27

pierce ging woensdagavond niet naar huis. ondanks het feit dat hij zich tegenover Charlie zelfverzekerd had voorgedaan, was hij zich ervan bewust dat hij wat achterop was geraakt met het laboratoriumwerk. Het vooruitzicht om terug te moeten naar zijn flat, naar de bloederige rommel die hij nog moest opruimen, kon hem niet erg bekoren. Daarom bracht hij de nacht door op het lab in het souterrain, druk bezig met het nakijken van de resultaten van de proeven die Larraby en Groom tijdens zijn afwezigheid hadden gedaan. Daarnaast voerde hij zelf nog een paar experimenten uit. Zoals altijd gaven de positieve uitkomsten hem nieuwe energie, maar in de kleine uurtjes won zijn vermoeidheid het en besloot hij in het laserlab een paar uur slaap te pakken.

Het laserlab, waar de gevoeligste metingen werden gedaan, had dertig centimeter dikke betonnen muren. Om alle trillingen en radiogolven van buiten die de metingen konden beïnvloeden te weren, waren de muren aan de buitenkant bedekt met koperen platen. Op de binnenmuren was om die reden een dikke laag isolerend materiaal, een soort schuimrubber, aangebracht. Omdat het de best beschermde ruimte van het pand was, misschien wel van heel Santa Monica, noemden ze het laserlab wel 'de schuilkelder'. Het isolatiemateriaal zat met klittenband op de muur en het gebeurde meer dan eens dat een van de medewerkers naar het laserlab ging, een stuk isolatie loshaalde en het op de grond legde om er een tukje op te doen.

Pierce sliep twee uur. Hij werd opgefrist wakker, helemaal klaar om Maurice Goddard te ontvangen. Op de tweede verdieping waren de douches en Pierce had altijd wat schone kleren in een kast. Misschien roken ze dan wel niet naar waspoeder, alles was beter dan het kloffie waarin hij had geslapen. Hij nam een douche en trok een schone spijkerbroek aan met daarboven een beige overhemd met een visje op het borstzakje. Hij wist nu al dat Goddard, Condon en de anderen om indruk op elkaar te maken

er tot in de puntjes verzorgd zouden uitzien, maar dat moesten zij weten. Als wetenschapper hoefde hij zich niet te conformeren aan de wereld buiten het laboratorium.

Hij keek in de spiegel en zag dat de huid om de hechtingen op zijn gezicht roder was geworden en dat ze daardoor meer opvielen. Omdat de wondjes jeukten, had hij zich gedurende de paar uur slaap liggen krabben. Dokter Hansen had hem al gewaarschuwd dat het zou gaan jeuken tijdens het genezingsproces. Hansen had hem een crème tegen de jeuk gegeven, maar die lag thuis. Hij bracht zijn gezicht dichter bij de spiegel. Het bloed was nu bijna geheel uit zijn oogwit weggetrokken en de donkerpaarse kringen onder zijn ogen werden geleidelijk geel. Hij streek zijn haar met zijn vingers naar achteren en keek naar zijn spiegelbeeld. De hechtingen gaven zijn gezicht wel iets unieks. Hij was zich bewust van zijn ijdelheid, en het was maar goed dat niemand zag dat hij zo gefixeerd was op zijn uiterlijk.

Tegen negen uur was hij terug op het lab. Larraby en Grooms waren er al. Ook de laboranten druppelden binnen. Er was een bepaalde spanning voelbaar; iedereen had er zin in en men was opgewonden over de presentatie.

Brandon Larraby was een lange, slanke onderzoeker die, en daarin was hij de enige bij Amedeo, in het lab graag de traditionele witte jas droeg. Pierce dacht dat het te maken had met zelfvertrouwen: als je eruitziet als een wetenschapper, dan ben je er ook een. Het kon Pierce verder niet schelen hoe de medewerkers eruitzagen. Het ging erom dat ze hun werk goed deden. Wat Larraby betrof was dat geen enkel probleem. De immunoloog was een paar jaar ouder dan Pierce. Voordat hij anderhalf jaar geleden bij Amedeo in dienst was getreden, was hij in de farmaceutische industrie werkzaam geweest.

Sterling Grooms, hoofd van het laboratorium, was van alle fulltimers het langst in dienst. Hij was al drie keer met Pierce meeverhuisd. Ze waren samen begonnen in het oude pakhuis bij het vliegveld, waar Pierce eigenhandig het lab had ingericht. Een enkele keer, na een lange avond overwerken, hadden ze het nog wel eens over de goeie ouwe tijd. Dat die ouwe tijd nog geen tien jaar geleden was, deed er niet toe. Grooms was een jaar of twee jonger dan Pierce en was direct na zijn afstuderen bij Pierce komen werken. Tot tweemaal toe had de concurrentie een poging gedaan hem weg te kopen, maar Pierce wist hem voor Amedeo te behouden door hem een goede bonusregeling aan te bieden, een plaats in de directie en een percentage van de opbrengst van de octrooien.

