie Arkonidentech niek zo snel onder de knie hadden, niet waar?'
'Landing over twee minuten,' schal de de automaat.'
Het gebulder van de motoren werd nog heviger. Het slagschip donderde bijna
loodrecht naar de reeds zichtbare ruimtehaven toe. Thora zweeg definitief.
Ondanks de enorme remversnelling die echter door de drukabsorberende
krachtvelden grotendeels werd gecompenseerd, werd ze niet in haar bewegingen
gehinderd!.
'Denk er aan dat je de deur niet a chter je dicht kunt smijten,' brulde Bully haar
over zijn schouder heen na. 'Die is namelijk van metersdik pantserstaal!'
Crest boog zijn hoofd.
Zijn riskante verre reis in het gebied van de aardse zon was de bitterste
teleurstelling van zijn leven gewees t. Het mensenras was te jong, te onder nemend en te leergierig om door de afstammeling van een degenererend ras te
worden begrepen. Toch deed Crest zijn best om de nodige ver draagzaamheid op
te brengen.
Diep in zijn binnenste wist hij allang dat de mens e r na aan toe was om de
nalatenschap van het Grote Imperi um over te nemen. Mannen als Rho dan
schenen daarvoor geschapen te zijn. Zij waren onverbiddelijk en leer gierig. Zij
waren enorm sterk in het aanvaarden van zelfs de zwaarste slagen van het lot.
Een ras met zulke mannen aan de top, zou het hele Uni versum aan 't wankelen
kunnen brengen. Deze hoedanigheden waren de Arkoniden al lang kwijt, hoewel
hun verre voorouders eens dezelfde karaktertrekken hadden bezeten. Maar dat
was lang geleden.
De Stardust II daalde met de snelheid van een vallende reuzenmeteoor. Pas op
een paar meter boven de grond werd de resterende snelheid ge heel opgeheven.
Waar de stralen van de in de ring vormige verdikking om het midden van de romp
ondergebrachte motoren de grond ge selden ontstonden grote, gloeiende kraters.
Eerst knarsend en toen krakend zakten de brede 'voe ten' van de uitgeschoven
telescoop-landingspoten in het keiharde kunst stofplaveisel van het platform.
De Stardust II was teruggekomen naar het eerste kosmisch e handelssteunpunt
van het mensenras. Zeven entwintig lichtjaren scheidden het grote Wegastelsel
van de thuiswereld. Voor schepen als de Stardust II vormde dat geen technisch
probleem. De motoren liepen uit, maar de wer velstorm kwam nog. Gloeiend hete
drukgolven loeiden met zo’n kracht over het vlakke terrein van de ruim tehaven
dat kleine Ferronschepen van hun ankers werden losgerukt. Het slagschip was
onmiddellijk na de landing weer geworden wat het op deze ruimtehaven altijd
was geweest een onoverzien bare, plotseling opgedoken, volmaakt harmonisch
gevormde berg.
In de inmiddels gelande tenders van de Goede Hoop -klasse, doken de mannen
onwillekeurig ineen. De super reus was op de grond neergekomen. Luitenant
Everson schakelde de beeldontvangst op no rmale sterkte terug. Hij deed het
langzaam. Streep voor streep, heel voorzichtig, draaide hij de knop van de
telelens naar rechts.
Toch verscheen de 500 meter verder gelande Stardust niet in z'n geheel op het
beeldscherm. Hij zag slechts een metaalachtig g lanzend gedeelte van de 800
meter hoge bol die met z'n massa het uitzicht belemmerde.
'Nu worden wij weer tot sprinkhanen gedegradeerd,' zei hij dof. 'Verdui veld, een
paar dagen geleden dacht ik nog dat de donderkoppen behoorlijke
ruimteschepen waren. Dit is wel een beetje deprimerend, hè?'
Hij knipoogde naar kapitein Mc Clears, die koortsachtige haast be zig was zijn
uniform aan te trekken. 'Ik dank God dat de ouwe weer hier is,' kreunde
McClears. 'Man, help me toch eens.'
'Ik heb honger,' antwoordde Ever son. 'In zo'n biologisch beperkt
afhankelijkheidsstadium kan ik me niet goed bewegen. De ritssluiting zit twee
millimeter links van je vingertoppen.'
McClears vloekte verschrikkelijk. De luitenant knikte bezorgd.
'Wat je zegt,' zei hij. 'Maar die rits sluiting krijg je er toch niet mee te pakken. Je
moet er een telekinetisch begaafde mutant bijhalen.'
'Jij moet me helpen,' brulde de kapi tein buiten zich zelf. 'Ik moet onmid dellijk aan
boord. De ouwe vreet me met huid en haar op als ik niet bin nen vijf minuten bij
hem ben.'
'Dat zou een verlies voor de mens heid zijn,' zei Everson. 'Goed, kom dan maar
hier ik kan moeilijk opstaan.'
Breed grijnzend nam hij de ver schrikkelijke verwensingen in ont vangst. Rhodan
had heel goed geweten wat voor mannen hij aa n boord van het ruimteschip had
genomen.
Deze roekeloze kerels waren niet van hun stuk te brengen, behalve wan neer ze
niets te doen kregen.
Everson en McClears waren een ty pisch voorbeeld van de geest onder de
ruimte-jachtpiloten. Ze konden el kaar wel opvreten, maar als het er op aankwam,
smolten ze als 't ware samen tot één man met één stel herse nen. En dat was het
belangrijkste!
De acht tenders waren met een vaardigheid die het resultaat was van vele
oefeningen, ingeladen. Het slagschip had de geweld ige ruimtebollen even
gemakkelijk en onverschillig opge slokt als een op Venus levende reu zensauriër
een onvoorzichtige mod derkruiper. De donderkoppen waren en bleven sloepen.
Een kwartier na de landing had de Thort van Ferron zich laten aandie nen. De
wijze heerser over een reus achtig planetenstelsel wist nog steeds niet dat
Rhodan een Terraan was. Om zijn technische superioriteit werd hij beschouwd
als een belangrijk vertegenwoordiger van het 'Gro te Imperium'. Slechts daardoor
was Rhodan in staat gew eest een psychologisch gefundeerde basis tot
onderhandelen te scheppen.
De Ferroners, die de mensen van het jaar 1976 in elk opzicht ver vooruit waren,
zouden waarschijnlijk niet tot een handelsovereenkomst zijn over gegaan als ze
van de ware situatie op de aarde op de hoogte waren geweest. De Thort zat in
de indrukwekkend grote commandocentrale van het slagschip. Hij was een
kleine, gedrongen en gespierde man, wie het licha melijk verval wel was aan te
zien. Zijn anders bleekblauwe gezicht had nu een mee lijwekkend grauwe tint. Hij
was oud geworden, gebogen on der zorgen en verdriet. Zijn dieplig gende ogen
waren nauwelijks te zien. Rhodan overlaadde zich met zelfver wijten toen hij de
Thort zag. De Ferroner wist dat zijn ras tot de onder gang gedoemd was.
'Wat denkt u te doen?' vroeg hij neer slachtig. 'Wilt u ons met uw grote schip bij
de evacuatie helpen?'
De eveneens aanwezige geleerden ke ken hoopvol naar de magere, lange man in
het smetteloze uniform.
Rhodan wist dat hij bitter klinkende woorden zou moeten zeggen. Hij schraapte
ernstig zijn keel. De officie ren van de Stardust II keken schijn baar
ongeïnteresseerd toe.
John Marshall, een van de bekwaam ste mutanten uit het specialistenkorps,
peilde onopvallend de ge dachten van de Ferronse heerser. De geoefende
telepaat kon zonder enige moeite de gedachten van anderen le zen. De Thort
dacht uitsluitend aan zijn volk. Hij had geen verkeerde be doelingen.
'Het is in orde,' seinde Marshall naar Rhodan.
Rhodan begon nog bedrukter
'Evacuatie zou nutteloos z ijn. Zelfs met mijn grote schip zou het onmoge lijk zijn
de drie bewoonde planeten van uw rijk te ontruimen. De buiten ste planeten, die
tot nu toe nauwelijks getroffen werden, zullen bij een explosie eveneens ten
onder gaan. Waar zou ik dus uw volk heen moeten brengen?'
De oude Ferroner stak hulpeloos zijn geopende handen voor zich uit.
'Ik had mijn hoop op u gevestigd. Ik weet het niet.'
Rhodan zei 'Uw zon zal over onge veer drie weken Ferrontijd een bom worden. Ik
verzoek u het steekhou dende van mijn argumenten te willen inzien. De enige
oplossing is, de ster weer te normaliseren. Dat heb ik ech ter niet in mijn macht.
Maar ik zal middelen en wegen weten te vinden om u het ergste te besparen.'
De Thort leefde op. Hij strekte zijn gebogen schouders. 'Mi ddelen en wegen?'
herhaalde hij hoopvol. 'Ziet u een mogelijkheid?'
'Ik weet waar ik de aanstichter moet zoeken. Ik vertrek onmiddellijk weer. Ik
verzoek u alle verdere transpor ten, die de capaciteit van uw vloot ver te boven
gaan, te staken. Iedere Ferr oner die u naar de buitenste planeten brengt, zal
daar de meest ongunstige levensvoorwaarden zon der de bekende hulpmiddelen
van uw hoogstaande beschaving en tech niek aantreffen. U zou daarmee uw volk
ter dood veroordelen. Blijf hier en wacht af.'
'Hij gaat vragen hoe lang,' seinde Marshall vlug.
De vraag kwam inderdaad.
'Ik verzoek u geduld te hebben,' ant woordde Rhodan onbewogen. 'Ik mag u
helaas niet zeggen waar de aanstichter van dit onheil moet worden gezocht.
Maar ik zal hem vinden. Vertrouw op mij. '
Rhodan deed de Thort met het hoog ste eerbetoon uitgeleide. Dat had hij vele
jaren geleden op de vliegschool van het Amerikaanse ruimteleger ge leerd.
Toen het pantserschot achter de wan hopige Ferroners was dichtgegaan, haalde
Reginald Bull diep adem.
'Ik kan wel huilen,' mompelde hij somber. 'Het geheim van het eeuwige leven
zullen we nooit vinden. Waar om hebben we de Ferroners dan in deze benarde
toestand gebracht? Dat was toch niet nodig geweest?'
'Ik ben het bij uitzondering met je eens, barbaar,' s iste Thora.
Bully draaide zich woedend om. Ach ter in de centrale had iemand zo snel
gelachen dat Rhodans verbeten ge zicht onmiddellijk ontspande. Op zo'n hoge
toon kon geen normaal mens la chen.
'Barbaar, die is goed,' piepte iemand.
'Hij wou mij vermoorden, die schurk van een Bully. En ik heb deze keer werkelijk
niet gespeeld. Op mijn woord als man van eer, nog geen schroefje heb ik voor
mijn plezier door de lucht laten vliegen.'
Rhodans lippen begonnen verdacht te trillen. De aanwezige mannen hadden al
hun zelfbeheersing nodig om de vereiste discipline te bewaren. Ze stonden als
stenen beelden. Alleen majoor Deringhouse grijnsde.
'Prettig kennis te maken, man van eer,' zei Rhodan bedaard. 'Hoe kom je aan die
uitdrukking?'
Weer dat snerpende geluid dat Gu cky lachen noemde. Van achter een van de
vele toestellen kwam de mislukte nabootsing van een aardse muis te voorschijn
gewaggeld.
Gucky, zoals ze het intelligente pels dier van de planeet Tramp om zijn
buitengewoon vriendelijke blik hadden genoemd, scheen weer enige moeite te
hebben met het voortbewe gen van zijn dikke achterste met de lepeIvormige
staart.
Gucky was ongeveer een meter hoog, liep gewoonlijk rechtop en was zeer
intelligent. Het meest opvallende aan hem was dat hij de gave van de telekinese
bezat. Gucky had het in zijn karakteristieke, voor mensen onbegrijpelijke
speelsheid klaargespeeld, de reusachtige Stardust II bijna te laten
verongelukken.
Maar hij had er geen kwade bedoe ling bij gehad. Hij had alleen maar met al die
vreemde voorwerpen willen spelen.
Gucky kwam bedaard naderbij. Hij zwaaide erbij met zijn korte voor pootjes met
de sierlijke klauwtjes als een zwaarlijvige worstelaar.
Hij bleef voor Rhodan staan. De com mandant keek in twee verstandige, slimme
ronde ogen in een typisch mu izegezicht. Het vreemde was, dat Gucky in enkele
weken veel gewoonten en manieren van de mensen had overgenomen. Ook dat
scheen tot zijn natuurlijke neigingen te behoren.
Hij trok zijn zwarte, glimmende mui zeneus op en liet in een grijns zijn enige
knaagtand zien.
Hij tikte met een klein voorpootje te gen zijn behaarde voorhoofd. Rhodan
kreunde inwendig. De kleine salueer de ook al!
'Luitenant Guck van het mutanten korps meldt zich klaar om te worden ingezet,'
piepte het pelsdier ernstig. 'Sta me toe dat ik mezelf geen Gucky noem, chef. Die
naam lijkt me te gewoon nu ik een man van eer ben.'
Rhodan draaide zich met schokkende schouders om. De andere mannen
vertrokken krampachtig hun gezicht. Alleen Bull tastte zijn rijke woorden schat
van boven tot beneden af. Het waren afschuwelijke verwensingen die Gucky met
een nogmaals ontbloten van zijn tand beantwoordde.
'Moordenaar!' schold het dier. 'Mij zo maar doodschieten, hè? Ik heb al les
gehoord. Ik heb niet met de zon gespeeld en ook niet met het schip. Ik heb de
chef beloofd dat ik alleen met zijn toestemming schakelaars zou laten zwiepen.'
Gucky zweeg om zich in dat prachti ge woord te verlustigen.
'Zwiepen!' herhaalde hij verlangend. 'Dat zou iets zijn. Ik zou met afstand
bediening de noodschakelaars va n het hele schip kunnen dirigeren!'
'Een soort zwiep spelletje, hè?' tierde Bully woedend. 'Als jij je verlangens niet
intoomt, gebeurt er wat. Tussen haakjes, sinds wanneer ben jij offi cier? Hoe kom
je erbij je als luitenant Guck van het mutantenkorps t e melden?'
Gucky draaide zich rustig om. Het brede gedeelte van zijn lepelstaart kletste
vijfmaal op de vloer, waar mee hij zijn allergrootste minachting te kennen gaf.
'Vijf slagen, meneer Bull piepte hij vernietigend. 'Vijf slagen! Bah!'
'Schip klaar voor de start,' bulderde Rhodans stem boven het gelach van de
toeluisterende mannen uit.
'Wat valt er hier te grinniken? Ieder wezen heeft zijn eigenaardigheden. Als
verdraagzame mensen moeten wij dat respecteren. Of zijn jullie niet
verdraagzaam ?'
Rhodan keek koel om zich heen, zag zijn officieren plotseling verstijven en begon
hartelijk te lachen.
Bij het grote imperium van de Arko niden, zó hadden ze hun chef nog nooit
meegemaakt. Gucky amuseer de zich kostelijk. Hij keek met een haast tedere blik
naar de man die hem, Gucky, zo goed begreep. Het was toch maar een goed
idee geweest, om op de planeet Tramp in een lege proviandkist te kruipen en
zich op die manier aan boord van het schip te laten brengen.
Bovendien had Gucky daarna een hypnoscholing gekregen o m zo snel mogelijk
de omgangstaal van de mensen te leren. Al die feiten waren voldoende om
Rhodan in Gucky's ogen een soort god te doen schijnen. De leider van de Derde
Macht hield even plotseling met lachen op als hij er mee begonnen was. De
zorgelijke blik kwam onverwacht weer in zijn ogen terug.
'Neem me niet kwalijk, dat was een kleine afreagering van mijn span ning,' zei hij
spottend. 'Als de heren nu eens naar hun posten gingen! Crest, hoever ben je
met de positronische berekening?'
Gucky was vergeten. De mannen, die wisten wat 'positronische berekening' was,
richtten hun aandacht op de Ar konidische geleerde.
Crest leek volkomen rustig. Zijn witte haar glansde in het felle licht van de
lampen.
'Ik werk er al vier weken aardse tijd aan. Ik heb de gede tailleerde cijfers. De
meest nauwkeurige gegevens over de gedragingen van Wega zijn zo -even aan
de computer doorgegeven. De kosmische baansnelheid en de verdere verkregen
gegevens in aanmerking genomen, zal de vermoede lijke positie van de gezochte
planeet in ongeveer twee uur te berekenen zijn. Let wel, de vermoedelijke
positie!'
Garands blozende gezicht verscheen op een van de vele beeldschermen. De
hoofdmachinekamer was klaar voor de start.
Rhodan keek op de chronometer. Het was 17 uur 58 minuten. 'Star t om achttien
uur boordtijd,' beval hij. 'Gucky, jij blijft hier in mijn buurt. Ik hoop dat je na je
benoeming tot officier van het mutantenkorps geen dwaasheden meer zult
uithalen. Je mag voor mijn part met de eerste of ficier spelen.'
Gucky juichte, Reginald Bull verbleekte en Rhodan glimlachte flauw tjes.
Om achttien uur precies begonnen de straalmotoren van het slagschip te
bulderen. Loeiende vuurstralen ha venden het plaveisel. Het angstaanja gende
gedreun begon weer.
De reusachtige bol verhief zich rechtstandig van het landingsterrein en schoot
vervolgens met een zó gro te snelheid de lege ruimte tegemoet dat in de
dampkring van de planeet Ferron een fel lichtende baan ont stond.
Enige ogenblikken later was de Star dust II verdwenen. Alleen de hete stormwind
getuigde van het geheim van een grandioze supertechniek.
De Ferroners kenden noch druk neu tralisatoren noch energetische scher men
voor de afweer van gasmolecu len. Een Ferrons ruimtevaartuig zou nooit op deze
manier hebben kunnen starten of lan den. Nog afgezien daar van, de quantem
motoren van de Ferroners zouden dergelijke versnellings waarden niet hebben
kunnen bereiken.
Op Ferron had men de grens van het realiseerbare bereikt. Met de be staande
aggregaten konden geen gro tere prestaties worden geleverd. Het onvermijdelijke
gevolg was een stilstand sinds duizend jaren aardse tijd. Kleine verbeteringen
hadden echter de absolute betrouwbaarheid bevor derd. Dit aspect van de
Ferrontechniek had op Rhodan een zeer grote indruk gemaakt. Wat dit v olk
construeerde of fabriceerde verdiende de allerhoogste lof. Rhodans
handelsverdrag met het planetenrijk van de Thort was voor de aardse mensheid
een welhaast onuitputtelijke bron.
