6

 

Bosch, Brenner en de mannen van het responseteam stonden zwijgend bij elkaar. Het gevoel dat er een heel ernstige situatie was ontstaan, was haast tastbaar. Ze hadden zojuist de bevestiging gekregen dat Stanley Kent tweeendertig staafjes cesium uit de kluis van de Sint Agatha Vrouwenkliniek had gehaald, dat hij die naar alle waarschijnlijkheid aan onbekenden had overhandigd en dat die onbekenden hem op het uitkijkpunt van Mulholland hadden geexecuteerd.

`Tweeendertig staafjes...' zei Bosch. 'Hoeveel schade kun je daarmee aanrichten?'

`Met die hoeveelheid kun je de klus wel klaren,' zei Brenner. 'Als iemand een boodschap wil achterlaten, dan wordt die luid en duidelijk overgebracht.'

Bosch bedacht plotseling iets wat niet helemaal in overeenstemming was met de feiten. `Wacht even,' zei hij. 'Die stralingsringen die Kent om zijn vingers had, duidden niet op straling. Hoe kon hij het cesium meenemen zonder dat die dingen als kerstboomlichtjes zijn gaan flikkeren?'

Brenner schudde zijn hoofd. `Hij heeft vast een varken gebruikt.' `Een wat?'

`De kist waarin het cesium wordt vervoerd noemen ze een "varken".

Zie het maar als een soort schoonmaakwagentje, maar dan op de plaats van de emmer een Loden kist. Het is flink zwaar en laag bij de grond. Vandaar dat ze het een varken noemen.'

`Kon hij dan zomaar met dat geval de kliniek uit lopen?' Brenner wees naar het clipboard op het bureau en zei: 'Er wordt wel vaker materiaal van het ene naar het andere ziekenhuis vervoerd. Hij heeft een staafje uitgeschreven en er tweeendertig meegenomen. Dat is ongebruikelijk, niet het feit dat hij cesium vervoerde. En trouwens, wie zou het in zijn hoofd halen de inhoud van die kist te controleren?'

Bosch dacht aan de vier putjes in de bekleding van de kofferbak van de Porsche. Er had wat zwaars in de kofferbak gestaan, iets wat er blijkbaar uit was getild. Bosch begreep wat dat zware object was geweest en het bevestigde het rampscenario.

Ik moet even bellen,' zei Brenner. Hij ging een paar meter verderop staan en pakte zijn mobiel. Bosch besloot dat het tijd was om zelf even te bellen. Hij liep naar een hoek van het lab en toetste het nummer van zijn partner in.

`Ignacio? Ik ben het.' `Zeg toch Iggy, Harry. Hoe gaat het daar?' `Niet best. Kent heeft de hele kluis leeggeroofd. Al het cesium is verdwenen.'

Maak je nou een geintje? Dat cesium is toch dat spul waarvan je zei dat er een vuile born van gemaakt kan worden?'

'Precies. Ben jij nog op de PD?' 'Ja. Luister. Ik heb bier een knaap die misschien iets heeft gezien.' `Hoezo "die misschien iets heeft gezien"? Wie is het? Een buurman?' 'Nee, het is een wat vreemd verhaal. Dat huis waar Madonna zou wonen?' `Ja?'

`Nou. Die heeft er ooit gewoond, maar nu niet meer. Ik ben erheen gegaan en heb aangebeld. De gozer die er nu woont, zegt niets gehoord of gezien te hebben. Ik ga het tuinpad af en terwijl ik wegloop, zie ik iemand die zich achter een stelletje gigantische terracotta potten met boompjes erin verschuilt. Ik trek mijn wapen en bel om assistentie, omdat ik denk dat het de schutter wel eens zou kunnen zijn. Blijkt dat het een jochie is, net twintig en zo uit Canada gekomen, dat denkt dat Madonna daar nog steeds woont. Hij heeft zo'n plattegrond bij zich waarop staat waar de sterren wonen en ook aangegeven wordt dat zij daar woont. Die jongen hoopte een glimp van haar op te vangen of zo. Je weet wel, zo'n halve stalker. Hij is over een tuinmuur geklommen en heeft zich op de patio verstopt.'

`Heeft hij de moord zien plegen?' `Hij zegt van niet, maar ik heb zo mijn twijfels, Harry. Het zou me niet verbazen als hij at bij dat huis was toen er geschoten werd. Hij schrikt zich dood, verschuilt zich en wacht tot de rust is weergekeerd. Helaas voor hem heb ik hem voor die tijd gevonden.'

Bosch begreep het niet helemaal en vroeg: `Waarom zou hij zich verstoppen? Het ligt meer voor de hand dat hij 'm zo snel mogelijk peert. We hebben het lijk tenslotte pas drie uur na de moord gevonden.'

