ZEVENTIEN

JOHN CHEN

De afdeling Vuurwapenanalyse werd de wapenkamer genoemd. Als je er binnenging, zag je alleen maar wapens. Rondom stonden kasten tot aan het plafond met honderden wapens. Pistolen sproten uit de binnenwanden van de kasten als fruit aan een gevaarlijke boom; rijen pistolen die met hun loop op staafjes waren gespietst, het ene vuurwapen naast het andere, op die manier opgeborgen omdat de achterstand zo groot was dat de analisten geen ruimte hadden om ze op een andere manier op te bergen; elk wapen met aan de trekker een kaartje waar de makelij, het model en het nummer van de zaak op stonden; elk wapen in beslag genomen, gebruikt of vermoedelijk gebruikt bij een misdrijf. Het was een oogst van bitter fruit.

John Chen keek naar de gang bij de wapenkamer en vervloekte zijn eeuwige pech, terwijl hij zich ervan overtuigde dat er niemand aan kwam. Chen had er een hekel aan om zo laat op de dag nog rond te hangen, maar de vuurwapenanalisten waren zo druk bezet en hadden zo’n grote, alsmaar groeiende achterstand, dat dat kreng van een slavendrijver Harriet Munson hen voortdurend achter de broek zat en daarom steeds in de wapenkamer was, zodat Chen moest wachten tot Harriet naar huis was en Harriet ging later weg dan de rest van de dagploeg omdat zij het ook te druk had en achterliep met haar werk. En om het allemaal nog erger te maken – en het werd altijd erger voor John, want dat scheen zijn onontkoombare lot in het leven te zijn – zat Pike zich waarschijnlijk op ditzelfde moment pisnijdig te maken omdat hij niets van Chen had gehoord over de wapens. Chens maag kromp ineen toen hij het zich voorstelde. Pike was een monster, een koelbloedige moordenaar en zou waarschijnlijk Chens nek als een potlood in tweeën breken…

…wat ook de schuld van Harriet Munson zou zijn. Dat kreng.

Chen was er de dag ervoor zeker van geweest dat hij snel de hand zou kunnen leggen op wat Pike nodig had en algauw op weg zou zijn naar een snellere, mooiere seksmobiel, maar nee. Zodra Pike weg was, was Chen het lab weer in gestoven met zijn verhaal over zijn heroïsche terugkeer naar het werk. Hij was van plan geweest een van de vuurwapenanalisten net zolang aan het hoofd te zeuren tot hij voorrang zou geven aan de bewijsstukken uit Eagle Rock, maar John kreeg de kans niet. Vertelde hij over zijn moedige herstel van de gebroken kies, en wat deed dat kreng Harriet? Ze stuurde hem naar een plaats delict, terstond, direct en ogenblikkelijk; ga niet langs Start en zelfs niet even naar het toilet. Een huiselijke steekpartij met een dodelijk slachtoffer in Pacoima, nota bene. En alsof dat nog niet genoeg was, stuurde ze hem daarna door naar een lijk in Atwater, een van die daklozen die op een eiland in de rivier woonden, aangetroffen met zijn schedel ingeslagen als een honingmeloen, vrijwel zeker op zijn kop geramd door een andere dakloze vanwege een vrouw, dope of grondgebied. Was dát nu de manier om een man te belonen die ondanks een afgebroken kies terugging naar zijn werk? Tenslotte wist Harriet niet dat John de boel had beduveld! Hij was pas tegen zessen terug op het lab en toen had Harriet bij de wapenkamer rondgewaard als de Geest van Toekomstig Kerstmis. Pike vond het vast en zeker veel te lang duren en zou ongetwijfeld alleen maar steeds kwader worden… op John.

Chen had zich de hele tijd lopen opvreten van de zenuwen, tot Harriet naar huis ging en zijn kans de vuurwapenanalist in een hoek te drijven was gekomen. Nu moest hij haar er alleen nog van overtuigen dat ze hem het bewijsmateriaal uit Eagle Rock moest geven en dan was hij eindelijk van Pike af.

Chen had zich goed voorbereid.

De dienstdoende analist was een lange, magere vrouw met dicht bij elkaar staande ogen en gele tanden. Ze heette Christine LaMolla en Chen was ervan overtuigd dat ze lesbisch was.

John sloop de gang door, overtuigde zich ervan dat er niemand aankwam en drukte op de bel. Vanwege alle wapens was de wapenkamer altijd op slot. Hij hoorde de klik van het slot, duwde de deur open en stapte naar binnen.

LaMolla zat aan haar computer en keek achterom. Ze wierp een blik op de koffie, maar glimlachte niet. Lesbiennes lachten nooit.

Chen hield haar de beker voor. Hij was naar de dichtstbijzijnde Starbucks gerend en had de grootste mokka gekocht. Zelfs lesbiennes hielden van chocola.

Chen schonk haar zijn breedste glimlach. ‘Voor jou.’

‘Daar heb ik niet om gevraagd.’