De laatste drukgolven van de mach tige start vloeiden weg. Een paar mi nuten
later werd door de Thort het startverbod voor alle evacuatievaar tuigen
afgekondigd.
Ferronse piloten zetten gelaten de reeds gestarte motoren af. Wanhoops daden
waren nu eenmaal zinloos en werden slechts in wensdromen met succes
bekroond. De mensen ha dden de achtste planeet van Wega weer verlaten.
Uit de omrekening van de Ferronse gegevens bleek dat de gemiddelde af stand
tussen de planeet Ferron en zijn zon 1,835 miljard kilometer be droeg.
Omdat Wega als het belangrijkste oriëntatiepunt in het vierd imensionale
rekenstelsel diende, had Rhodan het ondanks tegengestelde meningen
noodzakelijk geacht de in een kos mische atoomoven veranderde ster aan te
vliegen.
Zijn motivering kon steekhoudend zijn, maar ook van ondergeschikt be lang en
zelfs te verwaarlozen. Perry Rhodan was op grond van de positro nische
slotberekeningen van mening geweest dat men een toch al gecom pliceerde
overgang niet nog ingewik kelder mocht maken, aangezien de eindcijfers toch al
genoeg onbekenden bevatten.
Hij had dan ook de ove rgangssprong van 1,8 miljard kilometer niet willen wagen.
Die 1,8 miljard konden bij de kleinste misrekening gemakkelijk 180 miljard
kilometer worden, wat sa men met andere kleine foutjes er toe zou kunnen leiden
dat ze de gezochte lichtloze planeet nooit zouden vinden. .
Crest was van mening geweest dat de structuurtasters van het slagschip zelfs
een niet door een zon besche nen planeet tot op een afstand van 0,45 lichtjaren
zouden kunnen peilen. Het was een op zakelijke toon ge voerd twistgesprek
geweest. Intussen had Bull de Stardust II met maximale versnelling op de
normale lichtsnelheid gebracht.
Het schip suisde nu in vrije val op de laaiende zon af. Chefingenieur M. Garand
had twee minuten geleden de twee reserve machines bijlgezet.
In het beschermende krachtveld van het slagschip woedden hevige mag netische
stormen. Uiterst fijn verdeel de materie begon zich voor het bijna lichtsnelle
ruimtevaartuig te verzamelen. Sinds drie minuten was de Ar konstalen bol door
een flikkerende stralenkrans omgeven.
Wega leek zich zelf te willen wegstra len. Wat de ster met zelfmoordbedoe lingen
de ruimte in slingerde was al niet meer meetbaar.
Alle posten in het schip waren volle dig bezet. Aangezien geen bevel was
gegeven zich voor te bereiden op een gevecht, funge erden de piloten van de
ruimtejachtgroep en de acht ten ders als extra posten voor de belang rijkste
apparaten.
Van de sterke aantrekkingskracht van Wega was bij de snelheid van de Stardust
niets meer te merken. Wel begon de kosmische micromaterie dichter en dichter
te worden. Daarbij kwamen nog uitgestrekte gaswolken, die ondanks hun zeer
geringe dichtheid bij deze hoge snelheid een gevaar begonnen te vormen.
Rhodan had de verschillende beveiligingsschermen van het slagschip
uitgeschakeld, op het ionisato rscherm na, dat met zijn maximale dichtheid, door
draaiing van de veldprojectoren het schip in de vliegrich ting beschermde.
De energiereserves van de machines waren al aangesproken. Chefingenieur
Garand rekende sinds de over haaste start nog slechts met grove waarden, die bij
een miljoen kilowattuur begonnen en per machine bij cir ca 250 miljoen
kilowattuur eindigden. De leidende astronauten en tech nici van het
superslagschip zwegen. In hun vertrokken gezichten schenen alleen nog de ogen
te leven, waarmee ze de meetinstrumenten letterlijk probeerden te ontleden.
Naast Rhodan werkte het robotbrein aan de tweede eindberekening. De door de
grote computer juist bevon den eindcijfers werden door neven automaten optisch
en akoestisch in de commando centrale bekendgemaakt.
Rhodans vingertoppen rustten op de nog steeds verzekerde overgangscha kelaar.
Het nauwkeurig berekende punt voor de sprong lag ongeveer 123 mil joen
kilometer van Wega verwijderd.
Wanneer de Stardust op dat fictieve punt aankwam, moest de s ter precies 91,3
graden dwars in de groene sec tor staan. Dat was het uitgangspunt. Toen het
schip de omloopbaan van de eerste planeet van Wega passeerde, verscheen het
bijna withete hemellichaam gedurende enige ogenblikken op de beeldschermen
van de telecomtasters. De gemiddelde afstand van deze planeet tot zijn zon
bedroeg iets meer dan 228 miljoen kilometer.
Dat was ongeveer de afstand van de koude planeet Mars tot de zon in het eigen
zonnestelsel. Hier was, door de veel grotere zon, een planeet op on geveer
dezelfde afstand een laaiende hel. In het Wegastelsel scheen alles zich op
enorme schaal af te spelen. Het slagschip snelde verder op zijn baan. Toen na
een lichtminuut de zwaar gepantserde huid van het schip begon te dreunen,
kuchte Rhodan zachtjes.
'Juffrouw Sloane, wilt u thee voor me inschenken? De automaat zal wel gevuld
zijn. Bij voorbaat m'n dank.'
Anne Sloane, de slanke, tengere mu tante met de positieve gave van de
telekinese, vertrok geen spier van haar gezicht.
Met een begrijpende blik na ar de magere man concentreerde ze haar
bovennatuurlijke krachten op de auto maat. Een plastic beker kwam uit een
houder los en zweefde tot onder de kraan. Hoewel niemand het apparaat
aanraakte, begon toch de thee te stromen. Als door de handen van een gee st
gedragen, zweefde de volle be ker naar de plaats van de gezagvoer der. Rhodan
nam hem rustig aan. Hij beschouwde de griezelige kunststuk jes van zijn zeer
bekwame specialisten na de vele gemeenschappelijke belevenissen, als iets
vanzelfsprekends.
Het starre verdween uit Annes blik. Terwijl de huid van het schip steeds sterker
begon te dreunen en felle lichtflitsen door de buitenste lagen van het
beveiligingsscherm schoten, zei ze opvallend flink
'Een glas kan ik u tot m'n spijt niet aanbieden, maar wil t u nog wat suiker?'
Rhodan bedankte haar vriendelijk. De hoekige gezichten van de andere mannen
bleven onverschillig. Ze kenden de chef! Als hij dit zenuwslopende spelletje
begon, was het zaak dat men zijn kalmte bewaarde.
Niemand aan boord van de Stardu st II zou op dat ogenblik zijn angst openlijk
hebben toegegeven. Ze stel den zich tevreden met de kleinering van de ware
situatie. Volgens het principe van de vroegere risicopiloten van het Amerikaanse
ruimteleger, mochten ze over alles praten, be halve over wat ze zeer binnenkort
moesten doorstaan.
Het waren de momenten vóór de be slissing en tegelijkertijd de momen ten van de
zogenaamde 'afleidingsonzin'. Deze uitdrukking was afkomstig van een
psycholoog van het ruimteleger.
De romp van het schip begon t e trillen. Nog drie minuten tot het over gangspunt.
Een onwerkelijk gedaver weerklonk. Diep onder de voeten van die mannen
werden de reactoren tot de laatste reservekrachten opge voerd. De seconden
werden eeuwen. 'Mooi weer buiten, maar een beetje somber,' zei Bully
onverschillig.
Rhodan keek schijnbaar geïnteres seerd naar de beeldschermen, waarop een
laaiende hel te zien was. Het tril len en schudden werd zo hevig dat de
magnetische sluitingen van de schou derriemen ervan kraakten.
'We zouden wel eens reg en kunnen krijgen,' meende ,Rhodan.
Garands gezicht verscheen op een controlescherm. Zijn glimlach was verstard.
Met een eentonige stem meldde hij: 'Machinekamer aan commandant. Snelheid
neemt af. Zeer dichte mate rie. Remt de snelheid af. Wat doen we?'
‘Opvoeren,' antwoordde Rhodan na een flinke slok uit de beker.
De motoren van het reuzenschip be gonnen weer te bulderen. Ze werkten nu met
92,85647 procent van het be schikbare vermogen om de voor de sprong door de
vijfde dimensie benodigde snelheid te behouden.
Een schel, klagend gehuil veranderde de ruimtevarende marionetten weer in
mensen. Rhodan keek om. De on verschillige uitdrukking was opeens van zijn
gezicht verdwenen. Van ach ter het masker verscheen een grauw gezicht met
flikkerende ogen.
'Ik ben zo bang,' piepte Gucky. 'Ik ben zo vreselijk bang.'
Hij sprong hulpzoekend naar voren. Bully lachte luidkeels.
'Wie is dat niet?' riep hij. 'Maar je moet wel van een ander soort zijn om dat toe te
geven. Verdomme, over twee minuten bezwijkt het scherm en dan blijft er niets
van ons over.' Zijn woorden waren als een signaal geweest. Garand schreeuwde
en plotseling schreeuwde iedereen.
Rhodan zat gebogen achter het stuur. Crest drukte zijn gebalde vuisten te gen
zijn mond. Hij staarde als ver dwaasd naar de pulserende, laaiende monsterster,
die, hoewel ze hem allang opzij hadden, nog steeds alle beeldschermen vulde.
Gigantische gasvlammen van nog gigantischer ex plosies werden de ruimte in
geslingerd. De Stardust bevond zich op de uiterste grens.
Alleen Rhodan hoorde de laatste meldingen van de astro -robot. Het blauwe
controlelampje begon met kortere tussenpozen te flikkeren, tot het op maximum
sterkte bleef branden.
Dat was het ogenblik waarop Rho dan aan zijn geest liet voorbijgaan wat zich tot
dusver om het grote geheim van het universum had afge speeld.
Het was zo onschuldig begonnen met de ontdekking van de vijfdimensio nale
materiezender. De Ferroners konden met hun beperkte wiskunde zo'n toestel
niet hebben vervaardigd. Ze waren een raadselachtig l evend wezen op het spoor
gekomen en kwamen daarmee tevens voor de eerste problemen te staan. Ze
hadden ze één voor één opgelost, tot de probleem stellingen in het
parapsychische overgingen.
Op Gucky's thuiswereld hadden ze die laatste aanwijzing voor het bestaan van
een zwervende planeet ont dekt. Midden in een overigens lege zaal was de
natuurgetrouwe afbeelding van een deel van de Melkweg verschenen.
In dat deel was Wega onmiskenbaar aanwezig geweest. Aangezien Rhodan wist
dat Wega vroeger 43 in plaats van 42 planeten had gehad, stond het voor hem,
vast, andere feiten mede in aanmerking genomen, dat die drieënveertigste
planeet de wereld van het eeuwige leven was.
De bewoners ervan hadden een hele planeet uit de aantrekkingskracht van
Wega gerukt, maar ze hadden een aanwijzing achtergelaten. Door het bekende
sterrenbeeld had een ge bogen lijn gelopen. Uit berekeningen was komen vast te
staan dat deze lijn een deel van een gigantische ellips baan was, waarlangs het
zwervende hemellichaam zich voortbewoog. Het vreemde was dat de aarde zich
precies in een van de twee brandpunten van de ellips moest bevinden. Het leek
bijna alsof de onbekende probleemstellers speciaal
de aardse mensheid op het
oog hadden.
Dank zij de positronische boordcomputer hadden ze aan de hand van een film
die ze van hun ontdekking hadden gemaakt, de juiste gegevens verkregen die ze
er nooit zelf uit hadden kunnen halen.
Nu stond Perry Rhodan op het punt bij de onbekende die langer dan de zon zou
leven, binnen te vallen, Voor opgesteld dat de overgang zou luk ken.
Zo was de situatie toen de zekering van de schakelaar met een lichte klik
wegsprong. De knop in de armleu ning van de zware pilotenstoel was vrij.
Vijf seconden voor de overgang gaf Rhodan de zogenaamde 'permissie -impuls'
aan de uitvoerende hyperpo sitronen-automaat door. Een mens zou de
gebeurtenissen in de hyper ruimte nooit kunnen bepalen of zelfs maar
beïnvloeden.
Er schreeuwde iemand hard en schel. Wega stak een uitloper van zijn vu rige
uitwassen bijna door het beveiligin gsscherm heen. Men kon z'n eigen woorden
niet meer verstaan. De grote Stardust II was in een slingerende klok veranderd.
Het was alsof ze in het trommelvuur van een hele oorlogsvloot lagen. Rho dan
vergeleek de vrijkomende ener gie van één zo'n uitloper me t die van meer dan
een miljoen waterstofbom men van aardse makelij. Het Arko nidenschip was nog
nooit aan zo'n aanval blootgesteld geweest.
In de laatste fractie van een seconde voor de overgang zag Rhodan de vio lette
furie in het bezwijkende beveili gingsscherm. Op hetzelfde moment sloegen de
veldzekeringen van alle reactoren door. De maximale energie was overschreden,
de mens had zijn grens bereikt! Dat betekende dat de stalen huid van het
ruimtevaartuig aan de verschrikkelijke krachten van een uiteenspa ttende
reuzenzon blootstond.
'Weer klonk die schelle kreet uit de luidsprekers. Hij klonk scherp boven het
hevige tumult uit, om plotseling in een zacht gefluister over te gaan. Rondom het
schip was iets ontstaan dat niet meer bij dit universum be hoorde. Het
Arkonidische structuur veld voor de absolute afweer van vierdimensionale
invloeden kon nog vóór de catastrofe tot stand gebracht worden. Het maakte van
de vaste materie van het ruimteschip een raadselachtig iets, dat in volstrekt
onstoffelijke vorm het bevel tot de sprong kreeg.
De Stardust II, zo-even nog een fel opgloeiende metalen fakkel, verdween uit de
normale ruimte.
Rhodans onstoffelijk geworden hersenen namen de kreet mee. Het geluid
beheerste nog zijn zintuigen toen het ruimteschip na een spr ong van 1600
lichtjaren in de normale ruimte te rugkeerde. De overgang was, zoals gewoonlijk ,
zonder noemenswaard tijdverlies verlopen, hoewel de Arko nidische wetenschap
had bewezen dat die vijfdimensionale verplaatsing een andere factor deed
ontstaan, die men met de nodige vereenvoudiging ook 'tijd' zou hebben kunnen
noemen. Volgens deze waren voor de beman ning ongeveer 123 jaar verstreken.
In de normale ruimte hadden zich geen veranderingen voorgedaan. Vol gens de
chronometer vond de rema terialisatie slechts enkele ogenblikken later plaats.
Ditmaal kon Rhodan de laatste indrukken van vóór de hy persprong snel van zich
afschudden. Er was ook niemand bewusteloos ge raakt.
Op de beeldschermen schitterde in de vliegrichting de onmetelijke sterren zee van
de Melkweg en in de richting vanwaar ze gekomen waren, zagen ze de
telescopische vergroting van een bijzonder felle lichtstip.
Dat was de machtige Wega, die nu echter een normaallichtschijnsel ver toonde.
De laaiende gloed van het beginnende explosieproce s was hier nog niet te zien.
Daarvoor zouden eerst nog 1600 jaren moeten verstrijken. Pas dan zou het licht
deze plek hebben bereikt.
Rhodan verspilde geen seconde aan overbodige woorden. Hij liet vlug zijn blik
over de verschillende instru menten gaan.
De stuur-en energieautomaat had sneller op de nog vóór de sprong gegeven
instructies gereageerd dan een mens kon denken of handelen. Een dof gedreun
deed de Stardust II weer trillen, maar ditmaal was het de eigen krachtontplooiing.
De motoren waren op het voor het menselijk verstand onbegrijpelijke moment
van de wederverschijning met maximum vermogen gaan werken.
De superreus remde met 500 km/sec2, waarvoor de totale capaciteit van de
stroomaggregaten nodig was. Als ze door overbelasting zouden uitvallen, zouden
mens en materiaal door de verschrikkelijke druk van de ver traging verpulverd
worden.
Dat was het enige waaraan Rhodan dacht. De snelheid, die nu nog gelijk was
aan die van het licht, kon met maximumvermogen in tien minuten tot nul worden
teruggebracht. Tenminste - als die motoren in orde wa ren.
Rhodans handen begonnen te werken. Bull, die juist vloekend overeind was
gekomen, begreep de situatie onmid dellijk. Het gedreun van de motoren
overstemde het gieren van de dyna mo's en reactoren. Maar ze s chenen de
energieverslindende drukregelaar nog in werking te houden, anders zou het al
afgelopen zijn geweest.
Op de controlebeeldschermen ver schenen de verschillende afdelingen van de
machinekamer, allemaal ware zalen. Een paar van de huizenhoge
Arkonidenreactoren vertoonden een violet licht. Die waren buiten bedrijf. Anderen
werkten onberispelijk, maar kwamen ten achter bij de omvormers. Al met al
scheen er voldoende ener gie voor de neutralisatieprojectoren te worden
opgewekt.
'Attentie!' klonk het hard uit een luidspreker. 'Technoafdeling controleautomaat
adviseert ogenblikkelijke vermindering van het remvermogen. Blijvende
energielevering bij de huidige toestand kan niet worden ge garandeerd.' .
Dat was de mechanische stem van het robotbrein geweest.
Bully's hand schoot al naar links. Zijn vingers hingen al boven de cen trale
motoren schakelaar, toen hij Rhodans ogen zag.
Er stond geen spot en ook geen hu mor meer in te lezen. Het waren die pe poelen,
waar een betoverende, dwingende kracht van uitging. Bully voelde zich als door
onzichtbare klauwen gegrepen. De geweldige suggestieve kracht in de blik van
de commandant was nog nooit zo sterk voelbaar geweest. Bully's hand ver stijfde.
'Dat zul je toch zeker niet doen?' klonk Rhodans stem boven het ge dempte
lawaai van de motoren uit. Bully's verstijving verdween. Onnozel lachend trok hij
zijn hand terug..
'Natuurlijk niet,' zei hij tegen zijn wil in. Hij ontwaakte uit zijn verdoving toen
Rhodans ogen weer normaal werden.
Hij keek geboeid naar de man wien s natuurlijke wilskracht met iedere
hypnoscholing vervolmaakt en ver sterkt was. Als Rhodan iets wilde, maar vooral
wanneer hij dan bovendien nog in een uiterst gespannen toe stand verkeerde,
bestond er geen tegenspraak meer. Dan werden zelfs mannen van h et slag van
een Reginald Bull hulpeloze schepsels.
