DRIEËNTWINTIG
JOHN CHEN
John Chen was doodsbang nadat Pike had gebeld. Hij was zo bang, dat hij dacht dat hij over zijn nek zou gaan; Pike aan de telefoon, wachtte niet eens op een antwoord, gromde alleen dreigend: ‘Zorg dat je over een uur buiten staat.’
Ja. Natuurlijk.
Chen rende meteen naar de wc. Hij was ervan overtuigd dat Pike hem zou gaan vermoorden. Pike nam hem waarschijnlijk kwalijk dat de wapens weg waren en zou hem waarschijnlijk voor het oog van iedereen doodslaan.
Chen beende een uur heen en weer in het toilet. Hij zweette peentjes, moest om de haverklap naar de wc en probeerde te bedenken wat hij moest doen. Hij overwoog de beveiligingsmensen te vragen met hem mee te lopen naar zijn auto, maar vond uiteindelijk dat hij zich hier alleen uit zou kunnen kletsen als hij deed alsof alles in orde was. De schijn wekken dat hij de wapens kon terugkrijgen. Een geloofwaardige leugen verzinnen.
Chen sloop de toiletruimte uit, liep naar de hal en tuurde door de glazen deuren naar de parkeerplaats. Hij zag zijn seksmobiel zo staan, maar Pike, Pikes rode Cherokee en de groene Lexus die Pike gebruikte om die mooie meid te pakken, zag hij niet. Chen stapte naar buiten, keek achterom naar de wachtruimte en speurde nogmaals het parkeerterrein af.
Nog steeds geen Pike.
Chen wist niet wat hij moest doen. Misschien was Pike al geweest en weer vertrokken. Misschien was Pike nog niet gearriveerd en kon Chen nog wegkomen!
Chen sprintte naar de seksmobiel. Hij was niet van plán geweest te vluchten; hij vlúchtte gewoon. Hij rende de benen uit zijn lijf en liep na nog geen vijftig meter al te hijgen en te puffen, maar de adrenaline dreef hem voort. Chen drukte op zijn afstandsbediening omdat hij er was – hij had het verdomme gehaald!! – en trok dat mooie portier van Duitse makelij open toen...
...Pike achter hem zei: ‘John.’
Chen sprong opzij, maar Pike ving hem op en hield het portier open.
‘Stap in.’
Pike had een zwarte rugzak bij zich. Chen was ervan overtuigd dat er een wapen in zat.
Chen klauwde zich vast aan het portier als een kat aan een bank; de zenuwtrek onder zijn oog trilde.
‘Maak me alsjeblieft niet dood,’ zei Chen.
Pike wees naar binnen. ‘Doe niet zo stom. Stap in.’
Pike duwde hem naar binnen en liep zelf naar de andere kant van de auto. Chen kon zijn ogen niet van de rugzak houden.
‘Ik weet hoe dit werkt. Je neemt me mee naar een stille plek. Je schiet me voor mijn raap…’
‘Haal eens adem,’ zei Pike.
Chen kon niet ophouden met praten. De woorden tuimelden uit zijn mond. Hij dacht er net zo weinig bij na als bij zijn besluit te vluchten.
‘Justitie heeft de wapens meegenomen. Ik zou ze hebben nagetrokken, echt waar. Ik had er niets mee te maken…’
Het ene moment zat Chen te praten; het volgende lag Pikes hand als een bankschroef op zijn mond geklemd.
‘Je bent mijn vriend, John. Je hoeft niet bang te zijn. Kan ik je nu loslaten?’ zei Pike.
Chen knikte. Zijn vriend?
Pike liet los. Hij maakte de rugzak open en hield hem voor Chens neus. Chen was bang dat het een truc was die kerels als Pike uithaalden met kerels als hij: je kijkt in de tas en er springt een slang uit.
Langzaam boog Chen zich over de rugzak heen, klaar om te vluchten, maar er zat geen slang in.
‘Wat is dat?’
‘Wapens waar Justitie niets vanaf weet en twee paar vingerafdrukken.’
Chen tuurde in de rugzak, maar raakte niets aan. Hij zag twee kleine glazen in plastic hoesjes en twee wapens, zo te zien 9mm-pistolen, allebei pokdalig van de roest en gebutst. Uit hun sjofele conditie maakte hij op dat het wapens van de straat waren; wapens die al heel wat jaren geleden waren gestolen, toen waren geruild voor drugs of verkocht, en nog eens waren geruild of verkocht, en van de ene schooier naar de andere waren gegaan. Hij zag ook drie kogelhulzen.
