7
Bosch liet Jesse Mitford geen woord meer zeggen voor hij de verklaring had getekend waarin stond dat hij afzag van de aanwezigheid van een raadsman. Het maakte niet uit dat hij getuige was van de moord bij Mulholland Drive. Wat hij ook had gezien, was gebeurd tijdens het plegen van een misdaad: stalken en insluiping. Bosch moest ervoor waken fouten te maken. De zaak tegen de moordenaars mocht niet worden geseponeerd dankzij door hem gemaakte vormfouten. Er stond heel wat op het spel en de FBI was niet vies van kritiek. Hij moest dit volgens het boekje doen. `Oke, Jesse,' zei Bosch toen de verklaring getekend was. 'Nu ga je me vertellen wat je daar op dat uitkijkpunt hebt gezien en gehoord. Als je de waarheid spreekt en ons goed op weg helpt, trek ik de aanklachten tegen je in en ben je een vrij man.'
In feite overspeelde Bosch zijn hand. Hij had niet het gezag aanklachten te schrappen en het op een akkoordje te gooien met mensen die verdacht werden van een misdrijf, maar wat Jesse betrof, lag het anders omdat de man nog niet officieel in staat van beschuldiging was gesteld. Bosch had een stok achter de deur. Het kwam allemaal neer op hoe je het verwoordde. Wat Bosch de jongen had aangeboden, was dat Bosch zou afzien van verdere stappen in ruil voor de eerlijke getuigenis van de jonge Canadees.
'Ik begrijp het,' zei Mitford. `Denk eraan, he? We hebben het over de waarheid. Wat je hebt gezien en gehoord. Verder niets.'
'Ik snap het.' `Hou je handen eens op.' Mitford hief zijn handen en Bosch maakte de boeien met zijn eigen sleuteltje open. Mitford begon meteen zijn pollen te masseren om de bloedsomloop op gang te krijgen. Bosch herinnerde zich dat Walling dat een paar uur daarvoor bij Alicia Kent had gedaan.
`Oke. We beginnen bij het begin. Waar kwam je vandaan, waar ging je heen en wat heb je daar op dat uitkijkpunt gezien?'
Mitford knikte en begon aan een twintig minuten durend relaas waarin hij vertelde dat hij de plattegrond op Hollywood Boulevard bij een stalletje op straat had gekocht en de lange tocht naar de heuvels lopend had afgelegd. Hij had er bijna drie uur over gedaan. Tegen de tijd dat hij bij Mulholland Drive was aanbeland, viel de schemering in. Hij was doodmoe en het huis waarvan de plattegrond vermeldde dat Madonna er woonde, was pikkedonker. Het leek erop dat er niemand thuis was. Hij was teleurgesteld en besloot even uit te rusten, al was het alleen maar in de hoop dat Madonna nog thuis zou komen en hij een glimp van haar kon opvangen. Hij vond een plekje in het struikgewas en ging met zijn rug tegen de muur zitten die om het huis liep. Mitford zei dat hij in slaap was gevallen, totdat iets hem had gewekt.
`Waar werd je wakker van?' vroeg Bosch. Stemmen. Ik hoorde stemmen.'
`Wat werd er gezegd?' 'Ik weet het niet. Ik werd er wakker van.' `Hoe ver was je van het uitkijkpunt?' 'Ik weet het niet precies. Misschien vijftig meter of zo. Het was redelijk ver weg.'
Toen je eenmaal wakker was, heb je toen wel wat verstaan van wat er werd gezegd?'
`Nee. Volgens mij was het toen even
stil.' `Goed. Wat heb je gezien?'
'Ik zag drie auto's staan. Een was een Porsche en de andere twee waren grotere auto's. Ik heb geen idee van welk merk.'