Chen wilde haar gunstig stemmen door met nog meer overtuiging te glimlachen. ‘Ik weet dat jullie altijd lang doorwerken. Ik dacht dat je het wel kon gebruiken.’

LaMolla keek nogmaals naar de beker alsof ze dacht dat er zoutzuur in zat. John had haar een keer mee uit gevraagd en ze had botweg nee gezegd. Lesbienne.

Nu keek ze Chen achterdochtig aan. Ze had de koffie nog niet aangeraakt. ‘Wat wil je, John?’

‘De schietpartijen die we in Eagle Rock hebben gehad, je weet wel. Ik moet de wapens zien.’

Nonchalant. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

Haar ogen vernauwden zich nog meer. ‘Jij hebt niet aan die zaak gewerkt.’

‘Nee, maar ik stuitte op iets in een van mijn oude Inglewood-zaken. Ik denk dat er een verband is.’

LaMolla keek hem nog doordringender aan en pakte de koffie. Ze rook eraan, maar dronk er niet van en liep naar de deur. Ze draaide de deur op slot, ging er met haar rug tegenaan staan en versperde de doorgang.

John kreeg opeens de hoopvolle gedachte dat ze misschien toch geen lesbienne was; dat het hem eindelijk eens zou meezitten en hij glimlachte met nog meer overtuiging…

…maar toen gooide ze de mokka in een prullenbak.

‘Wat is er aan de hand?’ zei ze.

Chen wist niet wat hij moest zeggen. Hij wist niet eens zeker wat ze bedoelde.

‘Wat bedoel je?’

‘Met Eagle Rock.’

Door haar dicht bij elkaar staande kraaloogjes leek ze net een roofvogel. Chen was beduusd en probeerde dat te verbergen door, tja, door beduusd te kijken.

‘O, Eagle Rock. Ik moet de wapens zien, Chris. Niks bijzonders.’

Ze nam hem aandachtig op en Chen kreeg het warm. Als ze nog even zo doorging, zou zijn zenuwtrek in alle hevigheid losbarsten. Hij haalde zijn schouders op. Hij schudde zijn hoofd en deed zijn best onschuldig te kijken.

‘Hé, ik wil alleen de wapens zien. Wat is er aan de hand?’

‘Dat wil ik nu juist weten.’

‘Wat bedoel je nou, dat je dat wilt weten? Jeetje, laat je me die wapens nog zien of niet?’

Ze schudde langzaam haar hoofd. ‘Justitie heeft ze meegenomen.’

Chen knipperde met zijn ogen. ‘Justitie?’

‘Mm. De drie semiautomatische en de cilinderrevolver aangetroffen in Eagle Rock. Weet je wat nou zo raar is? Ze hebben de cilinderrevolver, een Colt Python ·357, gisteravond meegenomen. Maar vanmiddag zijn ze terug geweest voor de semiautomatische.’

Chen zag zijn kansen op een Carrera in rook opgaan. Beelden van zijn gemiste afspraakje met Ronda flitsten als bliksemschichten door zijn achterhoofd. Maar hij zag vooral Joe Pike voor zich, die hem op zijn donder gaf. Pike was geen man die je teleurstelde. Pike zou wraak nemen.

‘Maar dat was bewijsmateriaal van de LAPD. Justitie mag niet zomaar onze spullen meenemen. Het zijn ónze spullen!’ barstte Chen uit.

‘Dat mogen ze wel als Parker Center tegen ons zegt dat we ze aan ze moeten geven.’

‘Heeft het hoofdbureau ze toestemming gegeven?’

LaMolla knikte langzaam en hield hem nog steeds met kleine oogjes in de gaten. ‘Ik weet alleen dat ze Harriet hebben gebeld en meer wilde ze me niet vertellen. Ze zei dat de zesde verdieping had gezegd dat we ze alles moesten geven waar ze om vroegen’ – de zesde verdieping van het hoofdbureau was het centrum van de macht, het rijk van de hulpcommissarissen – ‘en dat hebben we dus gedaan. Ze hebben de wapens meegenomen.’

John raakte over zijn toeren. Hij dacht koortsachtig na over een mogelijke verklaring waarmee hij Joe Pike te vriend kon houden toen hij een wanhopig idee kreeg. ‘En de hulzen? Hebben ze de hulzen meegenomen?’

Op de plaats van de schietpartij zouden ook hulzen zijn verzameld en die konden, net als de wapens, vergeleken en geanalyseerd worden.

Maar Christine schudde haar hoofd en haar blik boorde zich nu in hem alsof ze hem peilde. ‘Ze hebben alles meegenomen. Ook de hulzen.’

Chen vroeg zich af waarom ze zo naar hem stond te kijken en toen voelde hij nog een laatste, zwak sprankje hoop. ‘Zeg, Chris… je heb niet toevallig, je weet wel, een van de hulzen achtergehouden, hè?’

