27

De ontmoeting met Edo galmt nog na in mijn hoofd. Hij vertelde dat Emma volgens de politie consequent heeft ontkend dat ze seks met hem heeft gehad. Ze schijnt gezegd te hebben dat hij nog nooit in haar huis is geweest. Hij werd woest toen hij het hierover had. Er stonden zweetdruppels op zijn voorhoofd en hij balde zijn handen op een krampachtige manier tot vuisten. Hij had een radeloze blik in zijn ogen toen hij zei dat hij nog nooit in zijn leven zo’n gruwelijk wijf had ontmoet. Zo’n pathologisch geval. Zo’n impertinente leugenaar. En dat hij ter plekke kon kotsen van het idee dat hij dat wijf had geneukt. Hij verontschuldigde zich voor zijn grofheid maar ik weerde dat af. Hij kon mij niet grof genoeg zijn.

Hij vertelde me daarna nog iets opmerkelijks. Iemand die dit dodelijke slaapmiddel inneemt, valt eerst in een diepe slaap. Het is afhankelijk van de lichamelijke gesteldheid hoe lang het duurt voordat men het bewustzijn verliest. Steffie had behoorlijk veel gedronken. Edo dacht dat zij snel na het drinken van het middel bewusteloos kan zijn geraakt. Toen ken Emma met haar doen wat ze wilde. Ik heb hem niets over het verwisselen van de kopjes verteld. Maar ik heb wel mijn eigen conclusies getrokken. Emma voerde een act op, toen ze begon te lallen en van haar stoel gleed. Ze deed of ze in slaap viel. Als er werkelijk iets in haar koffie had gezeten, zou ze niet direct in slaap zijn gevallen. Ze zette mij heel bewust op het verkeerde been. Maar ze heeft zich waarschijnlijk niet gerealiseerd dat ik later tot de conclusie zou kunnen komen dat de dodelijke vloeistof die ze achterovergedrukt lijkt te hebben, nog in haar huis is.

En dat ze me zelf de richting heeft gewezen waar dat spul zich bevindt.

Toen ik Isha ging ophalen, trof ik een opgewonden Martine, die me trots vertelde dat mijn dochter drie passen zelfstandig had gelopen. Ze hees Isha overeind en wees naar mij. “Ga maar naar papa,” moedigde ze haar aan en ze liet haar los. Isha zakte direct door haar knieën en kroop in mijn richting. “Ze deed het echt,” riep Martine vertwijfeld Ze raakte geëmotioneerd. Ik troostte haar. “Ik mis Steffie zo,” huilde ze.

Toen brak ik. We snikten samen, de armen stevig om elkaar heen geklemd. Isha zat stil op de grond.

Martine was de eerste die zich herstelde. “Kom, laten we hiermee ophouden. Het lost niets op. En het kind kan er overstuur door raken.” Isha strekte haar armpjes uit en ik tilde haar op. “Ik ben blij dat ze jou als oma heeft,” zei ik. “Nu niet weer gaan huilen. Ik meen het. En ik wil dat tegen je zeggen. Ze is haar moeder kwijt maar ze heeft jou nog. Dat is in ieder geval goed.”

“Ik ben bang dat ik Emma ook nooit meer terugzie,” antwoordde Martine. Ze keek langs me heen naar de foto op de televisie. Een oude foto van haar gezin. Twee lachende dochters met hun trotse ouders. Een moment uit betere tijden. “Wat denk jij daarvan?”

Ik dacht even na. “Ze kwam toch altijd terug?”

“Ja. Maar…” Ze rilde. “Nu is het anders.”

“Wat bedoel je?”

“Ik weet zelf niet goed wat ik bedoel. Ik moet er nog beter over nadenken.”

Ik schrok. Wat wist Martine? Wist ze iets?

“Dank je wel dat je dat zei. Over mij. Je kunt altijd op me rekenen.”

“Ik wil je iets vragen,” bedacht ik. Het idee kwam zomaar in me op. “Maar voel je niet verplicht om ja te zeggen.”

Ze knikte. “Vraag maar.”

“Heb je ergens nog een sleutel van Emma’s huis?” Ze liep naar de keuken en ik hoorde haar in de besteklade rommelen. Toen ze terugkwam, liet ze een sleutel zien. “Dit is hem. Ze heeft ons er twee gegeven. Eentje als reserve.” Ze reikte me de sleutel aan. “Ik hoef niet te weten wat je ermee gaat doen,” zei ze kortaf.