20

hij pakte eenT-shirt uit een doos in de slaapkamer en hield het tegen zijn gezicht om het bloeden te stelpen. Hij knapte zich wat op, liep naar de badkamer en keek in de spiegel. Zijn gezicht was opgezwollen en er zaten diverse bloeduitstortingen. De zwelling op zijn neus belemmerde zijn zicht, vooral dat van het linkeroog. De bloedingen waren voor het merendeel onderhuids en hij proefde een golf bloed in zijn keel. Hij wist dat hij naar een ziekenhuis moest, maar voor hij ging, wilde hij Lucy LaPorte waarschuwen.

De telefoon lag op de vloer in de zitkamer. Hij probeerde de nummerweergavefunctie, maar die werkte niet. Het schermpje bleef leeg. Hij drukte de beltoets in, maar kreeg geen kiestoon. Het toestel was kapot; misschien was het de klap op zijn neus geweest, of kwam het doordat de man van wie hij dacht dat het Wentz was het op de grond had gegooid.

Hij hield het T-shirt tegen zijn gezicht en voelde de tranen over zijn wangen stromen. Vanuit één ooghoek zocht hij de kamer af naar het zogenoemde overlevingsrantsoen voor aardbevingen dat Monica voor hem had gekocht. Ze had hem voorgelezen wat er allemaal in zat: ehbo-spullen, een zaklantaarn met batterijen, vijf liter water, gevriesdroogde levensmiddelen en andere zaken. Hij wist dat er ook een noodtelefoontje in moest zitten dat niet hoefde te worden opgeladen. Zodra je het in het stopcontact deed, werkte het. Hij vond de doos in de slaapkamerkast en terwijl hij met beide handen probeerde hem uit het plastic te halen, drupte het bloed van zijn gezicht. Hij verloor zijn evenwicht en viel bijna. Hij zakte weg en weet dat aan het bloedverlies plus de uil hem weggevloeide adrenaline.

Eindelijk had hij het toestelletje te pakken en hij slak het in het stopcontact naast zijn bed. Er was een kiestoon, maar nu moest hij nog aan Robins nummer zien te komen. Hij had het genoteerd, maar het zat in zijn rugtas, die beneden in de auto lag. Hij dacht niet dat het hem zou lukken om hem te gaan halen zonder onderweg te bezwijken. Het was nog maar de vraag of hij zijn sleutels kon vinden, want Billy Wentz was de laatste die ze had gehad. Tegen de muur geleund belde hij Inlichtingen en vroeg naar het nummer van Lucy LaPorte. Hij noemde alle manieren op om de naam te spellen, maar kreeg steeds nul op het rekest. Hij liet zich langs de muur naar beneden glijden en ging op de vloer naast het bed zitten.

Paniek maakte zich van hem meester. Hij móést haar zien te bereiken. Opeens kreeg hij een inval en belde het lab, maar er werd niet opgenomen. De zondagsrust was heilig voor zijn collega's. Ze werkten zes dagen per week en maakten lange dagen, maar zelden op zondag. Hij probeerde Charlie Condons nummer, ook thuis, maar beide keren kreeg hij een antwoordapparaat. Cody Zeiler was een mogelijkheid, maar Pierce wist dat die bijna nooit opnam. Je kon hem alleen maar via zijn pager bereiken en dan moest je nog maar afwachten of hij zin had om te bellen.

Er stond hem weinig anders te doen. Hij toetste een nummer in en wachtte. Na vier keer overgaan nam Nicole op.

'Met mij... Ik heb je hulp nodig. Kun jij even... '

'Met wie spreek ik?'

'Met mij, Henry. '

'Je klinkt zo anders. Wat is er?'

'Nicki!' riep hij. 'Luister. Het is dringend. Ik heb je hulp nodig. Later kan ik het allemaal uitleggen. '

'Goed, ' klonk het weinig overtuigd. 'Wat is er zo dringend?'

'Heb je de computer nog staan?'

'Ja. Het huis is nog niet eens in de verkoop. Ik heb geen... '

'Oké. Mooi zo. Ga naar de computer. Nu meteen alsjeblieft. ' Hij wist dat ze een snelle isdn-lijn had. Dat had hij nooit zo nodig gevonden, maar nu kwam het goed uit. Toen ze voor de computer zat, schakelde ze over op het hands-free toestel dat op het bureau stond.

'Oké. Ga naar de website www. la-darlings. com. '

'Doe normaal, Henry. Is dit een grap of... '

'Schiet nou op. Het is een kwestie van leven of dood. '

'Oké. LA Darlings... '

Hij wachtte.