De commandant was alweer bezig. Hij dacht er niet aan het remvermo gen te
verminderen. Speciale instruc ties voor de noodtoestand bereikten in de vorm van
draadloze impulsen het robotbrein, dat de ontvang en bevelen met ongekende
snelheid doorgaf.
In de hermetisch afgesloten, niet door mensen bezette machineza len van de
Stardust II kwamen de talloze speciale robots tot leven.
In velerlei vorm en constructie be gonnen ze enige seconden later aan de
beschadigde reactoren te werken.
Juist toen de alarmautomaat schel begon te fluiten en er nog nauwelijks
voldoende energie voor de drukrege laar werd geleverd, begonnen vier
hoofdreactoren tegelijk te werken.
Vijf minuten na het inzetten van de remmanoeuvre was het gevaar geweken. Dat
was het ogenblik waarop Rhodan om nog een beker thee vroeg. Bedachtzaam
keek hij de in de commandocentrale aanwezigen één voor één aan.
Bully streek met het puntje van zijn tong over zijn onderlip. Gefascineerd keek hij
de slanke man aan.
'Weet je, we moesten eenvoudig zo hard remmen,' zei Rhodan bijna dro merig.
'Zeker, de reactoren waren voor een deel buiten werking. Maar als we niet
nauwkeurig op het juiste ogenblik met de even nauwkeurig be rekende maximum
energie onze snelheid hadden verminderd, zouden we de gezochte planeet nooit
hebben gevonden. Zijn baansnelheid is bekend. Over ongeveer 4,3 minuut zullen
we onze snelheid daaraan aangepast hebben. Maar dat moet gebeuren, respec tievelijk beginnen, op de plaats waar de plane et zonder zon zich in het heel al
moet bevinden. Heb je er enig idee van welke wiskundige problemen zich zouden
hebben voorgedaan, als we met onze hoge snelheid dat slechts' door berekening
verkregen punt voorbij gestoven zouden zijn?' Bully slikte hoorbaa r.
'Ik zou wel eens willen weten van welke duivel ik bezeten was toen ik aan boord
van dit ruimteschip ging,' kreunde hij, terwijl hij mismoedig naar zijn hand keek.
'Ik zou nu een achtenswaardig man in een klein stadje aan de Amerikaanse
oostkust kunnen zijn. Ik zeg je dat het waan zin is! Alles wat we doen is waan zin.'
'Afwachten,' antwoordde Rhodan. 'Kapitein Klein, wilt u zich met de radar
bezighouden? De mutanten no dig ik uit voor een bespreking in mess IV. Laten
we zeggen over vijf minuten. Dank u.'
Rhodan stond uit zijn stoel op. De vei ligheidsriemen waren weer in de leuningen
verdwenen. Toen hij bedaard naar de lift stapte, heerste er doodse stilte in de
grote centrale. Het bleef ook stil toen hij weg was. Alleen Crest mompelde
'Eens zal hij aan het hoofd van het grote imperium staan.'
De Arkonidische stereocompensatoren waren op de grote beeldschermen
ingesteld. Daarmee was de nauwkeu rige overeenkomst met de gemaakte
opnamen gewaarborgd.
De aanpassingsmanoeuvre had toch nog vier uren boordtijd i n beslag genomen.
Voor de technische installa ties van Arkonidische onderzoekings kruisers en
volmaakt uitgeruste superoorlogsschepen, betekende het een kleinigheid de
ruimtesector van een vreemde zon naar eventueel aanwezi ge planeten af te
zoeken.
Als die aanwezig waren, werd hun nauwkeurige positie door de meer dan
lichtsnel werkende telecomtas ters in gemiddeld dertig minuten be paald. Het
vaststellen van massa, dichtheid, rotatie - en omloopsnelheid van een
hemellichaam duurde meest al nog eens dertig minuten.
Perry Rhodan had in dit speciale ge val van meet af aan geen normale
ervaringsregels toegepast. Hij had geen bijzondere verwachtingen en geen
overdreven ideeën gewekt. De vier uren durende aanpassing aan de zeer
nauwkeurig berekende omloopsnel heid van de zwervende planeet had reeds
bewezen dat hier met heel an dere factoren rekening moest worden gehouden.
De mannen aan boord van het slag schip waren aan de tot nu toe moei lijkste taak
begonnen.
De buitenboord televisiecamera was sinds enige uren ingeschakeld. In getrouwe,
optische weergave gleden on telbare sterren en verre sterrengroe pen over de
beeldschermen. Ze waren echter allemaal zo ver weg, dat niet één ervan in nauw
verband met het gezochte hemellichaam kon worden gebracht.
Rhodan bevond zich met de leidende officieren van het schip in de reken afdeling
van de commandocentrale. Het geluid van de motoren was na de laatste
correcties definitief verstomd. Volgens de stereocompensatoren volgde de
Stardust II zeer nauwkeu rig de ellipsvormige baan om eenendertig op een lijn
liggende zonnestelsels, die ook door de onbekende pla neet was gekozen.
De metingen klopten tot in tiende decimalen. Desondanks zouden er bij deze
enorme afstanden welhaast onvermijdelijk, afwijkingen zijn ontstaan. Crest
bestudeerde aandachtig de einddiagrammen van het positro nisch rekenbrein.
Het zag er naar uit dat er geen rekenfouten waren gemaakt.
Thora stond stijf en onbeweeglijk bij de veelsoortige instrumenten.
De bekwaamste mutanten van het specialistenkorps ware n een uur geleden in de
centrale verschenen.
Ze tastten en luisterden met hun raadselachtige zintuigen naar iets dat nog nooit
gezien, nog nooit aangeraakt en zelfs als gedachte nog niet duidelijk begrepen
was.
Rhodan had de gezochte planeet 'Zwerver' gen oemd. Dat was waarschijnlijk tot
dusver de meest treffende benaming voor een wereld die, wanneer ze haar
berekende baan bleef volgen, over ongeveer twee mil joen aardse jaren weer in
het Wegastelsel zou aankomen.
Gucky, het pelsdier van Tramp, zat vlak achter Rhodan op de naadloze vloer
gehurkt. Zijn schitterende ogen keken onderzoekend en een beetje verlangend
naar de vele schakelaars en hefbomen.
Rhodans waarschuwende handbewe ging was door Gucky met een droef geestig
ontbloten van zijn grote knaagtand beantwoord. Hier mocht hij dus in geen geval
'spelen'.
Licht zuchtend hees het kleine intel ligente wezen zijn abnormaal dikke achterste
van de vloer. 'Ik ga naar de chef -kok,' piepte hij. 'Als u mij nodig hebt, laat me
dan door John Marshall roepen.'
Rhodan keek het wegwaggelende dier na. Gucky kon onder bepaalde
omstandigheden de meest waardevol le medewerker in het mutantenkorps
worden. .
Gucky bleef voor het jongste lid van de bemanning staan. Betty Toufry was pas
tien jaar, maar als men haar grote, do nkere ogen zag, wist men dat ze in zuiver
psychisch opzicht geen kind meer was.
'Ga je mee?' vroeg Gucky. 'Hier is toch niets te beleven.'
Er verscheen een blij de glimlach op het smalle, met donker haar omkrans te
gezichtje.
'Mag ik?' vroeg Betty.
Anne Sloane, die ook aan boord de plaats van Betty's moeder innam, dwong zich
tot een luchtig klinkend antwoord. Rhodan had even geknikt. Dat was voldoende.
'Maar haal geen kattekwaad uit. De grote ketels in de keuken zijn niet om er de
kok in te gooien. Ik zal j ullie wel roepen als het nodig is.'
Gucky vrolijkte meteen op. Hij had met zijn heldere verstand al lang begrepen dat
er buiten hem in het hele schip waarschijnlijk maar één levend wezen was dat
graag met hem wilde spelen. Hoe dat mogelijk was, be greep de intelligente
Tramp-bewoner niet goed. Waarschijnlijk hield het verband met de leeftijd van de
anderen.
'We kunnen de bevroren spullen la ten vliegen,' juichte hij geestdriftig. 'De chef
zegt dat het schip daardoor niet in gevaar wordt gebracht.'
Betty Toufry werd zonder overgang een kind. Ze kon zich in een ogenblik
veranderen.
Speels gemakkelijk openden de twee bekwame telekineten de gecom pliceerde
elektronensloten van de dikke sluisdeuren. De deuren zwaai den open zonder dat
iemand de schakelaar had aangeraakt.
'Ik was vlugger,' beweerde Gucky. 'Wil je vliegen?'
Reginald Bull keek de twee zo ver schillende wezens zwijgend na. De ze prachtige
verstandhouding tussen een vertegenwoordigster van de jonge mensengeneratie
en een intelligent wezen van een hee l andere soort uit de diepte van de
Melkweg, moest de basis kunnen vormen voor de gro te algemene
verstandhouding en we derzijdse waardering.
Alleen op die manier kon een ster renrijk ontstaan en waren conflicten te
vermijden.
'De kleintjes zijn het nog st eeds met elkaar eens, hè?' merkte Rhodan op, alsof
hij Bully's gedachten had gele zen.
De gedrongen man schrok. Wantrou wig kneep hij zijn ogen half dicht. 'Ben je ook
al telepaat geworden?' vroeg hij. 'Hoe weet jij dat ik . . .?' 'Verstandige mensen
denken daaraan, als ze zo'n toneeltje zien.'
'De chef-kok wordt nog gek,' meende kapitein Klein. 'Ze hebben gisteren zijn hele
koelkamer overhoop gehaald.'
Rhodan gaf geen antwoord meer. De korte afleiding had ontspannend ge werkt,
maar nu kwamen de proble men weer.
Achter de doorzichtige wand van de radarcentrale zaten de zeer bekwame
radiospecialisten van het slagschip. Door hun korte hypnoscholing wa ren ze in
staat de meest ingewikkel de apparaten van een hoogstaand ras te bedienen.
Rhodan bracht zijn linke rpols met de kleine microfoon voor zijn mond. De
ontvangers in de radarcentrale rea geerden. Luid en duidelijk klonk zijn stem uit
de luidsprekers.
'Deringhouse. . . hoe staat het ermee. Nog steeds geen resultaat?' .
Vijftig meter verder draaide een nau welijks zichtbare, grote man zijn hoofd om.
Vanaf zijn plaats kon hij een deel van de centrale overzien. 'Niets,' klonk het
zachtjes uit het miniatuurtoestel. 'Dit deel van het heel al lijkt leeg te zijn.'
'Reageren de massatasters ook niet?' Die doen juist helemaal niet mee. Als hier
in een kring van enige licht maanden iets rondzweefde, zou ik be slist een echo
krijgen. Alleen de fijntasters geven de gebruikelijke kos mische micromaterie aan.
Om de zoveel tijd een enkel atoom. Een pla neet zou wel iets groter zijn.'
'Bedankt voor de les,' antwoordde Rhodan koel.
'Neem me niet kwalijk, ik was al weer vergeten dat ik zenuwen heb.'
De eindcijfers van het positronisch brein kwamen door. Rhodan boog zich naar
voren. Overgang, aanpas singsmanoeuvre en baancorre cties waren geslaagd.
Hij richtte zich langzaam weer op. De Stardust II kroop met de belache lijke
snelheid van 16,8 kilometer per seconde door het heelal, dat in dit ge deelte
inderdaad volstrekt leeg scheen te zijn. Er werd zelfs nog geen arm zalige
meteoor door de beste radarapparaten aller tijden geregistreerd. En ze zouden
hem beslist hebben geregistreerd, al zou hij niet meer dan twintig millimeter
hebben gemeten! Dit was een uitermate deprimerend feit. Rhodan keek peinzend
om zich heen.
'Zure gezichten, verwijtende blikken en betweterige arrogantie constateerde hij
droog 'We zouden nu al op Arkon geland kunnen zijn,' merkte - Thora driftig op.
'Jij bent eigenwijs, Perry! Je zult het laatste probleem nooit oplossen, nooit! Hou
je eindelijk aan je lang gelden gedane belofte en breng Crest en mij naar huis.
Crest ziet af van het zoeken naar het geheim van het eeuwige leven, dus heb je
geen enkele reden meer om ons leven nog lan ger op het spel te zetten.'
'Je vergeet de exploderende Wega. Bovendien kl oppen onze berekeningen. De
gezochte planeet is hier niet ver vandaan. Omdat hij niet om een zon heen cirkelt
en zelf geen licht uitstraalt, kunnen we hem niet zien. Maar we zullen andere
mogelijkheden vinden.'
'Wat prachtig heldhaftig,' spotte de Arkoni dische. 'We zullen! Jij zult waarschijnlijk
niets. Je basisgegevens waren te gebrekkig. Die planeet kan honderd lichtjaren
van hier verwijderd zijn, vooropgesteld dat hij inder daad bestaat. Ik betwijfel dat
ten stelligste. Ga terug.'
Bully's gefronste voorhoofd verried niets van zijn gedachten, tot hij ge melijk zei
'We gaan niet terug. Ik heb zo'n vaag gevoel dat iemand ons tot het laatste toe
voor de gek houdt. Stel je prijs op een goed idee, makker?'
Rhodan ging in een gemakkelijke stoel zitten. 'Nou, als het een goed idee is, valt
er over te praten.'
De onbekende, of voor mijn part de onbekenden, hebben een kwalijk spel letje
met ons gespeeld. Het zou lo gisch en volkomen begrijpelijk zijn als de
afzonderlijke problemen steeds moeilijker worden. Hier l igt het moeilijkste
probleem verborgen.'
'Dat is oud nieuws. Wat is je goede idee?'
'De planeet wordt tegen onze radar apparaten afgeschermd, dat is alles. We
moeten controleren of ze nog goed functioneren. Stuur een kleine ruimtejager
naar buiten, laat hem een eind wegvliegen en controleer of onze radar hem
opvangt. Dan hebben we ons tenminste overtuigd.'
'Dat is een schitterend idee,' mompel de Rhodan langzaam. 'Majoor Nys sen.. .!'
De kreet klonk uit de luidsprekers in alle afdelingen. Nyssens gerimpe lde gezicht
verscheen op een van de beeldschermen.
'Hier ben ik al,' hijgde hij. 'Mijn standplaats is in de jagerhangar.'
'Dat zou ik ook denken,' snauwde Rhodan. 'Waarvoor denk je wel dat ik je nodig
heb? Spring in een jager. Over vijf minuten precies, vo lgt de lancering, of je er in
zit of niet. Vlug wat!'
Nyssen vloekte. Ze hoorden hem nog toen zijn gezicht al van het beeld scherm
was verdwenen. De laatste telepaat huiverde. 'Als u wist wat hij nu denkt,' hijgde
hij ontsteld. 'Lieve help, ik ben er kapot van.'
'Stil maar,' zei Rhodan grinnikend.
Aan boord heerst vrijheid van ge dachten. ‘Majoor Deringhouse. . .!' 'Ja?'
Een lange man met een gezicht vol zomersproeten hees zich aan de an dere kant
van de doorzichtige wand uit zijn stoel.
'Je hebt gehoord wat we gaan doen. Reginald Bull. heeft een idee gekre gen.
Ongelooflijk, maar waar! Scha kel je peiltoestellen pas in wanneer Nyssen drie
minuten lang met maxi mum snelheid de ruimte in gestoven is. Ik wil wel eens
zien hoe je hem ontvangt. Nyssen, luister j e nog?'
De majoor meldde zich via de radio vanuit de cockpit van zijn jager. Hij was erin
geslaagd binnen enkele ogenblikken in de machine te klaute ren.
'Je hebt vrije vlucht. Kies zelf je koers, maar let onmiddellijk na de start op je
automatische peiler. Als je de Stardust niet haarscherp ont vangt, vlieg dan niet
verder, want dan zou je ons niet terugvinden.'
'Ik heb voor vier weken zuurstof en eten en drinken bij me,' snauwde Nyssen
nijdig. 'Maar goed, ik zal op letten.'
Na precies vijf minuten ging er een lichte schok door het schip. Een vuur spuwend
monster schoot uit de ga pende sluisopening boven de uitpui lende, ringvormige
verdikking rondom het midden van de ruimtebol.
Nyssens supersnelle eenmansjager schoot met een waanzinnige versnel ling de
donkere eenzaamheid van de ruimte in. Een ogenblik later was de lichtende stip
al uit het gezicht verdwenen.
'Nyssen aan commandant,' klonk het uit de luidsprekers. 'Auto matische peiler
werkt feilloos. Heb de Stardust in de straal. Ik vind hem wel terug. Ik ga er meer
vaart achter zetten. Sluiten.'
Nyssen verbrak de normale radiover binding en schakelde de meer dan lichtsnel
werkende hypercom in'. Met de normale radio was nu niets meer te beginnen.
Nyssen werd een eenzaam, verloren schepsel in de onpeilbar e diepte van het
heelal. De Stardust was al lang niet meer te zien. Nyssen hoorde slechts het
doffe gebulder van de mo tor. Die trok hem met 500 km/sec2 de lege ruimte in,
steeds verder van het moederschip weg. Na precies drie mi nuten trok hij de
etappenschakelaar terug. Het woeste gebulder werd een zacht gonzen.
De kleine jager stoof in vrije val met ongeveer 9000 kilometer per seconde
verder. Nyssen keek om zich heen. Het gevoel van absolute eenzaam heid kende
hij al lang. Zijn vluchten in het Wegastelse l waren waarschijnlijk gevaarlijker
geweest.
Hij koesterde die gedachte net zo lang tot hij met pijnlijke duidelijk heid het
verschil tussen het absolute niets en een met planeten gevuld stelsel inzag. In
het laatste zou hij op ieder moment een noodlandin g hebben kunnen maken. Hier
was alleen de Stardust II in de buurt. Als die plotseling verdween, was hij,
Nyssen, reddeloos verloren. Er verschenen zweetdruppels op zijn voorhoofd. Hij
keek met een gejaagde blik naar het groenglanzende lichtvlak van de
automatische peiler. Het slagschip was er nog duidelijk als een stip op te zien.
Toch omklemde Nyssen de hefboom voor remver mogen. Maar hij wachtte nog.
Nu moesten in de Stardust toch al lang de peilapparaten werken.
Na een kleine minuut werden de se conden voor hem martelende eeuwen. Met
een ruk schakelde hij de straal pijpen om. "Met zijn linkerhand duw de hij de
motorschakelaar op maxi mumvermogen.
Voor de spitse neus van de ruimte jager schoot een violette gloed uit de remraket.
Rod Nyssen remde zijn ho ge snelheid af.
