10

 

De zon hing nog achter de bergen, maar de dageraad had de hemel al in bezit genomen. Bij daglicht was er op het uitkijkpunt niets meer te zien van het geweld van de nacht ervoor. Zelfs de rommel die normaal gesproken achterblijft op een plaats delict — rubberhandschoenen, koffiebekertjes, politielint — was opgeruimd dan wel weggewaaid. Het leek haast of Stanley Kent er niet was doodgeschoten, zijn lijk niet vlak bij de rand van de afgrond vanwaar je de stad zo mooi onder je kon zien lig-gen, was gevonden.

Bosch schopte in het zachte, oranjekleurige zand. Hij nam een beslissing en liep terug naar de auto. Ferras keek hem na.

`Harry, wat gaan we doen?' vroeg Ferras. lk ga naar het huis. Als je mee wilt, moet je nu instappen.' Ferras aarzelde even, maar draafde toch achter Bosch aan. Ze stapten in de Crown Vic en Bosch zette koers naar Arrowhead Drive. Hij had van Brenner begrepen dat de FBI Alicia Kent had, maar Bosch had de sleutelbos van haar man in zijn zak.

Tien minuten eerder waren ze langs het huis gereden en hadden een auto van de FBI ervoor zien staan. De auto stond er nog steeds, maar Bosch reed gewoon de oprit op, stapte uit en beende naar de voordeur. Hij deed net of hij de auto niet zag, ook toen hij het portier dicht hoorde slaan. Hij vond de juiste sleutel en stak hem in het slot.

`FBI! Geen beweging!' Bosch pakte de deurknop, draaide zich om en keek naar de man die over de oprit op hem afkwam. Hij wist dat de naam van de persoon die het huis bewaakte helemaal onder in de totempaal van Tactische Inlichtingen gekerfd stond; de man had of een misstap begaan of had een wat problematische carriere. Bosch wist dat hij dit in zijn voordeel tegen hem kon gebruiken.

`LAPD, Speciale Unit Beroving-Moord,' zei hij. 'We moeten de boel hier even afronden.'

`Vergeet het maar,' zei de agent. 'De FBI heeft de leiding van het onderzoek overgenomen. Wij bepalen wat er wel en niet gebeurt.'

`Nou, het spijt me zeer, maar die memo heb ik niet ontvangen.' Hij draaide zich om en pakte de deurknop.

`Laat die deur dicht!' herhaalde de agent. 'Het onderzoek is geclassificeerd als een zaak van nationale veiligheid. Vraag uw superieuren maar.' Bosch schudde zijn hoofd en zei: `Misschien heb jij superieuren, ik heb alleen maar supervisors.'

`Harry... ' begon Ferras. `Misschien moeten we eerst Bosch legde hem met een handgebaar het zwijgen op. Hij draaide zich weer om en zei tegen de man: `Legitimeert u zich maar even.'

De agent keek vermoeid en pakte een mapje. Hij sloeg het open en reikte het aan. Bosch was erop voorbereid, pakte de pols van de man en trok hem ruw naar zich toe. Met zijn onderarm werkte Bosch hem met zijn gezicht tegen de voordeur. Hij pakte zijn hand, waar het mapje nog in zat, en trok die achter zijn rug omhoog.

De agent wilde zich los worstelen, maar het was at te laat. Bosch duwde zijn schouder in zijn rug om hem op zijn plaats te houden en met zijn vrije hand tastte hij onder het jasje van de man. Hij voelde de handboeien, trok ze van zijn riem en boeide zijn polsen.

`Harry! Waar ben je nou mee bezig?' riep Ferras. `Ik heb je toch gezegd dat ik me niet opzij liet schuiven?' Zodra Bosch de man had geboeid, deed hij een stap naar achteren en graaide het mapje uit zijn hand. Hij sloeg het open en keek wie hij voor zich had. Clifford Maxwell. Bosch draaide hem om en stak het mapje in de zak van zijn jasje.

`Naar die carriere van je kun je verder wel fluiten,' zei Maxwell. `Je meent het,' zei Bosch.

Maxwell keek Ferras aan en zei: geldt ook voor jou als jij dit spelletje meespeelt. Denk er maar eens goed over na.'

`Kop houden, Cliff,' zei Bosch. 'Er is er hier maar een die fluit en dat ben jij als je ze bij Tactische Inlichtingen moet vertellen dat twee lokale boerenkinkels van de LAPD je te grazen hebben genomen.'

