TWEE ALLES IS MOGELIJK
Niet lang nadat ik was bekomen van mijn ongeluk en toen mijn wond was genezen, heb ik mijn reis hervat, maar deze keer zocht ik niet op goed geluk naar de zin van mijn leven. Ik was bezig aan een missie! In de diepste kern van mijn wezen was ik mij bewust van alle verrukkelijke kennis die ik aan gene zijde had opgedaan. Het was alsof ik de antwoorden op alle vragen naar het waarom en hoe van het universum op het puntje van mijn tong had, maar nog net niet in staat was ze naar boven te halen. Het was bijna om gek van te worden: ik wist dat ik deze kennis had, maar was niet in staat er de toegang toe te vinden. Deze energie was de brandstof voor mijn hartstochtelijk verlangen om deze kennis terug te vinden en de antwoorden samen te vatten in een bron van kennis die ik aan deze zijde volop zou kunnen gebruiken om anderen er deelgenoot van te maken en te helpen hun leven draaglijker te maken. Om die reden begon ik deze kennis ‘het metageheim’ te noemen, want het was werkelijk een geheim voorbij alle andere geheimen dat, toen het mij eenmaal was onthuld, weer voor mij was verborgen. Dit gebeurde omdat ik het pas volledig zou kunnen doorgronden als ik het uit eigen ervaring had hervonden. Ook ontdekte ik dat veel mensen, zelfs als ze erover hadden gelezen of erin waren onderricht, niet in staat waren de werking ervan te doorgronden, zodat het voor hen een geheim blééf!
Dat was de grote les van gene zijde: dingen die wij daar als vanzelfsprekend begrijpen, moeten hier grondig worden geleerd en ervaren voordat we ze kunnen begrijpen. Het is één ding om iets in je hoofd te weten, maar het is iets heel anders om het volledig met je hart te kunnen toepassen. Zo kwam het dat ik de grote bibliotheken van de wereld doorzocht, de meest exotische plaatsen bezocht en alle vooraanstaande deskundigen om raad vroeg, in mijn streven het metageheim weer bewust te leren kennen.
Wat het precies was weet ik niet, maar iets in mij bleef me aanmoedigen om mijn intuïtie te blijven vertrouwen. Ik moest me laten leiden door mijn intuïtie, dan zou de kennis die ik zocht mij weten te vinden. Destijds had ik er geen benul van dat dit de werkzaamheid is van de wet van aantrekking – de simpele universele wet die zegt dat het gelijke altijd het gelijke aantrekt. Het positieve trekt het positieve aan, het negatieve trekt altijd het negatieve aan.
De eerste aanwijzing in mijn zoektocht kreeg ik jaren geleden toen ik kennismaakte met de hermetica. Ik wist dat de Wetten van Hermes belangrijk waren, maar het zou nog een hele tijd duren voordat het kwartje viel en ik hun betekenis ging begrijpen. Zoals ik zei, het is één ding om iets verstandelijk te weten, maar meestal is de eigen rechtstreekse ervaring de beste leermeester.
Voordat ik nu deze kennis met jou ga delen, moet ik je eerst dit onthullen: het metageheim zal jouw leven nooit veranderen als je alleen maar van plan bent erover te lezen. Als je werkelijk je leven wilt veranderen, zul je deze kennis moeten absorberen totdat ze jouw geestelijk eigendom is en je haar kunt toepassen in het leven zelf. Begrijp dat dit voor de meeste mensen niet van de ene dag op de andere een feit kan worden: het is een proces van geleidelijke, kleine veranderingen in de loop van de tijd. Een groot violist is niet van de ene dag op de andere een meester-violist geworden; voetballers moeten dagelijks trainen om in een wedstrijd te kunnen uitblinken; een chirurg heeft heel wat jaren moeten studeren en in de praktijk moeten meelopen voordat hij zelf kon gaan opereren – en zo zal het ook met jou gaan. Begrijp dat er geen ‘kortere weggetjes’ zijn. Als jij echter de investering waard bent – en dat ben je volgens mij – zal het eindresultaat alle moeite meer dan waard zijn. Het zal een enerverende reis zijn, en ik voel me vereerd dat ik jouw gids mag zijn.