Om twintig over negen meldde Charlie Condons secretaresse dat Maurice Goddard er was. Het feest kon beginnen. Pierce legde de hoorn op de haak, keek Larraby en Grooms aan en zei: 'Oké heren! Zijn we er klaar voor?'

Ze knikten en hij knipoogde. 'Dan gaan we dat varkentje even snel wassen. Ik ga ze nu halen. '

Pierce ging door de sluis en nam de lift naar de derde verdieping. Ze zaten al in de vergaderzaal: Condon, Goddard en diens rechterhand, een vrouw genaamd Justine Bechy, die Charlie Condon achter haar rug 'Just Bitchy' noemde. Ze was jurist en in feite functioneerde ze als Goddards buffer, want ze beschermde zijn onmetelijke fortuin als een uitsmijter een nachtclub. Ook Jacob Kaz, de advocaat, zat aan de lange tafel. Clyde Vernon stond bij de deur. Het was maar al te duidelijk dat hij de boel in de gaten hield, en indien noodzakelijk zou hij direct in actie kunnen komen. Toen Pierce binnenkwam, had Goddard het over de octrooien, maar zijn entree en het luide 'Goedemorgen' deden het gesprek direct verstommen. Allen ogen waren nu op Pierce en zijn toegetakelde gezicht gericht.

'Mijn hemel!' riep Bechy uit. 'Henry!'

Goddard zei niets. Hij staarde hem aan met, zo meende Pierce te zien, een enigszins geamuseerd trekje om de mond.

'Henry Pierce, ' zei Condon. 'De man van de opmerkelijke entrees. '

Pierce gaf Bechy, Goddard en Kaz een hand. Hij trok een stoel vanonder de grote, glimmende tafel, gaf Charlie een goedmoedig tikje op de mouw van zijn dure pak en ging zitten. Vernon kreeg niet meer dan een knikje en het kostte hem zichtbaar moeite dat te beantwoorden. Pierce kon geen hoogte krijgen van de man.

'Fijn dat je ons vandaag wilde ontvangen, Henry, ' zei Bechy op een manier alsof het zijn beslissing was geweest om de vergadering en de presentatie op het afgesproken tijdstip te laten doorgaan. 'We wisten niet dat het zo erg was. '

'O, het stelt niets voor. Het ziet er erger uit dan het is. Ik ben alweer hard bezig in het lab, hoewel ik niet weet of het lab en dit hoofd wel zo'n goede combinatie vormen... ' Geen van de aanwezigen had door dat hij refereerde aan Frankenstein. Alweer een misser.

'Aha, ' zei Bechy.

'Ik hoor dat je een auto-ongeluk hebt gehad, ' waren Goddards eerste woorden sinds Pierce er was. Goddard was begin vijftig, had al zijn haar nog en bezat de slimme ogen van een vogel die een kwart miljard wormen heeft vergaard. Hij was gekleed in een lichtbeige pak, een wit overhemd en een gele das. Naast hem op tafel lag een bijpassende hoed. Na zijn eerste bezoek aan Amedeo waren ze het erover eens dat hij er net zo uitzag als de schrijver Tom Wolfe. Het enige wat eraan ontbrak, was de wandelstok.

'Klopt, ' zei Pierce. 'Ik ben tegen een muur op geknald. '

'Wanneer was dat? Waar?'

'Zondagmiddag, hier in Santa Monica. ' Pierce moest het gesprek op iets anders zien te brengen. Hij vond het moeilijk eromheen te draaien en hij wist dat Goddard de vragen niet zomaar stelde. De vogel stond op het punt achttien miljoen wurmen op te hoesten, en zijn vragen hielden daar verband mee. Hij wilde precies weten met wie hij zich inliet.

'Had je gedronken?' vroeg Goddard scherp.

Pierce glimlachte en schudde zijn hoofd. 'Nee, ik zat niet eens achter het stuur. Bovendien rijd ik nooit met drank op, als je dat soms bedoelt. '

'Ik ben blij te zien dat het niet al te ernstig is. Stuur me een kopie van het politierapport, als je tijd hebt. Voor het archief, snap je?'