'Deringhouse aan Nyssen , kom onmiddellijk terug. Haast je. Terugko men, heb je
me verstaan? Geef antwoord! '
Nyssen kreeg het onbehaaglijke ge voel dat er iets niet in orde was. Hij brulde uit
alle macht zijn bevestiging, maar hij scheen aan boord van de Stardust niet
gehoord te worden. 'Geef antwoord, majoor Nyssen. Kom terug. Gevaar! Nyssen,
meld je.'
Nu begreep de ruimtepiloot dat zijn start iets had ontketend!. Hij leunde in zijn
stoel achterover. Zijn ogen zochten het nietige ge elachtige lichtstipje ergens in de
met sterren gevulde oceaan van de Melkweg. Een van die stipjes was de aardse
zon. Nyssen wist niet precies wat hij in die ogenblikken dacht. Hij voelde alleen
dat hij op een of andere manier met zijn leven had afgedaan .
De motor van zijn jager werkte nog steeds.
'Het was dus toch geen goed idee,' kreunde Bully, toen hij door een plotselinge
schok op de vloer werd gegooid, waar hij luisterend bleef lig gen. Rhodan
omklemde de stevige armleuningen van de stoel vóór de re kenautomaat.
Er volgde een tweede, nog heviger schok. Maar de beeldschermen bleven leeg.
Nergens was iets te zien wat op een gerichte energiestraal leek.
Er was absoluut niets te zien wat de enorme massa van het slagschip had
kunnen bewegen, laat staan doo r zulke hevige schokken in slingering had
kunnen brengen.
Intussen brulde Deringhouse zijn be velen naar de gelanceerde ruimteja ger.
Nyssens start had iets ontke tend, maar niemand wist precies wat het was.
Er volgde weer een schok. Rhodan ontspande zijn greep om de armleuningen en
keek bedaard om zich heen, alsof er niets was gebeurd.
Er ontstond geen paniek aan boord. Ze waren sinds de eerste ontmoeting met de
grootste probleemstelling van de Melkweg wel aan andere dingen gewend.
Rhodan bracht de micro foon voor zijn mond toen de vierde stoot als van een
drukgolf het schip trof.
'Commandant aan energiecentra le,' brulde hij. 'Kalmte bewaren! Ga rand, vorm
een gravitatieveld. Voorlopig sterkte ! Controleer of de vol gende stoot nog met
dezelfde kracht aankomt.'
Kapitein Klein was naar zijn vuurlei dingspost gekropen. Normaal lopen was door
het hevig natrillen van de vloer niet mogelijk.
Garand bevestigde de instructie. Di rect daarna klonk het gerommel van de in
werking gestelde reactoren. Het was kenneli jk de hoogste tijd dat de buiten
werking gestelde installaties weer begonnen te werken. De in de buurt van
Wega ontstane storing in de energievoorziening was hersteld. De beeldschermen
begonnen blauw op te lichten. Om het schip vormde zich het krachtige
gravitatieveld. Het hevige schudden hield onmiddel lijk op. Met het in werking
treden van de zelfstabilisatie keerde de rust terug.
Reginald Bull stond langzaam op. Rhodan floot zachtjes en ontzettend vals een
deuntje. Zijn peinzende blik leek door de wand en heen te dringen.
'Hallo, ouwe vriend!. Zijn hand ging hoog en wenkte. Bully keek vlug om zich
heen. Er was niemand voor wie die wenk be stemd kon zijn geweest. Hij keek de
in de commandocentrale dienstdoende dokter vragend aan. Het was dokter Eric
Manoli, de arts die samen met Rhodan de eerste be mande maanvlucht had
gemaakt.
Manoli trok zijn smalle schouders op en schudde zwijgend zijn hoofd.
'Je voelt je toch wel goed?' vroeg Bully liefjes. Boosaardig glimla chend stapte hij
op de commandant toe. Halv erwege werd hij echter ach teruit getrokken en
onzacht in zijn stoel geduwd.
'Wie deed dat?' schreeuwde hij rood van woede naar de in een hoek bij el kaar
zittende mutanten.
Tama Yokida, ook een Hiroshima mutant, stak zijn vinger op en piep te
'Ik. Het is verboden anderen aan te raken.'
Rhodan stond op. Hij keek de gedron gen Japanner een beetje verwijtend aan.
De stilte was weer in de Stardust te ruggekeerd, maar het was de stilte voor de
storm. Rhodan nam zijn plaats bij de centrale besturing in. Voor ie dereen
duidelijk zichtbaar drukte hij op de knop van de vast gespautomaat. Enige,
ogenblikken later begon de alarminstallatie te loei en.
De stem van de commandant klonk heel rustig. Hij vond het niet nodig
uitgebreide verklaringen te geven.
'Gevechtsklaar maken. Robot-noodcommando's op hun posten zetten.
Deringhouse, hoe staat het met Nys sen?'
'Hij geeft geen antwoord,' klonk het verontrust uit de luidsprekers.
'Blijf hem oproepen. Heb je zijn ja ger op de beeldschermen?'
'Ja, prima echo's. Dus de toest ellen functioneren wel.'
'Dat te controleren was de bedoeling van de vlucht. Attentie, aan allen. We
worden waarschijnlijk gestoord of omgeven door een krachtveld van onbekende
aard. Bereid je op alle mo gelijke verrassingen voor. Op je ge vechtsposten zijn
jullie het best geborgen. Kapitein Klein, vuur een schot in het wilde weg af, uit de
bovenste geschutkoepel. Gebruik een straalkanon. Ik wil de stralenbundel
kunnen zien.'
'Er treden nog steeds schokgolven op,' meldde de energie centrale. 'Maar ze
worden door het gravitatieveld geab sorbeerd.'
Bully had zich inmiddels weer her steld.
'Wie bedoelde je met "ouwe vriend"?' vroeg hij vlug.
'Je mag driemaal raden. Ons raadsel oompje heeft zich kenbaar gemaakt. Ik
verwed er m'n hoofd om dat we dicht bij de pl aneet zijn.'
'Dan zouden we hem moeten kunnen zien of met de apparaten peilen.' Rhodans
gezicht vertrok.
'Dat komt nog wel,' zei hij. 'De vraag is alleen hoe.'
'Nyssen voert zijn snelheid tot het maximum op,' meldde Deringhouse. 'Zal ik
hem op afstandbesturing nemen?'
'Ja, en vlug. Als ik de onbekende goed ken, waren die schokken nog maar een
voorproefje.'
Deringhouse schakelde de automaat in. Majoor Nyssen zag het rode lamp je
boven zijn hoofd oplichten. Nu wist hij dat ze hem aan boord van de Stardust
onder hun hoede hadden ge nomen, of zijn radio-oproepen waren ontvangen of
niet.
Nyssen staarde met brandende ogen voor zich uit. De koeling van zijn ruimtepak
werd automatisch ingeschakeld toen de vochtigheid er binnen tot een
ongeoorloofde waarde steeg .
Toen zag Rod Nyssen het zwakke lichtschijnsel in de sterrenzee. Het dwaallichtje
werd groter, tot het in de vlammen van de motor verdween. Zijn snelheid werd
vanuit het ruimteschip afgeremd. Nu moesten ze al leen nog het uiterst
gevaarlijke gravitatiescherm openen, als ze de klei ne jager niet in een bliksemflits
ten onder wilden laten gaan. Dat was juist Nyssens grote probleem. Het was
telkens weer een uitermate ze nuwslopende belevenis, met grieze lige snelheid op
een ruimteschip toe te stuiven, waarv an hij wist dat het zich als het ware in een
stolp van ongekend sterke afweerkrachten be vond.
Sommige van die krachten waren on gevaarlijk voor vaste voorwerpen. Maar het
gravitatieveld behoorde door zijn structuur niet tot de pret tigste verworvenheden
van de Arkonidische supertechniek.
Het was in feite niet iets normaals, maar een storende hoeveelheid ener gie van
de vijfde dimensie. De Arko niden wisten heel goed wat gravita tie in werkelijkheid
is. Op de aarde raadde men daar nog maar naar.
Nyssens jager was nog steeds een waanzinnig snel projectiel waaruit loeiende
vlammenbundels in de don kere ruimte wegschoten
Ver voor hem uit werd de Stardust eindelijk duidelijk zichtbaar. Enige seconden
later had het schip de groot te van een tennisbal gekregen, die zich duidelijk van
de sterren onderscheidde.
Toen Nyssen merkte dat zijn snel heid bijna geheel was opgeheven en met een
diepe zucht de handbestu ring definitief uitschakelde, veran derde het bolvormige
slagschip in een laaiende oven.
Nyssen wist dat hij zijn waarnemingen in de hypercommicrofoon schreeuwde.
Vlak voor hem ging het energiescherm open. Magnetische krachten grepen zijn
jager en trokken hem naar de geopende sluisdeur toe. Het ging snel, veel te snel
en veel te ruw. Dergelijke manoeuvres kw amen het materiaal niet ten goede.
Nyssen trapte met zijn voet op de schakelaar van de drukautomaat. Die begon te
werken op het moment dat de jager met een kracht die tegen alle voorschriften
indruiste op de katapultrails werd getrokken en in het magne tische opvangveld
geschoten. De ruimtepiloot zou de remschok stellig niet hebben overleefd als hij
zich er niet een ogenblik tevoren op had voorbereid.
De machine schoot door het opvang veld heen en botste krakend tegen de
massieve Arkonstalen achterwand v an de hangar.
Voordat Nyssen zijn bewustzijn ver loor, hoorde hij nog het doffe dreu nen van de
scheepsmachines. Ze schenen in de Stardust na de lange wachtperiode snel in
actie te zijn gekomen.
Het zou te veel van Nyssens verstand gevergd zijn geweest , direct de redenen
voor zijn extreme insluisma noeuvre te begrijpen. Het deed er op het ogenblik ook
helemaal niet toe hoe hij aan boord was gekomen. Het enige wat er voor hem op
aankwam, was dat het hem gelukt was.
In de commandocentrale hadden de twee mutanten, Sou Okura en Tana ka Seiko
bijna tegelijk gereageerd.
Okura, de enigszins kreupele 'fre quentiewaarnemer' ving slechts on duidelijke
trillingen op. Toch kon hij vrij nauwkeurig bepalen waar die vreemde, nooit eerder
waargenomen trillingen vandaan kwamen. Ze kwamen uit een richting van
ongeveer 32 graden uit de rode sector. De vertica le richting bedroeg hoogstens 4
graden.
Hij had zijn waarneming onmiddel lijk doorgegeven, en toen was de 'pei ler'
Tanaka Seiko plotseling wild ge worden.
Anne Sloane en Tama Yokida hiel den de razende man met hun teleki netische
krachten in bedwang.
Ze konden onmogelijk een duidelijk antwoord uit hem krijgen. Tanaka's toestand
was blijkbaar door een hevige schok ontstaan.
Ze hadden ook geen peiling meer van hem nod ig. De Stardust II was plot seling
een speelbal van onmetelijke krachten geworden.
Wat ze met moeizaam wekenlang re kenwerk verkregen en met de moei lijkste
manoeuvres bereikt hadden, werd van het ene moment op het an dere teniet
gedaan.
Juist toen Nyssens jager vóór de sluis was aangekomen, sloeg een onzicht bare
klauw toe.
Rhodan had reeds na de eerste be trekkelijk onschuldige schokken op
automatische besturing overgescha keld. Hij vreesde anders onverwacht
optredende incidenten niet tijdig genoeg het h oofd te kunnen bieden. Dat was
hun geluk geweest, daar leek het althans op.
De Stardust II veranderde in enkele ogenblikken in een krakende eier schaal,
waarvan de enorme holle ruimte zich eigenlijk niet goed leen de om de
noodzakelijke stabiliteit in sta nd te houden.
Het was alsof de gedeeltelijk uit me tersdik staal bestaande spanten en wanden
verbogen en weer rechttrok ken.
Daarbij trad een zo plotselinge snel heidstoename op, dat Rhodan on danks alle
vervormingsverschijnselen nog slechts oor had voor het geluid van de werkende
reactoren.
'Maximum bereikt!’ schreeuwde Bully boven het lawaai uit. Rhodan zag de wijd
opengesperde ogen van zijn vriend. Andere tekenen van paniek waren aan Bully
echter niet te zien. Hij behoorde tot de bewonderens waardige typen die in tijden
van gevaar geen zenuwen bezitten.
De alarminstallatie begon te gieren. Felrode lichten flitsten in alle afde lingen van
het schip op.
'Nee, dat niet,' kreunde Crest, voor dat hij in zijn stoel werd gedrukt.
Rhodan voelde ook de sterker wordende druk. De grote Stardust was aan een zo
grote versnelling onderhevig, dat de drukregelaars het niet meer konden
bijhouden. Ze konden voor korte tijd de bij een versnelling van 600 km/sec2
optredende druk neutraliseren, maar daarvoor moes ten alle aggregaten worden
bijgezet.
Er kwam een sluier voor Rhodans ogen. Wat zich aan boord van een mo dern
Arkonidenschip sinds 20.000 jaar niet meer had voorgedaan, werd nu merkbaar namelijk het traagheidseffect. De druk ontstond plotse ling en zonder overgang,
hetgeen erop duidde dat het de onbekenden dit maal bittere ernst was.
Rhodan, die met zijn pezige lichaam tijdens zijn opleiding in het ruimte leger al
gemakkelijk een druk van 16 G kon doorstaan, kon nog net de in de armleuning
van zijn stoel aangebrachte noodschakelaar voor de mo toren indrukken.
De automaat werkte feilloos. Alleen de mensen waren vooralsnog onder hevig
aan het afschuwelijke traag heidseffect.
Crests vreemd jonge gezicht was door de invloed van de hevige druk
afschuwelijk vertrokken . Hij zag er opeens oud en afgeleefd uit. Toen Rhodan
handelde, kon de Arkonide al geen adem meer krijgen.
In het nu overheersende lawaai van de reactoren, mengde zich het hogere geluid
van de op volle kracht wer kende motoren. Ze leverden een stoot kracht van vier
miljoen ton.
De bij de laatste ademhaling in Rho dans longen samengeperste lucht kwam met
een fluitend geluid uit zijn mond. De ontspanning kwam als een schok.
Hij zou hebben willen lachen, huilen , iets doen om aan zijn ontroering lucht te
geven.
Hij kon weer goed zien. De motoren liepen zo onberispelijk als van een
Arkonidisch produkt maar kon wor den verwacht.
Brute krachten stonden tegenover el kaar. Aan de ene kant de ongelooflij ke
energie van de onbekende, en aan de andere de kracht van de m achines. Bully
rekte zich uit. Crest en Thora waren buiten kennis. De artsen Hag gard en Manoli
haastten zich naar hen toe. Ze hoefden niet aan hun plicht herinnerd te worden.
De twee Arkoniden waren nu eenmaal de zwakste schepsels aan boord. Zelfs
Gucky had meer weerstandsvermo gen getoond.
'Geabsorbeerd, God! zij dank,' reutel de Bull. 'Ik oh, het wordt nog erger. We
verliezen het beetje snelheid dat we ondanks de tegenstoot gewonnen hebben.
Makker, we zijn aan het eind van ons latijn.'
Bully vertrok zijn gezicht tot een grijns. Hij verroerde geen vinger meer. Op de
beeldschermen verschenen de gezichten van de officieren. De mutant Tanaka
Seiko ging, ondanks de verdovende injectie die dok ter Haggard hem had
toegediend, nog hevig te keer. Hij scheen de onbekende kracht in zijn
buitengewone hersenen pijnlijk sterk te voelen.
Rhodan overlegde met zichzelf. Zijn hersenen werkten koortsachtig. Er was iets
niet helemaal duidelijk. De snelheidsmeter liep van 3 km/sec2 snel naar nul
terug. Dit kon niet anders dan het einde zijn! De neutrali satoren konden het
alleen niet aan.
Hij brak zich het hoofd en vergat het pandemonium om hem heen. Plotse ling ging
hem een licht op.
'Wat zei je daarnet?' riep hij uit. Hij greep Bull bij zijn schouder en draai de hem
om.
'Wat zei je? Hoe noemde je die rem mende kracht?'
'Remmende kracht? Dat heb ik niet gezegd. Bedoel je die tegenstoot?'
Zonder nog iets te zeggen stortte Rho dan zich op de voornaamste instru menten.
De hoofdschakelaar voor de energieschermen zat rechts bo venaan het
instrumentenbord.
Hij duwde de hefboom omlaag. Me terslange bliksemflitsen schoten uit de
zekeringen toen de stroomtoevoer naar de energieschermprojectoren werd
onderbroken.
Mannen brulden van ontzetting. Was de commandant gek geworden?
Bully was de eerste die het begreep. Het zo -even nog witgloeiende gravita tiescherm verdween op slag. De grie zelige kracht hield op te bestaan. Het hevige
gieren van de omvormer werd ogenblikkelijk minder. Alleen de motoren
bulderden met maximumvermogen door.
De Stardust II, waarvan de bereikte snelheid nog niet te berekenen was, stoof
vanzelf met maximumvermo gen in de richting vanwaar hij geko men was.
'Verdomme!' zei Marshall met ver stikte stem. 'Het was ons gravitatie scherm. Ze
hebben het op een of an dere manier als stootblok gebruikt en er ons mee
weggedrukt. Hoe bent u op het idee gekomen?'
Rhodan lachte schor en staarde ge boeid naar de instrumenten. Ja, de
onbekende krachten waren volko men verdwenen.
'Hallo, ouwe vriend,' zei hij voor de tweede keer binnen korte tijd. Zijn mond
vertrok in een hoogharti ge grijns. 'We hebben het weer ge wonnen. Wat nu?'
Ditmaal vroeg Bully niet naar Rhodans welzijn. Hij leunde uitgeput 'achterover. '
Ver voor hen uit hing de planeet 'Zwerver' in de onmetelijke ruimte van de
Melkweg. Crest kwam bij en keek met een sme kende blik om zich heen.
'Alles is in orde,' stelde Rhodan hem gerust. 'Bully zei iets van een tegen stoot en
dat bracht mij op een idee.'
'Ik kon er niets aan doen, eerlijk, het ontsnapte me zo maar.'
'Laat je ideeën dan wat vaker ont snappen.'
Rhodan kreeg een hoestbui. Zijn lon gen deden pijn.
'Dat kwam hard aan, hè?' zei hij met een flauw glimlachje. 'Hoe het ook zij - die
onbekenden kunnen iets. Dit is tot dusver de zwaarste be proeving geweest. Ze
willen waarschijnlijk hun geheim slechts afstaan aan iemand die het ook kan
bewaren. God geve dat we niet op het laatste ogenblik zwak worden.'
