DERTIEN

DE GEHEIME MISSIE VAN JOHN CHEN

Wanhoop maakt vindingrijk en John Chen was een wanhopig mens. Diezelfde wanhoop was ook een goede voedingsbodem voor leugens, bedrog en meesterlijk toneelspel, waarvan John zich virtuoos en overtuigend had bediend want – laten we eerlijk zijn – hij was tenslotte de slimste onderzoeker van de afdeling Forensisch Onderzoek van de LAPD. In de afgelopen paar jaar had John meer doorbraken gehad (noodzakelijk voor promotie [lees: geld]), was hij vaker op tv geweest bij de lokale nieuwszender (onontbeerlijk om meiden te versieren [lees: met een lengte van een meter negentig, een gewicht van zestig kilo en een adamsappel ter grootte van een kropgezwel had hij alle hulp nodig die hij kon krijgen]) en had hij meer bonussen vergaard (onontbeerlijk om een Porsche te kunnen leasen [lees: nee, lieverd, dat is niet de versnellingspook, ik ben gewoon blij je te zien]) dan alle andere klootzakken in het lab. En wat was zijn beloning voor het feit dat hij de afdeling op de kaart had gezet en een beroemd forensisch onderzoeker was geworden?

Meer werk.

Meer zaken.

Minder tijd om te genieten van de vrucht van zijn arbeid.

Te weten: seks.

John Chen dacht alleen maar aan seks. Hij was de eerste om het toe te geven en deed dat ook, vaak, tegen iedereen die wilde luisteren, inclusief de jonge vrouwen uit zijn kennissenkring, wat waarschijnlijk verklaarde waarom hij geen meisje kon krijgen. Als het op seks aankwam, was hij een man met een obsessie, eropuit de achterstand in te lopen die hem zijn hele leven al kwelde, ervan overtuigd als hij was dat iedere vrijgezelle man in Californië vanaf zijn puberteit een schier oneindige hoeveelheid seks had gesmaakt. Behalve hij.

Maar nu ging hij zijn schade inhalen.

John Chen had een meisje aan de haak geslagen. Nou, ja, ze was niet écht zijn meisje. Dat wist hij wel; hij maakte zichzelf niets wijs. Ronda Mil-bank was een getrouwde secretaresse met twee kinderen uit Highland Park die van een borrel hield. Om de paar weken zei ze tegen haar echtgenoot dat ze met haar vriendinnen naar de film ging, maar in werkelijkheid liep ze een paar bars af in de hoop dat iemand haar op een drankje zou trakteren. John Chen had haar niet teleurgesteld. Hé, schoonheid, wat wil je drinken? Een Gimlet. Ze hield van zoet.

Nou ja, dat had hij niet echt gezegd; hij was te verlegen geweest. Maar hij zat naast haar en na een tijdje sprak Ronda hem aan. Een paar weken later zag hij haar weer in dezelfde bar. Dat was gisteravond. Hij trakteerde haar op een drankje, en nog een, en vroeg – nadat hij zelf een glas of vier achterover had geslagen – of hij misschien, je weet wel, een keertje met haar kon afspreken. En Ronda zei: Tuurlijk, morgen tussen elf en twaalf; dan is mijn man naar zijn werk en zijn mijn kinderen op school.

RAAK!!!

Maar toen kwam het probleem. Zoals Jack Webb zei: Dit is de grote stad, Los Angeles. Honderdtwintigduizend hectare; miljoenen inwoners; onnoemelijk veel criminelen, die allemaal bezig waren misdrijven te plegen; hónderden plaatsen delict, elke dag meer, elk úúr van de dag meer; een eindeloze tsunami van plaatsen delict en bewijsmateriaal dat allemaal moest worden verzameld, gedocumenteerd, vastgelegd, onderzocht en geanalyseerd door de onderbemande, noodlijdende, overbelaste, maar ongeëvenaarde afdeling Forensisch Onderzoek van de LAPD.

Dus John wist het antwoord al zonder het te vragen. Ja, wat wil je? ‘Vanzelfsprekend, John. Je moet halverwege de ochtend een sekspauze hebben? Ga je gang.’ Dat kon hij natuurlijk wel vergeten.

