24
Woensdagochtend was Pierce met Charlie Condon aan het bellen toen er een vrouw in een grijs mantelpakje de kamer binnenkwam. Ze gaf hem haar visitekaartje, Janis langwiser, advocaat, las hij. Hij hield zijn hand over het spreekgedeelte van de telefoon en fluisterde tegen haar dat hij zo klaar was. ik moet ophangen, Charlie. De dokter is net binnengekomen. Zeg maar dat het het komend weekend moet, of anders volgende week. '
'Onmogelijk. Hij wil Proteus zien voordat we de octrooiaanvraag doen. Ik heb geen zin om het uit te stellen en jij ook niet, denk ik zo. Je kent Maurice toch? Die neemt daar heus geen genoegen mee. '
'Probeer het nou maar. '
'Nou, ik waag één poging. Je hoort nog van me. '
Charlie hing op en Pierce klikte het toestelletje terug in het daartoe bestemde vakje aan de stang van het bed. Hij probeerde een vriendelijk gezicht te zetten voor Langwiser, maar dat was pijnlijker dan de dag ervoor en zelfs een vage glimlach was een hele opgaaf. Ze stak haar hand uit en schudde de zijne. 'Janis Langwiser. Prettig kennis met u te maken. '
'Henry Pierce. Helaas ben ik daar gezien de omstandigheden niet echt blij mee. '
'Zo gaat dat met strafpleiters. '
Jacob Kaz had Langwisers doopceel al gelicht. Ze was advocate bij een klein, maar uitstekend bekendstaand kantoor genaamd Smith, Levin, Colvin & Enriquez. Het kantoor was volgens Kaz zo exclusief dat het niet eens in het telefoonboek stond. De clientèle was zonder meer elitair, maar zelfs mensen uit die kringen hadden zo nu en dan een stafpleiter nodig, en dat was Janis Langwiser. Ze was een jaar eerder weggekocht bij het openbaar ministerie, waar ze in haar carrière als officier van justitie menig opzienbarende zaak had gehad. Kaz had gezegd dat het kantoor Pierce als cliënt zou nemen om via hem een relatie met Amedeo op te bouwen.
Het mes sneed aan twee kanten, want mocht Amedeo in de komende jaren een beursgang overwegen, dan zou het kantoor daar te zijner tijd graag bij adviseren. Pierce zei maar niet dat de toekomst van Amedeo, om nog maar te zwijgen over de beursgang van het bedrijf, afhing van het feit of het probleem waarmee hij nu zat tot een goed einde werd gebracht.
Nadat ze beleefd naar zijn toestand en de prognose van het herstel had geïnformeerd vroeg Langwiser waarom hij dacht een strafpleiter nodig te hebben.
'Omdat er een rechercheur rondloopt die denkt dat ik een moordenaar ben. Hij zei dat hij naar het OM zou stappen om ervoor te zorgen dat ze me gaan vervolgen voor een aantal vergrijpen, inclusief moord. '
'Een rechercheur van de lapd? Wie is het?'
'Renner. Ik weet niet hoe hij van voren heet. Ik herinner me niet of hij me dat heeft gezegd. Ik heb zijn kaart je, maar ik heb er nooit... '
'Robert. Die ken ik wel. Hij zit er al heel lang. '
'Hebt u ooit met hem te maken gehad?'
'In het begin van mijn loopbaan bij het OM zat ik veel op het archief. Ik heb wel zaken die hij had aangebracht onder ogen gehad. Het is een goeie rechercheur. Ik denk dat je zijn werk zou kunnen betitelen als grondig. '
'Ja, dat woord gebruikt hij zelf ook. '
'Hij gaat naar het OM om u voor een moordzaak te laten vervolgen, zegt u?'
'Ik weet het niet precies. Er is geen lichaam, maar hij zei dat hij me eerst voor andere vergrijpen gaat pakken. Inbraak, bijvoorbeeld. Tegenwerking van justitie. Daarna zal hij wel proberen me die moord in de schoenen te schuiven. Ik weet niet in hoeverre hij maar wat roept, maar ik heb niemand vermoord en daarom heb ik een advocaat nodig. '
Ze fronste haar wenkbrauwen en knikte nadenkend. Ze gebaarde naar zijn gezicht en vroeg: 'Heeft die toestand met Renner te maken met uw verwondingen?'
Pierce knikte.
'Zullen we dan maar bij het begin beginnen? Ik stel voor dal we elkaar tutoyeren, dat lijkt me prettiger. '
'Is er vanaf nu sprake van een vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt?'
