9
'Licht!' Hij ging achter zijn bureau zitten en pakte de paperassen die hij uit Lilly's huis had meegenomen uit zijn rugzakje. Hij had een creditcardrekening van Visa, een bankafschrift en het adresboekje.
Allereerst nam hij het adresboekje door. Er stonden diverse namen in, voornamen van mannen, en alleen de beginletter van hun achternaam. Aan de kengetallen te zien, woonden ze niet alleen in Los Angeles - het merendeel zelfs buiten de stad. Er stond ook een aantal hotels en restaurants in, plus het adres van de Lexus-dealer in Hollywood. Robin stond erin en CU, Concepts Unlimited. Bij de letter D zag hij onder dallaseen rits hotels, restaurants en namen van mannen staan. Idem dito onder het kopje las vegas.
Het nummer van Vivian Quinlan stond erin. Het kengetal was 813 en hij zag een adres in Tampa, Florida, dus dat klopte met het half leesbare poststempel op de envelop. Achter in het boekje stond de naam Wainwright, met een adres in Venice waarvan Pierce wist dat het niet ver van het bungalowtje was.
Hij bladerde terug naar de Q en gebruikte het toestel van de zaak om Vivian Quinlan te bellen. Al na twee keer overgaan nam een vrouw met een doorrookte stem op. 'Hallo?'
'Mevrouw Quinlan?'
'Ja?'
'Eh... dag mevrouw. Ik bel vanuit Los Angeles. Mijn naam is Henry Pierce en ik... '
'Gaat het over Lilly?' klonk het nu wanhopig.
'Ja. Ik probeer haar almaar te bereiken en ik vroeg me af of u me kon helpen. '
'O godzijdank. Bent u van de politie?'
'Nee mevrouw. Dat niet. '
'Maakt niet uit. Eindelijk iemand die om haar geeft. '
'Nou, eh... Ik probeer haar alleen maar te vinden, mevrouw. Hebt u wat van haar gehoord?'
'Al in geen zeven weken, en dat is niets voor haar. Ze laat altijd van zich horen. Ik ben zó bezorgd. '
'Hebt u de politie al benaderd?'
'Ja. Ik heb de afdeling die over vermiste personen gaat gebeld. Ze waren niet geïnteresseerd omdat het een volwassene betreft én vanwege haar beroep. '
'Wat doet ze precies, mevrouw?'
Het was even stil. Toen: 'Ik dacht dat u zei dat u haar kende. '
'Nee, dat heb ik niet gezegd. Ik ben maar een vage kennis. '
'Ze is een escort. '
'Aha. '
'Geen seks, hoor. Ze gaat uit eten met heren in smoking en zo. '
Pierce liet dat maar voor wat het was: een moeder die ontkende wat maar al te duidelijk was. Dat had hij bij zijn eigen familie ook zien gebeuren. 'Wat had de politie u te zeggen?'
'Dat ze er waarschijnlijk met een van die heren vandoor is gegaan en dat ik vast gauw wat van haar zou horen. '
'Wanneer was dat precies?'
'Een maand geleden. Lilly belde me elke zaterdagmiddag, ziet u. Toen ze al twee weken niet had gebeld, heb ik contact opgenomen met de politie. Ze belden maar niet terug en na nog een week wachten heb ik de afdeling Vermiste Personen maar gebeld. Die hebben niet eens iets genoteerd of zo. Ze zeiden dat ik geduld moest hebben. Het interesseerde ze niets. '
Pierce werd opeens afgeleid door een beeld uit zijn jeugd. Het was de avond dat hij voor een weekend uit Stanford was thuisgekomen. Zijn moeder had in de donkere keuken op hem zitten wachten. Ze wachtte daar maar in het duister om hem het nieuws over zijn zusje Isabelle te vertellen, en terwijl mevrouw Quinlan sprak, was het alsof hij zijn moeder hoorde.
'Ik heb nog een privédetective ingeschakeld, maar dat heeft niets opgeleverd. Die kon haar ook niet vinden. '
Door wat ze hem zojuist vertelde, was hij weer helemaal bij de les. 'Mevrouw, is Lilly's vader daar? Kan ik hém misschien spreken?'
