65
Er was niet veel overredingskracht voor nodig om Roy Grace de uitnodiging te laten accepteren die hij had gekregen: of hij koffie kwam drinken met Gaia in haar suite in het Grand om de nieuwste ontwikkeling te bespreken. Hij had zelfs vlinders in zijn buik toen hij een paar minuten voor halfelf aankwam. Hij was nooit nerveus in zijn werk. Zelfs in de gevaarlijkste situaties richtten zijn hersenen zich altijd op de taak waar hij zich voor gesteld zag. Maar hij moest toegeven dat hij nu de kriebels had.
Hij was tijdens zijn carrière uiteraard wel eerder beroemdheden tegengekomen, omdat er in Brighton heel veel uiteenlopende sterren woonden, maar Gaia was wel even van een andere klasse. Terwijl hij zich klein voelde tussen haar twee bodyguards, verwachtte hij dat de deur zou worden geopend door een van haar assistenten, maar hij was verbaasd toen Gaia zelf hem begroette.
Ze droeg een overhemd van spijkerstof, een witte spijkerbroek en hooggehakte espadrilles, en ze glimlachte stralend naar hem. ‘Inspecteur Grace, bedankt voor uw komst!’ Ze klonk oprecht dankbaar, alsof hoewel de meeste mensen onmiddellijk alles deden wat ze zei, ze dat niet gewend was van politieagenten.
Hij keek haar nog eens verbaasd aan en stapte toen de kamer in, waar het naar vers gezette koffie en een zwaar parfum rook. Haar haar was heel anders dan een paar dagen eerder. Het was nu kortgeknipt in een jongensachtig kapsel.
Ze wees naar haar hoofd en vroeg: ‘Wat vindt u ervan?’
‘Mooi,’ zei hij, en het stond haar ook echt goed. Aan de andere kant, dacht hij, ze was zo knap dat ze er ook goed uit zou zien in een vuilniszak en met een roestige emmer op haar hoofd. Achter haar beende een vrouw van eind twintig, in een zwarte spijkerbroek en een zwart T-shirt met een klein goudkleurig Secret Fox-logo erop, door de kamer met een script in haar hand, dat ze op een tafeltje bij de bank legde. Grace zag dat hoewel de meeste pagina’s wit waren, er ook blauwe, roze, gele, groene en kersenrode tussen zaten.
‘Nieuwste wijzigingen,’ zei de assistente, en ze liep weer weg.
Gaia stak even haar hand naar haar op en richtte haar aandacht toen weer op Roy Grace, opnieuw wijzend naar haar hoofd. ‘Vind je dat echt?’
‘Ja,’ antwoordde hij, hoewel hij zelf altijd de voorkeur had gegeven aan lang haar.
‘Ik moet zo’n stomme pruik dragen voor de productie – een enorm zwaar Maria Fitzherbert-geval, bloedheet, alsof ik een tapijtje op mijn hoofd heb. Dat ding is zo kolossaal dat ik geen bal meer zie.’
Grace grijnsde. ‘Ik geloof dat mensen in die tijd maar een paar keer per jaar hun haar wasten.’
‘Ja, echt. Marie Antoinette had zelfs vogeltjes in haar haar.’
‘Lekker hygiënisch.’
‘Dus,’ zei ze, ‘ben ik gered door je collega… commandant Barrington?’
Grace fronste zijn voorhoofd. ‘O ja?’
‘Mijn kapster kon niet mee naar Engeland. Ze gaat normaal altijd overal met me mee, maar nu is ze zwanger en er zijn complicaties opgetreden. Commandant Barrington kwam met een geweldige kapster aanzetten… de vrouw van een politieagent!’
‘O ja, wie?’
‘Tracey Curry. De vrouw van Steve Curry.’
‘Die ken ik. Ik wist alleen niet dat zijn vrouw kapster was.’
‘Ze is geweldig!’
‘Ik ben blij te horen dat de politie van Sussex een volledig dienstverlenend bedrijf blijkt te zijn!’
‘Hou mij maar in leven en pas op mijn kind, meer diensten heb ik niet nodig.’ Ze gebaarde naar een leunstoel tegenover de bank en hij nam plaats.
‘Op dat punt hebben we wat goed nieuws gekregen,’ zei Grace. ‘Dat heb je vast al gehoord?’
De stem van James Cagney klonk: ‘Jazeker!’ Haar hoofd beveiliging Andrew Gulli beende de kamer in, net als de vorige keer gekleed in een parmantig pak. ‘Inspecteur Grace, goed om u weer te zien.’ Hij ging in een stoel naast hem zitten.
Een andere jonge assistente verscheen uit het niets en vroeg aan Grace hoe hij zijn koffie dronk.