Dat deed het 'm. Maxwell zweeg. Bosch deed de deur open, duwde de man naar binnen en zette hem ruw in een fauteuil in de zitkamer.

zitten,' zei Bosch. 'En hou je mond.' Hij sloeg Maxwells jasje open om te zien waar hij zijn dienstwapen had. Het zat in een platte holster onder zijn linkerarm en geboeid met zijn handen op zijn rug kon hij er met geen mogelijkheid bij. Bosch voelde aan Maxwells onderbenen of hij daar nog een wapen had zitten, maar vond niets. Tevreden deed hij een paar passen achteruit en zei: `Hou je koest, oke? We zijn zo klaar.'

Bosch liep naar de gang en wenkte zijn partner. 'Neem jij de werkkamer, dan pak ik de slaapkamer,' zei hij. 'Als er iets is wat je interesse opwekt, aarzel niet. Kijk vooral naar die computer. Als er ook maar iets is, hoor ik het van je, oke?'

Harry ...?' Bosch bleef staan en draaide zich om. Hij zag de angst op het gezicht van zijn jeugdige partner.

'Ik weet niet of dit wel de juiste manier is,' zei Ferras. Wat is dan wel de juiste manier, Ignacio? Bedoel je dat we het via de geeigende kanalen moeten spelen? Terwijl onze baas met zijn baas overlegt, pakken wij een cappuccino en wachten op toestemming ons werk te doen?'

'Ik begrijp dat we er vaart achter moeten zetten,' zei Ferras, 'mar denk je nou heus dat hij het hierbij laat zitten? Nee, wij zijn onze pen-ning kwijt, Harry. Ik heb er geen moeite mee om er tijdens de uitoefening van mijn werk aan te gaan, maar niet voor wat we zojuist hebben gedaan.'

Bosch waardeerde dat Ferras 'we' had gezegd en hij was meteen gekalmeerd. Hij liep op Ferras af, legde zijn hand op zijn schouder en fluisterde: `Nou moet je eens even goed naar me luisteren, Ignacio. Dit hier heeft geen enkele consequentie, voor jou noch voor mij, oke? Hele-maal geen enkele. Ik ga al een tijdje langer mee dan jij en ik weet hoe de FBI te werk gaat. Mijn ex is een voormalige employee van die tent, oke? Als ik lets weet, is het dat het hun eerste prioriteit is om niet op hun bek te gaan. Met andere woorden: als wij hier klaar zijn en we laten die figuur daar lopen, vertelt-ie geen bond dat we hier zijn geweest, laat staan wat er is voorgevallen. Waarom denk je dat ze hem in een auto voor het huis hebben gezet? Hij zit waarschijnlijk al op het strafbankje en of dat nou is omdat hij zichzelf of de baas al te kakken heeft gezet, zal me worst wezen. Ga er maar van uit dat hij zich niet meer ellende op de hals haalt.'

Bosch zweeg even om Ferras de gelegenheid te geven te reageren, maar er kwam niets.

`Goed. Laten we nou maar opschieten, des te eerder kunnen we weer weg,' ging Bosch verder. `Vannacht draaide het hier allemaal om de weduwe en toen moesten Brenner en ik als een Speer naar dat ziekenhuis. We moeten grondig te werk gaan, maar wel snel, oke'? 1k wil de boel hier wel eens bij daglicht zien en alles nog een keer goed bekijken. Zo ga ik te werk en het zal je verbazen wat je op die manier nog vindt. Vergeet niet dat er altijd wat achterblijft. Die twee kerels hebben vast meer achtergelaten. Ik heb zo'n vermoeden dat de technische recherche en wie hier verder nog hebben rondgekeken, wat over het hoofd hebben gezien. Dat gaan wij nu vinden.'

Ferras knikte en zei: 'Oke, Harry.' `Mooi. Ik begin in de slaapkamer. Jij neemt de werkkamer.' Bosch liep de gang in. Het moment dat hij de slaapkamer in liep, hoorde hij Ferras zijn naam roepen. Bosch liep naar de werkkamer en zag Ferras voor het bureau staan.

Waar is de computer?' vroeg hij. Bosch schudde zijn hoofd. 'Die stond op het bureau. Ze hebben 'm meegenomen.'

`De FBI?' `Wie anders? De muismat stond op de lijst van het forensisch lab, de computer niet. Nou ja. Geef je ogen de kost, kijk in de laden van het bureau. Zie maar of je wat vindt. We nemen niets mee. We kijken alleen maar.'