Het was even stil. 'Eerlijk gezegd snap ik het niet, ' zei Pierce. 'Het heeft niets met Amedeo van doen, of met waar we hier mee bezig zijn. '

'Dat begrijp ik, maar laten we wel wezen, Henry: jij bént Amedeo. Jouw creativiteit en genialiteit zijn de motor van het bedrijf. Ik ben in mijn leven heel wat geniale geesten tegengekomen. Sommigen zou ik mijn laatste dollar toevertrouwen, anderen geen cent. '

Hij zweeg en Bechy nam het van hem over. Ze was twintig jaar jonger dan Goddard, had kort, donker haar, een bleke huid en een manier van doen waaruit zowel zelfverzekerdheid als vakkennis sprak. Toch waren Pierce en Condon ervan overtuigd dat ze haar positie niet alleen daaraan te danken had, maar ook aan het feit dat zij en de getrouwde Goddard een relatie hadden die iets verderging dan puur zakelijk.

'Wat Maurice wil zeggen, is dat hij blindelings op je moet kunnen vertrouwen nu hij een substantiële geldinjectie overweegt, ' zei Bechy. 'Hij moet weten met wie hij zaken doet, want het heeft geen zin om in iemand te investeren die risico's neemt, die op onverantwoordelijke wijze met zijn geld omspringt. '

ik dacht dat het om de uitvinding ging. Om het wetenschappelijke belang ervan. '

'Daar gaat het ook om, ' antwoordde ze, 'maar het grijpt allemaal in elkaar. De wetenschap floreert niet zonder de wetenschapper. We eisen niet alleen dat je toegewijd en ambitieus bent, bezeten van je vak en het project, maar ook dat je buiten het lab omzichtig te werk gaat. '

Pierce keek haar aan en even dacht hij dat ze wist wat er was gebeurd, van zijn verregaande obsessie met Lilly Quinlans verdwijning.

Condon schraapte zijn keel en kwam tussenbeide in een poging de vergadering niet te laten verzanden. 'Justine en Maurice, ' begon hij, 'ik weet zeker dat Henry akkoord gaat met welk onderzoek naar zijn privé-leven dan ook. Ik ben al heel wat jaren werkzaam in dit vak en ken hem bijna net zo lang persoonlijk. Hij is een van de meest degelijke en ambitieuze wetenschappers die ik ooit ben tegengekomen. Daarom zit ik hier ook. Ik houd van dit vak, geloof in het project en heb alle vertrouwen in de man om wie het hier draait. '

Bechy keek van Pierce naar Condon en knikte goedkeurend. "Daar houden we je aan, ' zei ze met een geforceerd glimlachje, maar de spanning die in de vergaderzaal was ontstaan, leek ondanks haar woorden nog steeds om te snijden te zijn. Pierce wachtte tot iemand iets zou zeggen, maar niemand nam het woord.

'Dan, eh... moet ik jullie inderdaad iets vertellen, ' begon hij maar, 'omdat jullie er uiteindelijk toch achter zouden komen. '

'Ter tafel ermee, ' zei Bechy, 'zo niet, dan verdoen we onze tijd maar. '

Pierce voelde bijna hoe Condons spieren zich spanden onder dat dure pak van hem. 'Nou, ' begon Pierce, 'het geval wil dat, eh... mijn paardenstaart eraf is. Is dat misschien het probleem?'

Het was even stil, maar toen brak er door het pantser van Goddard een glimlach door, en daarna zelfs een gulle lach. Ook Bechy begon te lachen, en algauw volgde iedereen hun voorbeeld, zelfs Pierce, ook al deed het pijn. Het ijs was gebroken. Charlie balde zijn vuist en sloeg ermee op tafel. Al met al werd er wat overdreven vrolijk gereageerd op de kwinkslag, vond Pierce.

'Mooi, ' zei Condon. 'Jullie zijn hier voor de presentatie, dus waarom gaan we niet richting lab om het project te bekijken waar.

zo vermoed ik, deze lolbroek hier de Nobelprijs voor gaat krijgen?' Hij vatte Pierce bij de nek alsof hij hem wilde kelen. Pierce' gezicht betrok en hij verschoot van kleur, niet zozeer vanwege de handen om zijn nek, maar omdat er een geintje was gemaakt over de Nobelprijs. Pierce vond het niet deugen dat er werd gespot met een dergelijk grote eer. Daarbij wist hij dat er nooit sprake van zou kunnen zijn. De directeur-eigenaar van een commercieel bedrijf zou de prijs nooit krijgen; zo werkte het bij het comité nou eenmaal.

'Voor we naar beneden gaan, heb ik nog één ding, ' zei Pierce. 'Jacob, heb je de formulieren voor de geheimhouding?'

'Natuurlijk, ' zei de advocaat. 'Dat was ik bijna vergeten. ' Hij pakte zijn aktetas en opende hem voor zich op tafel.