'Absoluut. Je kunt vrijuit spreken. '
Pierce knikte en het volgende halfuur bracht hij haar volledig op de hoogte. Hij vertelde haar precies wat hij had gedaan en wat hij had misdaan. Hij vergat niets. Terwijl hij aan het woord was, stond Langwiser tegen een kast geleund. Ze maakte aantekeningen met een duur uitziende pen, waarvoor ze een notitieblok gebruikte dat ze uit haar zwartleren tas had gepakt, een oversized damestasje of een klein formaat aktetas. Ze kwam chic en zelfverzekerd over. Toen Pierce zijn verhaal had gedaan, kwam ze terug op het gedeelte waarin Renner had gezegd dat Pierce een bekentenis had afgelegd. Ze stelde er een aantal vragen over, over de toon waarop het gesprek was gevoerd, onder invloed van welke medicijnen Pierce op dat moment verkeerde en welke nadelige invloed de aanslag en de operatie op zijn gestel hadden. Ze vroeg hem specifiek wat hij bedoelde toen hij had gezegd dat het allemaal zijn schuld was.
'Ik had het over mijn zusje, over Isabelle. '
'Ik kan het even niet volgen. '
'Ze is gestorven. Een hele tijd geleden al. ' Hij zweeg.
'Kom op, Henry. Laat me nou niet in het ongewisse. Ik moet alles weten. '
Hij haalde zijn schouders op, wat pijn deed zowel aan zijn schouders als aan zijn ribben. 'Ze is als kind van huis weggelopen. Ze is vermoord.... door een vent die al een aantal mensen had vermoord. Hij pikte zijn slachtoffertjes op in Hollywood. De politie heeft hem doodgeschoten en dat... dat is het eigenlijk. '
'Een seriemoordenaar? Wanneer was dat precies?'
'In de jaren tachtig. Ze noemden hem de Poppenmaker. Ze kregen toen altijd een naam toebedeeld door de media. Toen was dat tenminste zo. '
Hij zag Langwiser nadenken. 'Ik herinner me die zaak van de Poppenmaker wel, ' zei ze. 'Ik studeerde nog. Ik heb de rechercheur die hem uiteindelijk heeft doodgeschoten nog meegemaakt. Hij is sinds vorig jaar met pensioen. ' Even liet ze zich meevoeren door haar herinneringen, maar ze was al snel weer bij de les. 'Goed. Hoe kon u die zaak van uw zusje en die van Lilly Quinlan tijdens het verhoor van Renner nou door elkaar halen?'
'Omdat ik de laatste tijd, sinds dat gedoe met die Lilly, vaak aan mijn zusje moet denken. Daarom denk ik dat ik me er ook zo druk over maak. '
'Wil je zeggen dat je denkt verantwoordelijk te zijn voor wat er met je zusje is gebeurd? Hoezo?'
Pierce dacht erover na hoe hij zijn antwoord moest formuleren. Hij wilde niet alles kwijt, alleen dat wat ertoe deed. Wat hij niet wilde delen met iemand die hij niet kende, liet hij achterwege. 'Mijn stiefvader en ik gingen er vaak heen. We woonden in een buitenwijk en gingen naar Hollywood om haar te zoeken. Als het donker was. Heel soms overdag, maar meestal 's avonds en 's nachts. ' Hij staarde naar het televisiescherm dat aan de muur tegenover hem was bevestigd. Het was alsof het op de televisie te zien was en hij verslag deed van wat hij zag. ik deed altijd oude kleren aan zodat ik eruitzag als een van hen, een van die zwerfkinderen. Mijn stiefvader stuurde me dan die kraakpanden in, waar ze het voor geld deden of voor drugs... '
'Waarom moest jij dat doen? Waarom ging je stiefvader niet naar binnen?'
'Hij zei toen dat ik als kind minder zou opvallen en dat ze mij wel binnen zouden laten. Als er een onbekende man zou binnenlopen, kon dat wel eens betekenen dat ze er allemaal vandoor gingen. ' Hij zweeg.
Langwiser zweeg ook even, maar een paar seconden later probeerde ze hem weer aan het praten te krijgen. 'Je zei dat hij dat tóén als reden gaf. Wat zei hij er later dan over?'