`Heb je mensen gezien?' `Nee, niemand. Het was behoorlijk donker, maar toen hoorde ik die-zelfde stem weer en het kwam uit de richting van het uitkijkpunt. Er werd iets geroepen. Ik keek die richting uit, zag twee lichtflitsen en hoorde twee knallen. Gedempte knallen, dat wel. Ik zag dat er iemand op zijn knieen daar op de open plek zat. Dat kwam door die twee flitsen, maar het ging allemaal zo snel.'
Bosch knikte. `Uitstekend. Het gaat goed. Zullen we dat laatste stuk nog een keer de revue laten passeren? Je sliep, je werd wakker van een stem, je keek in de richting waar het geluid vandaan kwam en zag drie auto's staan. Klopt dat?'
`Ja.' `Mooi. Even later hoor je weer een stem en je kijkt naar het uitkijk-punt, net op het moment dat er geschoten wordt. Klopt?'
Bosch knikte, maar hij wist dat het heel goed mogelijk was dat Mitford hem alleen maar vertelde wat hij wilde horen. Zo nu en dan moest hij de jongen testen om zich ervan te verzekeren dat dat niet het geval was.
Je zei dat je in de lichtflits die de schoten veroorzaakten de man op zijn knieen zag vallen. Klopt dat?'
`Nee, ik geloof dat hij al op zijn knieen zat. Het ging allemaal zo snel dat ik hem niet op zijn knieen kon zien vallen, zoals u stelt.'
Bosch was tevreden. Mitford had de eerste test doorstaan. `Oka, ik snap het. Vertel me dan nog maar een keer wat je hebt gehoord. Je zei dat je iemand iets hoorde roepen, vlak voor de schoten vielen. Wat werd er precies geroepen?'
De jongeman dacht even na en schudde zijn hoofd. 'Ik weet het niet...'
`Oke, dat geeft niet. Het is niet de bedoeling dat je iets zegt waar je niet helemaal zeker van bent. Misschien kunnen we even een oefening doen. Kij ken of dat helpt. Doe je ogen dicht.'
Wat?' `Sluit je ogen,' zei Bosch. `Denk maar even terug aan wat je zag. Als je het visualiseert, komen de geluiden vanzelf. Je ziet drie auto's op het uitkijkpunt en dan wordt er wat geroepen waardoor je blik weer naar de open plek wordt getrokken. Wat zei die persoon?'
Mitford sloot zijn ogen. Bosch wachtte af. 'Ik weet het niet honderd procent zeker,' zei Mitford uiteindelijk. 'Ik geloof dat hij het vlak voordat hij de man neerschoot over Allah had.' Bosch bleef even roerloos zitten en vroeg: 'Allah? Bedoel je het Arabische woord?'
'Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik dacht het wel.' `Wat heb je nog meer gehoord?'
`Niets. Als er al wat werd gezegd, dan kon ik het vanwege de knallen niet horen.'
`Was het misschien "Allahu Akbar!" Riep-ie dat?' 'Ik weet het niet. Ik heb alleen "Allah" gehoord.' Bosch dacht even na. Hij herinnerde zich dat hij had gelezen dat de opnamen in de cockpits op de elfde september hadden uitgewezen dat de terroristen op het allerlaatste moment 'Allahu Akbar!' hadden geroepen. Allah is groot. Had Stanley Kents moordenaar hetzelfde gezegd? Bosch wist dat voorzichtigheid geboden was. Misschien hing het hele onderzoek wel af van dat ene woord dat Mitford meende te hebben gehoord.
`Jesse? Heeft brigadier Ferras je voor hij je in dit kamertje zette iets verteld over de zaak waaraan we werken?'
De getuige haalde zijn schouders op en zei: 'Hij heeft me helemaal niks verteld.'
`Hij heeft je nets gezegd over het onderzoek en welke richting het op lijkt te gaan?'
`Nee. Absoluut niet.' Bosch keek hem even aan en zei: `Goed, Jesse. Ga door.' `Na de schoten zag ik iemand van de open plek naar de auto's rennen. Door de straatverlichting kon ik hem zien. Hij stapte in een van die auto's en reed een stukje achteruit, zodat hij vlak voor de Porsche kwam te staan. Hij deed de kofferbak open en stapte uit. De kofferbak van de Porsche stond al open.'