Bosch liep de gang weer door en ging de slaapkamer in. Op het eerste gezicht zag alles eruit zoals die nacht. Het rook er nog steeds naar urine. Hij liep naar het nachtkastje links van het bed. Op de knoppen van de laden en op de laden zelf zat het poeder waarmee vingerafdrukken zichtbaar worden gemaakt. Op het kastje stond een ingelijste foto van het echtpaar Kent. Bosch pakte de foto en keek er eens goed naar. Ze stonden naast een bloeiende rozenstruik. Alicia glimlachte van oor tot oor, trots als ze was op de bloeiende roos. Bosch nam aan dat het haar rozenstruik was en op de achtergrond stonden nog een paar struiken. Daar weer achter, op de berg, waren de eerste drie letters van het woord 'Hollywood' zichtbaar. Bosch nam aan dat de foto in de achtertuin was genomen. Hij trok de laatjes een voor een open. Er zaten allerhande persoonlijke spullen in: leesbrillen, boeken en potjes van een apotheek. De onderste la was leeg. Bosch herinnerde zich dat Alicia Kent zei dat Stanley daar zijn pistool had liggen.

Bosch liep naar een hoek van de kamer, op zoek naar een andere invalshoek, een frisse blik op de plaats van het misdrijf. Hij realiseerde zich dat hij de foto's erbij moest hebben en dat de map nog in de auto lag. Hij liep de gang in en toen hij in de zitkamer kwam, zag hij Maxwell op de grond naast de fauteuil liggen. Blijkbaar had hij zijn geboeide handen over zijn heupen kunnen wurmen. Met opgetrokken knieen, zijn handen in zijn knieholten en een knalrood en zwetend hoofd keek hij Bosch aan.

`Ik zit vast,' zei hij. 'Help me 's even.' Bosch kon zijn lachen maar net inhouden en zei: `Ik kom er zo aan, oke?'

Hij ging de voordeur uit, liep naar de auto en pakte de map met de foto's, het rapport van de technische recherche en de foto van de geboeide Alicia Kent.

Toen hij het huis in ging en door de gang liep, riep Maxwell: `Schiet eens op, man! Help me nou even!'

Bosch deed of hij niets hoorde en liep verder. Hij keek even de werk- kamer in en zag dat Ferras de inhoud van de bureauladen doorzocht. Bosch legde de map op het bed in de slaapkamer en hield de foto van Alicia Kent op om te kijken of er iets aan de kamer veranderd was. Hij liep naar de inloopkast en zette de deur met de Spiegel precies zo open zoals op de foto. Op de foto hing de witte badjas over de rugleuning van een stoel in de hoek van de kamer. Hij liep naar de kast om de badjas te pakken, vond hem en drapeerde hem net als op de foto over de rugleuning. Hij ging op de plek staan van waar hij vermoedde dat de foto was genomen en keek om zich heen in de hoop dat er iets uit zou springen. Hij keek naar het klokje op het nachtkastje en vergeleek dat met het beeld op de foto. Ook op de foto was de klok uit.

Hij liep naar het nachtkastje, hurkte en keek achter het kastje. De stekker was eruit getrokken. Hij stopte de stekker in het stopcontact en zag dat het digitale schermpje flikkerend 12:00 aangaf. Het ding deed het nog en moest alleen voor- of achteruit gezet worden. Hij dacht even na en meende een vraag voor Alicia Kent te hebben. Hij ging ervan uit dat haar belagers de stekker uit de muur hadden getrokken. De vraag was waarom. Misschien wilden ze niet dat Alicia Kent zag hoe lang ze gebonden op het bed lag.

Bosch liep naar het bed om de foto's die de technische recherche had genomen uit de map te halen. Hij bekeek ze en zag dat de deur van de inloopkast net iets anders openstond dan op de foto. De badjas hing er niet omdat ze die vlak nadat ze bevrijd was had aangetrokken. Hij liep naar de kast, vergeleek de stand van de deur met die op de foto, draaide zich om en keek de kamer in. Er was niets wat hem opviel. Als er al iets was, zag hij het niet en dat beviel hem niet erg. Hij had het idee dat hij iets over het hoofd zag en dat dat 'jets' in de kamer was.

Hij ging de slaapkamer uit, liep de gang in, stopte in elke kamer en bekeek de inhoud van kasten en laden, maar er was niets wat zijn aandacht ving. Hij ging de keuken in, maar ook daar was niets vreemds. In de fitnessruimte zag hij op de muur naast de haakjes met de oefenmatjes een rechthoek die een iets andere kleur had dan de rest van de muur. Er waren vage sporen van plakband te zien en Bosch vermoedde dat er een poster of een grote kalender had gehangen.

