Hoofdstuk 8

 

 

 

Het ging allemaal veel te snel voor Cass. ‘Wat win jij daarbij? Ik kan zo gauw niets verzinnen.’

‘Ik wel. Als je vrienden blij zijn, ben jij dat ook, en reizen maakt jou blij. Hoe klinkt dat?’

‘Je bent niet goed wijs.’

‘Ik vond het verdraaid zinnig klinken.’

Ze schoot in de lach, voelde zich gelukkiger dan ze in jaren had gedaan.

‘Bovendien ben ik dol op Californische wijn. Ik zou het dus niet erg vinden om een aantal van de betere wijngaarden te bezoeken. Misschien kan ik een paar flesjes kopen om mijn voorraad aan te vullen.’

‘Hm…’

‘Hou je van wijn?’

‘Ik drink niet.’

‘Waarom? Verbiedt je geloof dat?’

‘Nee, ik ben gewoon… nu ja, een superlichtgewicht.’

‘Hoe licht?’

‘Als ik aan de kurk ruik, ben ik al aangeschoten.’

‘Dat zou ik wel eens willen zien.’

‘Terwijl ik teksten verzin bij mijn composities? Echt, dat is niet om aan te horen!’

‘Ik zou je anders best eens willen horen zingen.’

‘Nee, dat wil je niet. Geloof me, als pianiste mag ik dan heel wat zijn, als zangeres ben ik ronduit waardeloos.’

‘Nu maak je me pas echt nieuwsgierig.’

‘Wat ben jij? Een masochist?’

‘Nee, ik vind het alleen wel een fijne gedachte dat jij toch ook niet perfect bent.’

Zij, met al haar problemen, perfect? Nou, dat had nog nooit iemand gedacht! ‘Je wilt me dus uitlachen, hè?’ plaagde ze.

‘Samen lachen kan heel plezierig zijn.’

Denkend aan de film knikte ze. ‘Dat is zo.’

‘Je gaat dus voor me zingen?’

‘Als we naar Napa Valley gaan en als je me dan weet over te halen om wat van die uitgelezen wijn te proeven die je wilt kopen, dan gebeurt dat misschien wel.’

‘Daar houd ik je aan.’

‘Ik hield een hoop slagen om de arm, dat besef je, hè?’

‘Details,’ zei hij nonchalant. ‘Oké, was je al helemaal uit gezwommen?’

‘Een paar baantjes meer red ik nog wel.’

‘Mooi, dan doe ik met je mee.’

‘Fantastisch.’ Ja, dat had ze nog net nodig. De mooiste man die ze ooit had gezien in een zwembroek…

Door die twee kussen leek haar lichaam nu constant op scherp te staan. Ze wilde hem grijpen, hem naast zich op de grond trekken om hem te kussen tot hun lippen beurs waren. Helaas vond hij dat vrienden elkaar niet konden kussen. En hij wilde haar vriend zijn. Neo Stamos was een droomvent, alleen jammer dat haar beperkingen eerder aan een nachtmerrie deden denken.

Vroeg of laat zou ook hij, net als al haar andere vrienden, er genoeg van krijgen, maar tot die tijd zou ze ervan genieten. En ze ging zeker niets doen om haar ruiten voortijdig in te gooien.

Toen hij weer verscheen, in iets wat nog het meeste leek op een wielrennersshort, kreunde ze bijna hardop, terwijl haar gevoelens bestormden waarover ze had gelezen maar die ze nooit zelf had ervaren.

‘Zei je iets?’

Ze moest haar keel schrapen. ‘Eh… niets. Leuke zwembroek.’

‘Hij is vooral praktisch, want hij geeft nauwelijks weerstand wanneer ik baantjes zwem.’

‘Dat zal best.’ Al was het voor haar gemoedsrust stukken beter geweest als hij in zo’n onpraktisch floddershort was verschenen.

Ze zwommen een aantal baantjes en hielden zelfs een wedstrijdje, dat hij uiteraard won.