Pierce schudde zijn hoofd. Ze was goed, want ze wist precies welke details nadere uitleg vergden. 'Laat maar. Het was... Ik denk... Er moet een reden zijn geweest dat ze is weggelopen. Volgens de politie gebruikte ze drugs, maar volgens mij kwamen die pas later. Nadat ze was weggelopen. '
'Je denkt dat je stiefvader er iets mee te maken had. ' Het klonk als het vaststellen van een feit, en hij knikte, hoewel dat nauwelijks te zien was. Hij dacht aan wat Lilly's moeder had gezegd over wat haar dochter gemeen had met de vrouw die ze onder de naam Robin kende.
'Wat heeft hij dan gedaan?'
'Ik weet het niet precies, en het doet er ook niet toe. '
'Waarom heb je dan tegen Renner gezegd dat het jouw schuld was? Waarom denk je dat wat er met je zusje is gebeurd jouw schuld is?'
'Omdat ik haar niet heb kunnen vinden. Al die avonden en nachten dat ik naar haar op zoek ben geweest. Had ik maar... ' Hij zei het zonder al te veel overtuiging, want het was een leugen. Hij wilde deze vrouw, die hij nog maar een uur kende, niet het achterste van zijn tong laten zien.
Langwiser keek alsof ze er meer over wilde horen, maar ze wist dat het moeilijk zou worden hem zover te krijgen dat hij een volgende barrière zou nemen. 'Mooi. Ik denk dat het een goede verklaring is, niet alleen voor je dadendrang inzake Lilly Quinlans verdwijning, maar ook voor wat je tegen Renner hebt gezegd. '
Hij knikte.
'Het spijt me van je zusje. In mijn vorige werkkring was het een van de moeilijkste dingen met het verdriet van familieleden om te gaan. Gelukkig heb je enige genoegdoening, want de dader heeft tenminste zijn verdiende loon gekregen. '
Pierce probeerde sarcastisch te kijken, maar het deed te veel pijn. 'Genoegdoening? Wat heb je daaraan?'
'Leeft je stiefvader nog? Je ouders?'
'Mijn stiefvader leeft nog voorzover ik weet. Ik heb geen contact meer met hem, al jaren niet meer. Mijn moeder en hij zijn uit elkaar. Mijn moeder woont nog hier in de buurt. Haar heb ik ook al in geen tijden gesproken. '
'En je biologische vader?'
'Die woont in Oregon. Hij heeft een nieuw gezin gesticht, maar we hebben nog wel contact. Hij is de enige die ik nog wel eens spreek. '
Ze knikte en keek op haar aantekeningen, waarbij ze de bladzijden van het notitieblok terugsloeg om alles wat ze had genoteerd nog eens door te lezen. 'Wat een flauwekul, ' zei ze.
Pierce schudde zijn hoofd. 'Ik heb precies verteld hoe het is gegaan en... '
'Nee, ik heb het over Renner. Ik denk dat hij een beetje zit te bluffen. Hij heeft niets. Wat betreft die minder ernstige vergrijpen, die laat hij voor wat ze zijn. Als hij daarmee bij het OM komt aanzetten, lachen ze hem recht in zijn gezicht uit. Wordt er iets vermist? Nee, je bent gaan kijken of alles wel in orde was daar. Ze weten niet dat je post hebt meegenomen, en ook al vermoeden ze dat, dan nog valt het niet te bewijzen. Tegenwerking van justitie? Dat is een loos dreigement. De mensen doen niet anders dan tegen de politie liegen en dingen achterhouden. Dat spreekt bijna voor zich. Iemand om die reden voor het gerecht slepen, dat is andere koek. Ik kan me niet eens herinneren wanneer dat voor het laatst is gebeurd. Toen ik bij het OM zat in elk geval niet. '
'En de opname die hij heeft dan? Ik was in de war. Hij zei dat het een bekentenis was. '
'Hij probeert maar wat. Hij wilde je uit je tent lokken om te zien hoe je zou reageren en misschien om je iets te laten zeggen wat je in diskrediet zou brengen. Ik zou het moeten horen om een compleet beeld te krijgen, maar het klinkt alsof het allemaal niet veel om het lijf heeft. Dat je aan je zusje dacht, is volkomen te begrijpen, en een jury zal er precies zo over denken. Tel daarbij op dat je flink wat medicijnen in je lijf had en dat je... '
'Het mag nooit tot een rechtszaak komen! Als dat gebeurt, kan ik het wel schudden. Dan is het over en uit. '
'Dat begrijp ik, maar je moet het toch door de ogen van een jury zien. Zo kijkt de officier van justitie ook naar een zaak als hij afweegt of die ontvankelijk is of niet. Waar ze geen zin in hebben, is een proces waarvan ze van tevoren al weten dat de jury vrijspraak zal verlenen. '
'"Verlenen" is het woord niet. Ik ben onschuldig. Ik wilde alleen maar kijken of ze niet in de penarie zat. Dat is alles. '
Langwiser knikte, maar leek niet al te geïnteresseerd in zijn proclamatie van onschuld. Pierce had altijd gehoord dat een goede advocaat niet uitging van de uiteindelijke schuldvraag, maar van de te volgen strategie. Het ging om de wet en niet zozeer om rechtvaardigheid. Pierce echter vond dat niet voldoende, want hij wilde dat Langwiser overtuigd was van zijn onschuld, zodat ze dié moest verdedigen.
