34
pierce draaide de pacific coast highway op en aan de mond van de Santa Monica Canyon gekomen ging hij noordwaarts. Bij Channel Drive sloeg hij rechts af en zette de auto bij de eerste vrije parkeermeter die hij zag. Hij stapte uit de bmw en liep richting strand. Om de paar seconden keek hij achterom om te zien of hij werd gevolgd. Op de hoek van Amalfi Drive keek hij weer om, waarna hij de trap af ging en verdween in de voetgangerstunnel die onder de weg door liep en naar het strand voerde.
De wanden van de tunnel vertoonden een collage van graffiti. Hij herkende hier en daar zelfs iets, hoewel het minstens een jaar geleden was dat hij er voor het laatst had gelopen. In gelukkiger tijden hadden Nicole en hij de tunnel nogal eens genomen. Soms kochten ze op zondagmorgen een krant en koffie om mee te nemen naar het strand. Het laatste jaar had hij echter bijna alle zondagen aan Proteus gewerkt, dus voor het strand had hij geen tijd meer gehad.
Aan het eind van de tunnel had hij de keus tussen twee trappen naar boven. Hij wist dat de tweede trap op het strand uitkwam, naast een afvoerbuis die regenwater van de canyon naar zee voerde. Hij besloot die te nemen, en toen hij in het felle zonlicht stond, zag hij dat het strand verlaten was. Verderop stond de hoge gele trap met de stoel van de strandwacht, waar Nicole en hij dan met de koffie en een krant gingen zitten. Hij wilde het gewoon nog even zien, om zijn geheugen op te frissen, voor hij de heuvel naar haar huis op zou rijden. Na een tijdje te hebben staan mijmeren, liep hij de trap weer af. Hij had ongeveer een kwart van de zestig meter lange tunnel afgelegd toen hij iemand de trap aan het eind van de tunnel af zag komen. Omdat de man in het licht liep, kon Pierce alleen maar contouren zien, en met bonzend hart vroeg hij zich af hoe het zou zijn om de confrontatie met Renner daar, midden in die tunnel, aan te gaan. De man, die rap naderbij kwam, was nog steeds niet meer dan een gestalte, maar hij zag wel dat hij lang was. Pierce ging wat langzamer lopen, maar hij wist dat hij de man niet kon ontwijken. Zomaar omdraaien en wegrennen zou wel heel erg op een bekentenis lijken. Toen ze een meter of zes van elkaar verwijderd waren, schraapte de man zijn keel en na nog twee stappen zag Pierce dat het Renner niet was. Hij kende deze man, een wat armoedig ogende jonge vent van begin twintig, niet. De rits van zijn dikke windjack stond open en Pierce zag dat er geen shirtje onder zat, waardoor 's mans bruine, gladde bovenlichaam duidelijk zichtbaar was.
'Hé, ' hoorde Pierce hem zeggen, 'heb je zin om... Gut, wat is er met die kop van je gebeurd?'
Pierce zette nog een stap en antwoordde niet. Hij was al vaker in de tunnel aangesproken. In de buurt zaten twee homobars, en blijkbaar kon je daar niet omheen als je in de directe omgeving was.
Een paar minuten later zat hij weer achter het stuur en reed weg. Hij keek in de spiegels en vergewiste zich ervan dat hij niet werd gevolgd. Hij probeerde zich wat te ontspannen, net genoeg om de confrontatie met Nicole aan te gaan. Op de hoek bij de basisschool sloeg hij links af Entrada in en reed die af tot aan Amalfi Drive. Daar aangekomen ging hij linksaf en begon aan de klim vol haarspeldbochten naar de noordwand van de canyon. Toen hij langs zijn oude huis reed, keek hij de oprijlaan op en zag Nicoles Porsche in de carport staan. Hij gooide het stuur om en zette de auto aan de stoeprand. Hij bleef even zitten, om tot rust te komen en om zichzelf moed in te spreken. Een paar huizen verderop stond een oude Volkswagen met draaiende motor en een uitlaat die blauwe rook uitblies. Op het dak van de VW stond domino's pizza, en dat deed hem beseffen dat hij honger had. Tijdens de lunch had hij nauwelijks wat gegeten, zo gespannen was hij over de presentatie en de overeenkomst met Goddard.