‘Je hebt gewoon mazzel dat ik al moe was van het zwemmen toen jij opdook.’

‘Aha, het heeft dus niets te maken met het feit dat ik groter ben dan jij en dat mijn benen een stuk gespierder zijn dan de jouwe, hè?’

‘Laten we het niet over je beenspieren hebben.’ Ze grijnsde naar hem. ‘Straks bezorg je me nog een complex.’

‘Je vogelpootjes zijn heel aantrekkelijk.’

‘Vogelpootjes!’ kreet ze. ‘Daar krijg je spijt van, mannetje!’ Ze dook razendsnel onder.

Kennelijk had hij dat niet verwacht, want ze slaagde er zowaar in hem onder water te trekken. Daarna liet ze echter direct los, waarna ze zo snel ze kon naar de rand van het bad zwom. Ze had het bijna gehaald, balanceerde al half op de rand, toen grote handen zich rond haar middel sloten.

Met een boog zeilde ze door de lucht om met een plons weer midden in het zwembad te belanden. Proestend kwam ze boven, klaar om de tegenaanval in te zetten, om tot de ontdekking te komen dat hij haar al stond op te wachten, met een duivelse grijns op zijn veel te knappe gezicht.

Dit was leuk, echt leuk. Wanneer had ze voor het laatst zoveel lol gehad? Waarschijnlijk nooit. Neo had haar in korte tijd al zoveel gegeven. Hij maakte haar gelukkig, zo gelukkig dat haar arme hart het soms amper kon bevatten. Zoals nu.

Wat niet wegnam dat ze wilde winnen. Kon ze dat? Waarschijnlijk niet. Hij stond stevig met beide benen op de grond, terwijl zij moest watertrappen.

‘Dacht je dat je nu had gewonnen?’ vroeg ze ademloos.

‘Volgens mij staan we nu quitte.’

‘Als ik slim was, zou ik het daarbij laten, veronderstel ik.’

‘Gelijkspel is beter dan verliezen,’ beaamde hij.

Ze maaide met haar arm door het bad, waardoor hij een enorme plens water in zijn gezicht kreeg. ‘Weet je wel zeker dat ik zou verliezen?’

Hij streek doodkalm de druppels van zijn gezicht en haalde nonchalant zijn schouders op. Kennelijk was hij ervan overtuigd dat hij zou winnen. Geheel terecht, helaas.

‘Jij mag dan groter zijn, maar misschien ben ik wel geniepiger,’ voerde ze aan.

‘Geloof je het zelf?’ Hij grinnikte. ‘Ik ben vastgoedontwikkelaar, geniepig zijn is voor mij dagelijkse kost.’

‘Daar zit wat in.’ In de muziekindustrie kon het er ook knap hard aan toegaan, vandaar dat zij de zakelijke kant zo veel mogelijk vermeed.

‘Zou je je eerder kunnen verzoenen met een gelijkspel als ik je iets lekkers aanbood?’

‘Wat voor lekkers?’ vroeg ze geïnteresseerd.

‘Macadamianotenkoekjes en baklava. Mijn huishoudster sloeg een beetje door nu ze eindelijk eens de vrije hand kreeg.’

‘Daar doe ik het voor,’ zei Cass, die ineens besefte dat ze trek had. En hoe!

‘Ik zie je zo binnen wel weer.’ Hij hees zichzelf op de rand van het bad, waarna hij naar de douches liep.

Helaas vergat Cass door de aanblik van zijn gespierde achterkant even dat ze moest watertrappen, waardoor ze bijna roemloos aan haar eindje kwam.

 

Terwijl Neo wachtte tot het water voor de thee kookte, somde hij in gedachten alle redenen op waarom het geen goed idee was om naar bed te gaan met het sexy wezen dat op dit moment haar haren droogde in zijn logeerkamer. Het had verdorie maar weinig gescheeld of hij had haar in het zwembad gegrepen. En later, toen ze uit het zwembad klom, was het ook even kantje boord geweest.