‘Hoe kom je hieraan?’
‘Die federale agenten die de wapens in beslag hebben genomen, weet je hoe ze heten?’
Pike had zijn vraag genegeerd.
‘Pitman. Pitman en nog iemand.’
‘Blanchette?’
‘Dat weet ik niet. Harriet kon het zich niet herinneren.’
Chen keek nogmaals naar de kogelhulzen. Hun eens zo glanzende koper was geschroeid en de rugzak rook naar verbrand kruit. Chen begon weer bang te worden, maar niet bang dat Pike hem zou doodslaan, bang voor iets onbepaalds. Chen merkte dat Pike hem zat op te nemen. John zag zichzelf weerspiegeld in Pikes donkere brillenglazen alsof het spiegelende plassen waren. Op een merkwaardig manier, waar hij zich later nog over zou verbazen, werd Chen rustig. Daar zat Pike, heel kalm, en zijn kalmte straalde af op Chen.
John leunde naar achteren.‘Zijn er weer lijken die bij deze wapens horen?’
‘Twee.’
‘Houden ze verband met Eagle Rock en Malibu?’
‘Ja. De politie is nu ter plaatse. Er is geschoten, dus ze weten straks dat er wapens weg zijn, maar ze weten niet wie ze heeft. Er zullen kogels worden gevonden en die kogels horen bij een van deze wapens, bij de Taurus, niet bij die andere.’
Chen knikte en liet het tot zich doordringen. Als zijn dienst er niet op had gezeten, was hij misschien naar het misdrijf gestuurd.
‘Als Justitie wist dat wij deze wapens hadden, zouden ze ze dan in beslag nemen?’
‘Ja, maar ze komen het niet te weten. Alleen jij en ik weten het, John. Je zult een keuze moeten maken.’
Chen begreep het niet. ‘Een keuze, hoezo?’
‘Er zijn zeven doden. Het ministerie van Justitie bemoeit zich met de zaak. Hier zitten wij met deze wapens. Je kunt op zijn minst beschuldigd worden van het hinderen van een federaal onderzoek. In het ergste geval van medeplichtigheid aan doodslag.’
Chen begreep het nog niet. ‘Wat bedoel je nou?’
‘Zeg dat je niet mee wilt doen en ik ga weg.’
Chen was stomverbaasd. Hij was verbijsterd. ‘Wacht. Wacht eens even. Je geeft me de keus?’
‘Natuurlijk. Dat bepaal jij toch? Wat dacht je dan?’
Chen staarde Pike aan en vroeg zich af hoe hij zo kalm bleef. Zijn effen gezicht; zijn neutrale stem. Hij bestudeerde Pike, zag zichzelf opnieuw in Pikes glazen, twee gezichten in één, en moest opeens denken aan een meditatievijver die hij een keer bij een boeddhistisch klooster had gezien, met een volmaakt glad en egaal wateroppervlak. Chen was toen zes jaar. Zijn oom had hem meegenomen naar het klooster en Chen was gefascineerd geweest door de vijver. Het spiegelende wateroppervlak was volkomen glad; geen blaadje, geen stofje of insect ontsierde het; geen zuchtje wind verstoorde het. De vijver leek zo sterk op een spiegel, dat Chen niet onder het oppervlak kon kijken en dacht dat het water maar een paar centimeter diep was. Toen zijn oom even niet oplette, besloot Chen erin te springen. Het was een warme dag in de San Gabriel Valley en Chen was pas zes. Hij wilde in het koele water rond spetteren en naar de overkant rennen. Maar een centimeter of vijf diep. Chen maakte zich op om te springen, maar op dat moment begon het water te golven en probeerde een monster in een glinsterend geschubd harnas hem te grijpen. Het kwam met zijn rode, zwarte en oranje platen, glimmend en afschuwelijk met een angstaanjagende snelheid boven water en verdween weer. Een koikarper, zei zijn oom later tegen hem, toen Chen niet meer huilde. Maar Chen had wel iets geleerd, ook al was hij pas zes. Onder een kalm oppervlak kan grote beroering schuilgaan.
