HOOFDSTUK XV
HET TOUWTJE VAN het huis van Gottwald hing naar buiten voor Doctor Paul Proteus.
Hij trok eraan, luisterde vergenoegd naar het geluid van de klink en wandelde naar binnen. De woonkamer werd vaag verlicht door kleine, stoffige raampjes en het weinige licht dat binnenkwam stierf zonder weerspiegeling weg op doffe, donkere oude oppervlakken. De vloer deinde onder Pauls voeten als een spiraalbed.
'Het huis ademt met u mee, net als goed ondergoed,' zei een lispelende stem uit de schaduw. Paul keek in de richting waar hij vandaan kwam. De man zoog aan zijn sigaret, die zijn ronde gezicht met een roze gloed verlichtte. 'Doctor Proteus?'
'Ja.'
'Ik ben Doctor Pond. Moet ik het licht aandoen?'
'Graag, Doctor.'
'Nou, er is geen licht. Overal petroleumlampen. Wilt u misschien even uw handen wassen of zo?'
'Nou, nee -'
'Omdat er, als u dat wel wilt, een pomp op het erf is, en een poepdoos bij de kippenren. Wilt u de termieten, de houtworm, het varkenshok en de mestkar zien, of zullen we naar dat huis op Griffin Boulevard gaan?' Hij liep naar voren zodat ze elkaar konden zien. Doctor Pond was erg jong, dik en ernstig en het was duidelijk dat hij zich in deze omgeving niet op zijn gemak voelde.
'Nou, u wilt me dit huis wel graag verkopen,' zei Paul lachend. Met ieder nieuw ongemak werd het huis steeds aantrekkelijker. Het was een volledig geïsoleerd stukje verleden, afgesneden van de stroomversnellingen van de geschiedenis, de maatschappij en de economie. Tijdloos.
'Ik heb een bepaalde verantwoordelijkheid,' zei Doctor Pond voorzichtig. 'Een administrateur die niet beseft dat er nog andere dingen bestaan dan het Handboek, is als een schip zonder roer.'
'O ja?' zei Paul afwezig. Hij stond door een raampje naar het erf te kijken, waar hij door een openstaande schuurdeur de stevige achterhand van een koe zag.
'Ja,' zei Doctor Pond, 'als een schip zonder roer. Het Handboek vertelt me bijvoorbeeld niet dat ik ervoor moet zorgen dat iedere man een huis krijgt dat bij zijn status past. Het huis waarin iemand woont kan het aanzien van zijn baan verminderen of vermeerderen - kan de stabiliteit en het aanzien van het hele systeem verminderen of vermeerderen.'
'U zegt dat ik deze hele boerderij kan krijgen voor achtduizend?'
'Alstublieft, Doctor - u brengt me in een onaangename positie. Ik was opgewonden toen u opbelde, omdat deze plaats me al zo lang dwarszit. Maar toen kreeg ik last van mijn geweten, en, tja, ik kan het u gewoon niet laten doen.'
'Ik neem hem. Horen de dieren erbij?'
'Alles hoort erbij. Dat staat in Gottwalds testament. Hij moet zo blijven als hij is en het land moet bewerkt worden. Ziet u nou hoe onmogelijk het is? Nou, zullen we dan maar naar de Griffin Boulevard gaan, waar precies het goede huis staat voor de Directeur van de Ilium Fabriek?' Toen hij die titel uitsprak klonk zijn stem als een koor van Franse hoorns.
'Ik wil dit huis hebben.'
'Als u mij dwingt het te verkopen, neem ik mijn ontslag.'
Doctor Pond werd rood. 'Misschien is mijn classificatie-nummer wel tweemaal zo hoog als dat van u, maar ik heb een bepaalde hoeveelheid integriteit.'