Heb je ooit een droom gehad die zo echt leek dat je niet meer wist waar de droom was geëindigd en de werkelijkheid weer begon? En dat jij – hoewel je de personages in die droom nooit had ontmoet – het gevoel had dat ze heel echt waren? Een dergelijke droom lijkt een beetje op de wet van het mentale aspect, de eerste van de Zeven Wetten van Hermes. Deze wet zegt: ‘Het Al is Geest: het universum is geestelijk’. Misschien klinkt dit op het eerste gehoor wat ongerijmd, maar vergeet niet dat de oude hermetici liever een beetje voor gek werden versleten voor het geval zij werden betrapt! Het was verkieslijker om te worden gezien als onschadelijke krankzinnigen dan om opgehangen te worden als ketters!’
Onze dromen zijn een goede analogie voor deze eerste wet, want als we dromen worden we als het Al. Dan scheppen we hele werelden, compleet met landschappen, gebouwen, mensen en al het overige dat we ons kunnen voorstellen. Zolang we dromen, voelen deze dingen aan als heel reëel en lijkt het alsof ze buiten onszelf bestaan, maar in werkelijkheid zijn het onze eigen scheppingen. Psychologisch gesproken zijn die dingen domweg andere versies van onszelf. Hoewel dromen dus een analogie is, is het ook een deel van een groter concept waarin de gedachten van ons waakbewustzijn bijdragen aan het scheppen van onze eigen werkelijkheid.
We zien hiervan dagelijks de bewijzen. Elk individu dat een specifieke gedachte in het hoofd heeft en aan de verwerkelijking ervan begint, schept zijn eigen werkelijkheid. Een schitterend voorbeeld hiervan is Bill Gates. In de jaren zeventig werkten hij en Paul Allen aan Harvard University aan een eerste versie van een besturingsprogramma voor een computer. Onder invloed van dit project raakte Gates ervan overtuigd dat iedere onderneming en elk huishouden een computer zou moeten hebben. Dat bracht hem ertoe een weg naar de verwerkelijking van dat visioen te gaan zoeken. Al in zijn eerste studiejaar verzamelde hij genoeg informatie en hulpmiddelen om zijn droom waar te maken. Om die reden liet hij zijn studie varen en richtte Microsoft op. Dat zijn visioen inderdaad werkelijkheid is geworden, hoef ik je niet te vertellen: nagenoeg iedereen in de ontwikkelde landen heeft een of meer van zijn producten in huis.
De wet van het mentale aspect werkte voor Bill Gates. Dat de wet voor hem werkte, kwam alleen omdat hij, of hij zich daarvan bewust was of niet, ook de andere wetten van het universum ertoe bracht ermee samen te werken. Hij zei niet bij zichzelf: ‘Ik hoop dat mensen vandaag of morgen een manier vinden om een computer in huis te halen’ om er vervolgens niet meer aan te denken. Hij zette aanvullende stappen om zijn visioen te verwerkelijken.
Laten we dit concept eens in ons eigen leven plaatsen. Hoeveel mensen hebben grootse dingen in hun leven tot stand gebracht omdat zij niet in zichzelf geloofden of dachten dat hun droom onmogelijk te verwezenlijken was? Waarschijnlijk niet veel. Alles wat we doen of nalaten houdt verband met de wet van het mentale aspect. Als je gelooft dat je kunt fietsen, zul je het ook leren. Als je gelooft dat je een examen kunt halen, zul je slagen. Als je gelooft dat je een taart kunt bakken, dan bák je hem ook. Want als wij geloven dat iets waar of onwaar is, gedragen we ons op manieren die zulke overtuigingen concretiseren.
Als je tegen je kind zeg: ‘Je kunt alles bereiken wat je wilt’, is dat werkelijk waar. En als we zeggen ‘Alles is mogelijk’, is ook dat waar. Dat komt doordat onze bewuste geest altijd scheppend werkzaam is en doordat er niets is dat we ons niet kunnen voorstellen. Dus alleen al als we erover kunnen denken, is het mogelijk – misschien niet vandaag of morgen, maar dan toch vroeg of laat. Iemand zal dit idee overnemen en het tot een werkelijkheid maken. In de jaren zestig maakten de personages in de televisieserie Star Trek gebruik van ‘tricorders’ om met elkaar te communiceren, belangrijke informatie op te zoeken of data vast te leggen in een logboek. In die tijd leken zulke dingen pure, fictieve magie; tegenwoordig noemen we ze Blackberries of I-phones!
Hermes moet gebruik hebben gemaakt van zijn vermogen tot deductief redeneren toen hij de wet van het mentale aspect op schrift stelde. Hij ging ervan uit dat het enige wat altijd gelijk blijft, verandering is. Het universum of AL is onderhevig aan voortdurende verandering, want om te kunnen bestaan moet het scheppen. Daar wij allemaal deel uitmaken van het universum, veranderen wij de werkelijkheid door dingen te scheppen. Het instrument dat we daarvoor gebruiken, is onze bewuste geest, zodat onze eigen gedachten onze werkelijkheid scheppen.