Dat eten moest maar even wachten, besloot hij. Hij stapte uit de auto, liep naar de voordeur en klopte aan. De voordeur was grotendeels van glas, dus zodra Nicole de gang in zou komen, kon ze zien dat hij het was. Het omgekeerde was ook het geval, en op het moment dat ze de gang in kwam, zag ze hem. Even zag hij een aarzeling, maar ze kon nu niet doen of ze niet thuis was en deed de deur open. Ze bleef staan en liet hem niet binnen. Ze was gekleed in een versleten spijkerbroek en een dun donkerblauw truitje. De trui was kort en bood zicht op haar bruine platte buik met de gepiercte navel. Ze was op blote voeten en Pierce vermoedde dat haar lievelingssandalen ergens dichtbij stonden.
'Henry? Wat doe jij hier?'
'Ik moet met je praten. Mag ik binnenkomen?'
'Nou, ik verwacht een paar telefoontjes. Kun je mis... '
'Van wie? Van Billy Wentz?'
Ze zweeg en keek hem vragend aan. 'Wie?'
'Dat weet je donders goed. Of misschien van Elliot Bronson of Gil Franks?''
Meewarig schudde ze haar hoofd. 'Luister Henry. Als je soms het jaloerse ex-vriendje probeert uit te hangen, bespaar je dan de moeite. Ik ken geen Billy Wentz en ik wil noch voor Elliot Bronson noch voor Gil Franks werken. Ik heb concurrentiebeding, weet je nog?'
Die zat. Ze had zijn beginoffensief zo gemakkelijk en vanzelfsprekend neergeslagen dat hij zich meteen al onzeker voelde. Zijn theorieën van een uur geleden, die erop gebaseerd waren de zaak van alle kanten te bekijken en alle elementen onder de microscoop leggen, leken opeens een stuk minder goed gefundeerd.
'Nou, ' zei hij, 'kan ik binnenkomen of hoe zit het? Ik heb weinig zin om hier te blijven staan. '
Ze aarzelde, maar deed een stap naar achteren en gebaarde dal hij kon binnenkomen. Ze liepen de zitkamer in, een grote, donker aandoende ruimte met een plankenvloer en een hoog plafond. Waar zijn leren bank had gestaan - het enige meubilair dat hij naar de flat had meegenomen - was een lege plek. Voor de rest zag het er allemaal nog precies hetzelfde uit. Eén wand werd geheel in beslag genomen door een diepe boekenkast, die vol stond met haar boeken. Alleen boeken die ze had gelezen kregen er een plaatsje en ze had er heel wat gelezen. Een van de dingen die Pierce zo leuk aan haar vond, was dat ze 's avonds liever met een boek en een boterham op de bank lag dan dat ze naar de film ging, of uit eten in Chinois of een ander trendy restaurant. Hij besefte heel goed dat hij daar misbruik van had gemaakt. Om een boek te lezen had ze hem niet nodig, en dat had de weg vrijgemaakt om een uurtje, en allengs heel veel uurtjes, langer op het lab door te werken.
'Gaat het goed met je?' vroeg ze. Ze deed haar best om een vriendschappelijke toon aan te slaan. 'Je ziet er al beter uit. '
'Het gaat wel. '
'Hoe is het met Maurice Goddard gegaan?'
'Goed. Wat weet jij daarvan?'
Ze keek hem verontwaardigd aan. 'Ik heb tot en met afgelopen vrijdag bij Amedeo gewerkt, en die presentatie stond toen al vast, weet je nog?'
Hij knikte. Ze had gelijk. Daar was niets verdachts aan. 'Oké. '
'Stapt hij erin?'
'Het ziet er wel naar uit. '
Ze ging niet zitten, maar bleef in het midden van de kamer staan en keek hem aan. In vergelijking met de enorme boekenkast achter haar oogde ze nietig; de boeken maakten hem stille verwijten voor alle avonden die hij niet was thuisgekomen om bij haar te zijn, zo leek het wel. Hij ervoer het als enigszins bedreigend, maar hij wist dat hij bij de les moest blijven om de confrontatie aan te kunnen gaan.
'Nou, eh... Henry. We zijn hier nu, dus vertel me nou maar wat er is. '
Hij knikte. Het uur U had geslagen, maar hij merkte dat hij eigenlijk niet wist wat hij moest zeggen, dat hij moest improviseren. 'Nou, ' begon hij, 'in feite doet het er niet meer toe wat er is, maar voor mijn eigen gemoedsrust wil ik weten hoe het in zijn werk is gegaan. Vertel eens, Nicki? Hebben zij jóu benaderd, hebben zij jóu onder druk gezet, bedreigd wellicht, of wilde je er gewoon zelf een slaatje uit slaan?'