Hij had nooit moeten omkijken voor hij in de doucheruimte verdween. Ze had zo’n glazige blik in haar ogen gehad die hij eerder associeerde met de slaapkamer dan met een zwembad.

Waarom moest ze er ook zo verrekte aantrekkelijk uitzien in een bikini? Oké, haar rondingen waren niet spectaculair, maar wat ze had, kon je zonder meer verleidelijk noemen. Kleine, perfect gevormde borsten en ronde billen om rauw in te bijten.

Dat stoeipartijtje van haar had wel eens flink uit de klauwen kunnen lopen. Toen hij haar van de rand van het bad had geplukt, was de verleiding om haar te kussen hem bijna te machtig geworden. Op de een of andere manier had hij toch de kracht gevonden om haar weg te duwen. Vraag alleen niet hoe.

Man, o man, wat was het een stomme zet geweest om haar het gebruik van het zwembad aan te bieden! Waarom had hij dat in vredesnaam gedaan?

Omdat hij had aangenomen dat ze een braaf badpak zou uitkiezen. Daarom. Ja, wie zwom er nu baantjes in drie nietige lapjes stof bij elkaar gehouden met touwtjes? De achterkant van het broekje leek verdorie niet meer dan een string. En Cassandra had perfecte billen – lekker rond maar wel stevig… Prompt kreeg hij een visioen van haar in haar sportzaaltje. Hij verdrong het verbeten. Perfect. Ja, dat was het enige woord ervoor. Het feit dat ze nergens witte strepen had, bewees dat ze altijd zo schaars gekleed ging zwemmen.

Die gedachte wond hem op, wat hem gekweld zijn kaken op elkaar deed klemmen. Zijn maagdelijke vriendin was verleidelijker dan goed voor haar was. Of voor hem!

Van het aanhoudende gezoem van de föhn werd hij trouwens ook al niet rustiger. Zijn handen jeukten gewoon om haar te gaan helpen met die weelderige lokken. Welke vrouw liet haar haren tegenwoordig nog groeien tot aan haar middel, zoals Cassandra? Wist zij dan niet dat de moderne vrouw dat te tijdrovend vond?

Hij schoot bijna in de lach om die dwaze gedachte. Nee, kennelijk had ze dat memo niet ontvangen.

In feite had hij pas beseft hoe lang haar haar was op het moment dat hij daarnet haar vlecht zag. Het puntje ervan bungelde net boven de ronding van haar achterste. Hoe zou dat haar eruitzien wanneer het als een zijden wolk uitwaaierde over zijn kussen? Of wanneer het als een gordijn om hen heen hing, terwijl ze schrijlings op hem zat…

Hij sloot gekweld zijn ogen, vechtend tegen zijn opwinding die haast pijnlijke vormen begon aan te nemen.

Hartgrondig vloekend in het Grieks griste hij de telefoon naar zich toe en toetste een nummer in.

Zephyr nam vrijwel meteen op. ‘Wat is er?’

‘Vertel me nog eens waarom het een slecht idee is om met je vrienden naar bed te gaan.’

‘Heb ik dat ooit gezegd dan?’

‘Nee, dat zeg ik altijd, maar ik dreig het nu te vergeten.’

‘Over welke vriend hebben we het nu? Je pianolerares?’ Er klonk onmiskenbaar een lach door in Zephyrs stem.

Neo snauwde: ‘Ja.’

‘Ik ben stomverbaasd.’

‘Dat ik met haar naar bed wil?’

‘Nee, dat je haar al je vriend noemt.’

‘Ze is bijzonder.’

‘Juist, nu snap ik het.’

‘Mooi, want ik begrijp er niets meer van. Zeg dat ik mijn handen thuis moeten houden.’

‘Sinds wanneer trek jij je iets aan van wat ik zeg?’

‘Verdorie nog aan toe, Zee…’

‘Dit zit je echt hoog, is het niet?’