Hij ging terug naar de zitkamer en zag dat Maxwell nog steeds met een rood hoofd op de grond lag te worstelen. Hij had een been door de lus die zijn geboeide polsen vormden gekregen, maar om zijn handen voor zijn lichaam te krijgen, moest het andere been er ook nog door en dat was een hele opgave. Hij lag op de vloertegels met zijn handen tussen zijn benen. `We zijn zo klaar, agent Maxwell,' zei Bosch.

Maxwell reageerde niet. Bosch liep de keuken door, deed de deur van het slot en ging de achtertuin in. In het daglicht zag de tuin er heel anders uit. De tuin liep omhoog, met rozenstruiken, die tegen de heuvel waren geplant. Een paar stonden er in bloei. Sommige struiken werden gesteund door stok-ken met kaartjes waarop te zien was welke soort roos het was. Hij zette een paar stappen de heuvel op, bekeek een paar kaartjes en ging het huis weer in.

Hij draaide de keukendeur op slot en liep naar de deur waarvan hij wist dat die naar de dubbele garage leidde. Tegen een muur stond een rij kasten. Hij opende ze stuk voor stuk en keek wat erin zat. Hij zag voornamelijk tuin- en schoonmaakspullen, een paar zakken met kunstmest en een speciale mix voor rozen.

Er stond een grote vuilniscontainer. Bosch deed de deksel omhoog en zag dat er een vuilniszak in hing. Hij haalde hem eruit, keek erin en zag doodgewoon keukenafval. Bovenin lagen een paar proppen keukenpapier met paarsige vlekken. Waarschijnlijk had iemand iets gemorst en dat met het keukenpapier opgenomen. Hij rook aan een stuk papier en ving de geur van druivensap op.

Bosch hing de vuilniszak terug in de container en ging de garage uit. In de keuken trok hij de kastjes open en wierp een blik in de bijkeuken met planken vol kruidenierswaren. Daarna liep hij naar de tweede badkamer en keek naar de plek waar de sigaret was opgebrand. Op het witte porselein van de stortbak was een bruine plek te zien ter grootte van een halve sigaret.

Bosch bestudeerde de plek aandachtig. Hij was zeven jaar geleden opgehouden met roken, maar hij kon zich niet herinneren ooit een sigaret op een dergelijke plaats vergeten te zijn. Stel dat hij genoeg had van de sigaret, dan had hij hem wel in de we gegooid en doorgetrokken. Het was duidelijk dat iemand de sigaret domweg vergeten was.

Bosch was klaar om te gaan, liep de woonkamer in en riep zijn part-ner. 'Ignacio? Ben je zover? We gaan!'

Maxwell lag nog op de grond, maar zo te zien was hij doodmoe van het geworstel. Hij had zich gewonnen gegeven.

`Schiet nou eens op, verdomme!' riep hij ten slotte. `Maak me los!' Bosch liep op hem of en vroeg: `Waar is het sleuteltje?'

`In mijn jasje. Links.' Bosch bukte zich en stopte zijn hand in de zak. Hij vond het sleuteltje en trok hardhandig aan het stukje ketting tussen de twee boeien om de sleutel in het slotje te kunnen steken.

`Je mag me wel dankbaar zijn, jochie,' zei hij. `Dankbaar? Een schop voor je kont kun je krijgen.' Bosch liet de ketting los en Maxwells handen kwamen hard op de grond neer.

`Wat doe je nou, man?' schreeuwde Maxwell. `Losmaken!' `Als ik je een goede raad mag geven, Cliff, zou ik bij een volgende gelegenheid pas dreigementen uiten als je je handen vrij hebt, oke?' Bosch ging staan en gooide het sleuteltje in een hoek van de kamer. `Je regelt het verder zelf wel, he?'

Bosch liep naar de deur. Bij de auto aangekomen, keek hij Ferras over het dak aan. Zijn partner schonk hem een angstige blik, even angstig als de verdachten die Bosch tijdens zijn carriere achter in de auto had gehad.

`Kop op, Ignacio,' zei Bosch. Hij stapte in. Voor zijn geestesoog verscheen de FBI-agent die in zijn mooie pak over de vloer kroop op weg naar het sleuteltje.

Hij glimlachte.