'Ja, ik weet het. Dat klopt niet helemaal. Misschien deed hij het in zijn broek of dacht hij dat de politie er snel op af zou komen en als we hem daar in de buurt aantroffen, we hem als verdachte zouden aanmerken.' Bosch knikte. Dat klonk plausibel.

`Hou je hem vast voor insluiping of zo?' `Ja. Ik heb met de huidige bewoner van het huis gepraat en die werkt mee. Hij heeft me beloofd dat hij indien gewenst aangifte zal doen. Maak je maar geen zorgen. We kunnen die knaap vasthouden en hebben een stok achter de deur.'

`Mooi. Neem hem mee naar Parker Center, zet hem in een verhoorkamertje en begin maar vast. En Ignacio? Van dat cesium... Dat hou je verder voor je, oke?'

`Afgesproken, Harry.' Bosch klapte zijn mobiel dicht voor Ignacio hem weer kon vragen hem vooral Iggy te noemen en luisterde naar Brenners telefoontje. Uit zijn toon en woordkeuze sprak iets van ontzag. Hij belde met een meerdere. `Volgens de administratie hier om zeven uur,' zei Brenner. `De overdracht op het uitkijkpunt vond rond acht uur plaats en dat betekent dat ze zesenhalf uur voorsprong hebben.'

Brenner luisterde nog even, probeerde er een paar keer tussen te komen, maar zijn gesprekspartner kapte hem iedere keer af.

`Natuurlijk, meneer,' zei hij ten slotte. We komen naar kantoor.' Hij klapte zijn mobiel dicht en keek Bosch aan. 'Ik ga mee in de helikopter. Washington moet op de hoogte worden gebracht en ik zit een vergadering voor. Ik had je er graag bij gehad, maar misschien is het beter als jij doorgaat met het veldwerk. Ik zal mijn auto later laten ophalen.' `Oke.'

`Hoorde ik dat nou goed? Heeft je partner een getuige gevonden?' Bosch vroeg zich af hoe Brenner dat gehoord kon hebben. Tenslotte was de man zelf aan de telefoon geweest.

`Misschien. Het is lang niet zeker. Ik ga naar Parker Center om even te horen hoe of wat.'

Brenner knikte ernstig en gaf Bosch zijn kaartje. 'Be! me zodra je wat hebt. Al mijn gegevens staan erop.'

Bosch pakte het kaartje aan en stopte het in zijn zak. Ze liepen met z'n zessen het laboratorium uit en een paar minuten later zag Bosch de helikopter in het duister opstijgen. Hij stapte in zijn auto, reed het parkeerterrein van de kliniek af en zette koers naar het zuiden. Voor hij de grote weg op ging, tankte hij bij een benzinestation aan San Fernando Road. Er was haast geen verkeer en hij reed gemiddeld honderddertig kilometer per uur. Het rijden hielp hem bij het nadenken. Hij besefte dat de zaak een andere kant op dreigde te gaan. De FBI wilde achter het verdwenen cesium aan, niet zozeer achter de moordenaars. Het was een subtiel verschil, maar niet onbeduidend. Hij wist dat hij zich beter op de situatie op het uitkijkpunt kon concentreren en dat hij niet uit het oog moest verliezen dat het om moord ging.

Wind de moordenaars, dan vind je het cesium,' zei hij hardop. Hij was in het centrum aangekomen, nam de afslag Los Angeles Street en zette zijn auto op het parkeerterrein voor het gebouw dat was bestemd voor de korpsleiding en bezoekende vips. Op dit uur kon het niemand wat schelen.

Parker Center had zijn langste tijd gehad. Er werd gebouwd aan een nieuw hoofdbureau, maar het zou nog wel een jaar of vier duren voor-dat het klaar was. Menigeen die in Parker Center werkte, vroeg zich af of het aftandse gebouw wel zo lang overeind bleef staan.

Toen Bosch de burelen van Beroving-Moord op de tweede verdieping in liep, lag de afdeling er verlaten bij. Hij belde Ferras en vroeg: `Waar zit je?'

`In het magazijn. Ik verzamel wat spullen zodat ik aan het moordboek kan beginnen. Ben jij op de afdeling?'

`Ja, ik ben net binnengekomen. Waar heb je die getuige neergezet?' `Die zit in kamer twee te zweten. Begin jij?'

`Ja, misschien is het geen slecht idee als hij iemand tegenover zich krijgt die hij nog niet heeft gezien. Plus dat ik een beetje ouder ben, natuurlijk.'

