Varken
Toen mijn vrouw wakker werd en rechtop in bed ging zitten, legde
ik een pakje op haar schoot.
'Wat is dat ?' vroeg ze.
'Voor jou, ' zei ik. 'Moederdag. '
Ze zakte weer onderuit en sloot de ogen met de woorden:'Ik slaap
nog. '
'Nee, je bent wakker. '
'Maar je hebt je leven lang nog nooit iets aan moederdag gedaan.
'
'Een mens kan veranderen, ' zei ik.
'Jij niet meer, ' antwoordde ze. En ze maakte het pakje open. Er
zat een spaarvarken in.
'O, is het een hint ?' vroeg ze. 'Heb ik 'n gat in mijn hand ? En
word je spaarzaam ? Dan verander je toch nog. '
Ik schudde het hoofd.
'Nee, dat is het niet, ' zei ik. 'Ik heb dat ding een maand geleden
gekocht. Ik had tot drie uur in de nacht tegen je op zitten zeuren.
Over alles en nog wat. Veel zelfbeklag en zo. Tenslotte zei je:
'Goed, maar laten we nou toch maar gaan slapen, want ik moet morgen
zo vroeg op. Jij niet. Ik wel. ' De volgende ochtend liep ik op
straat met de gebruikelijke wroeging. Ik wilde net het
berouw-bloemetje voor je kopen, toen ik in een etalage dit varken
zag staan. Dat bracht me op het idee. '
'Welk idee ?' vroeg ze, geeuwend.
'Bloemen verwelken, ' zei ik. 'Maar dat varken blijftIk heb er die
ochtend meteen een knaak in gegooid. Bij wijze van boete. 'Ze tilde
het varken op en schudde ermee.
'Er zit al flink wat in, ' constateerde ze.
'Ja, want ik heb een tarief opgesteld, ' antwoordde ik. 'Langdurig
en zinneloos zeuren over iets waar jij ook niks aan kunt doen kost
me een knaak. Er zijn ook lichtere vergrijpen. Het vergeten van de
boodschap die je me verzocht te doen, omdat ik toch op het Rokin
moest zijn: een gulden. Het weigeren om met je in de stad te gaan
eten 'omdat ik mijn schoenen al uit heb' -een gulden vijftig. Het
niet met je meegaan naar de verjaardag van Ans, onder het motto 'ik
moet werken' terwijl ik alleen maar geen zin had: twee gulden...
'
Ze schudde nog eens.
'Ja, op die manier loopt het aardig op, ' zei ze. 'En wat doe je
tenslotte met al dat geld ?'
'Dat mag jij hebben, natuurlijk, ' riep ik.

Ze zette het varken op het tafeltje naast haar bed en sprak
glimlachend:'Gek - maar ik had net vannacht van je gedroomd. '
'O ja?'
'Ja. Ik was dood, zie je... ' begon ze.
'Frisse droom voor moederdag. '
'Nou ja, ik was nou eenmaal dood, ' zei ze. 'Dat wist ik. En ik was
onzichtbaar. Dat wist ik ook. Hier in huis was een lift en die ging
door onze gang heen. In de kamers was niets veranderd, zag ik.
Meubels, boeken, alles eender. Alleen - in de gang liep een vrouw,
die ik niet kende. Ik dacht: 'Daar is-ie nou mee. ' Dat begreep ik
best. Ik was per slot dood, nietwaar. En een man alléén... Jij
helem&l. Je kunt nog geen blikje open-krijgen. '
Ze keek even peinzend voor zich uit.
'Hoe was ze ?' vroeg ik.
'Wie?'
'Die vrouw. '
'O, ik vond haar wel aardig, ' zei ze. 'Geen schoonheid. Maar wel
verstandig om zo te zien. Alleen, ze had een gele peignoir aan. Erg
lelijk. Ik hou nou eenmaal niet van geel. Ze liep naar de keuken om
het ontbijt te maken. En ik ging weer omhoog met de lift en dacht:
dan ligt hij er zeker nog in. '
Ze keek me aan met een glimlach.
Ik pakte het varken en deed er een gulden in.
Moederdag is moederdag, nietwaar?