Ziehier hoe John Chen zijn vertrek organiseerde: die ochtend bemachtigde hij een klein stukje tandglazuur uit een monsterdoos, wachtte tot de koffiepauze op zijn hoogtepunt was en laboranten, wetenschappers en onderzoekers (die allemaal te zwaarbelast waren om het werk even te laten rusten) tussen spermamonsters en bloedvlekken in muffins en chips naar binnen zaten te schrokken. Om precies kwart over tien zorgde John ervoor dat hij langs zijn cheffin liep op het moment dat hij een hap van zijn gemarmerde frambozenmuffin nam en schreeuwde...

AAAHHH!!!’

Hij deed een sprong opzij, greep zijn kaak beet, begon om zijn as te draaien en bleef dat doen tot hij zag dat iedereen in het lab naar hem keek.

Toen opende hij zijn hand om het glazuur te laten zien en riep: ‘ALLEMACHTIG!!! Er is een stuk van mijn kies gebroken! Ik moet naar de tandarts!’

Harriet keek naar het stukje glazuur. ‘Het is niet zo groot, zo te zien. Misschien is het maar een schilfertje.’

‘Jezus, Harriet! Ik verga van de pijn! De zenuw ligt bloot!’

‘Laat eens kijken.’

John legde een hand voor zijn mond en deed een paar stappen achteruit.

‘Ik moet ijs hebben! Ik moet een aspirientje hebben! Ik moet naar de tandarts!’

Het was John opgevallen dat Harriet al fronsend op de klok had gekeken. Ze zou hem nog liever dood laten gaan dan verder achterop raken met het werk.

‘Kom op, John. Er is bij mij ook wel eens een stuk van een kies gebroken. De pijn trekt wel weg. Over een paar minuten voel je er niets meer van.’

Zie je nou hoe ze was?

‘Het is een afgebroken kies, Harriet, hij is kapot, aan barrels! Ik moet naar de tandarts.’

‘Waarom bel je niet eerst? Misschien heeft hij nu niet eens tijd voor je.’

‘Hij is mijn neef! Moet je luisteren, hoe sneller ik er ben, des te sneller ben ik weer terug. Ik bel hem onderweg wel. Als ik nu ga, ben ik waarschijnlijk om een uur of halftwee terug.’

Keurig op tijd weg voor de echtgenoot en de kinderen thuiskwamen.

Harriet keek nog een keer boos op de klok, maar gaf zich uiteindelijk gewonnen. ‘Goed, maar ga maar niet met je eigen auto. Neem een busje. Misschien stuur ik je van de tandarts rechtstreeks naar een plaats delict.’

Dat kun je wel vergeten, dacht Chen.

Hij pakte een bekertje ijs om zijn verhaal kracht bij te zetten, greep zijn sleutels en een onderzoekskoffer en rende naar de uitgang. Hij bleef heel even bij de deur staan om te zien of niemand hem achternakwam en gooide toen het ijs weg. Onder geen beding zou hij in zo’n bakbeest van een bus naar Ronda’s huis rijden. Hij had voor hij naar zijn werk ging de Boxster gewassen, zodat die seksmobiel uit het Zwarte Woud glom als een spiegel! Hij was van plan in stijl bij Ronda voor de deur te verschijnen.

Chen was net bij de eerste rij geparkeerde auto’s gekomen toen hij zag dat Harriet in de deur naar hem stond te kijken. Wel verdomme...

De busjes stonden naast elkaar geparkeerd in diezelfde rij, dus veranderde John van koers en liep erheen. Hij bleef bij het voorste busje staan, greep naar zijn kaak alsof de pijn onverdraaglijk was en zwaaide naar Harriet. Ze zwaaide niet terug. Hij liep langs de rij busjes en hield haar vanuit zijn ooghoeken in de gaten. Dat kreng wist van geen wijken. Hij kwam bij het busje dat hij meestal gebruikte, ging erachter staan om zich te verstoppen en telde tot honderd. Toen hij om het hoekje gluurde, was Harriet eindelijk weg. John Chen stak triomfantelijk een vuist in de lucht. Al zijn harde werken, opofferingen en interviews op de lokale nieuwszender zouden eindelijk iets opleveren. Eindelijk zou hij bevrijd worden van de last van zijn sulligheid. John Chen – de beroemde forensisch onderzoeker – zou een beurt krijgen.

Chen wilde naar zijn auto hollen toen...

...iemand die er net nog niet was geweest, hem de weg versperde.

Chen schrok zo erg, dat hij het weer uitschreeuwde, dit keer gemeend...

AAAHHH!!!’

...en wankelend achteruit stapte tot handen als bankschroeven hem vast-grepen en beet hielden.

‘Rustig aan, John. Dadelijk doe je jezelf pijn,’ zei Joe Pike kalm.