Uit Ponds mond klonk dat woord Paul erg belachelijk in de oren en hij begon te lachen. Toen zag hij hoe gespannen de man was en besefte hij dat Pond inderdaad over integriteit sprak. Dit onbetekenende mannetje met zijn onbetekenende baan had onbetekenende standaarden waarvoor hij zijn onbetekenende leven wilde geven. En Paul had een visioen van de beschaving als een grote, maar lekke dijk waarachter duizenden en duizenden mannen als Doctor Pond in een rij stonden terwijl elke man met een grimmig gezicht met een vinger een gaatje dichthield.
'Het is natuurlijk alleen maar liefhebberij - een stukje speelgoed,' loog Paul. 'Ik blijf in mijn eigen huis wonen.'
Doctor Pond zuchtte en liet zich in een stoel vallen. 'O - God zij dank! O! U heeft er geen idee van hoeveel beter ik me voel.' Hij lachte zenuwachtig. 'Natuurlijk, natuurlijk, natuurlijk. En u houdt meneer Haycox in dienst?'
'Wie is meneer Haycox?'
'De Kraker en Breker die het hier op gang houdt. Hij krijgt zijn bevelen van de Krakers en de Brekers maar hij wordt betaald door de Gottwald Stichting. Dat zou u ook moeten doen.'
'Ik zou hem graag ontmoeten.'
'Hij is ook antiek.' Hij stak zijn handen omhoog. 'Wat een huis. Ik denk dat u gek bent, gewoon gek. Maar hij die de muzikant betaalt mag zeggen hoe het liedje heet.'
'Zolang hij het systeem geen afbreuk doet.'
'Precies! Dat is bijna goed genoeg om boven de schoorsteen te hangen, maar dat zal wel niet mogen.'
'Wat vindt u van 'Na ons de zondvloed',' zei Paul.
'Hmm?' Doctor Pond probeerde het citaat thuis te brengen; hij dacht kennelijk dat het een soort plezierig jeugdsentiment was voor liefhebbers van poëzie en hij lachte. 'Dat is ook erg aardig.' Kennelijk bleef het woord 'zondvloed' in zijn hoofd hangen. 'Nog even over de kelder hier; die heeft een aarden vloer en hij is vochtig.'
Hij stak zijn hoofd uit de deuropening, trok zijn neus op voor de zoete, sterke lucht van mest die in de zon ligt te stoven en riep, 'Meneer Haycox! Hé, meneer Haycox!'
Paul had de achterkant van de grote staande klok opengemaakt. 'Verdomd,' zei hij binnensmonds. 'Houten binnenwerk.' Hij keek op zijn eigen horloge, de schokvrije, waterdichte, anti-magnetische, lichtgevende, zelfopwindende chronometer die Anita hem met Kerstmis had gegeven en hij zag dat de staande klok maar ongeveer twaalf minuten achterliep. Hij gaf toe aan een atavistische opwelling en zette zijn horloge gelijk met de wijzers van de oude klok, die krakend en piepend de seconden wegtikte met het geluid van een houten schip dat tegen de wind optornt.
Het huis was vast het oudste in het hele dal. De ruwe dakbalken zaten vlak boven Pauls hoofd en de schoorsteen was zwart beroet en nergens zag hij een echte rechte hoek. Het leek wel of het huis zich op zijn fundering had uitgerekt en rondgedraaid tot het een makkelijke houding had gevonden - als een slapende hond.
Nog merkwaardiger was het dat het huis precies overeenkwam met Pauls bijzondere, om niet te zeggen eigenaardige, wensen. Hier had hij een plek waar hij met zijn handen kon werken, waar hij in de natuur kon leven zonder dat hij door andere menselijke wezens, behalve dan zijn vrouw, werd gestoord. En niet alleen dat, maar Anita, die zoveel van oude kolonistenspullen hield, zou betoverd zijn; ze zou verstomd staan van dit volledig echte stukje verleden.
'Aha,' zei Doctor Pond, 'daar is meneer Haycox eindelijk. Als je hem roept, roept hij nooit terug. Hij komt gewoon op zijn eigen trage manier.'