'Ik heb het. '

Hij probeerde zich voor de geest te halen hoe de site eruitzag. 'Goed, dubbelklik op de button met "Escorts" en ga door naar "Blondines". ' Hij wachtte even en vroeg: 'Gevonden?'

'Ik ben niet zo snel... Oké... En dan?'

'Scroll naar beneden en klik op Robin. ' Hij besefte dat hij luid ademde en dat zijn keel een piepend geluid voortbracht.

'Goed. Ik heb Robin gevonden. Hemel... die tieten zullen wel nep zijn. '

'Geef me haar nummer nou maar. '

Ze las het op en Pierce herkende het als dat van Lucy. 'Ik bel je nog, ' zei hij. Hij drukte de beltoets van zijn telefoon in, hield die een paar seconden ingedrukt, liet hem los en drukte hem weer in. Toen hij de kiestoon kreeg, belde hij Lucy's nummer. Hij werd licht in het hoofd. Hij zag nog wel wat, maar het beeld werd aan de randen steeds vager. Na vijf keer overgaan kreeg hij haar voice-mail.

'Verdorie... ' mompelde hij. Wat nu? De politie kon hij niet op haar dak sturen en hij wist niet eens wat haar privé-adres was. Hij wachtte op de piep en terwijl hij sprak, leek het of zijn tong een paar maten te groot was voor zijn mond. 'Lucy, ik ben het, Henry. Wentz is hier geweest. Hij heeft me in elkaar geslagen en ik ben bang dat hij nu naar jou op weg is. Als je dit hoort, zorg dan dat je 'm meteen smeert. Bel me als je ergens op een veilig adres zit. ' Hij sprak zijn nummer in en hing op.

Met het T-shirt bette hij zijn gezicht en hij leunde tegen de muur. De toevoer van adrenaline en endorfine van tijdens de aanval van Wentz was nu gestopt en hij voelde dat een hevige, kloppende pijn zich van hem meester maakte. Zijn hele lijf, elke spier en vezel, deed pijn. Het leek wel alsof zijn hoofd een neonreclame was die aan- en uitging, als ritmische pulsen van gloeiend vuur. Hij kon zich niet meer bewegen en wilde niets liever dan het bewustzijn verliezen om pas te ontwaken wanneer alles was geheeld en hij er weer bovenop was.

Hij pakte zijn telefoon weer op en drukte de herhaaltoets in, maar opnieuw kreeg hij Lucy's voicemail. Hij wilde luidkeels vloeken, maar dat zou te veel pijn doen. Hij hing op, maar terwijl hij het toestelletje nog in de hand had, ging het over.

'Hallo... '

'Met Nicki. Kun je iets zeggen? Gaat het wel goed met je?'

'Nee. '

'Heb je liever dat ik terugbel?'

'Nee, alluzizinorde... '

'Wat is er? Waarom praat je zo raar? Waarom moest je het nummer van dat mens hebben ?'

Ondanks de pijn, de angst en al het andere dat hij voelde, was hij toch gepikeerd over de manier waarop ze 'dat mens' zei.

'Lang vuhhaal ennik kan, eh... ' Hij maakte zijn zin niet af, en terwijl hij tegen de muur opzij gleed en bijna dubbelgeklapt op de vloer ineenzeeg, schoot er een pijnscheut door zijn borst. Hij kreunde vanuit het diepst van zijn ziel.

'Henry! Er is wél iets met je! Hoor je me?'

Hij liet zich op het vloerkleed onder uitglijden en ging plat op zijn rug liggen, maar op de een of andere manier was hij zich ervan bewust dat hij in zijn eigen bloed zou kunnen stikken als hij zo bleef liggen. De gedachte aan alle popsterren die in hun eigen braaksel waren gestikt drong zich aan hem op. De telefoon was uit zijn hand gegleden en ergens ver weg hoorde hij een blikkerig stemmetje dat zijn naam riep. Hij meende het te herkennen en glimlachte. Hij besloot dat je maar beter in je bloed kon stikken dan in je braaksel. Hij deed een poging tot zingen, maar het klonk als een dronken gefluister. 'Suze me when I gizz the sy... ' Het klonk niet echt lekker en hij had moeite met de k's. Het deed er niet toe. Het stemmetje dat in zijn rechteroor had geroepen was nu verdwenen en had plaatsgemaakt voor een hard geblèr in de duisternis. Zodra dat was weggeëbd, bleef slechts de duisternis om hem heen over en dat beviel hem wel.