5
Haar moeder is met een vriendin naar Schagen, vertelt haar vader. Hij is opgelucht dat ze even weg is. Ze scheldt hem voortdurend uit. Hij kan niets goed doen. Ze heeft zichzelf totaal niet meer in de hand. Hij hoopt dat die vriendin haar een beetje rustig krijgt.
Ze drinken een biertje. Emma voelt zich leeg.
Ze zou 24 uur achter elkaar willen slapen. Diep en zonder dromen. Ze zou willen wegzinken in een soort coma. Tot vrijdag. Totdat Steffie wordt begraven.
“We mogen haar toch nog zien van Cees,” zegt Emma’s vader. “Hij schijnt van gedachten veranderd te zijn. Heb jij soms met hem gepraat?”
Ze knikt.
Haar vader neemt haar gezicht in zijn handen. Hij drukt een kus op haar voorhoofd. “Dank je wel, kind.”
Ze staat op. “Ik wil graag even alleen zijn. Zou ma dat begrijpen?”
“Ik leg het haar wel uit Maar als je het niet redt in je eentje, kom je naar ons. Afgesproken?”
“Afgesproken.” Ze kust hem hartelijk. “Dag lieve pap. Hoe moet het nu verder?”
“Ik weet het niet, kind. Ik kan niet meer nadenken. Ik heb steeds het gevoel dat dit allemaal niet echt gebeurt. Dat Steffie straks gewoon weer tevoorschijn komt. En dat alles dan weer normaal wordt.”
“We redden het wel, pap. Jij zeker. Ik help je.” Ze meent het.
Als ze de straat uit rijdt, wordt ze gebeld. Ze vist de telefoon uit haar tas en ziet op hetzelfde moment een politieauto achter zich rijden. Ze zet de auto aan de kant en neemt op. Het is Cees. Ze schrikt van zijn stem. Hij klinkt afgemeten. “Ik wil met je praten, Emma. Zo snel mogelijk. Vandaag nog.”
“Wat is er aan de hand? Je klinkt zo boos.”
“Dat ben ik ook. Snap je dat verdomme niet? Mijn vrouw is dood. Vermoord. En degene die dat gedaan leek te hebben is weer vrij. Die heeft er blijkbaar niets mee te maken.”
“Dat klopt niet, Cees.”
“Hoe weet jij dat?”
“Dat weet ik niet, dat voel ik.”
“Gelul. Jij weet hier meer van, Emma.”
Ze voelt haar hart drie slagen overslaan. Maar ze herstelt zich onmiddellijk. “Ga nu geen onzin zitten uitkramen, Cees.”
“Ik wil met je praten. Jij gaat mij precies vertellen wat er die avond is gebeurd. Ik heb morgenochtend een afspraak met de beide rechercheurs en ik ga tegen ze zeggen hoe ik over jouw rol in dit drama denk. Wat ik vermoed. Geloof me, hun oren zullen ervan klapperen. Ik ken je. Jij verbergt iets. En daar ga ik het over hebben. Tenzij je eerlijk tegen me bent. Ik kom vanavond om half-negen. Zorg dat je thuis bent, Emma.”
Ze zit een paar seconden doodstil maar haar telefoon te staren. Dit gaat niet goed. Wat weet hij?
Niets, hij kan niets weten. Hij gist, hij insinueert en probeert haar uit haar tent te lokken.
Ze start de auto weer en rijdt Oude Sluis uit. Als ze de dijk op rijdt waar ze woont, komt ze achter een tractor te zitten. Ze zucht diep. Dit schiet weer eens niet op. De tractor stopt. Emma kijkt opzij. Ze staat naast een gele auto. Het is een Mazda. Er zit een wit stuk karton op de zijruit geplakt. Ze leest wat erop staat.
WEGENS OMSTANDIGHEDEN TE KOOP VOOR 100 EURO. KEURING IS GELDIG TOT JUNI. INFORMATIE OP NUMMER 6.
Ze kijkt nog eens naar het karton. Het staat er écht. 100 Euro.
De tractor komt weer in beweging. Als ze verder rijdt, blijft ze door haar achteruitkijkspiegel naar de gele Mazda kijken.