'Allereerst, ' begon ze, 'is het zonder lijk erg moeilijk om wie dan ook voor het gerecht te slepen. Het kan wel, maar het is gezien de levenswijze en de bron van inkomsten van het slachtoffer vrijwel onmogelijk. Ik wil maar zeggen dat er heel wat met haar gebeurd kan zijn. Als ze al dood is, dan krijgen we te maken met een zeer lange lijst van verdachten. Ten tweede kan hij de inbraak in het ene huis op geen enkele wijze in verband brengen met de moord in het andere, en ik zie het OM er niet voor aan dat ze daarin met hem meegaat. Vergeet niet dat ik er heb gewerkt. De helft van de tijd zijn ze bezig met de bewijzen die de politie inbrengt lot de juiste proporties terug te brengen. Tenzij er werkelijk iels schokkends gebeurt, geloof ik niet dat je je zorgen hoeft te maken. '
'Hoezo iets schokkends?'
'Dat ze het lijk vinden... Dat ze het vinden en kunnen bewijzen dat jij er iets mee te maken hebt. '
Pierce schudde zijn hoofd. 'Onmogelijk. Ik heb haar nog nooit
gezien. '
'Mooi, dat moet voldoende zijn. '
'Moet?'
'Niets is ooit volkomen waterdicht, zeker niet waar het de wet betreft. We zullen het afwachten. ' Langwiser keek even naar haar aantekeningen en ging verder: 'Goed. Laten we rechercheur Renner maar eens bellen. '
Pierce fronste zijn wenkbrauwen - wat er nog van over was -en dat deed pijn. Hij grimaste en vroeg: 'Renner? Waarom?'
'Om hem te laten weten dat je een advocaat hebt en om te zien of hij nog wat kwijt wil. ' Ze pakte haar mobieltje en klapte het open.
'Ik heb zijn kaartje, ' zei Pierce. 'In mijn portefeuille, daar in de la. '
'Laat maar. Ik heb het al. ' Er werd snel opgenomen en ze vroeg naar Renner. Het duurde een paar minuten voor hij aan de lijn kwam. Terwijl ze op hem wachtte, had Langwiser het volume van het toestelletje helemaal voluit gezet, zodat Pierce kon meeluisteren. Ze wees naar hem en legde haar vinger voor haar lippen om aan te geven dat hij niets mocht zeggen.
'Dag Bob. Met Janis Langwiser. Weet je nog wie ik ben?'
Na een paar tellen zei Renner: 'Jazeker. Ik heb gehoord dat je naar de vijand bent overgelopen. '
'Heel grappig. Luister. Ik ben in het St. John-ziekenhuis geweest en heb Henry Pierce een bezoekje gebracht. '
Alweer een paar tellen stilte. Toen: 'Henry Pierce. De Barmhartige Samaritaan, de redder van vermiste hoertjes en huisdieren. '
Pierce voelde dat hij moest blozen.
'Wat heb je opeens een gevoel voor humor. Bob, ' zei Langwiser droogjes. 'Is dat je nieuwe imago?'
'Met dank aan Henry Pierce en de grappige verhaaltjes die hij ophangt. '
'Daarom bel ik je ook. De verhaaltjes zijn uit, Bob. Ik ben zijn advocaat, en vanaf nu zegt hij geen woord meer. Je hebt het zelf verknald. '
Pierce keek Langwiser aan en ze gaf hem een knipoog.