Paul keek naar Haycox die aan kwam stampen over het erf. De oppasser was een oude man met kort wit haar, grof, gebruind en hij had net als Rudy Hertz, geweldig grote handen. Maar meneer Haycox was niet uitgedroogd zoals Rudy. Zijn vlees was stevig, hard en goed van kleur. De voornaamste tol die hij aan de tijd had betaald waren zijn tanden, waarvan hij er nog maar weinig over had. Hij kwam zo uit een museumtafereel. Hij droeg een ouderwetse blauwe overall, een strohoed met een brede rand en zware, modderige werkschoenen.
Alsof hij het anachronisme van meneer Haycox en de Gottwald boerderij wilde benadrukken, verscheen aan de andere kant van de heg een van de mannen van Doctor Ormand van Curler op een tractor. Hij droeg een blinkend witte overall, een rode honkbalpet, open sandalen die bijna nooit op de grond kwamen en witte handschoenen die, net als Pauls handen, zelden iets anders aanraakten dan stuurwielen, hendels en schakelaars.
'Wat willen jullie hier?' zei meneer Haycox. 'Wat is er nou weer?' Hij had een krachtige stem. Hij had in het geheel geen last van de schaapachtigheid en de kruiperigheid die Paul zo vaak had gezien in Krakers en Brekers. Meneer Haycox gedroeg zich of hij de eigenaar van de boerderij was, wilde het gesprek kort en kernachtig houden en betwijfelde of datgene waar ze hem voor nodig hadden belangrijker was dan de dingen waar hij mee bezig was.
'Doctor Proteus - dit is meneer Haycox.'
'Hoe maakt u het?' zei Paul.
"Ngenaam,' zei meneer Haycox. 'Wat voor dokter?'
'Doctor in de natuurwetenschappen,' zei Paul.
Meneer Haycox scheen geërgerd en teleurgesteld. 'Dat noem ik geen dokter. Er zijn maar drie soorten dokters: tandartsen, veeartsen en huisartsen. Bent u er zo een?'
'Nee. Het spijt me.'
'Dan bent u geen dokter.'
'Hij is wel doctor,' zei Doctor Pond ernstig. 'Hij weet hoe je machines gezond moet houden.' Hij probeerde de belangrijkheid van diploma's door te laten dringen tot deze pummel.
'Monteur,' zei meneer Haycox.
'Nou,' zei Doctor Pond, 'je kan naar de universiteit gaan en daar allerlei andere dingen leren behalve het genezen van mensen en dieren. Ik bedoel maar. De moderne wereld zou al gauw stilstaan als er geen mannen waren die de ingewikkelde onderdelen van de beschaving op gang hielden.'
'Hm,' zei meneer Haycox apatisch. 'Wat houden jullie dan aan de gang?'
Doctor Pond lachte bescheiden. 'Ik ben zeven jaar op de Cornell School voor Gevorderd Makelaars Onderwijs geweest om de Doctorsgraad in de Makelarij te halen en deze baan te krijgen.
'Noem jezelf ook dokter, hè?' zei meneer Haycox.
'Ik denk wel dat ik zonder angst voor tegenspraak kan zeggen dat ik die graad heb verdiend,' zei Doctor Pond koeltjes. 'Mijn proefschrift was dat jaar op twee na het langste in het land - achthonderdzesennegentig pagina's klein letterkorps en smalle kantlijnen.'
'Huizenverkoper,' zei meneer Haycox. Hij keek van Paul naar Doctor Pond alsof hij wachtte tot een van hen iets zou zeggen dat de moeite van het luisteren waard was. Toen ze na twintig seconden nog geen mond opendeden draaide hij zich om. 'Ik ben dokter in de koeienpoep, varkenspoep en kippenpoep,' zei hij. 'Als jullie dokters eindelijk weten wat jullie willen kunnen jullie me in de schuur vinden waar ik mijn proefschrift bij elkaar hark.'
'Meneer Haycox!' zei Doctor Pond woest. 'U blijft hier tot we klaar zijn met u.'