'Wil je dan nog doorgaan?' riep Tho ra ontzet uit. Rhodan keek haar aan.
'Bedenk wel dat Wega bezig is uit te gloe ien. Bully, let jij op de instrumen ten. Ik
heb iets aan de rekenmachine te doen.'
'Je bent beslist krankzinnig,' zei Tho ra verbijsterd.
Toen de magere man haar met gebo gen schouders voorbijliep, keek ze hem
gefascineerd na.
Klein kneep een oog dicht, wa arop Bully begon te grinniken en een zeer
onmelodieus fluitconcert inzette. Dat was de beste manier om de Ar konidische op
de vlucht te jagen.
'Monster!' zei Thora berustend. 'Jij leert het ook nooit, jij halfaap. Als we nog eens
op Arkon aankomen, zet ik je in de eerste de beste boom. Er zijn bij ons bomen
met grote, stekelige vruchten.'
Hoog opgericht schreed ze naar haar plaats. Bully staarde haar ver bluft na. Zijn
roestrode haar ging recht overeind staan. Maar hij kwam niet meer tot het
uitspreken van zijn aanzienlijke woordenschat. De on bekende meldde zich
alweer.
'Schakel dan toch uit!' brulde Rho dan buiten zich zelf. 'Maak kortslui ting of
onderbreek de stroomtoevoer voor de afschermvelden van de draadloze
stroomleider. Doe iets! Mijn schakelaars laten het afweten.' 'De mijne ook,'
antwoordde ingenieur Garand zo opgewekt alsof het een heuglijk feit was. Dit
was bij Garand echter een teken van hevige opwin ding. Het was merkwaardig zo
abnormaal als deze man kon reageren.
Perry Rhodan onderdrukte e en verwensing. Hij keek wild om zich heen. 'Een
idee! Vooruit, wie heeft een idee? Hoe kunnen onbereikbare mo toren,
respectievelijk geblokkeerde schakelaars in de ruststand worden gebracht? Als
de remversnelling niet over precies 52 minuten begint, stor ten we in het
onbekende. Nou?'
Crest gaf het definitief op. Hij wan kelde gelaten naar zijn plaats terug. Kapitein
Klein morrelde nerveus aan zijn wapenschakelaars.
'Ik zou een paar Arkonbommen of nog beter gravitatiebommen op vijf dimensionale basis voor uit kunnen sturen. Als daarginds iets is, wordt het uit het
ruimte-tijd-verband gerukt.'
'Heel slim,' zei Rhodan spottend. 'Heel slim! Jouw gravitatiebommen hebben de
snelheid van het licht, niet waar? Nou, wij ook, m'n waarde. Denk alsjeblieft goed
na voordat je iets zegt. Wie heeft een idee? Ik ben tot m'n spijt uitgeput. Ik kan
nauwelijks nog denken. Alle dui vels, iemand zal toch wel een goed idee hebben?
Wat kunnen we doen?' Het was. maar een kleinigheid die aan boord van de
Stardust II niet meer func tioneerde.
De met maximumvermogen werken de motoren hadden inmiddels de in vloed van
de tegenwerkende kracht opgeheven. Na tot stilstand te zijn ge komen, was het
slagschip weer op de nauwkeurig bekende baan voortge stoven.
De motoren hadden ongeveer tien minuten op maximumvermogen ge werkt. Toen
had Crest aan de hand van een positronische snelberekening vastgesteld dat ze
niet veel later met de remmanoeuvre moesten beginnen, als ze op de plaats
waar het schip door de tegenstoot was getroffen weer de gewen ste snelheid
wouden hebben. Ze zouden dan tamelijk nauwkeurig hun oorspronkelijke po sitie
hebben bereikt. Toen Rhodan de nodige schakelingen verrichtte om de vrije val
als overgang tot de remma noeuvre in te leiden, hadden de bul derende motoren
niet meer gereageerd.
Zo was de situatie nu nog. Alle scha kelaars waren geblokkeerd. Eigen lijk was het
geen gewone blokkering, maar iets onbegrijpelijks. Dat was het juist wat Rhodan
tot wanhoop bracht.
Hij keek nog eens om zich heen. Ook
de op de beeldschermen zichtbare
mannen wisten geen raad. Daar klonk achter de hoge rugleuning van de stoel
van de commandant een piep stem.
Rhodan herkende die stem onmiddel lijk en draaide zich met een ruk om. Gucky
werd door een ruwe hand ge grepen en naar voren getrokken. H et pelsdier begon
schel te krijsen, maar de woedende blik in zijn verstandige ogen verdween
onmiddellijk toen Rhodan bezwerend zei : 'Gucky, kleine vriend, nu is het jouw
beurt! Je mag spelen, versta je! Speel met de motorschakelaars, net zoals je al
eens eerder hebt gedaan. Je weet die grote zaal ver beneden ons, waar die
roodgeverfde metalen blokken staan? Dat zijn de veldpro jectoren voor de
schermvelden van de stroomgeleiding. Als die uit valt, stoppen ook de
thermosomvormers. Evenals de stroomomvormers . Concentreer je op die rode
metalen blokken. Daar is iets niet in orde! Zet de machines stop.'
'Ken ik,' riep Gucky geestdriftig uit. 'Daar heb ik op mijn wereld mee ge speeld.
Sjonge, wat heeft het toen geknald!'
'Laat het weer knallen. Je mag. Voor uit, begin maar.' De mutanten keken
opgewonden naar de ongetwijfeld allerbekwaamste telekineet. Over dergelijke
krachten beschikte zelfs de kleine Betty Tou fry niet. Ze sprong zwijgend op en
stak het pelsdier haar hand toe. Gucky's kleine voorpootje verdween erin.
'Help je me? Maar alleen doen wat ik zeg.'
Mens en vreemd intellect vervielen in een raadselachtige starheid. Rhodan had
de stroomverdelercentrale op de beeldschermen. Het was een noodoplossing die
echter tot een goed resultaat kon leiden.
Even later begonnen de motoren te stotteren. Flitsende bliksemstralen schoten
uit de stroomverdelerkasten. Er klonken akelige knallen door de Stardust Il.
Plotseling hield ook dat op. De mo toren zwegen. Op de beeldschermen
verdween de felle gloed van de im pulsstromen.
Betty Toufry zakte zachtjes in el kaar. Anne Sloane nam haar op en legde haar op
een rustbed. Gucky legde zijn ruige kop op Kleins knie. De Trampbewoner trilde
over zijn hele lichaam. Hij liet zachte, klagen de geluiden horen.
'Goed gedaan, kleintje, prachtig gedaan,' stamelde de kapitein. Hij streelde
hulpeloos over het zachte nekvel. 'Het komt weer goed.'
Rhodan begon te schakelen. Hij wist niet welke verbindingen de twee tele kineten
met hun ongekende geest kracht hadden verbroken.
Maar de installatie begon plotseling weer normaal te werken. De auto maat
reageerde enige seconden te laat. 'Noodvermogen op alle machines. Ga rand,
zorg voor energie voor 600 km/sec2. Meteen.'
Ditmaal waren de machines onder controle. De verbroken zekeringen sprongen
weer op hun plaatsen. De automaten zegevierden.
Enige minuten later was de hoge snelheid van het schip aanmerkelijk
afgenomen.
Toen begon Tanaka Seiko als een waanzinnige te keer te gaan. On danks de
verdoving vloog hij over eind, riep onverstaanbare woorden en staarde ontzet
naar de beeldschermen waar, behalve de lege ruimte, niets te zien was. Ook de
radar reageerde niet.
Rhodan haalde de noodschakelaar over. Schotten knalden dicht. De mag netische veiligheidsriemen schoten uit de stoelleuningen en klemde n de mensen
in hun stoelen vast.
Toen kwam de vreselijke schok. On danks de op volle kracht werkende
drukneutralisator werden ze in de riemen naar voren getrokken, zodat de randen
in hun schouders sneden. Instrumenten sprongen kletterend uit elkaar. Ondank s
de neutralisatoren ondervonden ze nog het effect van de plotseling optredende
50 G. Op de beeldschermen begon iets onwerkelijks te glanzen. De grote Star dust was in een fractie van een se conde tot absolute stilstand gekomen. De
gloed van de nog werken de motoren belichtte een half energe tisch half stoffelijk
iets dat zich onmetelijk ver naar alle kanten uit strekte.
Rhodan zette de machines stil. Zacht gonzend liepen ze uit. Gevoelige ap paraten
waren door de schok ver nield. De telecom werkte nog ma ar gedeeltelijk. Het
reusachtige slagschip stak in een meegevend lichaam, waar het met grote kracht
tegenaan was gebotst.
Toen Rhodan enigszins van de schrik bekomen was, zei hij met verstikte stem
'Ik ben bereid de oude generaal Pounder met huid en haar te verslinden als ik
ooit zo'n landing heb ge maakt! Zo iets lijkt me haast onmo gelijk! En nu? Wat
krijgen we nu?'
Hij wist het toen ver vóór en boven hem een zon verscheen. Het schijnsel werd
steeds feller, tot het hem bijna verblindde.
Ver onder hen lag een onwezenlijk landschap, maar daarop of daarin waren ze
beslist niet geland.
De Stardust II leek een projectiel dat in een veerkrachtige maar stevige kaasstolp
was blijven steken.
Toen klonk het brullende, home rische gelach. Iemand gaf op een zo uitbu ndige
wijze uiting aan zijn vreugde, dat de mannen meenden hun hoofden te voelen
barsten. Ze hoorden het slechts in hun onderbe wustzijn. Het leek een zeer
sterke, telepathische overbrenging te zijn.
'Hallo, ouwe vriend,' zei Rhodan voor de derde keer bov en het gierend geworden
gelach uit. 'Ik geloof dat we er zijn, hè?'
Het lachen hield abrupt op. De Star dust II begon te vallen, sneller en sneller.
Toen de eerste geluiden van wrijving in een dampkring hoorbaar werden, kwam
automatisch het antizwaar tekrachtveld in werking.
Tien kilometer boven de grond kwam het schip na een korte stoot van de
motoren tot stilstand.
Ze keken gefascineerd naar de beeldschermen. Wat zich onder hen bevond, was
alles behalve een normale planeet, die gewoonlijk een bol vorm met afgeplatte
polen heeft.
Wat ze daar zagen was een voorbeeld van lelijkheid, genialiteit en vreemde
bouwkunst. Hij, de onbekende, had een wereld naar zijn eigen smaak
opgebouwd! Het was afschuwelijk en onwerkelijk, vernietigend en tegelijk
geruststellend. Als dat de wereld van het 'eeuwige leven' was, dan paste die
naam er goed bij.
'Grote God,' zei Rhodan ontsteld, 'daar had ik niet op gerekend. Het is een platte
schijf zonder horizon, met zeeën, bossen, bergen en steppen. Als een rond
presenteerblad met een energiestolp er overheen. Als je het van beneden zou
naderen, zou je niets anders zien dan een reusachtig onde finieerbaar ding
zonder licht en zonder vegetatie. Precies een reusachtig groot bord. Dat is een
wereld waarvan je, door het ontbreken van de bolvorm, inderdaad het einde kunt
bereiken. Daar kom je dan vóór het energiescherm te staan en daarachter begint
de lege ruimte. Het is niets an ders dan een overdekt, rond platform. Ben ik nu
gek geworden, of zijn we dood?'
Hij keek om. De mannen ha dden spierwitte gezichten. Gucky jankte nog steeds.
De onbekende lachte niet meer.
Ongeveer twee minuten na het zo on verwacht gemakkelijk doorbreken van het
machtigste beveiligingsscherm dat ze tot dusver hadden ge zien, was het aanzien
van de aanvankelijk doorzichtige energiewand ver anderd.
Hij werd eerst als troebel water, ver volgens melkachtig en ten slotte vast en
ondoorzichtig.
Nog voordat Rhodan tot een verken ningsvlucht besloot, was een deel van de
vreemde hemel zwart gewor den en waren ontelbare sterren verschenen. Er was
geen enkel bekend sterrenbeeld bij geweest. Wat ver bo ven het schip aan de
binnenkant van de energiekoepel zichtbaar werd, be hoorde niet tot de
sterrenbeelden van de Melkweg. Dit was een volkomen vreemd universum dat
een eerste aanwijzing scheen te vormen voor de afkomst van Hem.
De onbekende werd voortaan niet an ders dan Hij, of Het genoemd. Hij had zich
met deze met energie over koepelde schijf land een kunstmatige privé -wereld
geschapen, die een schrikbarende gelijkenis vertoonde met de beperkte
voorstellingen van de vroegere aardse wetenschap. Ook toen meende men dat
de aarde een plat vlak was, een op water drij vende, door de hemel overkoepelde
schijf.
Rhodans eerste handeling bestond uit de ingewikkelde programmering van het
positronenbrein. Hij wilde graag weten of er enig verband bestond tussen het
abnormale aanzien van de ze kunstmatige wereld en de voor stellingen die men in
vroeger eeuwen van de aarde had.
Een reden te meer voor die vraag was het feit dat Terra z ich precies in een van
de middelpunten van de door 'Zwerver' gekozen ellipsvormige baan bevond!.
Terwijl het brein met het waarschijn lijk onoplosbare probleem bezig was, werd de
bemanning van de Stardust II voor een moeilijke beslissing ge steld.
Het schip zweefde in de greep van zijn neutraliserende antigravitatievelden op
tien kilometer hoogte boven de planeet. Het onwerkelijke landschap, dat recht
onder het ruimtevaartuig bijna een park leek, leidde van de ene vraag tot de
andere. Alleen al de aanwezigheid ervan veroorzaakte een sterke psychische
druk.
Rhodan ging met de door de auto maat verstrekte gegevens naar de
stuurstoel terug. De Stardust II was gevechtsklaar. Iedereen was op zijn post.
Rhodan had vijf minuten tevo ren een bespreking per visaf oon aangekondigd.
Toen hij nu voor het toestel plaats nam, verscheen zijn gezicht in alle af delingen
op het scherm.
Hij sprak rustig, maar met nadruk. 'Hier is uw commandant,' zei hij. Bully merkte
direct dat Rhodan de ongedwongen toon had laten va ren. Hij was nu nog slechts
de alles eisende commandant. 'Vastgesteld dient te worden dat onze
berekeningen voor de sprong van We ga naar hier tot in details klopten. Deze
wereld is van kunstmatige aard en dus uitgerust met mammoetma chines die voor
alles moeten zorgen, van de nodige verwarming tot de voortbeweging op de
omloopbaan, wat bij een natuurlijke planeet vanzelf gaat. Dat moeten jullie goed
tot je laten doordringen. Er kunnen hier ab normale dingen gebeuren.'
Hij keek vluchtig zijn aantekenin gen in.
'De kunstplaneet "Zwerver" is goed beschouwd een reusachtig, absoluut
autarkisch ruimtestation.
Volgens de berekeningen bedraagt de dikte van de zichtbare landschijf in het
midden ongeveer zeshonderd ki lometer. Het dichtheidsgetal is hoog, natuurlijke
mineralen zijn niet aanwezig. Vermoed wordt dat de grond uit verzamelde
micromaterie bestaat.
In beginsel is de schijf dus op dezelf de manier ontstaan als natuurlijke planeten.
Maar laat niemand mij vra gen hoe Hij dat heeft gedaan! Het oppervlak is zeer
groot. De middellijn bedraagt ongeveer achtduizend kilometer, zodat we ons
boven een enorm gebied bevinden. Daarmee zijn ook de te onderscheiden
gebergten en zeeën verklaard. Het weer wordt kunstmatig geregeld, evenals de
door de energiestolp omsloten dam pkring. De zwaartekracht, die onverander lijk
0,9 G bedraagt, schijnt kunstma tig te worden opgewekt, hoewel de enorme
massa een zekere aantrek kingskracht veroorzaakt. Er is hier een wereld
geschapen die over titanische machines schijnt te beschik ken. Het staat vast dat
hij ongeveer 10.000 jaar geleden om de zon Wega draaide. Toen verdween hij uit
het stelsel, zoals wij er met een klein ruimteschip uit kunnen verdwijnen.
Ongehoord, zou ik zeggen!'
Rhodan luisterde even naar de dui delijk hoorbare ademhal ing van de luisteraars.
De rimpeltjes om zijn ogen werden dieper door een flauw glimlachje. 'Werkelijk
ongehoord! We kunnen de lucht hier inademen. Als we over de ze wereld vliegen,
zijn we te vergelijken met een mug onder een herme tisch gesloten kaasstolp. Dat
wil nog niet zeggen dat het hier stinkt, als u daar soms met uw grijns op
zinspeelt, kapitein Klein.'
Klein schrok. Zijn verlegen kuch je deed de gezichten van de luisteren de mannen
ontspannen.
'Het staat vast dat iemand met een on gekende technische macht een wereld
heeft gecreëerd waarop hij alles bouwde, plantte en waar hij alles heen bracht
wat hij als bijzonder mooi, begerenswaard en rijk aan va riaties beschouwde.
Maar denk niet dat je hier tegenover God zelf komt te staan! We hebben hier te
maken met een levend wezen wiens tech niek, wetenschap en cultuur vele mil joenen jaren oud moeten zijn. Hij heeft vrijwel alle geheimen van de
natuur opgelost, maar slechts op zui ver wetenschappelijke basis. Ogen schijnlijke
wonderen zijn niets anders dan oneindig gecompliceerde ge beurtenissen, die
door mensen worden veroorzaakt. Laat je dus niet misleiden. Tot slot nog iets...'
Rhodan wachtte even. Zijn glimlach verdween.
'Het zal iedereen wel duidelijk zijn dat we nooit tegen de wil van de on bekende in
de energiekoepel van de ze wereld hadden kunnen binnendrin gen. Hij vond het
dus goed, wat voor mij een bewijs is dat we alle proble men tot zijn tevredenheid
hebben op gelost. We zijn nu als 't ware in zijn privé -vertrek binnengelaten. Denk
maar eens aan dat waanzinnige ge lach, dat waarschijnlijk langs telepa thische
weg werd overgebracht. Bij zijn kennis vergeleken zijn zelfs de Arkoniden maar
jammerlijke stumpers en wij zoiets als mensen uit het stenen tijdperk. .
Bedenk dat wel en vertrouw onvo orwaardelijk op zijn goede wil. Denk ook vooral
niet dat we door ons eigen toedoen aan alle gevaren zijn ontko men. Hij heeft zijn
aanvallen steeds onmiddellijk gestaakt wanneer Hij merkte dat we toch een
goede verdediging hadden gevonden. Men mag van ee n kandidaat nooit te veel
eisen. Men kan tot het uiterste met hem gaan, maar dan moet het ook afgelo pen
zijn.