Gulli stak beide handen in de lucht alsof hij een denkbeeldige voetbal omhooghield, en toen liet hij ze zakken, nog steeds met die bal ertussen. ‘Het punt is, inspecteur, ze hebben die kerel dan misschien, maar ik wil niet dat we onze beveiliging van Gaia en Roan laten verslappen. U hebt hier in de stad toch ook meer dan genoeg idioten?’
‘Jawel,’ gaf Grace toe. ‘Maar niet meer dan elders in het land. Brighton is behoorlijk veilig.’
‘Ik heb gelezen dat hier normaal gesproken rond de vijftien tot twintig moorden per jaar worden gepleegd, maar u hebt er nu al zestien gehad en we zijn pas halverwege het jaar. Uw moordcijfer is dus verdubbeld.’
Gaia, die aandachtig op het puntje van de bank zat, staarde Grace aan. Hij zag de fronslijnen van angst op haar voorhoofd.
‘Dat is een statistische uitschieter,’ antwoordde Grace opgewekt, maar hij wist meteen dat hij dat niet had moeten zeggen.
‘Ja, tuurlijk,’ zei Gulli, met een nog duidelijker Cagney-accent. ‘Vertel eens, hoe vinden de mensen die in jullie mortuarium liggen het om een statistische uitschieter te zijn, inspecteur Grace?’
Grace werd even afgeleid doordat zijn koffie werd gebracht, en hij sloeg het aanbod van suiker af. ‘Als het een troost is, de meeste van die moorden zijn gepleegd door criminelen die andere criminelen of Britten vermoordden.’
Gulli krabde zich achter zijn linkeroor. ‘Ik heb een hoop gelezen over uw stad. In de jaren dertig stond Brighton bekend als de misdaadhoofdstad van de uk en de moordhoofdstad van Europa. Het lijkt erop dat er niet veel is veranderd.’
Grace begon zich te ergeren aan die man, maar hij bewaarde zijn geduld. ‘Ik zal met de korpschef praten en uw zorgen doorgeven.’
‘Graag,’ zei Gulli. ‘Intussen zou ik het op prijs stellen als u het huidige niveau van beveiliging in stand houdt.’
‘Ik kan niks beloven, maar ik zal mijn best doen.’
‘Dank je.’ Gaia glimlachte lief naar hem en staarde met bijna hypnotische concentratie in zijn ogen. Verbeeldde hij het zich maar, of flirtte ze met hem?
‘Mam, ik verveel me dood!’ Roan kwam op blote voeten aanlopen. Hij had een wijde spijkerbroek en een oranje T-shirt aan en er bungelde een gameboy in zijn hand.
Gaia klopte naast zich op de bank, en hij ging chagrijnig zitten. ‘Hij is niet zo onder de indruk van het weer hier, hè, schat?’
Roan tuurde naar zijn gameboy.
‘Is dat die nieuwe?’ vroeg Roy Grace. ‘De Nintendo 3ds?’
De jongen keek naar het schermpje en knikte schoorvoetend.
‘Hij wil naar het strand, maar daar is niks aan met dit weer.’ Ze wees naar het raam en de stromende regen buiten. Ineens veranderde haar gezichtsuitdrukking. ‘Heb jij kinderen, inspecteur?’
‘Nee, alleen maar een goudvis.’
Ze lachte. ‘Het leek me leuk als Roan een paar kinderen van zijn eigen leeftijd kon ontmoeten. Ken je iemand die kinderen heeft die met hem zouden willen spelen, een tijdje met hem optrekken?’
Zijn ogen werden groot. ‘Toevallig wel, ja!’
‘Dat zou ik zo fijn vinden.’ Ze kuste haar zoon op zijn wang, maar hij merkte het nauwelijks omdat hij zo opging in zijn spelletje. ‘Lijkt je dat niet leuk, schat? Iemand om mee te spelen?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ja hoor.’
‘Ik kan wel even bellen… Roan is zes, toch?’
‘Hij is drie weken geleden zes geworden, ja.’
‘Ik ken iemand met twee kinderen. Ik geloof dat die zes en negen zijn.’
‘Perfect!’
Hij belde Glenn Bransons nummer.
‘Hé, ouwe, hoe gaat-ie?’
‘Ik heb hier iemand die je wil spreken.’
‘Wie dan?’
‘Ik geef haar wel even!’ Hij gaf Gaia zijn telefoon. ‘Hij heet Glenn.’
‘Hoi, Glenn!’ zei ze met haar meest sensuele stem.
Grace glimlachte. Hij probeerde zich het gezicht van zijn vriend aan de andere kant van de lijn voor te stellen.