'Dacht dat jullie al klaar waren.' Hij stopte en stond doodstil.
'Doctor Proteus koopt de boerderij.'
'Mijn boerderij?' Meneer Haycox draaide zich langzaam om, zijn gezicht stond bezorgd.
'De boerderij die u in orde houdt,' zei Doctor Pond.
'Mijn boerderij.'
'De boerderij van de Gottwald Stichting,' zei Doctor Pond.
'Is dat een man?'
'U weet wel dat dat niet zo is.'
'Nou, ik ben wel een man. En zover het mensen betreft is dit hier mijn boerderij en niet die van iemand anders. Ik ben de enige die zich er ooit iets van heeft aangetrokken, die er ooit iets aan heeft gedaan.' Hij keek Paul ernstig aan. 'U weet dat er in het testament staat dat alles precies zo moet blijven?'
'Dat ben ik ook van plan.'
'En ik moet ook blijven,' zei meneer Haycox.
'Nou, dat weet ik nog niet zeker,' zei Paul. Dit was een onvoorziene complicatie. Hij was van plan geweest zelf het werk te doen. Dat was juist de bedoeling van de hele zaak.
'Dat staat niet in het testament,' zei Doctor Pond, blij dat hij iets gevonden had dat meneer Haycox wat meer respect zou doen tonen.
'Maar u zal me toch in dienst moeten houden,' zei meneer Haycox. 'Dit is mijn werk.' Hij wees naar het erf en naar de gebouwen die er allemaal keurig uitzagen. 'Dit heb ik altijd gedaan.'
'Gottwald heeft de boerderij gekocht van de vader van meneer Haycox,' legde Doctor Pond uit. 'Ik denk dat er een soort informele overeenkomst was dat meneer Haycox zijn hele leven hier kon werken.
'Informeel, je zuster!' zei meneer Haycox. 'Hij heeft het beloofd, Gottwald. Dit is al honderden jaren familiebezit. En ik ben de laatste van de reeks en Gottwald beloofde met zijn hand op zijn hart, beloofde hij dat ik het als mijn eigendom kon beschouwen tot het voor mij tijd werd om te gaan.'
'Nou, die tijd is gekomen,' zei Doctor Pond.
'Dood - Gottwald bedoelde wanneer ik dood zou gaan. Ik ben al twee keer zo oud als jij, vriendje, en ik zal nog twee keer zo oud worden.' Hij ging vlak bij Doctor Pond staan en keek hem schattend aan. 'Ik heb in mijn leven zoveel mesthopen verplaatst dat ik denk dat ik zo'n klein erwtje als jij wel met een arm over de schuur kan gooien.'
Doctor Pond keek angstig en hij deed een paar stappen achteruit. 'Dat zullen we nog wel zien,' zei hij zwakjes.
'Hoor eens,' zei Paul haastig. 'Ik ben er zeker van dat we tot een overeenkomst kunnen komen. Zodra de akte is getekend, meneer Haycox, werkt u voor mij.'
'Alles blijft precies zoals het is?'
'Af en toe zal ik hier met mijn vrouw komen.' Het leek nu geen geschikt moment om hem of wie dan ook te vertellen dat Anita en hij zich er blijvend zouden vestigen.
Haycox vond dit al erg genoeg. 'Wanneer?'
'Dat zullen we je tijdig laten weten.'
Hij knikte grimmig. Toen, geheel onverwacht lachte meneer Haycox vriendelijk. 'Vraag me af of ik die Doctor in de Makelarij heb beledigd?' Pond was weggevlucht. 'Nou, ik ga weer aan het werk. Als dit toch uw boerderij wordt, mag u de pomp wel eens repareren. Die heeft een nieuwe pakking nodig.'
'Ik zou niet weten hoe,' zei Paul.
'Misschien,' zei Haycox, 'misschien als je nog tien of twintig jaar langer naar school was gegaan, was iemand er dan aan toe gekomen om je te laten zien hoe, Doctor.'