Het was een wat heikele situatie. Ferras had de getuige gevonden en Bosch kon de man zonder Ignacio's toestemming niet ondervragen. Een dergelijk belangrijke ondervraging kon maar beter worden gedaan door iemand met Bosch' ervaring.

`Ga je gang, Harry. Zodra ik hier klaar ben, ga ik naar de mediakamer om het gesprek te volgen. Als je me nodig hebt; geef het gebruikelijke sein en ik ben er.'

`Afgesproken.' `Als je koffie wilt, ik heb net gezet. Kijk maar even bij de kamer van de hoofdinspecteur.'

`Lekker. Dat kan ik wel gebruiken. Vertel eens wat meer over die getuige?'

heet Jesse Mitford en komt uit Halifax, Canada. Hij is een beetje een zwerver. Hij heeft me verteld dat hij naar LA is gelift, zo nu en dan bij het Leger des Heils en dergelijke pit. Dat is het zo'n beetje.'

`Misschien dat hij daar bij Madonna in de tuin wilde gaan slapen en daarom niet is gevlucht,' opperde Bosch.

`Ja, daar heb ik niet eens aan gedacht, Harry. Kan best zijn.' Bosch beeindigde het gesprek, pakte zijn mok uit zijn la en liep naar het kantoor van de hoofdinspecteur van B-M. Voor het eigenlijke kantoor beyond zich de ruimte waar de secretaresse zat en daar stond een tafeltje met een koffiezetapparaat. De geur van de versgezette koffie kwam hem tegemoet en die alleen al gaf hem de cafeinekick waar hij naar snakte. Hij schonk zijn mok vol, gooide een dollar in het mandje en liep terug naar zijn bureau.

Beroving-Moord was zo ingericht dat er lange rij en bureaus stonden, waardoor de partners tegenover elkaar zaten. Je had er geen enkele privacy, zowel voor prive, als voor zakelijke gesprekken. Omdat Bosch en Ferras er als laatsten waren bijgekomen, stonden hun bureaus helemaal aan het eind, in een hoek zonder ramen en waar de luchtcirculatie slecht was. Bovendien zaten ze het verst van de deur, zodat ze bij een eventuele ramp, zoals een aardbeving, als laatsten weg konden komen.

Bosch' bureau was keurig opgeruimd, precies zoals hij het had achter-gelaten. Op het bureau tegenover dat van hem zag hij een rugzak en een plastic zakje met bewijsmateriaal liggen. Hij leunde over het bureau, pakte de rugzak, maakte hem open en zag dat er kleren en wat andere persoonlijke bezittingen van de eventuele getuige in zaten. 


Er zat ook een boek in, The Stand van Steven King, plus een toilettas met een tube tandpasta en een tandenborstel. Het waren de povere bezittingen van iemand met een power bestaan.

Hij pakte het plastic zakje. Er zat wat kleingeld in, een sleutelbos, een dunne portefeuille en een Canadees paspoort. Verder zat er een opgevouwen kaart in, een plattegrond van Hollywood waar in grote letters HUIZEN VAN DE STERREN op stond. Bosch wist dat die plattegronden op iedere straathoek in Hollywood verkocht werden. Hij sloeg de plattegrond open en zocht naar het uitkijkpunt bij Mulholland Drive. Direct links van die plek stond een zwarte ster met het nummer 23. De ster was omcirkeld met blauwe inkt. Hij keek in de legenda en bij ster 23 stond: MADONNA'S HUIS IN HOLLYWOOD.

De kaart was overduidelijk gedateerd en Bosch vermoedde dat nog maar weinig adressen klopten. Maar in ieder geval begreep hij waarom Jesse Mitford in het huis in kwestie geinteresseerd was.

Hij vouwde de plattegrond netjes terug, stopte de spullen weer in het plastic zakje en legde het op Ferras' bureau. Hij pakte een blocnote en een kaartje met de tekst van de rechten die hij Mitford moest voorlezen en liep naar verhoorkamer twee.

Jesse Mitford zag er jonger uit dan hij was. Hij had krullend donker haar en een bleek gezicht. In een neusvleugel en in een van zijn wenk-brauwen zat een zilveren piercing. De jongen oogde alert, zij het een beetje angstig, en zat aan het tafeltje. Mitford transpireerde en dat was ook precies de bedoeling. Bosch had op de thermostaat op de gang gezien dat Ferras die op bijna dertig graden Celsius had gezet.

`Zo, Jesse, hoe gaat het?' vroeg Bosch toen hij tegenover de jongeman ging zitten.

`Nou eh... Niet zo goed. Het is hier om te stikken.' `Echt?'

`Bent u mijn advocaat?' `Nee, ik ben Harry Bosch, je rechercheur. Ik ben rechercheur Moord-zaken en ik ben bezig met die toestand op dat uitkijkpunt.'