Als dit nog niet helemaal duidelijk is, geeft dat niet. De auteurs van De Kybalion achtten deze wet van zo groot belang dat zij er de eerste vier hoofdstukken aan hebben gewijd, maar ze volstonden met één hoofdstuk voor elk van de andere zes wetten. Zonder inzicht in deze wet wordt het moeilijk de andere te doorgronden. Hoe wazig het misschien ook voor je klinkt, toch weet je er vermoedelijk al veel meer van dan je zelf beseft. Dat komt doordat de wet van het mentale aspect overal in de menselijke geschiedenis en zelfs in de popcultuur wordt gevonden.
Herinner je je de song We Are the World uit de jaren tachtig, toen verscheidene Amerikaanse popartiesten de krachten bundelden in een supergroep om te helpen geld in te zamelen voor Afrika? Het refrein zegt: We are the world, we are the children, we are the ones who make a brighter day … Voor jongere mensen zegt de themasong in de Disney-film The Lion King iets soortgelijks: It’s the circle of life and it moves us all, through despair and hope, through faith and love … De tekst van beide songs zegt dat wij allemaal deel uitmaken van dezelfde energie, een energie die we genereren door ons denken en doen.
Daarom zegt het eerste deel van de wet van het mentale aspect dat wij allemaal met elkaar verbonden zijn. Dit is iets waarmee we ons zonder uitzondering kunnen vereenzelvigen. President Obama gebruikte zelfs de leus We are one! voor zijn inauguratie. Dit eenheidsbesef hangt voor de Amerikanen voelbaar in de lucht na de aanslagen van de elfde september 2001 op het Pentagon en het World Trade Center (Twin Towers). Andere mensen ervoeren een overweldigend besef van eenheid na de aardbeving in de Chinese provincie Sichuan, de tsunami in Indonesië, Sri Lanka en Thailand of de ramp van Tsjernobyl, om een paar voorbeelden te noemen. Op zulke momenten laten we ons masker vallen en zien we elkaar zoals we werkelijk zijn. Dan kunnen we een man of vrouw van ongeacht welke leeftijd in het gezicht zien en er een kwetsbaar kind in herkennen. Dan omhelzen we iemand die een volmaakt vreemde voor ons is of kloppen hem op de rug, alleen om onze verbondenheid te laten blijken. Op zulke momenten weten we dat we in feite niet veel van elkaar verschillen. In de diepste kern van ons wezen zijn we allemaal gelijk. We ademen dezelfde lucht in, hebben allemaal onderdak, voedsel en kleding nodig en niemand komt (fysiek) levend weg uit deze ervaringen op aarde!
In het ideale geval zouden we altijd in staat moeten zijn elkaar te zien zoals we in werkelijkheid zijn. Dat is de manier waarop we ter wereld komen. Als baby worden we ons niet allereerst bewust van onszelf, maar van de mensen om ons heen. Kleine kinderen zien zichzelf niet als los van hun moeder. Pas omstreeks het tweede jaar zien we bij peuters de eerste tekenen van zelfbesef. Sommige ouders noemen dit stadium weleens gekscherend ‘het verschrikkelijke tweede jaar’, want niemand zal ooit nog in staat zijn dat kind in de hand te houden.
Stel je eens voor hoe aangenaam de wereld zou zijn als we dit besef van eenheid bij kinderen in stand konden houden tot hun achttiende. Uiteraard zouden we dan het ‘verschrikkelijke twintigste jaar’ hebben, maar dat zou weleens heel onpraktisch kunnen zijn. Als een kind van twee uitzinnig wordt van drift, kunnen we het tenminste in de armen nemen en losmaken uit de situatie. De meesten onder ons zullen echter fysiek niet meer in staat zijn een zoon van zeventig kilo uit de speelgoedwinkel te krijgen als hij niet krijgt wat hij wil …
Het kind begint op den duur besef van zichzelf te krijgen, op basis van zijn ervaringen in de wereld. Onze ervaringen vormen onze voorkeuren en antipathieën, naast onze herinneringen, dromen en hoop. Op basis van die informatie besluiten we waar we willen wonen, met wie we willen samenleven, wat we voor de kost willen doen, enzovoort. Algauw beginnen we op grond van deze ervaringen een zelfbeeld te vormen: ‘ik ben arts, tennisser, masseur’ enzovoort. Hoewel deze dingen je beschrijven, zijn ze jou niet! De maaltijd is niet het menu!