'Nee, die is hier allang niet meer. Ze kent hem nauwelijks. Hij is hier in geen twaalf jaar geweest, niet sinds de dag dat ik hem met haar heb betrapt. '
'Zit hij in de gevangenis?'
'Nee, hij is gewoon vertrokken. '
Pierce wist niet wat hij verder nog moest zeggen. 'Wanneer is Lilly eigenlijk naar LA gekomen?'
'Een jaar of drie geleden. Ze was in Dallas begonnen aan een opleiding om stewardess te worden, maar ze heeft nooit als zodanig gewerkt. Daarna is ze naar Los Angeles gegaan. Ik wou maar dat ze stewardess was geworden. Ik heb haar zo vaak gezegd dat je in die escortbusiness dan wel niet met die mannen naar bed hoeft, maar dat de mensen het toch van je denken. '
Pierce knikte. Typisch een moeder. Hij stelde zich een forse vrouw voor met getoupeerd haar en een sigaret in haar mondhoek. Met zo'n vader en moeder was het niet verwonderlijk dat Lilly Tampa was ontvlucht en zich zo ver mogelijk daarvandaan had gesetteld. Het verbaasde hem dat ze nog maar drie jaar geleden het huis uit was gegaan.
'Waar hebt u een privédetective ingehuurd? Hier in LA of in Tampa?'
'In LA. Hier viel niet zoveel te doen, nietwaar?'
'Hoe hebt u hem gevonden?'
'De rechercheur bij Vermiste Personen had me een lijst met namen gestuurd, en daar heb ik er eentje uitgepikt. '
'Bent u nog hierheen gekomen?'
'Ik heb niet zo'n goede gezondheid. Volgens de dokter heb ik emfyseem, plus dat ik een zuurstoffles bij me moet hebben. Veel zou ik niet kunnen doen. '
Pierce corrigeerde het beeld dat hij van haar had. De sigaret was vervangen door de zuurstoffles, maar het getoupeerde haar bleef. Hij vroeg zich af wat hij haar verder nog moest vragen en wat hij haar nog kon ontfutselen.
'Lilly heeft me ooit verteld dat ze u geld stuurde. ' Het was een gokje, maar het leek wel te passen in deze moeder-dochterrelatie.
'Klopt. Als u haar ziet, zeg haar dan dat ik flink krap zit. Ik ben bijna blut. Een groot deel van mijn spaargeld is naar die meneer Glass gegaan. '
'Meneer Glass?'
'Die privédetective. Sinds ik hem niet meer kan betalen, hoor ik ook niets meer van hem. '
'Hebt u een nummer of een adres van hem?'
'Even opzoeken. ' Ze legde de hoorn neer en kwam pas na twee minuten terug met een telefoonnummer en een adres. Hij heette Philip Glass en hij hield kantoor in Culver City.
'Mevrouw, weet u verder nog mensen hier in LA die Lilly kennen? Vrienden of zo?'
'Nee. Daar heeft ze het nooit over. Alleen de naam van ene Robin schiet me nu te binnen. Daar werkt ze wel eens mee. Robin kwam uit New Orleans en Lilly vertelde me dat ze veel gemeen hadden. '
'Zoals?'
'Ik geloof dat ze beiden in hun jeugd problemen hadden met mannen in de familie. Zoiets. '
'Ik begrijp het. '
Pierce probeerde te denken als een politieman. Vivian Quinlan leek een belangrijke schakel in het geheel, maar hij wist niet meer wat hij haar moest vragen. Ze zat op bijna vijfduizend kilometer van Los Angeles en het was duidelijk dat ze in meer dan één opzicht mijlenver verwijderd was van de wereld van haar dochter. Hij keek naar het adresboekje dat voor hem op het bureau lag, en dat inspireerde hem tot een laatste vraag. 'Zegt de naam Wainwright u misschien iets? Heeft Lilly of meneer Glass die naam ooit genoemd?'