‘Ik vind het fijn om bevriend met haar te zijn. Dat wil ik niet verpesten.’

‘En als je met haar naar bed ging, zou dat jullie vriendschap verpesten?’

‘Natuurlijk. Dat kan toch niet anders, of wel dan?’

‘Dat hangt ervan af.’

‘Kun je iets duidelijker zijn?’

‘Tja, ik weet natuurlijk niet wat zij ervan verwacht, of jij, maar als jullie op dat punt op één lijn zitten, dan kan seks tussen twee mensen die oprechte genegenheid voor elkaar voelen puur dynamiet zijn.’

‘Ze is nog maagd,’ voerde Neo zacht aan. ‘Volslagen onschuldig.’

‘Op haar leeftijd?’

‘Ja, en dat is ook een goede reden om niet met haar naar bed te gaan.’

‘Misschien is ze het wel beu om zo onervaren te zijn. Weet je wel zeker dat het haar eigen keus is?’

‘Wat bedoel je daarmee?’

‘Denk er eens over na. Cass heeft geleefd voor haar zieke moeder en haar muziek. Ik betwijfel of haar vader haar afspraakjes liet maken toen ze jonger was, en nu komt ze door haar fobie zelden buiten. Hoe kan ze dan in vredesnaam een man ontmoeten?’

‘Daar gaat het niet om.’

‘O nee?’

‘Nee. Ik kan die man niet zijn, dáár gaat het om.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat ik haar pijn zal doen. Ze is niet zoals mijn –’

‘Andere losse scharrels? Misschien is het wel tijd dat jij dat oppervlakkige gedoe eens achter je laat.’

‘Ik ben niet op zoek naar een relatie. Daar heb ik helemaal geen tijd voor.’

‘Iedereen heeft tijd voor vrienden, Neo.’

‘Onzin.’

‘Goed, dan zal ik het anders stellen. Iedereen zou tijd moeten maken voor vrienden. Wat heeft het voor zin om de top te bereiken als je niemand hebt om er samen mee de vruchten van te plukken?’

‘Hoezo, ik heb jou toch?’

‘Je compagnon en enige vriend. Verrek, Neo, de helft van de tijd zitten jij en ik in verschillende landen om onze zaken te behartigen.’

‘Dus?’

‘Je kunt niet alleen maar werken.’

‘Dat deuntje ken ik onderhand wel, Zee.’

‘Ja? Of begint het misschien eindelijk tot je door te dringen dat ik gelijk heb?’

‘Jij hebt nauwelijks recht van spreken, dat besef je toch, hè?’

‘We hebben het nu niet over mij.’

‘Komt dat even goed uit, voor jou dan.’

‘Ja, hè? Oké, ziet Cass jou wel zitten?’

‘Volgens mij wel, ja.’ Als hij het mis had, dan mochten ze hem afschieten, want dan begon hij zijn kijk op mensen te verliezen.

‘Goed, leg je kaarten dan gewoon op tafel, dan kan zij vervolgens beslissen wat ze ermee doet.’

‘Ze kiest misschien niet wat het beste voor haar is.’

‘Ze is volwassen, Neo. Geen kleuter.’

‘Je doet nu net alsof het allemaal doodsimpel is.’

‘Dat is het ook. Jij maakt het veel ingewikkelder dan het hoeft te zijn.’

‘Oké, Zee, bedankt.’ Neo verbrak de verbinding. In feite had hij zijn vriend niet nodig gehad om hem te vertellen dat seks met Cassandra verbijsterend zou zijn. Dat schreeuwde zijn lichaam hem al toe sinds hij haar voor de allereerste keer had gezien.

Toegegeven, ze was niet zijn gebruikelijk type. Ze was beter, veel beter. Ze was oprecht, grappig en ondanks haar liefde voor modieuze kleren zeker geen ijdeltuit. Bovendien was haar onschuldige sensualiteit duizendmaal uitdagender dan de geraffineerde verleidingskunsten van andere vrouwen, dat bewees zijn lichaam wel, dat het haast uitschreeuwde van frustratie.