Terwijl we door het leven gaan, vereenzelvigen we ons zo sterk met deze dingen dat ze verstrikt raken met ons ego en het zicht op ons eigenlijke wezen verliezen: dat deel van onszelf dat zich verbonden voelt met alles en iedereen buiten zichzelf. De auteur en pedagoog John Bradshaw verklaarde dit eens door te zeggen: ‘Het ego is voor het ware zelf wat een zaklantaarn is in de schijnwerpers.’
Catastrofen hebben er een handje van ons ego af te pellen om ons eens te meer te onthullen wie we eigenlijk zijn. Op het diepste niveau is ons ware zelf nog altijd verbonden met alle andere ware zelven, en dat ervaren we opnieuw als er zich iets gruwelijks voltrekt. In de Wizard of Oz brengt Dorothy dit gevoel keer op keer onder woorden als ze zegt: ‘Ik wil alleen maar terug naar huis.’ Velen onder ons zeggen iets dergelijks als we ons met onzekerheden of gevaren geconfronteerd zien. Dan willen we alleen nog maar naar huis. Waarom? Omdat we thuis geborgen zijn. Intuïtief weten we dat ons ware zelf voor ons de veiligste plaats is: op dat niveau zijn wij pure liefde, vreugde en vrede. Daar kan ons niets kwaads overkomen, omdat wij de scheppers van ons universum zijn en daarom intuïtief weten dat we dáár moeten zijn voor geborgenheid, als er iets afschuwelijks gebeurt. Ook weten we intuïtief dat de bagage die we meezeulen omdat ons ego zich eraan vastklampt, er uiteindelijk niets toe doet. Die vele bagage is dat deel van ons dat zegt dat we nooit vriendschap moeten sluiten met iemand die anders is dan wijzelf, of tijd voor zo iemand moeten vrijmaken; dit is het deel van ons dat zegt: ‘Mijn baan staat veel hoger dan de jouwe’, of ‘Mijn geloof is veel verlichter dan het jouwe’, of ‘Ik ben veel hoger ontwikkeld dan jij’ … Ons ego doet er niet toe, omdat wij volgens de wetten van het universum allemaal gelijk zijn, mede omdat we allemaal onderhevig zijn aan dezelfde krachten. Dat verklaart dat we ons weer bewust worden van onze eenheid als er weer eens een aardbeving huishoudt, een terrorist toeslaat of als ongeacht welke andere ramp zich voltrekt. Dan beseffen we weer dat we één zijn en niet van elkaar zijn te scheiden. Onze identiteit en ons bewustzijn (en onze geest) zijn één. Op het meest fundamentele niveau hebben we allemaal deel aan elkaar (het AL), omdat wij deel hebben aan een ondeelbare Geest die de grondslag is voor het universum, dus al wat bestaat.
Stress ontstaat naar mijn mening als wij onze macht afstaan aan het probleem. We willen de macht in handen houden! Zeg: ‘IK HEB DE TOUWTJES ZELF IN HANDEN’. Deze macht geef ik nooit prijs! Ik weiger me te laten beheersen door de omstandigheden, een ziekte of de taak die me wacht!’ Ook jij kunt hier en nu besluiten dat je de macht over jezelf in handen houdt. Je zult alles buiten jezelf ook buiten moeten houden. Houd alleen maar voor ogen dat de oplossing van je probleem zich zal aandienen als je in een totaal ontspannen toestand verkeert. Stop met al die ingewikkelde pogingen tot stressbeheersing. Laat de stress gewoon los! Neem er afstand van. Jijzelf bent de baas over je lichaam. Zeg alleen maar: ‘Vrede’. ‘Wees stil’. Maak je een levendige voorstelling van een wonderschone lilakleurige energie die door je hele lichaam stroomt en stel je dan voor dat iedere molecuul van je lichaam in volmaakte harmonie met Gods wetten begint te resoneren. Je bent volkomen ontspannen. Je hebt de touwtjes over jezelf in handen. Waar ontspanning is, is geen ruimte voor stress.
Neem het roer van je leven in handen – het begint in je bewuste geest. Dit is het metageheim.