`Waar was de andere man tijdens dit alles?' Mitford keek een beetje verward en zei: lk denk dat die dood was.' `Nee, ik bedoel de andere slechterik. We hebben het over een slachtoffer en twee slechteriken. Drie auto's, weet je nog?'
'Ik heb maar een slechterik gezien,' zei
Mitford. `De schutter. Die andere zat de hele tijd in de auto die
achter de Porsche stond. Meteen na de schoten maakte die auto een
u-bocht en reed weg.'
Bosch dacht na. Wat Mitford had beschreven, wees op een duidelijke taakverdeling en die was in overeenstemming met wat Alicia Kent hun eerder had verteld: een van de twee had haar ondervraagd, waarna hij het voor de ander vertaalde en hem orders gal Bosch nam aan dat de man die Engels sprak degene was die in de auto was blijven zitten.
`Goed,' zei Bosch. 'We moeten verder. Je zegt dus dat een van de mannen vlak na de schoten wegrijdt en dat de andere zijn auto dichter bij de Porsche zet en zijn kofferbak openmaakt. Wat gebeurde er toen?'
`Hij is uitgestapt, heeft iets uit de Porsche getild en dat in zijn eigen kofferbak gezet. Het was heel erg zwaar, denk ik, want het kostte hem veel moeite. Ik geloof dat er handvatten aan zaten.'
Bosch begreep dat Jesse het `varken' beschreef. 'En toen?' `Toen is hij in de auto gestapt en weggereden.'
`Verder heb je niemand gezien?' `Niemand. Echt niet.'
`Beschrijf de man die je hebt gezien eens.' `Dat is niet zo eenvoudig. Hij had een sweatshirt aan met een capuchon. Hij had de capuchon op. Ik heb zijn gezicht niet gezien. Volgens mij had hij onder die capuchon ook nog een bivakmuts op.'
`Was hij klein van stuk of juist groot?' `Gemiddeld, zou ik zeggen. Misschien iets aan de kleine kant.' `Hoe zag hij eruit?' Bosch moest het nog een keer proberen. Het was belangrijk. Hij gaf het nog niet op. 'Blank, zwart, Arabisch?'
`Geen idee. Die capuchon, die muts en het feit dat ik best ver weg zat —'
`En zijn handen? Denk eens goed na. Je zei dat er handvatten aan die zware kist zaten. Heb je zijn handen gezien toen je hem met dat ding zag zeulen? Zo ja, wat voor huidskleur had hij?'
Mitford dacht even na en zette grote ogen op. `Nou weet ik het weer. Hij had handschoenen aan, van die stevige werkhandschoenen. Ik heb ze wel zien dragen door mensen die bij de spoorwegen werken; met van die grote kappen die je polsen bedekken, zodat de vonken die van de rails en de wielen schieten niet op je huid terechtkomen.'
Bosch knikte. Hij had naar bepaalde informatie zitten vissen en andere opgehaald. Beschermende handschoenen. Hij vroeg zich of of de handschoenen speciaal voor het hanteren van radioactief materiaal waren.
Bosch zweeg. Getuigen, eigenlijk iedereen die wordt ondervraagd, hebben een hekel aan langdurige stiltes en meer dan eens vullen ze de leemtes in het gesprek op, maar Mitford zei niets.
Bosch ging verder. 'Afgezien van de Porsche heb je twee auto's gezien. Beschrijf de auto eens die een stukje achteruit werd gezet?' `teen idee. Ik weet hoe een Porsche eruitziet, maar wat die andere auto's waren, dat weet ik niet. Ze waren een stuk groter dan de Porsche. Vierdeurs, denk ik.'
`Goed. De wagen die voor de Porsche stond, was dat een sedan? Vierdeurs, een kofferbak — als een politiewagen, zeg maar.'