'Hmm... Nee. Ik heb van meneer Glass nooit een naam gehoord. Wie moet dat zijn?'
ik weet het niet. Een bekende, neem ik aan. ' Meer wist hij echt niet te vragen. 'Goed, mevrouw. Ik ga door met zoeken, en als ik haar vind, zeg ik haar dat ze u moet bellen. '
'Ik waardeer het zeer. Vergeet niet te zeggen dat ik krap bij kas zit. '
'Dat beloof ik u. '
Hij hing op en dacht even na over wat hij te weten was gekomen. Te veel over Lilly, eigenlijk. Het deprimeerde hem. Hij hoopte maar dat een van haar klanten haar inderdaad ergens mee naartoe had genomen, eentje die haar had beloofd dat ze een leven vol luxe en rijkdom zou gaan leiden. Misschien zat ze wel op Hawaï of ergens bij een rijke vent in een penthouse in Parijs, maar hij betwijfelde het ten zeerste. 'Heren in smoking... ' zei hij hardop.
'Wat?' Hij keek op. Charlie Condon stond in de deuropening. 'O niks. Ik praat een beetje in mezelf. Wat doe jij hier?'
Pierce besefte dat Lilly's adresboekje en de post nog voor hem op het bureau lagen. Nonchalant pakte hij zijn eigen agenda op en deed net alsof hij een bepaalde datum zocht. Daarna legde hij zijn agenda op de papieren.
'Ik heb je nieuwe nummer gebeld en kreeg Monica, ' zei Condon, die tegen de deurpost geleund stond. 'Ze zei dat jij hier zou zijn en dat zij op jouw meubilair zat te wachten. Ik kreeg op het lab en hier geen gehoor, dus ben ik maar even langs gereden. '
Condon was een knappe man die, zo leek het tenminste, altijd door de zon gebruind was. In New York had hij zelfs een paar jaar modellenwerk gedaan, maar toen hem dat ging vervelen, was hij weer gaan studeren en had hij zijn studie economie afgemaakt. Ze waren aan elkaar voorgesteld door een zakenrelatie die bij een investeringsbank werkte. De bankier wist dat Condon goed was in het bij elkaar brengen van investeerders en bedrijven die zich bezighielden met nieuwe technologieën. Pierce had hem aangetrokken omdat Condon hem had verzekerd dat hij geld zou weten los te peuteren voor Amedeo, zonder dat hij van Pierce verlangde dat die zijn meerderheidsbelang aan buitenstaanders zou kwijtraken. Condon, op zijn beurt, had tien procent van het bedrijf gekregen, een aandeel dat in de toekomst wellicht honderden miljoenen dollars waard zou zijn. Tenminste, als ze de wedloop wonnen en naar de beurs gingen.
'Ik heb je telefoontjes dan zeker net gemist, ' zei Pierce. 'Ik ben er eigenlijk pas. Ik was even wat gaan eten. '
Charlie knikte. 'Ik dacht dat je in het lab zou zitten. ' Het klonk als: waarom zit je niet in het lab? 'Er is werk aan de winkel. We doen mee aan de wedloop. We moeten onze walvis laten zien wat we kunnen. Hier in je kamer ben je erg nuttig. '
'Maak je maar geen zorgen. Ik ga er zo heen. Ik neem even de post door. Ben je hier helemaal heen gereden om te zien wat ik uitspookte?'
'Dat niet, maar we hebben tot donderdag om de boel voor Maurice klaar te stomen. Ik wou even kijken of alles naar wens verliep. '
Pierce wist dat ze zich te veel concentreerden op Maurice Goddard. Charlies e-mail, waarin hij de geldschieter God noemde, was daarvan het bewijs. De presentatie van donderdag was inderdaad de belangrijkste die ze ooit hadden gedaan, maar Pierce was ongerust over het feit dat Charlie er alles van liet afhangen. Ze zochten iemand die minimaal vier miljoen per jaar wilde investeren, en dat voor ten minste drie a vier jaar. Goddard, zo had toegewijd onderzoek van zowel Nicole als Zeiler uitgewezen, had een privévermogen van tweehonderdvijftig miljoen, en dat had hij te dan ken aan goed getimede investeringen in bedrijven als Microsoft. Goddard had geld, zoveel was duidelijk, maar als hij donderdag niet over de brug kwam met een goed gefundeerd plan ter ondersteuning van Amedeo dan moesten ze naar een andere geldschieter op zoek. Dat zou dan Condons taak zijn.