Het AL heeft vele namen. Zeker, wij maken deel uit van het AL, maar het AL is oneindig veel meer. Het is Bewustzijn, het is het Leven. Sommigen noemen het de Geest, anderen zeggen dat het God is. Of de Absolute Waarheid, de Schepper, de Vader, Moeder Natuur of zelfs Energie. De ‘summumfilosofie’, die uit de hermetische wijsheid put, noemt het AL ‘een huwelijk tussen niets en al wat mogelijk is: een huwelijk tussen de twee ultieme tegenstellingen zonder begin of einde, die elkaar eenvoudigweg hebben geschapen om samen het oneindige, levende Bewustzijn te vormen’.
Hoe je het ook noemt, het begrip ‘in verscheidenheid één’ is misschien wat lastig te doorgronden. Het lijkt wel een beetje op kijken naar een van die door een computer gegenereerde beelden uit de jaren negentig: op het eerste gezicht lijken ze uit allerlei stippeltjes te bestaan, maar als je je eenmaal hebt leren ontspannen en oog krijgt voor het geheel, dringt het tot je door dat je een driedimensionaal beeld voor je hebt.
Een van de gemakkelijkst te begrijpen voorbeelden van de manier waarop de wet van het mentale aspect altijd rondom ons werkt, vinden we in de wereldreligies. Het jodendom gebruikt dit concept met de leer: ‘God was, is en zal altijd zijn’. In het christendom wordt God beschreven als een Drievuldigheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In diezelfde geest maken veel heidense religies onderscheid tussen drie aspecten van de Schepper, als Maagd, Moeder en Kroon. Ook de Egyptenaren kenden drievuldigheden of ‘triniteiten’, zoals Osiris, Isis en Horus. Het hindoeisme doet iets overeenkomstigs door Brahma te omschrijven als één god met duizenden avatars, zoals Krishna, Kali en Vishnu – als de belichaming van verschillende aspecten van Brahma.
Interessant is dat dit concept van eenheid in verscheidenheid ook aanwezig is in de moderne wetenschap. Hoewel Einstein niet in staat is geweest zijn universele theorie te bewijzen, zijn het verschijnsel verstrengeling (aanvankelijk op het niveau van kwantums, maar inmiddels ook op macroniveau), Heisenbergs onzekerheidsprincipe en diverse andere subatomaire theorieën die overeenkomstige verklaringen volgden, juist gebleken.
Zoals gezegd, afgezonderd zijn en toch een deel van een geheel vormen, klinkt paradoxaal en het is wellicht wat lastig te begrijpen. De auteurs van De Kybalion verklaarden het door te zeggen dat de voet deel uitmaakt van het lichaam, maar niet het hele lichaam is. We zouden zelfs kunnen zeggen dat proberen de wet van het mentale aspect te doorgronden in zekere zin een van de oudste queesten op aarde is, omdat het overeenkomt met proberen inzicht in onszelf te verwerven, en te begrijpen hoe we in het grote geheel passen. Met andere woorden, het is zoeken naar onze eenheid. We herkennen deze zoektocht in verhalen die al sinds het begin van de geschreven geschiedenis bekend zijn. De Ilias, de Arthurlegende en Alice in Wonderland zijn voorbeelden hiervan. Hollywood heeft deze verhalen zelfs ondergebracht in een categorie: quests.
Joel Roberts
Volgens de traditie die ik aanhang, is levensgeluk de vrucht van accepteren wat is dat is. In de Thora wordt gezegd dat hij die tevreden is met zijn lot gelukkig is. Dit mag echter op geen enkele manier of in geen enkele vorm of gedaante worden verward met passieve aanvaarding van de status quo of berusting.
Het is een oproep tot actie! Het is een soort paradox. Je behoort beslist te werken aan verbetering van je leven, de wereld, je relaties met anderen, je financiële status – kortom, iedere vorm van voorstelbare verbetering op micro- of macroniveau behoort een van je doelstellingen te zijn.
Als je echter niet gelukkig bent met de huidige stand van zaken in je leven, stagneert jouw levensgeluk totdat er zich iets voordoet wat er nog niet is. Als je hiermee genoegen neemt, zul je nooit gelukkig zijn.
In Het transgalactisch liftershandboek worden de hoofdfiguren door een krankzinnige president belast met een onmogelijke missie: de speurtocht naar het antwoord op de vraag naar de betekenis van het leven, het universum en alles wat daartoe behoort. In de loop van het verhaal stuiten zij op tal van hindernissen en moeten zij veel moeilijkheden overwinnen voordat zij eindelijk een supercomputer vinden, die geacht wordt hun te kunnen zeggen wat de betekenis van het leven is. Deze computer zegt met de grootst mogelijke stelligheid dat 42 het antwoord is! Dit zit de hoofdfiguren natuurlijk niet lekker, want dit antwoord spot met iedere logica. Zij raken ogenschijnlijk van de regen in de drup als zij aan de weet komen dat de wereld bij wijze van amusement door een stel muizen is geschapen. Het eindigt ermee dat hun avonturen hen bijbrengen dat niets van dit alles ertoe doet, omdat zij inmiddels het geluk hebben gevonden.