Zo is het ook met ons gegaan. De si tuatie lijkt dus in principe gunstig. Dit is de
wereld waarvan de bewo ners volgens oeroude tradities het ge heim van het
voortbestaan van biolo gische cellen zouden bezitten. Wie tot dusver daaraan
twijfelde, moet denken aan de ongelooflijke gebeurtenis sen. Wie daartoe in staat
is, zal stellig ook veel van het grote geheim van het organische leven weten.
De oude gegevens zijn dus juist, maar in de praktijk hebben zich opmerke lijke
verschillen voorgedaan. Er is hier iemand die van nu af aan bereid is ons te
erkennen. Majoor Dering house. . .!'
De aangesprokene hief met een ruk zijn hoofd op. Op zijn grote beel dscherm
glom Rhodans gezicht onder de klep van zijn pet. Het was smal en hoekig
geworden.
'Je opdracht voor een verkennings vlucht met de jagers vervalt. We zijn alleen
aan boord van dit schip eniger mate veilig. De bemanning blijft op de
gevechtsposten. Het zou me verwonderen als we niet voor nog een paar
verrassingen zouden komen te staan. Dat was alles. Dank je.'
Rhodan verbrak de verbinding.
Enige ogenblikken later kwam het slagschip in beweging.
'Machinekamer aan commandant,' klonk het bulderend uit een luidspreker. Het
gezicht van Garand ver scheen op een beeldscherm. 'Alle ge neratoren staan op
nul-last. Is het zo goed?'
Rhodan knikte. Hij kon op Garand vertrouwen.
Met de geringe snelheid van nog geen 1500 kilometer per uur trok de Stardust
langs de vreemde hemel. Ver vooruit en even ver boven hen gloeide een
geelwitte zon. Die was natuurlijk ook kunstmatig ontstaan en zou stellig ook door
machtige energievelden omgeven zijn en op haar baan worden voortbewogen.
Van een hoogte van tien kilometer hadd en ze met de normale kijkers al een
vrijwel onbeperkt gezichtsveld. Daar de platte schijf door het ontbre ken van de.
oppervlaktekromming geen horizon in de gewone zin had, werd het gezichtsveld
slechts door eventuele terreinverhogingen be perkt.
Crest hield zich bezig met het maken van een eenvoudige landkaart. De speciale
toestellen voor geografische opname werkten ononderbroken. De lichtsnelle
tasterimpulsen schoten over het vlakke landschap en tekenden met ongekende
snelheid alles op wat er aan opmerkel ijke bodemformaties te zien was.
Op grote afstand van het schip wer den de impulsen door de zich in de hemel
verheffende muur van de energiekoepel teruggekaatst. Daar door konden de
afmetingen nauwkeurig worden vastgesteld.
Rhodan zat ver voorovergeboge n in de stuurstoel. De grote schermen van de
panoramawaarneming gaven unie ke beelden te zien.
De mutanten hadden zich achter Rho dan verzameld.
Nadat het schip de energiemuur had doorbroken, was de razend geworden
'peiler' Tanaka Seiko van uitputting in e en diepe slaap gevallen.
'Nemen jullie iets waar?' vroeg Rho dan zonder zijn hoofd om te draaien. John
Marshall, Betty Toufry en Ishy Matsu ontkenden weifelend, tot het kind bedeesd
zei: 'Misschien een heel zacht gefluister. Maar ik kan het niet duidelijk horen.
Hoeveel wezens moeten hier zijn? Denken ze goed en snel?'
'Kind, ik wou dat ik je dat kon zeg gen,' antwoordde Rhodan. 'Maar wat hier ook is
het denkt meer dan goed en meer dan snel.'
'Het?' fluisterde Betty. Er verscheen een omfloerste blik in haar grote, donkere
ogen. 'Eén Het maar? Niet meerdere? Is dat een domme vraag?' 'Helemaal niet.
Bedoel je soms dat hier meerdere personen aanwezig zijn?'
'Waarschijnlijk wel. Het is zo'n vreemd gefluister. Het klinkt alsof vele miljoenen
mensen met elkaar praten.'
Bully kuchte. Hij keek de mutanten onzeker aan. 'Ik begin het langza merhand
griezelig te vinden,' beken de hij met een verwrongen grijns, 'Verduiveld, er schijnt
hier niets tastbaar en reëel te zijn. Dat parkland schap daar beneden ziet eruit
alsof het ergens in het oude Engeland lag. John, vang jij geen gedachtentrillin gen
op?'
MarshalIs smalle gezicht vertrok on der de geestelijke inspanning. Hij gend gaf hij
het op.
'Het heeft geen zin, ik krijg geen dui delijke impulsen. Als daar iemand is, da n is
hij immuun voor telepathische invloeden. Ik hoor ook alleen maar dat doffe,
volkomen onbeduidende gefluister.'
De mooi gevormde Japanse Ishy Mat su knikte heftig. 'Dat klopt,' zei ze. 'Ik krijg
ook geen contact.'
Rhodan zei niets. Het onbehaaglijke ge voel in hem nam gestadig toe.
Ver vóór hen verhieven zich machti ge bergen.
'Lieve hemel, dat is sneeuw!' kreunde Nyssen, die de materietaster bediende.
'Sneeuw, stel je voor! Vol gens de aanwijzing is de hoogste top zevenduizend
meter. Hoe heeft Hij dat gedaan?'
'En nergens een levend wezen te zien. Een verlaten, glorieuze wereld.'
Dit laatste had Bully gezegd. Rhodan fronste verrast zijn voorhoofd. Zijn anders
zo robuuste plaatsvervanger scheen aan velerlei emoties bloot te staan.
Ze vlogen over de met sneeuw bedekte toppen van het gebergte. In de diepe
dalen schenen tropische oer wouden te woekeren. Er waren zelfs vulkanen te
zien. Enorme kale rotsen verhieven zich in de lucht. Deze we reld scheen in een
soort roes te zijn geschapen. In ieder geval was er een onmetelijke technische
kennis voor nodig geweest.
Onbekende intelligente wezens had den met natuurkrachten gegoocheld. De
zichtbare planten schenen van al le mogelijke werelden uit alle delen van het
heelal afkomstig te zijn. De vormen waren zo ver schillend en voor een deel zo
tegenstrijdig, dat ze niet van één hemellichaam kon den zijn aangevoerd.
Zwerver leek eigenlijk een galac tische groothandel van de eerste rang te zijn.
Toen de eerste vliegende schepsels op de beeldschermen ver schenen bleken
die even tegenstrijdig te zijn als de welig tierende flora.
Giganten uit de oertijd vlogen met lusteloze vleugelslagen door de lucht, de
machtige snavels strijdlustig ge opend. Ze konden slechts van een in het
ontwikkelingsstadium verkeren de planeet afkomstig zijn. Zulke vliegende
hagedissen kwamen nog op Ve nus voor.
De vergroting van het beeld toonde daarnaast zachtgevederde vogels. Het waren
volkomen onbekende soor ten die door slangachtige, viervleuge lige creaturen
werden nagejaagd.
Er kwam geen eind aan. Het was de grootste menagerie aller tijden, een
reusachtige dierentuin, waarin 'Het' zorgvuldig alles bijeen had gebracht wat er
aan betoverend mooie en in teressante dingen op andere planeten te vinden was.
Het was een galactische verzameling leve nde wezens in een ongekende
veelsoortigheid.
Plotseling eindigde het gebergte als met een mes afgesneden, en vlogen ze
boven een oceaan. Rhodan vertrouw de zijn ogen niet toen de Stardust plotseling
boven dichte wolkenbanken vloog. Volgens de aanwijzingen van de taster
bevond zich ver beneden hen een woelige zee die door de kracht van een orkaan
tot schuim werd opgezweept.
'Ik droom of ik ben bezig gek te wor den!' zei Bully toonloos. 'Dit wordt te erg. Kijk
daar eens! Daar voor ons begint een jungle zo dic ht als zelfs op Venus niet
voorkomt. Man, is me dat een oerwoud!'
Rhodan onderdrukte een gekreun. Het was stil geworden in het schip. De
bemanning zat geboeid voor de beeldschermen.
De orkaan scheen alleen boven de zee te woeden. Waar het oerwoud begon,
hield de storm plotseling op. Maar de langeafstandstasters registreerden een
broeikashitte. Er verschenen enorme moerassen waarin blauwe, groene,
koraalrode en paarse planten vochten om het licht van een felle, kunstmatige
zon.
'Mooi, adembenemend mooi,' flu isterde Anne Sloane. 'Wie dat ook heeft
aangelegd, moet botanicus, zoöloog, technicus en nog veel meer tegelijk zijn
geweest. Hoe veel tijd zouden ze er voor nodig hebben gehad om al dat zaad
voor die planten en al die die ren hier te krijgen? Dat kan toc h niet allemaal
natuurlijk zijn ontstaan?' 'Uitgesloten,' antwoordde Rhodan met verstikte stem.
Hij was diep onder de indruk. 'Absoluut uitgesloten, Anne. Eerst is de reusachtige
grondplaat gemaakt en daarna werden met behulp van meer dan lichtsnelle
ruimteschepen talloze planeten bezocht, vanwaar alles werd meegenomen wat
hier kon worden gezaaid of geplant. Er bestaat geen andere mogelijkheid. Hier is
iemand volkomen individueel bezig geweest. Een betere uitdrukking heb ik er niet
voor. Het moet een eers te klas kosmische hovenier en architect zijn. Dit is niet
geschapen, maar opgebouwd. Een klein verschil; geloof ik.'
Anne begon juist een beetje hyste risch te lachen, toen er een schok door het
schip ging. Tegelijkertijd klonk het waanzinnige gebrul uit de luidsprekers.
Rhodan zwaaide zijn draaibare stoel om. In de door de doorzichtige wand van de
commandocentrale gescheiden radarcentrale was plotseling een monster
verschenen.
Rhodan zag Deringhouse in paniek wegrennen. De dienstdoende radar specialisten vluchtten van hun posten om aan de grijparm te ontko men.
Het monster was een bijna tien me ter grote, slijmerige, dampende bol met
enorme ogen en een opengesper de vogelsnavel. De tentakels van het ondier
tastten in het rond. Waar ze een voorwerp te pakk en kregen werd het met
enorme kracht van de beves tiging gerukt en tegen het geleiachti ge lichaam
geperst, om er ten slotte in te verdwijnen. Rhodan hoorde alleen nog maar het
gebrul van de mannen.' Zwijgend rende hij naar de openstaande deur van het
radarstation.
'Fictiefzender,' schreeuwde iemand hem na. 'Die heeft dat beest precies in ons
schip neergezet.'
Deringhouse rukte juist zijn dienst wapen uit de holster toen het logge monster
van de vloer werd opgehe ven. Een afschuwelijke stank van drek en verrotting
drong in Rhodans neusgaten, maar het beest zweefde verder naar het gewelfde
plafond, waar het met een kletsend geluid bleef steken.
'Gucky!' dacht Rhodan nog, vóór hij de impulsstraler ophief. Een dof ge brul
overstemde het geroep van de mann en. De breed uitwaaierende thermostraaI
richtte grote verwoestingen in het walgelijke lichaam aan. Bully verscheen met
een zware desintegrator waarmee hij het monster in ongevaarlijke gassen
veranderde. Het was niet te vermijden dat tevens een gedeelte v an het plafond
verdween.
Het duurde maar enkele ogenblik ken en toen vielen de laatste resten van een
vreemd schepsel op de toe stellen in de radarcentrale.
De mannen trokken zich benauwd hoestend terug. Betty Toufry liet de deur
dichtslaan. De automatisc he luchtverversingsinstallatie begon de bijtende
dampen en gassen weg te zuigen. Het plafond was roodgloei end. Rhodans korte
straalschot had niet alleen het beest getroffen.
Deringhouse kromde zich in een krampachtige hoestbui. Hij keek met een bleek
gezicht naar de draaistoel waarin hij enige ogenblikken tevoren zijn werk nog had
gedaan.
'Stilte aan boord!' brulde Rhodan in de intercom. 'Stilte, de zaak is afge daan. Ik
heb jullie toch gezegd dat we op verrassingen moesten reke nen! Dat beest is
beslist door een fictiefzender in het schip gebracht. Klein, laat de radarcentrale
schoonmaken. De overblijfselen moeten er uit. Neem een groep robots.'
Een radarspecialist zakte kreunend in elkaar. Onder de gescheurde mou wen van
zijn overall werd blaasach tig vlees zichtbaar. Rhodan sprong op hem toe.
Haggard drong zijn zwa re lichaam tussen de met hun wapens in de aanslag
wachtende mannen door.
'Het beest heeft hem met zijn snavel geraakt,' zei iemand gejaagd. 'Ik heb het
duidelijk gezien. Zou het vergif tig zijn geweest?'
Dokter Haggard onderzocht de man vlug en grondig. Er verscheen een bezorgde
trek op zijn gezicht.
Twee mannen droegen de bewustelo ze naar de lift. In de radarcentrale
verschenen watervlugge robots. Het positronenbrein was al op de hoogte
gesteld. De overblijfselen van het monster werden opgeruimd.
Rhodan liep zwijgend naar de dran kenautomaat. Hij luisterde niet naar de heftige
discussies. Ze gingen over alles wat de mensen op deze wereld beleefden.
'Een kwalijke grap,' bromde de com mandant binnensmonds. Hij staarde niets
ziende naar de groene plastic bekleding van de drankenautomaat. Wat zeg je?'
vroeg Bully.
'Niets. Hoe ziet het er aan het opper vlak uit?'
Voordat Bully kon antwoorden, kwam het bericht uit de bovenste ge schutkoepel.
In de groene sector waren de torens van een reusachtige stad waargeno men. De
afstand bedroeg nog onge veer 3000 kilometer.
.
Rhodan nam een kijkje in de radar centrale. De bijtende dampen waren al
afgezogen. Er stroomde zuivere lucht uit de ventilatoren. De spec ialisten die
dienst hadden, gingen wan trouwig naar binnen. Waar het monster was
verschenen, was nogal wat schade aangericht.
Deringhouse begon verschrikkelijk te vloeken. Uiteindelijk snauwde hij 'Ik zou wel
eens willen weten waar dat ding eigenlijk vand aan kwam. Crest, heb jij ooit zo'n
beest gezien? Dat was toch je reinste puddingberg!' De Arkonidische geleerde
schudde zijn hoofd. Sinds ze de energiekoepel waren binnengedrongen, was hij
erg stil geweest. Alleen zijn roodachtige ogen flikkerden.
Dat was de wereld van de geheimen waarvoor hij jaren geleden de ruim te
ingetrokken was. Nu had hij zijn doel bereikt. Zijn lichaam en zijn her senen
konden, behouden worden. Het grote imperium had temidden van het algemene
verval tenminste één leidende en geestel ijk nog energieke persoonlijkheid
dringend nodig.
Crest keek vol aandacht naar de beeldschermen. Hij was de vertegen woordiger
van een tot ondergang ge doemd ras dat 20.000 jaar geleden met de verovering
van de ruimte en de opbouw van het sterrenrijk was b egonnen.
Hem, Crest, kwam het eeuwige leven toe!
De stad lag op een uitgestrekte hoog vlakte aan de oever van een machti ge rivier,
die zich niet ver van de stad over de rand van het rotsplateau in een diepblauwe
zee stortte.
De Niagara watervallen waren daarbij vergeleken een belachelijk beek je. De
gespleten, grillige rotsen konden niet willekeurig zijn samenge steld. Ze waren op
een volkomen natuurlijke wijze door het water uitge sleten en gepolijst.
Niets had duidelijker kunnen aanto nen dat deze kunstmatige planeet al
zeer oud was, waarschijnlijk ouder dan de mensheid, of zelfs ouder dan de
aarde.
De watermassa's stortten zich van een hoogte van meer dan 800 meter omlaag.
Aan de overzijde van de on geveer 1000 kilometer brede zee was een andere
nederzetting waargenomen. Het vergrote beeld op de scher men had houten
zeilschepen te zien gegeven die bemand waren met hoornhuidige wezens op
twee benen. Toen Rhodan de Stardust had laten dalen en vlak boven de primitief
gebouwde stad was blijven zweven, h ad niemand aandacht aan de reusachti ge
bol geschonken. De onbekende we zens daar beneden waren met hun schijnbaar
volkomen normale bezigheden doorgegaan.
Rhodan was weer doorgevlogen. Ten zuiden van de grote stad waren uitge strekte grasvlakten verschene n. De zich daarna afspelende gebeurtenis sen
hadden de mannen de laatste schok toegebracht.
Ze hadden het silhouet van de Noord amerikaanse Black Hills niet gezien.
Evenmin als ze de Indianen hadden gezien die op het moment waarop ze binnen
gezichtsbereik kwamen in een bloedig gevecht met baardige blanke mannen
gewikkeld waren. De geluid versterker had de doffe knallen van wapens van groot
kaliber overgebracht.
Dat was te veel geweest. Rhodan was te midden van een hevige strijd ge land.
Een officier in donkerblauw cavalerie-uniform was, met zijn sabel zwaaiend, naar
de Stardust komen toedraven. Hij bereed een prachtig paard. Rhodan had
ongelooflijk duidelijk de donkere monding van de op hem gerichte Coltrevolver
model 1867 gezien.
Toen Bull op het paard s choot, was het spookbeeld in enkele ogenblikken totaal
verdwenen. Het was een soort waanvoorstelling geweest; een zinsbegoocheling,
maar zó levendig dat de mannen van de landingsgroep minuten later nog
krijtwitte gezichten hadden.
Na deze belevenis wilden ze weer starten, er vast van overtuigd dat de
onbekende zeevarende wezens even eens een zinsbegoocheling waren ge weest.
Luitenant Everson was nog een eind je in de richting gelopen van waaruit de ruiter
over de prairie was komen aandraven. Even later ha dden ze de als een
waanzinnige te keer gaande officier met een injectie tot bedaren moeten
brengen. Hij had iets in het hoge gras gevonden dat beslist geen hallucinatie
was.
Rhodan had het schip hals over kop weer in de lucht gebracht.
Nu zat hij peinzend in een klein nevenvertrek van de commandocentrale met zijn
ineengeklemde handen op een klaptafeltje, waarop naast een dampende beker
thee het voorwerp lag dat Everson in het gras had ge vonden.