'Maak je maar geen zorgen, ' zei Pierce weer. 'We zullen er klaar voor zijn. Komt Jacob ook?'
'Ja. '
Jacob Kaz was de jurist die de octrooien voor hen behandelde. Ze hadden er al achtenvijftig, aangevraagd dan wel toegekend. De maandag na de presentatie zou Kaz daar een negental aan toevoegen. Tijdens de wedloop ging het om octrooien. Als je die had, was je kostje gekocht. De negen nieuwe waren allemaal voor het Proteus-project en zouden de wereld van de nanotechnologie op zijn kop zetten. Pierce moest al bij voorbaat grinniken en Condon raadde zijn gedachten.
'Heb je de aanvragen al nagekeken?' vroeg hij. Pierce reikte naar de beenruimte onder zijn bureau en met zijn knokkels tikte hij op de kluis die in de vloer verankerd zat. Daar zaten de aanvragen in. Pierce moest ze nog nalezen voor ze naar het octrooibureau zouden gaan, maar het was uiterst droge stof en hij had het eenvoudigweg te druk gehad, ook al voordat Lilly Quinlan in zijn leven was gekomen. 'Hier, ' zei hij. 'Ik hoop er vandaag aan toe te komen, anders kom ik er morgen wel voor terug. ' Het was tegen de regels van het bedrijf dat de aanvragen het pand uit zouden gaan.
Condon knikte goedkeurend. 'Mooi. Verder alles kits? Gaat het een beetje?'
'Je bedoelt vanwege Nicki en zo?'
Charlie knikte.
'Ja, best hoor. Ik probeer maar aan andere dingen te denken. '
'Aan het lab, hoop ik. '
Pierce leunde glimlachend achterover en rekte zich uit. Hij vroeg zich al wat Monica Charlie had verleid toen hij naar zijn flat had gebeld.
'Nou, ik ben toch aan het werk?'
'Mooi zo. '
'O ja. Nicole heeft een artikel over Tagawa in het dossier-Bronson gestopt. Het heeft dus de pers gehaald. '
'Staat er iets interessants in?'
'Niets wat we al niet wisten. Elliot heeft het over diagnostische mogelijkheden. In algemene zin weliswaar, maar je weet maar nooit. Misschien heeft hij lucht gekregen van ons project. ' Terwijl hij sprak, keek hij naar de filmposter die naast de deur aan de muur hing. Het was er een van Fantastic Voyage, de sf-film uit 1966. Hij toonde de witte onderzeeboot deProteus in een veelkleurige zee van lichaamssappen. Het was een origineel dat Cody Zeiler hem had gegeven en die had hem van een online veiling van oude filmposters.
'Elliot roept maar wat, ' zei Condon. 'Ik zou niet weten hoe hij iets over Proteus gehoord kan hebben. Over een dag of tien zal hij wel anders piepen. Dan wordt het peentjes zweten, en Tagawa weet dan dat ze op het verkeerde paard hebben gegokt. '
'Laten we het hopen. '
Amadeo had eerder dat jaar met Tagawa geflirt, maar het Japanse concern eiste een te groot aandeel in Amedeo en de onderhandelingen waren vastgelopen. Het project was in het begin wel ter sprake gekomen, maar hun onderhandelaars hadden geen details te horen gekregen en waren zelfs niet in de buurt van het lab geweest. Toch vroeg Pierce zich af wat ze er exact over hadden losgelaten, want het sprak voor zich dat de Japanners de informatie die ze hadden, hadden doorgegeven aan hun nieuwe partner, Elliot Bronson.
Als je iets nodig hebt, hoor ik het wel, ' zei Condon.
Pierce schrok op uit zijn overpeinzingen. 'Bedankt, Charlie. Jij gaat weer naar huis?'
'Ik denk het. Melissa en ik gaan vanavond bij Jar eten. Heb je zin om mee te gaan? Dan bel ik even dat er eentje meer komt. '
'Nou nee. Bedankt. Mijn spullen worden vandaag bezorgd, en ik denk dat ik wel even bezig ben met inrichten. '
Charlie knikte en na een korte aarzeling vroeg hij: 'Ga je je telefoonnummer nog veranderen?'