Ja, zo'n soort auto.' Bosch dacht aan de beschrijving die Alicia Kent van haar auto had gegeven en vroeg: 'Weet je hoe een Chrysler driehonderd eruitziet?' `Nee.'
`Welke kleur had de auto?' 'Ik weet het niet helemaal zeker, maar het was wel een donkere. Donkerblauw of zwart.'
`En de andere? Die achter de Porsche stond?' `Zelfde verhaal. Een donkere sedan, maar wel een beetje anders dan de auto die vooraan stond. Een beetje kleiner.'
Bosch knikte. Hij liet alles even de revue passeren. Mitfords verhaal kwam overeen met de informatie die Alicia Kent had gegeven. De twee indringers moesten vervoer hebben gehad. De ene had hun eigen auto genomen, de andere die van de Kents en in die laatste auto was het cesium vervoerd. Het lag allemaal voor de hand.
Zijn overpeinzingen genereerden een nieuwe vraag. 'Welke kant ging de tweede auto op?'
`Die maakte ook een u-bocht en is naar beneden gereden.' `Wat heb je verder gedaan?'
'Ik? Niks. Ik ben gewoon blijven zitten.' `Was je bang?'
`Nou en of. Ik was ervan overtuigd dat ik een moord had zien plegen.' `Je bent niet naar hem toe gegaan om te kijken of je iets kon doen?' Mitford keek weg en schudde zijn hoofd. 'Nee. Ik was veel te bang. Het spijt me.'
`Geeft niets, Jesse. Maak je daar maar geen zorgen over.
Hij was al dood. Hij was at dood voor hij vooroverviel. Wat ik me wel afvraag, is waarom je je zo lang hebt schuilgehouden. Waarom ben je niet naar beneden gelopen? Waarom heb je het alarmnummer niet gebeld?'
Mitford hief zijn handen en liet ze op tafel vallen. 'Ik weet het niet,' zei hij. 'Omdat ik bang was... Ik was Mulholland Drive opgelopen en dat was de enige weg terug die ik wist. Als ik hulp had gehaald, had ik vlak langs die plek moeten lopen en stel dat de politie was langsgereden? Misschien hadden ze mij dan de schuld gegeven. Daarbij dacht ik dat het misschien een maffiamoord was en als die merkten dat ik alles had gezien, dat ze mij dan ook zouden omleggen.'
Bosch glimlachte. 'Ik denk dat ze daar in Canada te veel Amerikaanse televisieseries uitzenden. Je hoeft niet bang te zijn. Wij zorgen wel voor je. Hoe oud ben je eigenlijk?'
Twintig.' Wat moest je bij Madonna's huis? Is ze niet een beetje oud voor je?' `Nee, dat is het helemaal niet. Ik was er voor mijn moeder.'
`Je stalkte haar voor je moeder?' Ik ben geen stalker. Ik wilde mijn moeder haar handtekening sturen, of een foto, of allebei. Het was alleen maar om mijn moeder te laten weten dat alles in orde was. Ik dacht, als ik haar vertel dat ik Madonna had ontmoet, dat ze me dan niet zo'n sukkel... nou ja. Ik ben met de muziek van Madonna opgegroeid omdat mijn moeder haar platen altijd draaide en het leek me gewoon leuk haar wat te sturen.'
Waarom ben je naar LA gekomen?' lk weet het niet. Het leek me gewoon een toffe stad. Ik hoopte hier in een band te kunnen spelen, of zo.'
Mitford mocht dan wel voor reizende troubadour spelen, hij had geen instrument bij zich gehad.
Speel je wat of ben je zanger?' 'Ik speel gitaar, maar ik heb 'm een paar dagen geleden naar de lommerd gebracht.'
Waar slaap je?' 'Ik heb niet echt een vaste stek. Ik zou vannacht in de bergen hebben gepit, denk ik. Misschien is dat wel het enig juiste antwoord op de vraag waarom ik er niet vandoor ben gegaan. Ik had gewoon geen plek om naartoe te gaan.'