Het was een echte Coltrevolver, model Peacemaker, uit l867! De in
onberispelijke staat verkerende, door geen roestvlekje ontsierde cilinder bevatte
zes patronen kaliber 45. De stompe punten van de loden kogels waren
kruisvormig ingekerfd, wat bij de inslag een sterke vervorming van het projectiel
moest veroorzaken. De loop was vijftien centimeter lang. Een onderzoek van de
loop en het materiaal had uitgewezen dat het wa pen in de tweede helft van de
negentiende eeuw met de toen ter beschik king staande middelen was vervaar digd.
Everson zat aan de overkant van de taf el. Hij staarde bleek en geboeid naar het
wapen.
'Mijn vader heeft er ook zo een,' kreunde hij. 'Lieve hemel, waar komt dat oude
wapen vandaan? Hoe komt het hier? Dat is toch krankzinnig. Chef, ik word nog
gek! Als het niets anders dan een visioen is gewe est, hoe kan er dan een echte
Colt in het gras liggen? Ik ken dat kanon heel goed! Ik heb vaak met zo'n zelfde
model geschoten. Er is geen enkel verschil, dit is niet nagemaakt. Be kijkt u die
cilinder maar eens.'
Rhodan ontspande. Everson had zich herstel d, dat was zeker. De comman dant
dacht nog een ogenblik na. Toen nam hij een patroon uit de ci linder.
'Winchester-munitie,' legde Everson vlug uit. 'Dit is een origineel model. Gelooft u
me toch. Ik ken het! Met zo'n wapen heb ik m'n eerste prairie hond geschoten.'
'Heel aardig, maar onbelangrijk,' zei Rhodan eindelijk. Hij keek de overi ge om de
tafel heen zittende man nen één voor één aan.
'Jullie zullen langzamerhand wel hebben begrepen dat we aan een laat ste proef
onderworpen worden. ‘Dit,' hij tikt e op de Colt, 'is een onderdeel van de inmiddels
begonnen zenuwenoorlog! Kijk maar eens naar Everson, de nooit uit zijn
evenwicht te brengen flegmaticus. De herkomst van dit wapen is onbelangrijk.
Klein, heb jij bij de bemanning geïnformeerd of iemand zo 'n zakkanon uit
liefhebberij met zich meesleepte?'
'Niemand,' antwoordde Klein vlug. 'Goed, dan heeft Hij weer eens van zijn
onbegrijpelijke middelen gebruik gemaakt. We hebben daarstraks de Custer slag
in de Black Hills voorge toverd gekregen. Die heeft werkelijk eens plaats gehad.
Wie weet of de strijdende partijen niet voor enige ogenblikken in een heel ander
tijdperk werden verplaatst? Daarop zal de geschiedenis nooit een antwoord
geven. Deze Colt is in ieder geval hier. De loop is nog vuil. Er is mee geschoten.
Laat je niet meer over bluffen en hou je zenuwen in be dwang. Het gaat nu hard
tegen hard.' 'Maar het wapen lag toch in het gras,' herhaalde Everson fluisterend.
'Natuurlijk lag het daar. Je weet dat Hij dingen en mensen in de tijd kan
verplaatsen. Dat hebben we zelf ondervonden. Deze spuit is op een of andere
manier uit het aardse verle den opgedoken. Breek je daar maar niet langer het
hoofd over. Ik begrijp het ook niet. Ik weet nu alleen dat Hij nauwkeurig op de
hoogte is van de geschiedenis van onze wereld. Hoe had Hij' 'anders kunnen
weten dat wij op de verschijning van Sioux -indianen en Custers cavaleristen zo
emotioneel zouden reageren? Dat was de bedoeling. Wij moeten murw ge maakt
worden. Gaat je nu een licht op, Everson?'
Er was een peinzende blik in de ogen van de zwaar gebouwde officier ver schenen.
'De duivel hale hem,' zei hij knarse tandend. 'Ik ben algauw murw ge worden.'
Rhodan glimlachte vaag. Toen stak hij het wapen tussen zijn brede gor del.
'Je staat me toch toe, Everson? Je hebt toch niet meer dan zes patronen. Maar
als je wilt kun je er wat laten bijmaken.'
Rhodan groette vluchtig. Hij sprak niet meer over de kwestie toen hij de
ontspannen gezichten van zijn man nen zag. Ze kwamen weer tot zich zelf.
Tien minuten later land de het slagschip voor de tweede keer op het grondgebied
van de kunstmatige wer eld. En wel op een rond terrein van meer dan twee
kilometer, waarop de Stardust gemakkelijk plaats vond.
Het was een machtig gevaarte, met zijn uitgeschoven Iandingspoten meer d an
800 meter hoog.
De aan de rand van het terrein op rijzende toren was echter nog ruim 500 meter
hoger! Slank en schijnbaar broos wees hij omhoog naar de koe pel van het
energie scherm dat - van deze afstand gezien - een volkomen echt lijkende,
stralend blauwe hemel met tere wolkjes was.
De motoren verstomden na de lange vlucht. Buiten was alles stil en rus tig. Hier
waren noch dieren noch op mensen gelijkende wezens te zien.
Alles ademde rust en vrede uit, maar een mechanische rust. Het alomte genwoordige gegons kon geen lawaai worden genoemd. Het scheen bij deze
wereld te horen, evenals al haar technische wonderen.
Rhodan bleef enige ogenblikken rus tig zitten rondkijken. De optische ap paraten
toonden een duidelijk, kleu rig en helder beeld.
Het grote terrein scheen het centrum van deze machinestad te vormen. Hier
hadden de onbekende bouwers waarschijnlijk de belangrijkste bouw werken
geplaatst.
Het waren architectonisch gewaagde metaalconstructies, die glad en naadloos
uit de eveneens metaalachtig glanz ende bodem oprezen. '
De koepelbouw met vrijdragende uit steeksels overheerste, maar er waren ook
rechthoekige en cilindervormige bouwwerken. Ze vormden echter een
harmonisch geheel.
Perry Rhodan nam met een ver moeid gebaar zijn helm af en zette zijn lich te pet
op. Zoemend zwaaide zijn draaistoel om.
De mannen stonden verspreid in de centrale. De intercom stond aan. Er werd in
het schip geen woord gespro ken.
'Einde van de lange reis,' zei Rhodan zacht. 'Iemand, Hij of Het, verwacht ons.
Wat Het is zullen we waarschijnlijk nooit precies te weten komen. Het is iets dat
langer dan de zon leeft. Mooi, Crest, het doet me genoe gen dat ik je eindelijk bij
het doel van je idealen heb kunnen brengen. Zullen we van boord gaan? Of wil jij
nu ook niet meer?'
De Arkonide had zich in de in zijn land gebruikelijke kleding gestoken. De wijde,
paarse mantel met de glin sterende symbolen op de borst vorm de het kenteken
van de heersende dynastie op Arkon.
'Zeker, dank je,' antwoordde hij be daard. 'Ga je met me mee?'
Rhodan stond op. Lang, mager, slecht geschoren en in een nogal vlekkerig
uniform, stond hij voor de vertegenwoordiger van een ras waar aan de mensheid
veel te danken had. Eén ding was zeker
Als Crest op zijn speurtocht naar de ze kunstmatige wereld geen noodl anding op
de aardse maan had gemaakt, zou de mensheid zeker nog een paar eeuwen op
het begin van de meer dan lichtsnelle ruimtevaart hebben moe ten wachten.
Rhodan behoorde niet tot de typen die bewezen diensten vergeten. Lang zaam
streek hij het van zwee t plakkerige haar van zijn voorhoofd. Er flikkerde iets van
spot in zijn ogen toen hij zei: 'Jullie zien er uit als straatrovers. Wanneer hebben
we ons eigenlijk voor 't laatst gewassen? Ik kan me niet herinneren na de
bliksemstart van Ferron een douche t e hebben gezien.'
Bully veegde zuchtend zijn handen aan zijn overall af.
'Maar mijn wapen is dan ook tame lijk schoon,' bromde hij. 'Wanneer hadden we,
voor de duivel, in die hel een bad moeten nemen?'
'Je valt nauwelijks op, meneer Bully' merkte Thora sn ibbig op. 'Ik ben al lang
gewend in jouw nabijheid micro reukfilters in mijn neus te stoppen. Arkoniden van
voorname afkomst doen dat gewoonlijk op onderontwik kelde planeten met
barbaarse bewoners.'
Bully begon prompt uit te varen. Rho dan keek knipogend naar de fascinerende
vrouw. Toen gebeurde er iets wat hij van Thora nog niet had meegemaakt
Ze begon schaterend te lachen.
Bully brak zijn getier midden in een woord af. Zijn ogen leken uit hun kas sen te
puilen.
ook dat nog,' kreunde hij verslagen. 'He t beestje kan lachen! Niet te be grijpen.'
Rhodan had het gevoel dat Thora zo juist de aan haar ras en opvoeding eigen
arrogantie had afgelegd. Hij wreef peinzend met zijn hand over zijn stoppelbaard.
De pet met het insigne van de Derde Macht stond schuin en verfromfaaid op zijn
hoofd. 'Goed, dan gaan we maar,' besloot hij. 'Bully, stel de landingsgroep
samen. Gucky, Marshall, jullie gaan ook mee. De andere mutanten gaan in de
tweede wagen.
Majoor Nyssen, jij neemt tijdens mijn afwezigheid het bevel over de Stardust II
over. Mocht er iets gebeuren, probeer dan niet te starten. Je zou nooit in de vrije
ruimte kunnen komen. De gevechtstoestand blijft be staan'. Let goed op, maar
haal geen stommiteiten uit. Goed, nog iets te vragen?'
'Nee, niets meer te vra gen!' snauwde Bully en verdween met een woedende blik
naar Thora. Hoog opgericht, gekleed in het onberispelijk schone, sneeuwwitte
uniform van een slagschip commandante, stond ze naast de wetenschappelijk
leider van haar verongelukte onderzoekingsexpediti e. Haar paarse
schoudermantel toonde aan dat ook zij tot de heersende dy nastie op Arkon
behoorde.
Diep in het schip gingen de binnen sluizen van de laadruimen zoemend open.
Voeten trappelden door lange gangen. De landingsgroep bestond uit twintig
geselecteerde personen onder Rhodans persoonlijke leiding.
Bully stopte de voorste shift. De drie andere terreinwagens volgden zijn
voorbeeld.
De mannen staarden sprakeloos voor zich uit. Ze hadden de koepeldaken van
hun voertuigen open gezet. De lucht was goed, z acht en zuiver. De kunstmatige
atoomzon meende het goed met hen.
Dat was het echter niet wat Reginald Bull aanleiding tot zijn verwensing gaf.
Als men een rotte tomaat op een gou den schotel serveert, is dat iets
ongewoons. Maar nog veel ongewoner was de smerige kerel die plotseling uit
het niets opdook en herhaaldelijk op de grond spuwend om de voorste wagen
heen slenterde.
Rhodan grijnsde over zijn hele ge zicht. Dit was het tijdstip waarop de kwestie
hem begon te amuseren. Die verschijning was na tuurlijk weer een
spiegelgevecht van de onbekende.
Het kon eenvoudig niets anders zijn!
Het vermaakte zich blijkbaar koste lijk over de verblufte of wanhopige gezichten
van de aardse bezoekers.
Rhodan stapte op zijn gemak uit. De kerel spuwde alweer op de grond, waarbij
hij zwarte tandstompjes in een opgeblazen gezicht liet zien.
Hij had zijn duimen tussen zijn riem gehaakt, waaraan in holsters twee zware
Colts kaliber .45 bengelden. Zijn gevlekte leren broek stak in ho ge laarzen met
enorme sporen en hoge hakken. Al met al was de verschij ning een rasechte
Wildwest-bandiet, zoals Rhodan ze in zijn jeugd op het witte doek had leren
kennen.
Hij scheen gevoel voor humor te heb ben. Hij scheen te menen met typen uit de
geschiedenis van het Westen een bijzo nder diepe indruk op de be manning van
het ruimteschip te kunnen maken. Dat lukte Hem ook aar dig, maar alleen
Rhodan reageerde precies andersom. Hij liep naar de hem wijdbeens in de weg
staande gedaante toe. Er puilde vuurrood haar uit zijn aan de hals o penstaande
hemd. Rhodan kreeg pas achterdocht toen het nietszeggende gezicht van de ke rel uitdrukking aannam.
'Zo, stakker,' knauwde de kerel in het platste zuidelijke dialect. 'Je hebt honger,
hè. Ik kan je precies twaalf blauwe bonen onder je hempie f rommelen. Iets op
tegen?'
Rhodan verbleekte. Hij keek de ke rel sprakeloos en met zijn ogen knip perend
aan. Het individu spuwde weer. Rhodan begon inwendig te kreunen toen het
speeksel op de punt van zijn rechterschoen terechtkwam. Bully riep iets en
Rhodan liet zich onmiddellijk plat op de grond vallen.
Een impulsstraler bulderde. De verschijning werd door een laaiende gloed
omgeven.
Toen de flitsende staaf ophield, grijnsde de kerel breed en hatelijk. 'Dat had je
gedacht, hè? Man, ik ben echt. Ik of jij . Maar ik vreet de schurftigste roodhuid op
als ik snap wat hier aan de hand is. Ze hebben me gezegd dat jij me alleen in
mijn tijd zou kunnen neerleggen. Versta je dat?'
Rhodan stond op. Zijn gezicht stond strak. 'Doorrijden,' commandeerde hij kortaf.
Toen draaide hij zich om. Er klanken bijna gelijktijdig twee harde knallen.
Vlak bij Rhodans voeten ketste iets te gen de metalen bodem, om in ver vormde
toestand gierend en fluitend weg te schieten.
Rhodan bleef staan. Bully schoot weer, ditmaal met de dodel ijke desintegrator.
De kerel grijnsde alleen maar.
'Alleen in mijn tijd,' zei hij. 'Broer, het is jij of ik. Dat hebben ze me ge zegd. Ik ben
snel en ik schiet zuiver. Je moet beter zijn. Je moet daarginds die rode poort in.
De sleutel heb ik. Als jij hem me niet binnen een half uur hebt afgenomen, ga jij
naar de hel en mag ik terug. De ploerten zei den dat ik al een keer dood ben ge weest, neergeknald door een luizige sheriff. Dat kan best, want ik heb twee gaten
in m'n lijf.'
Hij trok zijn vuile hemd ope n. Rhodan voelde zijn knieën knikken, toen hij in de
borst van de verschijning twee met bloedkorsten omgeven ko gelgaten zag. Wat
ter wereld had Hij nu weer uitgebroed?
In de wagen waren de mutanten aan het werk.
'Hij leeft,' riep Marshall buiten zich zel f. 'Pas op, hij leeft werkelijk!'
Gucky richtte zich op. Hij slaagde er niet in de blijkbaar uitstekend be schermde
verschijning telekinetisch te beïnvloeden.
,Afgelopen,' fluisterde Crest hevig ontroerd. 'Dit is de laatste proef. Dit wezen
leeft. Het is afkomstig uit een ander tijdperk, maar het is af geschermd.'
Rhodan keek naar de grond. Twee lo den kogels waren op het harde me taal
afgeketst. Er was geen twijfel mogelijk.
'Nog twintig minuten, en dan is je tijd om,' bromde de vreemdeling 'En ze zeiden
dat ik dan weer zou kunnen leven. Versta je dat, stakker?' Rhodan stapte vlug
weer in de wagen. Er klonken harde commando's. Snel optrekkend stoven de
wagens op de aangegeven poort toe. Het was een hoge, asymetrisch gevormde
poort, beschermd door een rood achtig glinsterend energieveld.
Bully stopte met een schok. Rhodan stapte weer uit de wagen. De kerel was er
ook weer.
'Het geeft je toch niks,' zei hij grijn zend. 'Rare knol heb je daar, broer.' Rhodans
mutanten beproefden een voor een hun krachten op de poort. Het was zinloos.
Ze hadden de grens van hun kunnen bereikt. Ze openden het vuur uit de lichte,
op de wagens gemonteerde desintegratorkanonnen, maar er kwam nog steeds
geen beweging in de poort.
De vreemdeling zweeg nu. Ver ach ter hen werd een luid gegons hoorbaar.
Rondom de gelande Stardust verhief zich een blauwwitte vuur krans uit de
bodem.
'Ik heb je toch gezegd dat de duivel jullie zou halen,' snauwde de onbe kende uit
het verleden van de aarde. Nu geloofde Rhodan werkelijk aan zijn bestaa n. 'Nog
drie minuten. Je kunt me alleen in mijn tijd iets doen, broer.'
De mannen van de landingsgroep stonden ineengedoken voor de ver waarloosde
kerel met de kogelgaten in zijn borst. Hij had een griezelig kunstje uitgehaald.
Rhodan liep langzaam naar d e voorste wagen terug. De vreemdeling volgde hem
met een achterdochtige blik. Rhodan leunde zuchtend te gen de openstaande
deur, vouwde zijn handen op zijn rug en vroeg toen koel 'Alleen in jouw tijd, zei
je?'
Er flitste iets achter Rhodans rug vandaan. De onbekende greep bliksemsnel
naar zijn revolvers.
De doffe knal van een Colt, model Peacemaker, verscheurde de stilte. Een wolk
zwarte kruitdamp trok op. Op hetzelfde ogenblik maakte de verschijning een
halve draai en zakte toen in elkaar.
In Rhodans hand glom het door Everson gevonden wapen.
De onder zulke vreemde omstandig heden 'doodgeschoten' verschijning loste op.
Er bleef nog even een klaag lijk geluid in de lucht hangen, alsof iemand zachtjes
huilde, en toen was het voorbij.
Het energiescherm was verdwenen. De vuurkrans om de Stardust doofde uit.
Rhodan leunde hijgend tegen de wa gen. Het oude wapen bengelde aan zijn
rechterwijsvinger.
'Daar ligt het sleutelapparaat, op de grond,' zei hij hees. 'Vooruit, op schieten! De
kerel was inderdaad echt. Hi j heeft hem uit de negentiende eeuw gehaald en in
een ondoordringbaar beveiligingsscherm gehuld. Hij zei dat hij alleen in zijn tijd
overwonnen kon worden. En toen dacht ik opeens aan dit oude schietijzer. Ik had
het naast me op de bank neerge legd. Everson, als jij dit zakkanon niet in het gras
had gevonden. . .!'
Rhodan zweeg uitgeput. Het incident met de tot leven gewekte dode uit het verre
verleden, was slopend geweest. Even later ging de poort open. Eén impuls uit
het sleutelapparaat was voldoende ge weest.
'Kom binnen en wees welkom!' zei een zachte stem. Ditmaal was de stem met
het oor te horen en niet alleen in het onderbewustzijn.