'Ja, dat zal wel moeten. Maandag. Hé, dat heb je zeker van Monica?'
'Ze zei er iets over. Dat je het telefoonnummer van een hoertje had gekregen en dat er nu steeds kerels bellen. '
'Ze is een escort, geen hoertje. '
'Zit daar dan verschil tussen?'
Pierce kon bijna niet geloven dat hij een vrouw die hij niet eens kende zat te verdedigen. Hij voelde dat hij kleurde. 'Misschien ook niet, ' zei Pierce. 'Maandag krijg je weer een ander nummer van me, oké? Nu moet ik iets gaan doen, want ik wil zo naar het lab en daarna heb ik nog wat te regelen. '
'Oké, tot maandag. '
Condon ging de kamer uit. Toen Pierce zich ervan had verzekerd dat Condon weg was, stond hij op en deed de deur dicht. Hij vroeg zich af wat Monica verder nog had gezegd en of ze de alarmbel had geluid over zijn activiteiten. Even overwoog hij haar te bellen, maar hij besloot dat het misschien beter was haar er in levenden lijve over aan te spreken. Hij concentreerde zich weer op het adresboekje. Achterin zag hij iets wat hij nog niet eerder had gezien. Er stond simpelweg usc plus een telefoonnummer. Hij herinnerde zich de envelop in de gang en belde het nummer. Een bandje zei hem dat dit het nummer was van het bureau Inschrijving van de Universiteit van Southern California en dat ze het weekend gesloten waren. Hij hing op en vroeg zich af of Lilly ten tijde van haar verdwijning van plan was geweest colleges te gaan lopen. Misschien had ze de escortbusiness wel vaarwel willen zeggen en was dat de reden van haar verdwijning.
Hij schoof het adresboekje terzijde en keek naar de rekening van Visa. In augustus had ze geen enkele uitgave gedaan en er stond dat ze een betalingsachterstand had ten bedrage van $ 354, 26. Dat bedrag had uiterlijk 10 augustus betaald moeten zijn. Daarna las hij het bankafschrift van de Washington Spaarbank. Het vermeldde zowel het bedrag op haar rekening-courant als haar spaarrekening. In augustus had Lilly Quinlan dan wel geen storting gedaan, maar geldgebrek had ze zeker niet. Op haar rekening-courant stond $ 9240, - en op de spaarrekening $ 54. 542, -. Niet genoeg voor een vierjarige studie aan usc misschien, maar als ze een nieuw leven had willen beginnen, was het een aardig begin. Wat de afschrijvingen betrof, zag hij dat er een cheque van tweeduizend dollar was gegaan naar de rekening van Vivian Quinlan. Dat moesten de maandelijkse onderhoudskosten van de moeder zijn. Een andere cheque, voor vierduizend dollar, was gegaan naar ene James Wainwright, onder de vermelding 'huur'. Pierce streek met zijn hand over zijn kin en dacht na. Vierduizend dollar leek hem wel een erg hoge huur voor het huis aan Altair, maar misschien had ze in één keer voor twee of meer maanden betaald. Hij keek nog even op het afschrift, maar zag verder niets wal hem interesseerde.
Het fotokopieerapparaat op de derde verdieping was vlakbij. Hij liep de gang door en ging het kamertje in waar het kopieerapparaat, de fax en de papierversnipperaar stonden. Lilly's post verdween in de papiervernietiger. Het apparaat was vrij lawaaierig, maar toch niet luid genoeg om de beveiliging te alarmeren, want niemand kwam kijken wal er gebeurde. Hij voelde zich enigszins schuldig. Hoewel hij niet wist wat de wet precies zei over diefstal van post en het briefgeheim, wist hij dat hij het er niet beter op maakte door gestolen post te vernietigen.
Toen hij klaar was, stak hij zijn hoofd de gang in om zich ervan te verzekeren dat hij de enige op de verdieping was. Hij draaide zich om en maakte de kast met de voorraad kopieerpapier open. Hij haalde Lilly"s adresboekje uil zijn rugtas en liet dat achter de stapels papier vallen. Daar zou het zeker een maand niet worden ontdekt.