Een vriendin van mij nam haar twee zoontjes mee naar de komische film die model stond voor de vijf boeken in deze reeks. Toen ze terugwandelden naar hun auto, zei haar zoon van negen: ‘Volgens mij bedoelen ze dat de zin van het leven is wat je er zelf van maakt.’ Zijn wijzere broertje van dertien schudde het hoofd. ‘Als dat zo was, waarom zou iemand het dan tot iets maken dat hij of zij niet eens wil?’
Ja, waarom eigenlijk? Ze hadden allebei gelijk. De wet van het mentale aspect zegt ons dat, aangezien het universum in onze eigen geest bestaat, wij alles kunnen scheppen wat we willen. Hier hoort een waarschuwing bij, namelijk dat de wet van aantrekking datgene aantrekt wat wij mentaal projecteren. Met andere woorden, als we een blijvende romantische relatie willen, maar geloven dat iedere vrouw uit is op ons geld, of dat alle mannen seksistische chauvinisten zijn, focussen we onze energie juist op de eigenschappen die we niet willen. De wet van aantrekking houdt geen rekening met sympathieën of antipathieën. Hij brengt ons eenvoudigweg wat we zelf projecteren. Negatieve gedachten trekken méér negatieve ervaringen aan; positieve gedachten trekken positieve ervaringen aan. Als we ons focussen op het projecteren van die eigenschappen van onszelf die we willen terugvinden in een partner, zal die persoon beslist ons pad kruisen. In dit scenario is het niet moeilijk in te zien hoe de wetten van het universum met elkaar gaan samenwerken. Onze geest schept wat wij willen, en dat helpt ons om ons op bepaalde manieren te gedragen, en dat laatste draagt er weer toe bij ons te brengen wat we graag willen.
Omdat wij voortdurend scheppen en daardoor ook constant veranderen, blijven we voortdurend leren. Nu eens voltrekken deze veranderingen zich als kwantumsprongen, dan weer gaat het allemaal heel langzaam. Dus maken we van tijd tot tijd pas op de plaats om dit veranderingsproces te evalueren en te zien of we wel ingenomen zijn met waarheen onze mentale creaties ons leiden. Zoals gezegd proberen we dit al uit als kind, wanneer we onszelf als los van onze moeder beginnen te zien. Als tiener proberen we erachter te komen wat onze plaats in de wereld is en op middelbare leeftijd doen we dat opnieuw. We weten misschien niet exact wat we doen als we deze inschattingsfase doormaken, maar de universele wet brengt ieder van ons er instinctief toe de inventaris op te maken. Hoewel het wellicht gemakkelijk lijkt de omstandigheden of anderen de schuld in de schoenen te schuiven voor al onze tegenslagen en mislukkingen, worden we pas werkelijk vrij om het leven dat we altijd hebben gewild te scheppen als we ons eenmaal hebben gerealiseerd dat de geest ons de volledige beheersing schenkt over onze toekomst en lotsbestemming.
Dit brengt ons bij de overweging dat, als wij alle dingen zelf creëren, en alle anderen dat ook doen, sommige dingen niet reëel kunnen zijn. ‘Van tweeën één: of ik heb gelijk, of zij hebben gelijk.’ Dit maakt deel uit van de universele wet van de paradox, die zegt dat alles in het universum een illusie is, maar dat het tegelijkertijd ook reëel is. De wet van de paradox maakt gebruik van een van de resterende zes Wetten van Hermes: de wet van polariteit, die zegt dat twee tegenstellingen verschillende gradaties zijn van een en hetzelfde ding. In een volgend hoofdstuk zullen we ons hier nader in verdiepen. Voor nu is het belangrijk dat er een groot verschil is tussen absolute waarheid en persoonlijke waarheid.