'Is dat nou echt nodig?' vroeg Condon. Ze hadden het precies zo ingestudeerd. Pierce had erop gestaan dat Goddard en Bechy de formulieren vóór hun bezoek aan het lab zouden ondertekenen. Condon was het daar niet mee eens geweest. Hij was bang dat het door een investeerder van het kaliber van Goddard misschien als beledigend zou worden ervaren, maar Pierce was niet te vermurwen geweest. Het was zijn laboratorium, het waren zijn regels, dus het compromis was dat ze het zo zouden spelen dat het net was alsof ze er op het laatste moment aan dachten.

'Zo luiden de regels nu eenmaal, ' zei Pierce. ik geloof niet dat we daar nu van moeten afwijken. Justine zei net nog hoe belangrijk het is om risico's te mijden. Als we niet strikt... '

'Ik heb er geen enkel probleem mee, ' interrumpeerde Goddard hem. 'Ik zou me zorgen hebben gemaakt als je het ons niét had gevraagd. '

Kaz schoof de papieren over de tafel naar Bechy en Goddard. Hij pakte een pen uit zijn binnenzak, schroefde hem open en legde hem voor hen neer. 'Het is een standaardformulier, ' legde hij uit. 'Er staat op dat alle werkwijzen, procedures en formules van het laboratorium geheim zijn. Alles wat jullie daar zien en horen, is strikt vertrouwelijk. '

Goddard las het formulier niet zelf, maar liet het aan Bechy over. Het kostte haar een paar minuten, maar toen had ze het dan ook twee keer doorgenomen. Niemand zei iets en toen ze klaar was, pakte ze de pen en zette haar handtekening. Ze gaf de pen door aan Goddard, die hetzelfde deed. Kaz pakte de formulieren en stopte ze terug in zijn aktetas. Ze stonden op en liepen naar de deur, Pierce liet iedereen voorgaan. Toen ze in de gang waren, op weg naar de lift, tikte Jacob hem op de arm. Ze bleven even staan. 'Heb je Janis nog bereikt?' vroeg Kaz.

'Wie?'

'Janis Langwiser. Heeft ze je nog gebeld?'

'O, natuurlijk. Ja, die heeft gebeld. Alles loopt op rolletjes. Bedankt voor de tip. Ze lijkt me een goeie. '

'Kan ik verder nog iets voor je betekenen?'

'Nee, het loopt allemaal. Bedankt. '

De liftdeur gleed open en de bezoekers stapten de lift in.

'Op naar het hol van de leeuw, hè Pierce?' zei Goddard.

'Zo is het maar net, ' antwoordde Pierce. Hij keek om en zag dat Vernon vlak achter hem in de gang stond. Blijkbaar had het hoofd Beveiliging vlak achter hem en Kaz gestaan toen ze het over Langwiser hadden. Het ergerde Pierce, maar hij zei er verder niets van. Vernon kwam als laatste de lift in. Hij stopte zijn toegangspasje in het gleufje en drukte op de knop met de S van souterrain.

'We noemen de kelderverdieping liever het souterrain, ' zei Condon, 'want als er een K bij de knop hier had gestaan, konden de laboranten wel eens denken dal het "kappen voor vandaag" betekende. ' Niemand lachte om het flauwe grapje, en dat maakte Pierce duidelijk dat Condon flink gespannen was. Hij moest er zelfs een beetje om glimlachen, maar zo dat het net geen pijn deed. Condon mocht zich dan misschien onzeker voelen over de presentatie, Pierce was dat niet, en terwijl de lift daalde, stegen zijn verwachtingen. Hij rechtte zijn rug, en het leek wel alsof hij opeens beter zag. Het laboratorium was zijn domein, zijn schouwtoneel. Vergeleken met het lab was het in de buitenwereld een puinhoop, vol strijd en vernieling, als een chaotisch tafereel van Hieronymus Bosch. In die andere wereld waren vrouwen die hun lichaam te koop aanboden aan wildvreemden die hen konden ontvoeren, gevangen houden en zelfs vermoorden. Het lab was een volslagen andere wereld. Daar heerste vrede. Orde en regelmaat vierden er hoogtij en Pierce waakte daarover. Het was zijn wereld.

Hij twijfelde geen seconde aan het werk dat hij deed, noch aan zichzelf. Hij wist dat hij in het komende uur Goddards toekomstvisie op zijn kop zou zetten. Pierce zou van hem een gelovige maken. Hij zou Goddard ervan overtuigen dat hij niet slechts een investering deed, maar dat hij zou meewerken aan een revolutie. Het zou hem geen enkele moeite kosten er geld in te stoppen. Hij zou zijn pen pakken en vragen waar hij moest tekenen. Zeg me alsjeblieft waar ik kan tekenen...