Nu had hij alle bewijs van zijn misdaad vernietigd dan wel verstopt. Hij nam de lift naar het souterrain en ging door de sluis. Hij zag dat niet alleen Grooms, maar ook Larraby er die morgen was geweest, plus nog een aantal laboranten. Iedereen was vertrokken. Hij pakte de balpen om zijn naam op de lijst te zetten, maar bedacht zich en legde hem weer neer.
Hij ging achter de computer zitten, typte de drie vereiste wachtwoorden van die zaterdag in en riep de voorschriften op van de proeven van het Proteus-project. Larraby had die ochtend een paar tests uitgevoerd en Pierce zette zich aan het nakijken van de laatste resultaten van de proef met het omrekenen van cellulaire energie.
Na een paar minuten keek hij op. Het lukte niet. Hij kon zich maar niet concentreren omdat hij te zeer in beslag werd genomen door andere zaken. Uit ervaring wist hij dat hij, als hij ergens over aan het tobben was, dat eerst moest zien op te lossen en dat hij dan pas goed kon werken. Hij zette de computer uit en verliet het laboratorium. In zijn kamer pakte hij zijn notitieblokje uit zijn rugtas en belde het nummer van Philip Glass. Zoals hij al verwachtte, was de man op zaterdagmiddag niet op kantoor, dus sprak hij een bericht in.
'Meneer Glass, dit is Henry Pierce. Ik zou het graag even met u over Lilly Quinlan hebben. Ik heb uw naam en telefoonnummer van haar moeder doorgekregen. Ik hoop u binnenkort te spreken. U kunt me altijd bellen. ' Hij gaf zijn nummer thuis en zijn doorkiesnummer bij Amedeo op. Misschien zou Glass het telefoonnummer van de flat wel herkennen als dat van Lilly. Hij roffelde met zijn vingers op het bureau, vroeg zich af wat de volgende stap moest zijn en besloot Cody Zeiler op te zoeken. Voor hij wegging, belde hij de flat.
Monica nam met een chagrijnige stem op. 'Ja?'
'Ik ben het, Henry. Zijn de spullen er al?'
'Net. Het werd tijd ook. Het bed wordt als eerste neergezet. Trouwens, als je niet tevreden bent met waar het komt te staan, kan ik er ook niets aan doen. '
'Nou, heb je gezegd dat ze het bed in de slaapkamer kwijt kunnen?'
'Ja, natuurlijk. '
'Dan is er geen vuiltje aan de lucht, toch? Waarom ben je zo chagrijnig?'
'O, door die rottelefoon. Er gaat geen kwartier voorbij of er belt wel zo'n engerd voor die Lilly. Waar ze ook zit, ik weet zeker dat ze een hoop geld heeft. '
Pierce kreeg steeds meer de indruk dat Lilly ergens was waar geld er niet meer toe deed, maar hij zei dat maar niet. 'Ze blijven bellen, zeg je? Ze hebben me verzekerd dat haar pagina voor drie uur vanmiddag van de site is. '
'Nou, ik heb er vijf minuten geleden nog eentje gehad. Voor ik kon zeggen dat ik Lilly niet was, vroeg een van die kerels of ik zijn prostaat kon masseren! Vraag me niet hoe dat in zijn werk gaat... Ik heb meteen opgehangen. Ik vind het echt walgelijk allemaal. '
Pierce glimlachte. Hij wist ook niet precies wat de man bedoelde, maar hij deed zijn best ernstig te klinken. 'Het spijt me oprecht. Hopelijk zijn ze gauw klaar daar, en zodra de boel staat kun je gaan. '
'Godzijdank. '
'Ik had naar huis willen komen om je af te lossen, maar ik moet eerst even naar Malibu. '
'Malibu? Wat moet je in Malibu?'
Pierce had al spijt dat hij het had gezegd. Hij was vergeten dat ze eerder die dag zo nieuwsgierig was geweest en dat ze het allemaal maar niets vond.
'Maak je niet druk. Het heeft niets met Lilly te maken, ' loog hij. 'Ik moet Cody Zeiler even spreken. ' Het klonk niet overtuigend, maar ze moest het er maar mee doen. Ze hingen op en hij stopte zijn notitieblokje terug in zijn rugtas.
'Licht!' zei hij.