Het AL kent de absolute waarheid, maar wij als individuen hebben ieder onze persoonlijke waarheden zoals we ze ervaren. Dat verklaart hoe het mogelijk is dat getuigen van een ongeval ieder een ander relaas hebben over wat er is gebeurd en dat ze allemaal toch hun persoonlijke waarheid weergeven. We geloven wat onze fysieke zintuigen ons vertellen over wat reëel is en wat niet. We moeten erop vertrouwen, anders zou het voor ons als stoffelijke wezens op aarde heel moeilijk zijn de dagen door te komen. Wij hebben deze percepties nodig om onze lessen te leren en verder te gaan met het scheppen van onze eigen wereld. Kun jij je voorstellen wat er zou gebeuren als we geloofden dat iedere wervelstorm een illusie is, zodat we een wervelstorm regelrecht tegemoet zouden wandelen? Of wat er zou gebeuren als we onszelf wijsmaakten dat we geen lucht hoeven in te ademen en zonder zuurstoffles gingen duiken? We zouden niet erg ver komen, nietwaar? Wij krijgen greep op ons leven door in te zien dat er een stoffelijke wereld is en dat wij ermee moeten werken. Dan passen we de universele wetten toe en gebruiken ze met elkaar om onze individuele doelstellingen te verwezenlijken.
Jack Canfield
Een van de belangrijkste dingen die je in het leven moet doen, is het ontdekken van jouw eigen missie. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen met een persoonlijke en unieke missie ter wereld is gekomen en dat we gelukkig zijn als we deze missie tot expressie brengen en uitvoeren.
Er is veel gesproken en geschreven over de mogelijkheid dat vreugde of blijdschap je baken is, dat je vertelt of je wel of niet op koers ligt. In het laatste geval zegt het je: ‘Je bent niet gelukkig, niet blij.’ Daarom is blijdschap – de innerlijke ervaring van geluk en vreugde – een manier om te bepalen: ‘Ah, ik lig op koers; ik doe de dingen die ik geacht word te doen.’ Sta er even bij stil: het is de missie van een roos een roos te zijn, zoals een chrysant een chrysant moet zijn, of een geranium een geranium – ze kunnen geen madelief of andere bloem zijn. Daarentegen hebben wij mensen de mogelijkheid tot kiezen. We kunnen kiezen uit een immens aantal mogelijkheden om te doen wat we graag willen doen, maar helaas hebben de meesten onder ons zich door anderen van hun koers af laten brengen.
De Drie Adepten lichtten dit proces op deze manier toe: Als mensen handelen en leven alsof het universum slechts een droom is, gaan zij struikelend als slaapwandelaars door het leven en komen niet vooruit. Zij worden wakker geschud als de wetten van de natuur – die zij proberen te negeren – zich hardhandig aan hen kenbaar maken. Houd daarom je geest gericht op de geleidester, maar laat je ogen waken over je voetstappen om te voorkomen dat je valt als je de blik wat al te hoog hebt gericht. Het is een gegeven dat je nu op aarde bent, dus zul je je naar haar natuur en haar wetten moeten schikken. Je kunt echter van je leven genieten als je gebruikmaakt van de geestelijke wetten, die van een hogere orde zijn dan de wetten van de materiële wereld.
Later leggen zij uit dat we onze kijk op de wereld moeten veranderen en hoe wij gebruik kunnen maken van universele wetten – in plaats van ontkenning – om onze eigen werkelijkheid te scheppen. De enige manier waarop we dat kunnen doen, is gebruikmaken van ons ego. Om te kunnen weten wat waar is, zullen we eerst moeten weten wat niet waar is. Anders gezegd, wij leren de werkelijkheid kennen door inzicht te verwerven in wat wel of niet reëel is. Als we eenmaal weten wat onecht is, zal de waarheid zich vanzelf aan ons openbaren.
Bovendien werkt de menselijke geest met tegenstellingen (dualiteit of polariteit). Je komt ter wereld als een wezen met een waar zelf dat met alles en iedereen verbonden is, waarna je via je percepties een ego ontwikkelt. Om de weg terug naar je ware zelf te vinden, en daarmee naar dat gevoel van verbondenheid en eenheid, zul je een periode moeten doormaken waarin je je ego loslaat. Die periode wordt gekenmerkt door het feit dat je weer vanuit je ware zelf handelt. Misschien helpt het oude voorbeeld van de padvinder die een bejaarde helpt oversteken om dit te verduidelijken. Als je het doet om erkenning te krijgen of hoopt er een onderscheiding mee te verdienen of alleen maar omdat het jou een goed gevoel geeft, doe je het voor je ego. Als je het daarentegen doet omdat die oude dame hulp nodig heeft en die hulp haar dag iets zal vergemakkelijken, doe je het voor je ware zelf.