Bosch legde zijn blocnote neer en nam een slok koffie. Hij zag dat Mitford handboeien om had. Slim van Ferras om de knaap op die manier een beetje te intimideren.

'Ik heb al tegen die Mexicaanse rechercheur gezegd dat ik niet praat voor ik een advocaat heb. Ik eis een advocaat.'

Bosch knikte. 'Die rechercheur is een Amerikaan van Cubaanse afkomst, Jesse, en je hebt geen recht op juridische bijstand. Die is alleen voor Amerikaanse staatsburgers.'

Het was een leugen, maar Bosch ging er maar vanuit dat de twintigj a-rige knaap dat niet wist.

`Je hebt je goed in de nesten gewerkt, jongen,' begon Bosch. Ten ex-vriendinnetje stalken is tot daaraan toe, maar een beroemdheid is een heel ander verhaal. Dit is een stad vol beroemdheden in een land vol beroemdheden en in dit land passen we goed op elkaar. Ik weet niet hoe dat in Canada zit, maar de straf die hier op stalken staat, is niet kinderachtig.' Mitford schudde zijn hoofd: 'Maar ik heb net gehoord dat ze daar niet meer woont. Madonna, bedoel ik. Dat betekent dus dat ik haar niet heb gestalkt. Dan heb je het hoogstens over insluiping.'

Nu was het Bosch' beurt om zijn hoofd te schudden. 'Het gaat om de achterliggende bedoeling, Jesse. Je dacht dat ze daar misschien zou zijn en je had een plattegrond bij je waarop staat dat dat haar adres is. Je hebt de locatie zelfs omcirkeld. Juridisch gezien is het een geval van stalken.' `Waarom mogen die plattegronden dan verkocht worden?'

`Waarom hebben cafés parkeerterreinen, ook al mag je niet met een slok op achter het stuur? Nee, die vlieger gaat niet op, Jesse. Waar het om gaat, is dat nergens op die plattegrond staat dat je zomaar over een muur kunt klimmen en andermans terrein op mag. Snap je?'

Jesse sloeg zijn ogen neer en knikte somber. `Ik zal je wat vertellen,' zei Bosch. 'Het ziet er niet zo beroerd voor je uit, dus kop op. Dat stalken en insluipen blijft staan, maar ik denk dat we wel wat kunnen regelen als je bereid bent mee te werken.'

Mitford leunde voorover en zei: `Ik heb die Mexi... eh, die Cubaanse rechercheur al verteld dat ik niets heb gezien.'

`Het kan me niet schelen wat je hem wel of niet hebt verteld. Je hebt nu met mij te maken, jongen, en ik heb toch echt de indruk dat je wat achterhoudt.'

`Nee. Ik zweer het. Nee!' Hij hief smekend zijn handen, zo goed en zo kwaad als dat ging met de handboeien om. Maar Bosch geloofde hem niet. Het was tijd voor een hardere aanpak.

'Ik zal je wat vertellen, Jesse. Mijn partner is heel slim en die gaat het hier helemaal maken. Maar hij is nog maar net aan de bak. Hij is net zo lang rechercheur als de tijd die het jou heeft gekost die pluizen op je kin te cultiveren. Ik heb nogal wat ervaring en dat betekent dat ik veel met liegbeestjes als jij te maken heb gehad.

'Ik geloof dat ik alle leugenaars in de stad ken en, Jesse, als ik jou hoor praten, voel ik aan mijn water dat je liegt. Niemand liegt tegen mij, oke?'

`Nee! Ik 'Ik geef je een halve minuut en dan moet je toch echt je mond opentrekken. Zo niet, dan breng ik je naar je cel. Zeker weten dat daar iemand op een jongen als jij zit te wachten en dat die vriend je voor zonsopgang zo gek heeft gekregen dat je O, Canada! voor hem jodelt.'

Mitford bleef naar zijn handen staren. Bosch wachtte en de seconden tikten voorbij. Ten slotte stond hij op en zei: 'Oke, Jesse. Kom maar op dan. We gaan.'

`Wacht, wacht. Wacht even!' `Waarop? Opstaan! Kom maar mee. We zijn bezig met een moordonderzoek en ik heb geen zin om mijn tijd te...,

`Oke, oke. Ik vertel alles. 1k heb het allemaal gezien. Ik heb alles gezien, oke?'

Bosch keek hem onderzoekend aan en vroeg: Heb je het over dat uitkijkpunt? Heb je gezien wat daar is gebeurd?'

Ik heb alles gezien, man.' Bosch trok zijn stoel onder de tafel vandaan en ging zitten.