'Hallo, oude vriend!' zei Rhodan en maakte een groetend gebaar met zijn hand.
'Dat geval met de Colt was niet slecht. Meneer heeft bepaald een scherp gevoel
voor humor.'
Crest keek ontsteld om toen dat bul derende, uitgelaten gelach weer klonk. Het
was alsof de hele kunst matige planeet door dat geluid zou gaan schudden.
Rhodan leunde met zijn schouder te gen de muur. Glimlachend keek hij in de
reusachtige hal achter de poort. Ze hadden het doel bereikt!
Het was geen mens. Het was zelfs geen organisch wezen. Misschien had Het
eens een lichaam bezeten, tot Het er in de loop van miljoenen jaren genoeg van
had gekregen om dat lastige aanhangsel nog langer met zich mee te sjouwen. Zo
was uit een voormalig Iets eenvoudig een Het ont staan.
Toch kon Het zich zichtbaar maken als liet dat wilde.
'Wat is Het?' had Rhodan gevraagd. John Marshall, de bekwame telepaat, had
zijn chef ondanks het raadselachtige gelach kunnen verstaan.
Marshall had lange tijd naar dat aan houdende gelach geluisterd, en zich toen
telepatisch met Betty Toufry beraden.
Het of Hij had niet tot bedaren kun nen komen. Er scheen iets gebeurd of door
Rhodan gezegd te zijn waar Het zich onbegrijpelijk
vrolijk over maakte.
Ten slotte had Marshall in Rhodans oor gebruld Het is een samengesteld geheel,
een psychisch levend, uit vele miljarden afzonderlijke zielen bestaand,
buitensporig groot, samengesteld wezen. U kunt gerust aannemen dat een heel,
ras zijn stoffelijkheid heeft opgege ven om in onstoffelijke vorm voort te bestaan.
Het betreft hier een vrijwil lig opgeven van de lichamelijkheid, na een onnoemelijk
lang leven, dat een organisme in zijn zuiver Stoffe lijke vorm waarschijnlijk toch
niet langer meer zou hebben uitgehouden. Het blijft Het! Of het nu om miljar den
onstoffelijk geworden lichamen gaat of om slechts één enkel Het is Het.'
Rhodan had zijn beide handen aan zijn hoofd gebracht.
Marshall had krampachtig gelachen toen hij de gedachten van de com mandant
las. 'Nee, ik ben nog goed bij m'n ver stand,' had hij gebruld.
Toen was het lachen plotseling ver stomd. Het was heel stil geworden in de
reusachtige, hooggewelfde hal, die behalve enige ondefinie erbare machines
niets scheen te bevatten.
Ze stonden een kleine twintig meter van de ingang verwijderd. Voor hen was een
gapende, roodachtig verlich te leegte.
Dat veranderde spontaan toen onver wacht een zekere vorm ontstond. Het
gebeurde precies onder h et midden van de koepel.
Aan het plafond verscheen een fel licht. Enige ogenblikken later vorm den zich
een heel eind boven de vloer nevelslierten die langzaam spiralen in elkaar
draaiden en uiteindelijk de vorm van een bol aannamen.
'Welkom,' zei dezelfde stem weer. 'Mijn verschijning zal u wel vreemd
voorkomen. Maar u zult inmiddels al hebben ervaren dat ik eigenaardig ben.'
Op deze woorden volgde een zacht lachje.
Perry Rhodan voelde zich opeens eenzaam en verlaten.
Crest en Thora stonden hoog opge richt voor de wachtende groep men sen.
Crests gezicht was opgeheven, in de richting vanwaar de stem kwam. Rhodan
stond nog met zijn rug tegen de kale metalen wand.
Maak dat je wegkomt, dacht hij bit ter. Hou op met die vervloekte onzin. Ik heb
wel iets anders te doen dan een oude man aan het eeuwige leven te helpen. Hou
op.
'Kom toch dichterbij,' klonk even la ter de uitnodiging.
Rhodan duwde zijn pet achterover. Met ogen waaraan te zien was dat hij in lange
tijd niet had geslapen, keek hij naar Crest, die plec htig een paar stappen naar
voren deed.'t Is om jaloers te worden;' fluisterde Bully. 'Zou Het hem het eeuwige
leven schenken?'
'Natuurlijk,' mompelde Rhodan ver moeid. 'Waarvoor zouden we anders al die
problemen hebben moeten op lossen, denk je? Het zal z ijn belofte gestand doen.
Ik zou nu nog maar twee dingen willen doen Eerst te we ten zien te komen
waarom Het zijn geheim wil afstaan en dan slapen. Meer niet.'
'Kom toch dichterbij,' klonk de uitno diging weer.
Crest keek onzeker om zich heen. Hij stond a l dicht bij het pulserende,
beurtelings uiteenraferelende en weer compacter wordende iets, waarin John
Marshall de geconcentreerde geestvermogens van stoffelijk gewor den wezens
meende te zien.
Het geval begon Rhodan de keel uit te hangen, zoals hij het ui tdrukte. Hij
maakte een nonchalant gebaar met zijn duim.
'Ga dan toch!' riep hij nijdig. 'De zaak is rond. Of moet ik je er nu ook nog heen
dragen?'
Crest leek ineen te krimpen. Hij waagde nog een stap. Toen begon hij te gillen.
Hij werd door een onzicht baar iets zo ruw teruggeslingerd, dat hij hulpeloos tegen
Thora's benen viel. 'Jou bedoel ik niet, Arkonide,' zei de stem weer. 'Het spijt me,
maar ik heb jouw ras twintigduizend jaar gele den een kans gegeven. Je hebt ge faald. De verlenging van biologis ch leven kan jou als vertegenwoordiger van een
gedegenereerd ras niet meer worden toegestaan. De jou ter be schikking
gestelde tijd is voorbij.' Crest gilde nog steeds. Rhodan trok zijn schouders
langzaam, als in een kramptoestand, van de muur.
'Eh?' deed Bully sprakeloos, draaide zich met een ruk om en keek Rho dan met
wijd opengesperde ogen aan. 'Hallo, ouwe vriend, waarom kom je niet dichterbij?'
vroeg iemand lachend. 'Wij kennen elkaar immers?' Rhodan voelde zijn knieën
knikken. Zijn baardstoppels stak en donker tegen zijn krijtwit geworden gezicht af.
'Ga naar voren,' zei Betty Toufry bij na plechtig. 'Het is de bedoeling dat u komt en
niet die arme, oude man. Ga!'
De mannen van de landingsgroep we ken achteruit. Eerst tekende zich he vige
verbijstering op hun gezichten af, maar dat veranderde onmiddellijk in een soort
waanzinnige verrukking.
Alleen Rhodan had het nog niet be grepen. Weifelend waagde hij een paar
stappen. 'Een ogenblik,' mompelde hij zacht. 'Ik. . . ik dacht dat. . .'
Hij voelde hoe hij als het ware voorzichtig naar de bol werd toegetrok ken, tot
deze op gelijke hoogte met Rhodans gezicht was.
.
'Zo ziet hij er dus uit,' zei de zachte stem vriendelijk. 'Een kleine verme tele
inboorling van de derde planeet in het stelsel van een kleine zon. Zo ziet hij er
dus uit! Hij is dromerig en in zich zelf gekeerd, hard voor zich zelf en andere
schepsels. En hij is een idealist! Hij wil opbouwen, iets groots tot stand brengen,
maar hij weet niet wat groot is. Om zijn doel te kunnen bereiken, komt hij naar
mij. Hallo, ouwe vriend!' Rhodan kwam pas weer tot zich zelf toen het gelach
voor de derde keer de hal deed trillen.
Plotseling meende hij te weten wat hij daar vóór zich had! Dit wezen moest
onbeschrijfelijk rijp, gelouterd en volstrekt onbaatzuc htig zijn. Gucky's gepiepte
opmerking gaf de doorslag.
Het kleine pelsdier sjirpte verrukt 'Nu weet ik het, chef! Het speelt graag, net zo
graag als ik. Het speelt met u, met de tijd, met datgene wat u eens
cultuurtijdperken hebt ge noemd. Begrijpt u dat?'
Ja, Perry Rhodan had het begrepen. Na Gucky's opmerkingen werd het lachen
nog luider. Rhodan voelde zich als geradbraakt. Hij durfde nauwelijks te denken
aan wat hem door dit machtige schepsel van onstoffelijk geworden materie werd
aangeboden.
Wat had Het ook weer gezegd over een 'kans' die het Arkonidenras
twintigduizend jaar geleden had ge kregen? Wat voor een kans?
Rhodan wachtte tot het stil was ge worden en zei toen iets wat de luiste rende
mannen deed schrikken.
'Hallo, ouwe vriend, je hebt een mon ster in mijn schip gebracht. Herinner je je
dat?' 'Ik herinner me alles wat ik tot nu toe heb gedaan,' antwoordde het
raadselachtige vrolijk.
'Mooi,' riep Rhodan woedend uit, 'wil je er dan maar voor zorgen dat we mijn
radarspecialist geen arm hoeven te amp uteren. Het beest was giftig. Ik heb geen
geschikte medicijnen daarvoor aan boord. Deze kwestie be schouw ik op het
ogenblik als de belangrijkste.'
Het werd stil. Het was alsof de hele kunstplaneet begon te ademen. Rho dan keek
een beetje spottend in het trillende licht. Crest had door de schrik zijn bewustzijn
verloren. Thora stond met gesloten ogen tegen de metalen wand. Ze wist dat de
Arkoniden hadden afgedaan.
Alles was voor niets geweest, haar expeditie, haar verbond met de men sen en
nog veel meer. Het beschouwde de Arkoniden als verliezers. Het was
onoverwinnelijk en blijkbaar niet te vermurwen.
'Wat ben je van plan, ouwe vriend?' vroeg de stem rustig.
'Help eerst mijn gewonde radarman!' 'De hulp is al onderweg. De giftige stoffen
worden uit het lichaam verwijderd. Maar jij, ouwe vriend, jij wilt het imperium van
de Arkoniden overnemen, hé? Het opnieuw op bouwen, ordenen en beschermen,
niet waar?'
'Precies,' antwoordde Rhodan.
Het zuchtte.
'Dat hebben al velen gewild. De meesten hebben op mijn tweede opgave al
schipbreuk geleden. Ik heb galactische culturen zien komen en gaan. Sommigen
heb ik geleid tot ik mij er niet langer mee bezig kon hou den. Misschien heb ik wat
variatie nodig. Vóór de Arkoniden is er een an der ras geweest, en daarvóór nog
een. Ik heb jouw wereld bekeken, Perry Rhodan. Ik geef jou en je soort de zelfde
kans als ik de Arkoniden heb gegeven. Voor mij zal dat maar een ogenblikje
duren, en dan zal ik weer moeten wachten op iemand die mijn overal
achtergelaten sporen begrijpt en zich met de oplossing ervan bezighoudt. Ik ben
je dankbaar voor het interessante spelletje, ouwe vriend. Je hebt je goed
geweerd. Begin nu maar. Ik zal je niet helpen, maar je verder ook niet
lastigvallen. Ga in het "fysiotron". De technische hulpmid delen van mijn
kunstmatig geschapen wereld zullen tot je be schikking staan, maar je zult zelf
moeten uitvinden wat je ermee kunt doen. Afgesproken?'
'Afgesproken,' antwoordde Rhodan. Het lachte weer, maar nu een beetje
verdrietig.
Zachtjes, wegstervend kl onk nog één keer de stem.
'Je verwacht iets groots en moois van de onsterfelijkheid, hé? Dat verwach ten
alle organische wezens, tot de vre selijke teleurstelling komt. De laatste vlucht is
die in de onstoffelijkheid. Eens zul je blij zijn je geest uit het omhulsel van je
lichaam te kunnen bevrijden. Maar daarmee heb je nog de tijd, tenminste wat jij
onder tijd verstaat. Veel geluk, ouwe vriend!
Met jou heb ik het boeiendste spelle tje sinds de opoffering van mijn stof felijkheid
beleefd. Ik zal verder toe kijken. Veel geluk.'
De lichtende spiraal loste op. De reusachtige hal was weer leeg.
Voordat de wachtenden iets konden zeggen, verscheen een man uit het niets.
Rhodan hief afwerend zijn handen op.
'Ik ben u toegewezen,' zei het wezen zakelijk. 'Geef me alstublieft een naam.'
'Wie ben je?' fluisterde Rhodan moeilijk. De vreemdeling, die er als een mens
uitzag, glimlachte. 'Ik ben speciaal voor u geconstrueerd. Van daar mijn menselijk
voorkomen.'
'Een robot?'
'In zekere zin wel, maar niet in de betekenis d ie u aan zo'n machine pleegt te
geven.'
'Inprotronisch?' hijgde Rhodan. 'Zesdimensionaal. Wil jij nu in het fy siotron gaan?'
'Waarvoor? Wat is dat?'
'Een cellenbad. U denkt waarschijn lijk dat biologisch voortbestaan door injecties
of bestralingen kan wor den verkregen. Laat ik u dan uit de droom helpen. Uw
cellen worden stuk voor stuk geconserveerd voor een tijd van precies
tweeënzestig jaren vol gens uw tijdrekening. Daarna treedt een onmiddellijk verval
in, tenzij u vóór het einde van de termijn hier ter ugkomt om u aan een nieuwe
conservering te onderwerpen.'
'Iedere tweeënzestig jaar?' stamelde Rhodan. Het begon hem langzamer hand te
duizelen.
'Ja zeker. Maar ik moet u er op wij zen dat u deze planeet telkens zelf zult moeten
vinden. Ik sta onbeperkt me t alle hulpmiddelen tot uw be schikking, maar u zult
mij moeten opzoeken. Mag ik u nu verzoe ken? Uw tijd is beperkt.'
De betekenis van deze woorden drong pas veel later tot Rhodan door.
Het was een korte, maar hevige pijn geweest. Een grote overgang was daarbij
vergeleken maar kinderspel.
Rhodans lichaam was te midden van de geweldige metalen kolommen in een
dunne nevel veranderd. Het duurde meer dan een uur, zoals Bul ly later
beweerde.
De vreemde robot stond onbeweeglijk bij de bedieningshefbomen van ee n
machine, die waarschijnlijk voor elk normaal wezen onbegrijpelijk was.
Rhodans onstoffelijk geworden li chaam onderging een behandeling in de
energievelden van die machine. Men kon zich wel bij benadering voorstellen
welke ingewikkelde technieken daarvoor nodig waren, maar van begrijpen was
geen sprake.
Als Het had gewild, had Het zich ge makkelijk tot heerser over het heel al kunnen
opwerpen.
Het dacht daar echter niet meer aan. Misschien was Het vroeger ook eens
van die wens bezeten geweest. Nu was Het een figuur op de achter grond!
geworden. Het verlangde niet veel!
Wie steeds de gestelde problemen op loste, kreeg een kans die 20.000 jaren van
kracht bleef. Het was een rede lijke kans, maar het kwam er blijk baar op aan hoe
ze benut werd.
Toen Rhodan na het proces wakker
werd voelde hij zich nog niet zo ver moeid en geradbraakt als toen hij in de
machine stapte. Hij kleedde zich zwijgend aan.
Hij keek peinzend en een beetje wan trouwig naar het op een mens gelij kende
wezen.
'Was dit een verjongingsk uur?' vroeg hij achterdochtig. 'Het leek mij meer een
superovergang.'
'Een verjonging is u niet toegestaan,' klonk het antwoord. 'Ik heb opdracht
gekregen u in uw huidige leeftijd te conserveren. U zult van nu af aan niet ouder
worden. U blijft de leef tijd houden die u op dit ogenblik hebt bereikt.'
'We zullen zien. Hoe gaat het met de gewonde ?'
'Hij wordt behandeld. Mag ik u nu verzoeken mee te gaan naar de
programmator? De installaties van deze planeet moeten op uw individuele
trillingen worden afgeste md. Uw tijd is beperkt. Overigens staat het u vrij ook
andere personen aan celcon servering te onderwerpen. U kunt de aanwezige
apparaten gebruiken wan neer u wilt. Hebt u bijzondere wensen?'
Rhodan liet zijn blik over de gespannen gezichten van de aanwezi gen gaan. Met
een bitter gevoel zag hij de begerigheid in hun ogen.
Maar dat was immers de natuurlijk ste zaak van de wereld. Wie zou niet het
eeuwige leven willen hebben?
Rhodan besefte op dat moment dat hij nooit meer aan zijn medewerkers zou
hoeven te twijfelen. Hij was de enige die hun toegang tot het fysiotron kon geven.
'Vooruit, Bull,' zei hij kortaf. Toen verliet hij achter de zo menselijk lij kende robot
de grote hal.
Toen de Stardust II de hypersprong inzette, verbleekte achter de vuur - .
spuwende motoren een zon die door Het naar een natuurlijke ster was na gebootst. De planeet Zwerver bleef achter.
Toen het slagschip, na de schok van de overgang, weer de normale ruim te
indook, glansde Wega vóór hen. Rhodan keek slechts even naar de
beeldschermen. De ster was inderdaad bedaard. Van een zich ontwikkelende
nova was niets meer te zien.
Rhodan gaf het commando aan ma joor Nyssen over. Het had woord ge houden.
De in verband met een op te lossen probleem eruptief geworden Wega was weer
genormaliseerd. Het had geen zin ook maar één gedachte aan dit feit te
verspillen. Dat was toch niet te begrijpen.
'Geen tussenlanding op Ferron,' zei Rhodan vermoeid. 'Lieve hemel, ik zou wel
eens willen weten waarom die halfrobot zo'n ontzettende haast had.'
De Arkonidische vechtrobots salueerden voor de commandant. Crest en Thora
hadden zich in hun hutten teruggetrokken.
Zij wisten sinds enige uren dat met Rhodans erkenning een nieuw tijdsperk was
aangebroken. De mensheid, begon te ontwaken. Het zou niet lang meer dur en
voor ze naar de sterren zou grijpen.
Maar daaraan dacht Perry Rhodan niet toen hij naar zijn hut ging. Hij wilde alleen
nog naar huis, meer niet.
Hij of Het oeroude niet -stoffelijke geestwezen heeft zijn beslissing genomen en
daarmee de twee Arkoniden tot wanhoop gebracht. Alleen Perry Rhodan en Bully
als vertegenwoordigers van het jonge zich snel ontwikkelende mensenras zijn
door Hem voor een cellen conservering waardig bevonden. Maar de rest van de
mensheid? Is die voldoende rijp om de sterren te bez itten. . .? Lees het volgende
deel van de Perry Rhodan -serie
Nr. 20 - VENUS IN GEVAAR