Ze slaakte een diepe zucht. ‘Ik had er twee achtergehouden, maar toen namen ze de lijst met bewijsmateriaal door. Ze controleerden elk item dat we hadden geborgen, dus toen moest ik ze wel afgeven. Maar weet je wat nou zo raar was?’

Chen schudde zijn hoofd.

‘Ze wilden geen ontvangstbewijs tekenen.’

Wanneer afdelingen of bureaus bewijsmateriaal aan elkaar overdroegen, moest er een overdrachts- en ontvangstbewijs worden ondertekend. Dat was de standaardprocedure die ervoor zorgde dat de bewijsketen intact bleef. Zo werd voorkomen dat er met bewijsmateriaal werd geknoeid. Zo werd voorkomen dat bewijsmateriaal zoekraakte. Of gestolen werd.

‘Maar dat zijn ze verplicht,’ zei Chen.

LaMolla keek hem alleen maar aan. ‘Maar ze hebben het niet gedaan. En nu kom jij om dezelfde wapens vragen. En om de hulzen. Wat is er aan de hand?’

‘Dat weet ik niet.’

LaMolla, die hem duidelijk niet geloofde, zei: ‘Mm.’

Pike had op een soort samenzwering gezinspeeld, maar Chen was ervan uitgegaan dat hij een paar corrupte politiemensen bedoelde. Nu ging het erop lijken dat Justitie en het hoofdbureau erbij betrokken waren, en niemand scheen te weten waarom, of waar ze mee bezig waren, ook al deden ze dingen die geen enkele wettige politiemacht ooit zou doen. De bewijsketen was heilig en nu was het bewijs verdwenen.

John Chen werd bang, zo bang, dat zijn eerdere overspannen, overdreven melodramatische angst daarbij vergeleken in het niets viel.

Geen enkele Carrera was dit waard. Geen enkele baan bij de tv als technisch adviseur en zelfs de bloedgeile meiden die daardoor zouden worden aangetrokken niet.

John Chen had opeens het gevoel dat hij in de val zat; gevangen in een claustrofobische nachtmerrie tussen een moordzuchtige maniak (Pike), de federale overheid (met legio bekende huurmoordenaars) en de duistere machten in Parker Center (die nog steeds de waarheid over de Black Dahlia-moordenaar achterhielden) die geen van allen te vertrouwen waren en stuk voor stuk zonder aarzelen een einde aan zijn leven en carrière zouden maken. De tic onder zijn linkeroog sputterde als een fel oplaaiend vuur toen hij zijn toekomst voor zich zag: LaMolla die aan Harriet vertelde dat hij naar de wapens had gevraagd; Harriet die het doorbriefde aan Parker Center; Chen opeens het middelpunt van een onderzoek. Op zijn minst.

Chen wilde iets zeggen, maar zijn mond was te droog. Hij verzamelde een beetje speeksel. ‘Je gaat toch… zeg, Chris, je gaat toch niet vertellen… ik bedoel maar, Harriet hoeft niet te weten…’

LaMolla, die hem nog steeds aankeek met haar kalme, roofvogelachtige ogen, spreidde langzaam haar armen uit als Mozes die de wateren scheidt. ‘Dit is de wapenkamer. Dit is mijn kamer. Deze wapens zijn van mij. De bewijzen hier? Dat zijn mijn bewijzen. Ik vind het vervelend als iemand ze meeneemt. Ik vind het vervelend als jíj er iets over weet wat ik niet weet.’

Ze liet haar armen zakken en stapte bij de deur vandaan. ‘Maak dat je wegkomt, John. En kom niet terug voor je me iets te vertellen hebt.’

Chen stapte snel langs haar heen en vluchtte de gang door. Hij rende rechtstreeks naar zijn auto, sprong erin en vergrendelde de portieren. Hij startte de auto, maar bleef met zijn handen in elkaar geklemd op zijn schoot bevend en doodsbang zitten. Overal loerde gevaar, net als toen hij de lange sullige knul was die door de andere kinderen gepest werd. De totale vernietiging kon overal vandaan komen. Net als toen hij nog op school zat, gewoon liep te wandelen; op weg was naar zijn locker misschien of het parkeerterrein overstak, en iemand een kluit modder tegen zijn hoofd gooide. Hem zomaar, opeens, beng, recht op zijn kop raakte zonder dat hij het zag aankomen. Maar het gebeurde altijd. Altijd.

Chen viste zijn mobiele telefoon uit zijn zak. Met trillende handen was het lastig door de nummers te bladeren, maar Pike had tegen hem gezegd dat hij Elvis Cole moest bellen als hij iets wist. Pike zou het Chen vrijwel zeker kwalijk nemen dat de wapens weg waren. Misschien zou hij zelfs denken dat Chen het allemaal verzon en een moordzuchtige woedeaanval krijgen, maar Cole was Pikes vriend. Chen koesterde de vage hoop dat Cole Pike ervan kon overtuigen dat hij hem niet moest vermoorden. Het was Chens enige kans. Zijn laatste en enige hoop. Iedereen wist dat Joe Pike een monster was.