Chen vond het vreselijk als Pike dat deed, uit het niets opduiken alsof die enge psychopaat door een gat in de smog was gestapt. Alleen klootzakken deden dat soort dingen: mensen besluipen en de stuipen op het lijf jagen, en Chen was vanaf het moment dat ze elkaar hadden leren kennen, bang geweest voor Pike. Chen had Pike één keer gezien en toen wist hij al dat Pike zo’n gewelddadige Neanderthaler met twee Y-chromosomen was, zoals in de bierreclame, die het heerlijk vond andere mensen voor gek te zetten. Pike had hem weliswaar de tips gegeven die tot Chens eerste grote succes en de komst van de seksmobiel leidden, maar Pike maakte hem nog steeds nerveus.

‘Ik schrik me dood van je. Waar kom jij nou ineens vandaan?’ zei Chen.

Pike knikte naar een groene Lexus in de volgende rij.

Chen rechtte onmiddellijk zijn rug. Voorin zat een bloedmooie meid met piekerig zwart haar en de schunnigste lippen die Chen ooit had gezien. Ze zwaaide naar hem en Chen kwam bijna ter plekke klaar. Dat mokkel lustte er wel pap van. Dat zag je zo.

‘Die meid is geil, man. Is ze goed?’

‘Ik kom om een gunst vragen, John.’

Chen dacht aan Ronda en zijn één uur durende grote kans. Hij begon voorzichtig weg te lopen. ‘Tuurlijk, ja, maar ik moet weg. Ik heb een afspraak...’

‘Het moet nu.’

Chen bleef stokstijf staan in de overtuiging dat Pike hem dood zou slaan als hij nog één stap deed. Het enige wat hij kon uitbrengen was een gedwee piepje. ‘Maar...’

‘Belangrijke zaak, John. Misschien kom je weer in de krant,’ zei Pike.

Het beeld van Ronda barstte uiteen als een zeepbel en opeens voelde Chen zich niet zo klein meer. De vorige keer was het ook goed gegaan met Pike en zijn partner Cole. Johns auto was er het bewijs van. Nog een zaak die de voorpagina’s haalde en hij kon misschien ontslag nemen bij de gemeente. Een baantje bij een particulier laboratorium bemachtigen en het grote geld gaan verdienen. Misschien zelfs de Heilige Graal van iedere wets-handhaver in Los Angeles binnenhalen: een baan als technisch adviseur voor een tv-serie in de wacht slepen. Een stap in de richting van een Carrera.

Hij bekeek het meisje nogmaals. ‘Ik weet zeker dat ik die meid al eens ergens heb gezien. Zit ze in de porno?’

Pike pakte Johns kin en draaide zijn gezicht van het meisje af, zodat ze elkaar recht in de ogen keken. Lul.

‘Je weet van die twee mannen die in Malibu zijn neergeschoten?’

‘Dat is een zaak van de sheriff. Hun lab onderzoekt dat allemaal.’

‘De drie mannen die in Eagle Rock zijn gedood?’

Chen vroeg zich af waar Pike heen wilde. ‘Ja, zeker. Die hebben wij gekregen, maar hij is niet van mij. Wat wil je?’

‘De identiteit van de doden.’

Chen haalde opgelucht adem en dacht vrijwel onmiddellijk weer aan Ronda. Hij was bang geweest dat Pike iets lastigs wilde. ‘Geen punt. Ik bel vanmiddag de lijkschouwer. Die weet het wel.’

‘Nee, John, die weet het niet. Live Scan heeft niets opgeleverd. Ze zaten geen van vijven in het bestand.’

‘Dan hebben de rechercheurs waarschijnlijk wel –’

‘Er is geen informatie over de identiteit op de lijken aangetroffen.’

Chen zag zijn miraculeuze doorbraak in rook opgaan. ‘Wat kan ik dan doen?’

‘Hun wapens natrekken, John. De hulzen.’

Chen begreep wat Pike vroeg en hij was er niet blij mee. De politie en de technici die beide plaatsen delict hadden onderzocht, zouden alle wapens en hulzen die bij de lijken waren aangetroffen, hebben geborgen. Die wapens hadden serienummers en specifieke kenmerken die hen mogelijk bij de eigenaar konden brengen, maar het was vrijwel onmogelijk de wapens na te trekken. De afdeling Forensisch Onderzoek had maar twee vuurwapenspecialisten in dienst en het aantal wapens dat nog moest worden geanalyseerd, liep in de duizenden. Er was zo afgrijselijk veel werk, dat rechtszaken vaak al begonnen voor de resultaten bekend waren. Rechters vaardigden zelfs gerechtelijke bevelen uit waarin werd geëist dat bepaalde wapens op de lijst voorrang kregen.