‘Wat is er aan de hand?’ zei Chen.
‘Daar wil ik achter zien te komen. Ik denk dat Justitie jullie bewijsmateriaal in beslag heeft genomen omdat ze iets te verbergen hebben. Als ze van deze wapens af wisten, zouden ze ze ook confisqueren.’
‘Heeft dit met Eagle Rock en Malibu te maken?’
‘Ja.’
Chen keek nogmaals omlaag naar de wapens. ‘De vuurwapenanalisten zijn specialisten, man. Wat die doen, dat is niet enkel wetenschap, het is een kunst. Ze is al naar huis.’
‘Morgen, als eerste.’
‘Ik kan niet zomaar naar binnen lopen met: hier heb je twee wapens. Ik moet een nummer van een zaak hebben.’
‘Gebruik het nummer van Eagle Rock.’
‘Ze weet dat de agenten van Justitie die wapens hebben meegenomen. Ik heb het van haar gehoord.’
‘Zeg dan dat je ze terug hebt gekregen. Verzin iets, John. Het is belangrijk.’
Chen wist dat het belangrijk was. Alles wat hij van Pike en Cole had gekregen, was belangrijk geweest.
Hij keek nogmaals in de rugzak. ‘Wat wil je met die glazen? Vingerafdrukken? Of wil je dat ik die van de wapens haal?’
‘De mannen die deze wapens hebben gebruikt, zullen bij de lijkschouwer terechtkomen, maar de lijkschouwer zal ze niet kunnen identificeren. Jij wel.’
Chen schudde zijn hoofd. ‘Ik kan de vingerafdrukken eraf halen en ze natrekken, maar we gebruiken allemaal dezelfde database. Live Scan is Live Scan. Als de lijkschouwer niets kan vinden, zal mij dat ook niet lukken.’
‘Deze mensen zitten niet in de database. Ze kwamen uit Ecuador.’
Chen wierp nog een blik op de glazen. Een standaard zoekopdracht in NCIC/Live Scan was geen wereldwijde zoekopdracht. Voor een internationale zoekopdracht moest een speciaal verzoek worden ingediend, en zelfs dan moest je vrijwel voor elk land een apart verzoek indienen. Er bestond geen wereldwijde database, dus als je niet wist waar je zoeken moest, had je pech.
‘Kun je dat, John?’
‘Dit is een grote zaak, hè?’
‘Ja. En hij wordt steeds groter.’
Chen beet op zijn bovenlip terwijl hij erover nadacht wat hij zou moeten doen voor zowel de wapens als de vingerafdrukken. Hij was er vrij zeker van dat hij LaMolla zou kunnen overhalen de wapens na te trekken. Ze was nog pisnijdig op de agenten van Justitie omdat ze haar speeltjes hadden meegenomen, en helemaal kwaad omdat Harriet en het hoofdbureau haar niet wilden vertellen waarom. LaMolla zou de wapens natrekken alleen al om hen dwars te zitten.
‘Ja, dat kan ik wel. Ik zorg wel dat het gebeurt,’ zei Chen.
Pike stapte uit en liep weg.
Chen keek hem na. Pike was zo slecht nog niet als je hem beter leerde kennen, dacht hij. Niet zo eng, ook al was hij, nou ja, je weet wel, eng.
Je bent mijn vriend, John.
Chen tilde de glazen uit de rugtas. Hij hield ze een voor een omhoog en zag de duidelijke, scherpe vingerafdrukken zelfs door het plastic heen. Chen glimlachte. De lijkschouwer had vijf onbekende lijken en nu kreeg hij er nog twee bij. Iedereen zou zich op de kop krabben en zich afvragen wie die kerels in godsnaam waren, maar ze zouden het niet weten…
…tot John Chen het hun vertelde.
De wapens konden wel tot morgen wachten, maar nu was het beste moment voor de glazen. De laboratoriumploeg was gehalveerd, Harriet was naar huis en niemand zou vragen waar hij mee bezig was. Chen stopte de wapens onder zijn stoel, sloot zijn auto af en haastte zich naar binnen met de glazen.
Chen wilde de identiteit van deze kerels achterhalen, niet alleen voor zichzelf, om er zijn voordeel mee te doen, maar voor Pike. Hij wilde zijn vriend Joe Pike niet teleurstellen.