Neo deed nooit moeilijk over seks. Hij ontmoette een vrouw die zijn verlangen opwekte, zij voelde hetzelfde voor hem, en dan dansten ze een tijdje de horizontale mamba. Nu verlangde hij naar Cassandra, en zij verlangde ook naar hem, daar durfde hij een eed op te zweren. Maar toch…

Het gezoem van de föhn stopte. Hij balde zijn handen tot vuisten, terwijl hij vocht om alles op een rijtje te krijgen. Eén ding stond in elk geval vast: Cassandra Baker was negentwintig jaar lang allerlei dingen ontzegd die andere mensen doodnormaal vonden. Eerst door de omstandigheden in haar jeugd, daarna door de beperkingen die haar angst haar oplegde.

Liefde was uiteraard uitgesloten, maar passie, ja, dat kon hij haar wel geven. Misschien konden vrienden toch wel met elkaar naar bed. Als ze het allebei wilden.

Nou, hij wilde het. En Cassandra ook.

 

Neo was niet knus aan het theezetten, zoals Cass had verwacht. In plaats daarvan keken zijn groene ogen haar scherp aan met een bijna woeste glans erin, terwijl zijn hele lichaam op scherp leek te staan.

‘Is er soms iets, Neo?’ Waarom keek hij zo naar haar? Alsof haar witte zijden blouse transparant was en de kanten beha eronder niet veel beter? Het maakte haar een tikkeltje nerveus.

‘Je hebt het los laten hangen.’

Waar hád hij het in vredesnaam over? ‘Eh… oké. Zal ik de thee inschenken?’

Hij antwoordde niet, balde enkel zijn handen tot vuisten alsof hij zichzelf ervan wilde weerhouden iets aan te raken.

‘Eh… Neo? Ik begin me zorgen te maken over je.’

‘Was het je eigen keus of werd die je opgedrongen?’ vroeg hij schor.

‘Tja, als ik nu wist wat “het” was…’

‘Je maagdelijkheid.’

‘Zeg, waar slaat dit op?’ Waarom moest hij dat gênante feit oprakelen? Zelf vergat ze het liever.

Hij overbrugde de afstand tussen hen met twee grote stappen. ‘Je onschuld. Is dat een situatie waar je blij mee bent?’

‘Blij?’ Natuurlijk. Elke vrouw wilde de dertig naderen zonder ooit een vriendje te hebben gehad, laat staan een serieuze relatie! ‘Neo, ik begrijp echt niet waar je naartoe wilt.’

‘Het is een simpele vraag, pethi mou. Zee zei dat je misschien geen maagd was uit vrije wil, maar meer uit noodzaak.’

‘Noodzaak?’

‘Omdat je niet in de gelegenheid was om er iets aan te veranderen,’ verduidelijkte hij.

‘Bespreek jij mijn seksleven met Zephyr?’ viel ze verontwaardigd uit.

‘Meer het gebrek daaraan. Als je wel een seksleven had, zou het mijne namelijk stukken simpeler zijn.’

‘Ik heb echt geen flauw idee wat je bedoelt.’

Hij begroef zijn hand in haar haren, ‘Echt niet?’ vroeg hij, nog steeds met die felle gloed in zijn ogen, hoewel zijn aanraking uiterst licht was.

Desondanks bevroor de warmte van zijn hand haar stembanden. Nee, dat sloeg nergens op. Warmte behoorde toch juist te ontdooien? Toch voelde ze zich bevroren, niet in staat zich te bewegen.

‘Ik wil geen misbruik van je maken.’ Hij streelde met zijn duim teder langs haar nek, op en neer…

Die duim veroorzaakte een tintelend gevoel dat uitwaaierde door haar lichaam. ‘Neo, je kunt mijn privéleven echt niet gaan bespreken met Zephyr,’ wist ze moeizaam uit te brengen.