De opgetogenheid die Chen voelde, ebde weg.

‘Ik weet ’t niet, hoor, man, ze hebben een vreselijke achterstand.’

‘Het is je al eerder gelukt.’

‘Ja, maar als je een wapen natrekt, wil dat niet zeggen dat je een naam vindt. Dit soort wapens is meestal gestolen, of op straat gekocht.’

‘Nog iets...’ Pike noemde een datum. ‘Er is die nacht een auto-ongeluk gebeurd. De politie heeft de wagen de volgende dag weggesleept, een zilverkleurige Mercedes van een zekere George King. Ze hebben hem vier-entwintig uur gehouden en in die tijd hebben ze hem onderzocht. Ik wil weten wat ze hebben gevonden.’

Chen dacht na, maar kon zich de nacht noch de auto herinneren en hij had ook, voor zover hij wist, niemand over de auto horen praten.

‘Is er een misdrijf in die auto gepleegd?’

‘Hij was betrokken bij een verkeersongeluk.’

‘Hebben ze een paar van onze mensen een áánrijding laten onderzoeken?’

‘Ik wil weten wat ze hebben gevonden. Bel Elvis als je wat weet. Ik ben ergens anders.’

Chen keek nog eens naar het meisje en meende precies te weten waar Pike zou zijn.

‘Wat schiet ik ermee op?’ zei Chen.

‘De kogels uit de lijken in Malibu komen overeen met de kogels uit Eagle Rock. Zelfde schutter, John. De politie en de sheriffs hebben het verband nog niet gelegd. De pers ook niet.’

John Chen was met stomheid geslagen. ‘Weet je het zeker?’

Pikes mondhoeken trilden.

Chens hart begon te bonzen. John had niet aan de dodelijke schietpartij in Eagle Rock gewerkt, maar hij was in het lab geweest toen het bewijsmateriaal binnenkwam. De medewerker die aan de zaak werkte, had niets gezegd over een verband tussen de twee schietpartijen. Omdat de kogels nu in twee verschillende laboratoria lagen, zou het maanden, zo niet jaren duren voor er een verband tussen de twee incidenten werd gelegd, tenzij de politie daarvoor nog andere bewijzen had. Er zou misschien nooit een verband worden gelegd... tot en tenzij een meesterlijke forensisch onderzoeker een miraculeuze doorbraak bewerkstelligde.

‘En het wapen?’ zei Chen. ‘Is dat een van de wapens die we hebben?’

‘Dat zou je ook eens kunnen uitzoeken. Het aantal wapens dat als bewijs staat geregistreerd vergelijken met de wapens die jullie hebben. Kijken of de aantallen kloppen.’

John Chens hart bonsde zo hard, dat zijn oren pijn deden. Pike liet doorschemeren dat er misschien sprake was van een samenzwering en dat er mogelijk van alles in de doofpot werd gestopt. Pech voor die sufferds van de lokale nieuwszender; als Chen het slim aanpakte, kwam hij misschien wel op de landelijke zenders. Misschien zelfs bij 60 Minutes! Ronda was hij helemaal vergeten.

Pike slenterde weg naar de Lexus. ‘Zoek het uit, John. Bel Elvis.’

Pike gleed de auto in alsof hij van warme boter was gemaakt en reed weg. Chen keek hen na. Hij lette vooral op het meisje, want hij was ervan overtuigd dat ze al met die mazzelaar zou zitten vozen voor ze bij de uitgang waren.

Chen keerde met een frons op zijn voorhoofd terug naar het lab. Na al zijn misbaar over zijn afgebroken kies zou Harriet zich afvragen waarom hij niet eens het parkeerterrein af was gereden. Maar toen besefte Chen dat ze hem al een smoes aan de hand had gedaan. Ze had zelf gezegd dat de pijn over zou gaan en hij zou haar vertellen dat dat zo was. Iedereen vond het prettig om gelijk te krijgen, en hij zou ook een goede beurt maken omdat hij zo onzelfzuchtig was en terugging naar het lab zodat ze niet verder achterop zouden raken!

John Chen was niet voor niets de slimste forensisch onderzoeker ter wereld.

John rende terug naar het lab en ging direct aan het werk.

Ronda zou er wel overheen komen.