'Ik heb niks verknald, ' protesteerde Renner. 'Zodra hij me het hele verhaal wil vertellen, én naar waarheid, ben ik er voor hem. Zo niet, dan... '
'Kijk, rechercheur. Volgens mij ben je meer geïnteresseerd in de scalp van mijn cliënt dan in uitzoeken wat er werkelijk is gebeurd. Ik raad je aan prioriteiten te stellen, want met Henry Pierce kun je verder niets beginnen. O ja, nog iets. Als je hiermee naar het OM stapt, reken er dan maar op dat ik die zogenaamde bekentenis die je op band hebt staan met de grond gelijkmaak. '
'Ik heb hem gezegd dat ik alles opnam, ' protesteerde Renner. 'Ik heb hem zijn rechten voorgelezen en hij zei dat hij die had begrepen. Meer hoef ik niet te doen. Ik heb gedurende de ondervraging, waar hij vrijwillig aan heeft meegewerkt, niets onrechtmatigs gedaan. '
'Misschien niet naar de letter van de wet, maar rechters en juryleden hebben iets tegen smerissen die mensen erin luizen. Het spel moet eerlijk gespeeld worden, daar houden ze van. '
Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Pierce was bang dat Langwiser te ver was gegaan, dat ze hem misschien uit boosheid of rancune iets in de schoenen wilde schuiven.
'Je bent echt overgelopen, hè?' zei Renner uiteindelijk. 'Ik hoop dat je je er gelukkig bij voelt. '
'Als ik alleen maar cliënten had zoals Henry Pierce, mensen die slechts het goede voor ogen hebben, dan lukt dat wel.'
'Het goede? Ik vraag me af of Lucy LaPorte het ook zo ziet. '
'Weet hij waar ze zit?' flapte Pierce eruit. Langwiser hief haar hand op om hem het zwijgen op te leggen.
'Hoor ik meneer Pierce daar? Ik wist niet dat hij meeluisterde, Janis. Nu we het toch over erin luizen hebben: dat vind ik niet erg netjes van je. '
'Dat hij meeluistert hoef ik je helemaal niet te laten weten. '
'Net als ik hem niet had hoeven zeggen dat ik een tweede taperecordertje had aanstaan nadat ik het eerste had uitgezet. Je hoeft mij dus niet terecht te wijzen, Janis. Goed, ik hang maar eens op. '
'Wacht even! Heb je Lucy LaPorte gevonden?'
'Dat is een zaak van de politie, mevrouw. Houdt u zich bij uw leest, dan houd ik me bij de mijne. Goedendag. '
Renner hing op en Langwiser klapte haar telefoontje dicht. 'Ik had je nog zo gezegd dat je je niet moest laten horen. '
'Het spijt me. Ik probeer haar al sinds zondag te bereiken. Ik moet haar vinden om te zien of alles in orde is of dat ze hulp nodig heeft. Als er iets met haar is gebeurd, dan reken ik dat mezelf aan. ' Daar heb je het weer, dacht hij: niet alleen jezelf de schuld geven, maar dat ook nog publiekelijk doen. Het was Langwiser klaarblijkelijk ontgaan, want die stopte haar spullen terug in haar tas en zei: 'Ik bel wel een paar mensen. Ik ken een paar lieden op het bureau daar die wat meegaander zijn dan Renner. Zijn directe baas bijvoorbeeld. '
'Hou me op de hoogte. '
'Ik weet je te vinden. Probeer je nou nergens meer in te mengen. Met een beetje geluk heb ik Renner afgebluft en heb ik hem op z'n minst aan het denken gezet. Desondanks ben je nog niet helemaal uit de gevarenzone, Henry. Het scheelt niet veel, maar het kan zijn dat er nog iets boven water komt. Houd je gedeisd en bemoei je er verder niet mee. '
'Afgesproken. '
'Als je de dokter ziet, vraag hem dan welke medicijnen je ten tijde van die ondervraging in je lichaam had. '
'Doe ik. '
'Weet je al wanneer je hier wordt ontslagen?'
'Dat kan elk moment gebeuren. ' Pierce keek op zijn horloge. Hij wachtte nu al twee uur op dokter Hansen, van wie die beslissing afhing. Hij keek Langwiser aan, die aanstalten maakte om te vertrekken, en hij zag dat ze nog iets op haar lever had, maar niet wist hoe ze het moest formuleren.
'Wou je nog wat vragen?'
'Ik weet het niet... Ik dacht aan de gedachtesprong die je maakte. Toen je klein was, bedoel ik, dat je toen dacht dat het aan jou en je stiefvader lag dat je zusje was weggelopen. '
Pierce zweeg.