Haar mond viel open en vormde een perfecte cirkel. Pierce had drie jaar met haar samengewoond en kende al haar gelaatsuitdrukkingen. Hij betwijfelde of ze ook maar één gezicht kon zetten dat hij niet kende. Dat perfect ronde mondje had hij eerder gezien. Toch leek het niet of ze geschrokken was van wat hij had ontdekt, maar er sprak eerder pure verwarring uit.
'Henry, waar heb je het over?'
Het was al te laat. Nu moest hij doorzetten. 'Je weet best waar ik het over heb. Jij hebt die valstrik voor me gezet. Ik wil weten waarom en voor wie. Voor Bronson? Voor Midas? Voor wie? Wist jij van tevoren dat ze haar gingen vermoorden? Zeg me niet dat je dat al die tijd hebt geweten. '
Haar ogen fonkelden en vertoonden die paarsachtige vonken die hem vertelden dat ze ofwel bang was, ofwel dat ze ging huilen. Misschien wel allebei.
'Ik heb geen idee waar je het over hebt. Wat voor valstrik? Wie is er vermoord?'
'Kom nou, Nicole. Zitten ze soms hier? Heb je Elliot hier er gens verstopt of zo? Wanneer kan ik hun presentatie verwachten en wanneer hoor ik wat de inzet is? Mijn leven voor Proteus?'
'Henry, er is iets heel erg mis met je. Misschien als gevolg van die keer dat ze je over dat balkon hebben gehangen en je met je hoofd tegen de muur bent ge... '
'Gelul! Jij bent de enige die alles over Isabelle weet! Ik heb het nooit aan iemand anders verteld, en nu heb jij het gebruikt om me dit allemaal aan te doen. Hoe kón je? Voor het geld? Of wilde je het me betaald zetten dat het is uitgegaan?' Hij zag dat ze stond te trillen op haar benen. Misschien had hij beet.
Ze hief haar handen met gespreide vingers, en deed een paar stappen achteruit, richting gang.
'Opdonderen, Henry. Je bent stapelgek. Als het niet komt door die klappen tegen de muur, dan zeker door al die uren in het lab. Blijkbaar is het je nu in je kop geslagen. Als ik jou was, zou ik me gauw laten onder... '
'Je vat het niet, hè?' zei hij kalm. 'Proteus kun je wel op je buik schrijven. Morgenochtend vroeg wordt het hele zwikje gedeponeerd, zie je. '
'Nee, ik vat het niet. Waar heb je het over?'
'Wat ik alleen nog van je wil weten, is wie haar heeft vermoord. Jij, of heeft Wentz het voor je opgeknapt? Hij heeft al het vuile werk voor je gedaan, is het niet?'
Dat deed de deur dicht. Ze draaide zich om en schreeuwde bijna: 'Wat? Wat zeg je? Wie heeft wie vermoord? Je moest jezelf eens horen!'
Hij zweeg even, in de hoop dat ze weer tot zichzelf zou komen. Het ging niet zoals hij had gedacht of gehoopt. Hij moest een bekentenis uit haar krijgen, maar in plaats daarvan begon ze te huilen.
'Nicole! Ik hield van je. Ik weet niet wat er met me is, maar godver... ik hou nog steeds van je. '
Ze leek wat te kalmeren en veegde haar wangen af. Ze sloeg haar armen over elkaar. 'Wil je me een plezier doen, Henry?' vroeg ze rustig.
'Heb je nog niet genoeg van me geprofiteerd? Wat wil je verder nog van me?'
'Ga alsjeblieft daar op die stoel zitten. Ik zit hier. ' Ze zette hem op een stoel en ging achter de hare staan. 'Blijf rustig zitten en doe me dat plezier. Zeg me wat er is gebeurd. Vertel het me van het begin af aan, alsof alles nieuw voor me is. Ik weet dat je denkt dat ik alles al weet, maar doe je best nou maar. Vertel het alsof het een verhaal is. Je kunt alles over me zeggen, ook nare dingen. Gooi alles er maar uit en begin bij het begin, oké?'
Hij ging langzaam zitten en bleef haar aanstaren. Nadat ze tegenover hem had plaatsgenomen, stak hij van wal. 'Ik geloof dat het allemaal twintig jaar geleden is begonnen, ' zei hij, 'die avond dat ik mijn zusje had gevonden en het heb verzwegen voor mijn stiefvader. '