Bosch begreep het. Jesse Mitford was niet veel anders dan duizend anderen die met de bus of met een opgestoken duim naar Los Angeles togen, met een rugzak vol dromen, maar zonder vastomlijnde plannen en geld. Echt slim of getalenteerd waren ze niet, maar wel boordevol verwachtingen. Niet alle mislukkelingen stalken degenen die het wel hebben gemaakt, maar een ding hebben ze allemaal gemeen: ze hebben stuk voor stuk iets wanhopigs. Sommigen raken het nooit kwijt, ook niet als ze aan de top staan, als hun naam op menig billboard staat en ze een huis in de bergen hebben betrokken.
'Ik wil even een korte pauze inlassen,' zei Bosch. 'Ik moet een paar mensen bellen en dan stel ik voor dat we alles nog een keer doornemen. Lukt dat, denk je? Misschien dat ik je daarna kan helpen met het vinden van een hotel of zo.'
Mitford knikte en Bosch liep de gang in. Hij zette de thermostaat op achttien graden. Het verhoorkamertje zou snel afkoelen en in plaats van te zweten, zou Mitford gaan zitten rillen — hoewel, voor een knaap die in Canada was opgegroeid, lag dat misschien anders. Hoe het ook zij, Bosch zou hem even in de kou laten zitten en hem dan nog een keer ondervragen. Hij keek op zijn horloge. Het was even voor vijf, dus hij had nog vier uur voor de bijeenkomst met de FBI begon. Ignacio Ferras zat aan zijn bureau op zijn laptop te werken. Bosch zag dat Mitfords rugzak en de plastic zak met zijn spullen waren vervangen door andere plastic zakjes en een paar dossiermappen. Zo te zien lag alles wat de twee onderzoeken op de PD'S, die bij Kent thuis en die op het uitkijkpunt, hadden opgeleverd op het bureau.
`Harry? Neem me niet kwalijk dat ik er niet bij ben komen zitten,' zei Ferras. 'Is er wat uitgekomen?'
'Ik mag niet mopperen. Ik heb even een pauze ingelast.' Ferras was dertig jaar en had de bouw van een sportman. Hij was een knappe vent met een mokkakleurige huid, kortgeknipt haar en groene ogen die je doordringend aankeken.
Bosch liep naar zijn eigen bureau en pakte de telefoon. Het was de hoogste tijd inspecteur Gandle weer eens te wekken en op de hoogte te brengen.
`Heb je het wapen van het slachtoffer nagetrokken?' `Ja. Het zat in het computerbestand van de vuurwapenregistratie. Hij heeft een haltjaar geleden een punt tweeentwintig Smith & Wesson aangeschaft.'
Bosch knikte. 'Een punt tweeentwintig, zeg je? Dat kon wel eens kloppen. Geen uitschotwonden.'
`De kogel checkt in, maar checkt nooit
uit...' Ferras parafraseerde een commercial voor lokdoosjes voor
kakkerlakken en moest er zelf om lachen.
Bosch begreep dat Stanley Kent de waarschuwingen van de FBI niet in de wind had geslagen. Ze hadden hem gezegd dat hij kwetsbaar was en hij had een vuurwapen gekocht om zich te verdedigen.
Bosch gokte erop dat het pi stool dat Kent had aangeschaft om zichzelf te beschermen, tegen hem was gebruikt. Een terrorist had onder het roepen van 'Allah' de trekker overgehaald. Wat een wereld, dacht Bosch, waar iemand door het aanroepen van God de moed vindt om een ander dood te schieten.
`Geen prettige manier om aan je eind te komen,' zei Ferras. Bosch keek hem over het bureau aan.
`Ik zal je iets vertellen,' zei hij. `Weet je wat je in dit werk leert?' `Nee, wat dan?'
'Dat er geen prettige manier is om aan je eind te komen.'