‘Ik ben nergens naartoe gegaan. Ik heb hem gewoon opgebeld.’

‘Je weet best wat ik bedoel.’

‘Ik weet dat ik naar je verlang.’

‘Echt waar?’ Ze gaapte hem met grote ogen aan.

‘Absoluut.’

‘Hoe zit het dan met die regel dat vrienden elkaar niet mogen kussen?’

‘Daar ben ik anders over gaan denken.’

‘O.’ Nu ja, dat was misschien geen gek idee, gezien het feit dat hij die regel toch al steeds overtrad.

‘Vandaar dat ik Zephyr heb opgebeld.’

Zodat ze het eens lekker over haar maagdelijkheid konden hebben. O, man! Ze kon wel door de grond zinken van schaamte. ‘En hij zei…’

‘Hij zei dat ik de keuze aan jou moest overlaten, dat je volwassen bent.’

‘Hij heeft gelijk. Als kind werd me van alles en nog wat opgedrongen. Nu ik groot ben, heb ik daar echt een afkeer van. Ik wil mijn eigen keuzes maken. Het is alleen wel handig om ook te weten waarvoor je kiest.’

‘Seks met mij.’

O, hemel. Ja, nu snapte ze het. ‘In tegenstelling tot vriendschap zonder seks?’ vroeg ze voor alle zekerheid toch maar.

‘Precies.’

‘En na de seks?’

‘Dan blijft de vriendschap gewoon bestaan.’

Vriendschap bleef voor haar nooit bestaan, maar dat hoefde hij niet te weten. ‘Vriendschap met wat extra’s.’

‘Daar komt het wel op neer, vermoed ik. Echt zeker weten doe ik het niet, want ik ben nog nooit echt bevriend geweest met een vrouw.’

‘Nu ben je dat wel. En je wilt de liefde met haar bedrijven, eh… seks met haar hebben.’

Hij glimlachte stralend naar haar. ‘Precies.’

‘Maar verder wil je niets? Enkel vriendschap?’

Zijn gezicht betrok meteen weer. ‘Het is niet eerlijk tegenover jou.’

‘Ho even, waarom alleen tegenover mij niet? Jij zit toch zeker in hetzelfde schuitje?’

‘Ja, maar ik ben veel cynischer dan jij. Ik maak me zorgen dat jij onze intimiteit zult verwarren met…’

‘Liefde?’ opperde ze, omdat hij het woord kennelijk niet over zijn lippen kon krijgen.

‘Ja.’

‘Jij zult die fout nooit maken, hè?’

Hij haalde nonchalant zijn schouders op. ‘Ik ben nog nooit gevallen voor een vrouw waarmee ik het bed deelde.’

‘Als je dat wel had gedaan, zouden we dit gesprek niet voeren.’ Alleen de gedachte aan andere vrouwen deed haar al pijn. En dat was geen goed teken!

‘Om je de waarheid te zeggen, heb ik het volgens mij niet in me om zachte emoties te voelen.’

‘Denk je dat je geen liefde kúnt voelen?’

‘Ik heb nog nooit van iemand gehouden, en er is nog nooit iemand geweest die van mij hield.’

Ze wist dat het niet waar was. De genegenheid tussen hem en Zephyr was liefde, zeker weten. Ze hielden van elkaar als broers, als familie. Zelf had ze het nooit ervaren, maar ze herkende het wel als ze het zag. Neo mocht het beestje dan geen naam willen geven, maar het wás er wel, en daar bofte hij mee, vond ze.

Hij vond haar naïef. Toch was ze in sommige opzichten cynischer dan hij. Ja, als je eigen ouders niet eens onvoorwaardelijk van je konden houden, wat kon je dan nog van een ander mens verwachten? Maar waarom kniezen over dingen die je toch niet kon veranderen? Je kon beter blij zijn met wat je wel had. Of kon krijgen.

‘Ik verwacht geen liefde van je,’ zei ze volkomen oprecht.