'Wil je daar nog iets over kwijt?'
Pierce keek weer naar het zwarte televisiescherm en zag niets. Hij schudde zijn hoofd. 'Eigenlijk niet nee. ' Hij betwijfelde of hij haar had overtuigd. Hij vermoedde dat strafpleiters eraan gewend waren dat ze te maken hadden met leugenaars, maar dat ze met name uit lichaamstaal en uit een oogopslag feilloos konden opmaken of ze werden voorgelogen of niet. Langwiser knikte en nam genoegen met zijn antwoord. 'Oké, ik ga weer eens. Ik moet naar de stad om bij een voorgeleiding aanwezig te zijn. '
'Natuurlijk. Bedankt voor je komst. Ik waardeer het zeer. '
'Die service bieden we. Ik zal in de auto vast een paar telefoontjes plegen en ik laat het je weten als ik iets over Lucy LaPorte of wat dan ook te weten kom. Ondertussen wil ik dat jij je overal builen houdt. Oké? Ga maar lekker naar je werk. '
Pierce hief zijn handen op om aan te geven dat hij zich overgaf, 'Ik trek mijn handen ervan af. '
Ze schonk hem een professioneel glimlachje en liep de kamer uit. Pierce haalde het telefoontje uit de stang van het bed, maar terwijl hij Cody Zeilers nummer intoetste, kwam Nicole binnen, dus legde hij het toestelletje terzijde.
Nicole was gekomen om hem zodra dokter Hansen zijn fiat had gegeven naar huis te brengen. Haar gezicht stond ernstig toen ze zijn wonden bekeek. Ze had hem herhaaldelijk in het ziekenhuis opgezocht, maar leek maar niet te kunnen wennen aan de rits hechtingen. Pierce vatte haar gefronste voorhoofd en opbeurende woorden op als een goed teken. Als dit voorval hen weer bij elkaar zou brengen, dan had hij het er allemaal voor over gehad.
'Jochie toch, ' zei ze terwijl ze hem voorzichtig over zijn wang streek. 'Hoe voel je je?'
'Alleszins redelijk, behalve dat ik nog steeds op dokter Hansen wacht. '
'Ik kijk wel even of ik hem kan vinden. ' Ze was al bij de deur, maar bleef staan en keek hem aan. 'Wie was die vrouw?'
'Welke vrouw?'
'Die net wegging. '
'O, dat is mijn advocaat. Kaz heeft dat voor me geregeld. '
'Waarom heb je een advocaat nodig als je Kaz al hebt?'
'Zij is strafpleiter. '
Ze liep terug naar het bed. 'Strafpleiter? Henry... mensen die het telefoonnummer van een ander krijgen, hebben meestal geen strafpleiter nodig. '
Pierce haalde zijn schouders op. ik weet het ook allemaal niet meer. Ik ben ergens in verstrikt geraakt en ik moet er zien uit te komen. Mag ik jou nou eens iets vragen?'
Hij stond op van het bed en liep op haar af. Aanvankelijk wankelde hij een beetje, maar algauw had hij zijn evenwicht hervonden. Hij pakte haar voorzichtig bij haar onderarmen, met het gevolg dat ze hem achterdochtig aankeek. 'Wat is er nou?' vroeg ze.
'Als de dokter zegt dat ik hier weg mag, waar breng je me dan heen?'
'Henry... Ik heb je toch gezegd dat ik je naar huis breng? Naar jouw huis. '
Ondanks de zwelling en de hechtingen, die iets weg hadden van lijnen op een landkaart, was de teleurstelling van zijn gezicht af te lezen.
'We zouden sterk zijn, weet je nog? Laten we dat dan ook proberen. '
'Ik dacht misschien dat... ' Hij maakte zijn zin niet af, want hij wist niet precies wat hij ervan dacht, laat staan hoe hij het onder woorden moest brengen.
'Je denkt zeker dat, omdat ons probleem in een stroomversnelling is geraakt, het daarom ook snel te lijmen is. ' Ze draaide zich om en liep naar de deur.
'Is dat dan niet zo?'
Ze keek hem weer aan. 'Het zat al maanden fout, Henry. Dat weet je zelf ook. Het ging al een hele tijd niet echt goed tussen ons. ' Ze liep de gang op om de dokter te zoeken. Pierce ging op het bed zitten. Hij probeerde zich voor de geest te halen hoe ze samen in de gondel van het reuzenrad hadden gezeten en hoe goed het leven er toen had uitgezien.