De Indiase mysticus Osho (die zich eerder Bhagwan Sri Rajneesh noemde, vert.) heeft eens over het hervinden van het ware zelf gezegd: ‘Als je het eenmaal nadert, verandert alles; dan komt alles weer tot rust. Dit wordt echter niet bewerkstelligd door de samenleving. Nu wordt alles tot een kosmos, in plaats van chaos; er ontstaat een nieuwe ordening. Het is de ordening van het bestaan zelf.’
Misschien vraag je je nu af: ‘Wat schiet ik ermee op al dat soort menslievende dingen te doen? Het leven is al moeilijk genoeg. Ik heb al meer dan genoeg aan mezelf, laat staan dat ik ook nog anderen moet gaan helpen.’ Toch maakt ook dit deel uit van de universele Wet, want het is een oefening in polariteit. Als je je ‘ik’ negeert en eenvoudigweg handelt, word je in de stroom van het leven opgenomen en kom je tot rust in je ware zelf. Wanneer jij je ware zelf hebt hervonden, zal dat aspect van jouw wezen dat verbonden is met het universum, rust en vrede vinden. Blijdschap, vreugde, geluk – alle goede dingen van het leven zullen als vanzelf naar je toekomen.
Het interessante is dat ook dit weer de wet van de paradox in werking zet. Wij zijn al ons ware zelf en moeten eerst maar eens accepteren dat we echt volmaakt zijn zoals we zijn. Het gaat er alleen om dat we moeten leren waar we ons bewustzijn moeten positioneren: in onze geest, in ons lichaam, in de wereld óf in alle drie tegelijk. Dat laatste brengt ons het hoogste inzicht in de juiste manier om deze wetten te gebruiken. Dat vereist echter de nodige oefening!
Toen Hermes de woorden ‘Zo boven, zo beneden’ in zijn Smaragden Tafel uitbeitelde, was dat zijn manier om ons te laten weten dat wij, als we inzicht hadden in de Zeven Wetten die op ons bestaansniveau gelden, dezelfde wetten ook op alle overige bestaansniveaus zouden begrijpen. We zullen hier in het volgende hoofdstuk nader op ingaan, maar dit inzicht helpt ons nu om de wet van het mentale aspect te verklaren. Wanneer wij iets met onze gedachten creëren, maken we gebruik van de creativiteit van onze geest. Als wij deel uitmaken van het AL en als zodanig iets scheppen, ligt het voor de hand dat het AL co-creëert. Hiermee zijn we terug bij het begin van dit hoofdstuk. Wat je nu hebt gelezen, is misschien slechts een droom die op het echte leven lijkt! Per slot van rekening is het universum en alles wat er deel van uitmaakt een schepping van de Geest. Het Al is Geest: het universum is geestelijk.
Bob Proctor
Wanneer we over het metafysische spreken, hebben we het over iets dat zich voorbij de stoffelijke wereld bevindt. Wat we dus moeten doen, is die hogere wereld binnengaan. Wij zijn erop geprogrammeerd om van buiten naar binnen te leven. Wij laten toe dat de dingen die buiten ons zijn dicteren wat er vanbinnen (dus in ons innerlijk) gaande is.
Als we de metazijde van ons wezen willen binnengaan, zullen we ons los moeten maken van dit stoffelijke instrument dat we hebben. Alleen zo dringen we door in het hogere aspect van ons wezen en beginnen we te begrijpen dat we op drie niveaus van bewustzijn tegelijk leven en dat we vanuit een hoger naar een lager potentieel werken. Wanneer je iets wilt doen met elektriciteit, zal iedere elektrotechnisch ingenieur je vertellen dat je vanuit een hoger naar een lager potentieel moet werken. Als je in de omgekeerde richting te werk gaat, zul je nooit iets nuttigs tot stand kunnen brengen of elektriciteit voor een praktisch nut aanwenden.
Wanneer je echter werkt met je geest, begin je niet vanuit het stoffelijke om van daaruit naar een hoger niveau te komen. Je begint met een gedachte en werkt van daaruit verder naar een lager niveau. Gedachten zijn van geestelijke aard. Geesten zijn alomtegenwoordig. Wij zijn gedachten; gedachten zijn alomtegenwoordig.
Het is zelfs mogelijk dat onze gedachten op alle bestaansniveaus tegelijk tegenwoordig zijn. Ik kan onder water denken. Ik kan in een vliegtuig zitten en denken.
Ik heb het genoegen gehad te kunnen werken met een paar astronauten die aan de andere kant van de maan waren geweest: ook daar konden zij denken. Ze konden niet alleen aan de achterzijde van de maan denken, maar zelfs hun gedachten overdragen aan iemand hier op aarde, namelijk via een vorm van telepathische communicatie.