Toen Kapitein Haak en Peter Pan met zwaarden op de borstwering duelleerden, kwam er een piraat die Kokkie heette op Wendy af.

‘Ga je kijken of vechten, meisje?’ vroeg de piraat spottend. ‘Wie ben jij dat je me “meisje” mag noemen?’ vroeg Wendy en ze sloeg haar degen tegen het zwaard van de piraat. Het gevecht was begonnen!

Wendy haalde uit en maakte een snee in Kokkie’s wang. ‘Het spijt me erg!’ riep ze uit.

Als antwoord trok Kokkie zijn pistool en schoot een groot stuk van Wendy’s degen af. Ze slingerde het handvat naar de piraat. Het stuiterde op zijn dikke hoofd en duwde hem over de rand het water in.

In het water bracht Prinses Tijgerlelie Michiel en Jan naar de lier die het hek van het Zwarte Kasteel moest ophalen. Ze probeerden het steeds weer, maar het was te zwaar - zelfs voor hen drieën samen. Toen ze het opgaven, zagen de broers dat een reusachtige piraat zijn zwaard naar hen ophief!

Jan keek op en zag dat Wendy op de rand boven hen stond. Ze pakte Kokkie’s zwaard op en gooide het naar haar broertje. Jan ving het op en sloeg het tegen het zwaard van de piraat. De piraat werd kwaad en sloeg Jans bril van zijn hoofd. Nu zag hij niets meer!

De reusachtige piraat zwaaide weer met zijn zwaard. Deze keer sloeg hij het hoofd van Michiels teddybeer, die ze weer hadden teruggevonden, af. Michiel schreeuwde woedend en viel de piraat aan. Hij stompte zijn hoofd diep in de onbeschermde maag van de piraat. Met de hulp van Prinses Tijgerlelie en Jan belandde de piraat ook in het water! Prinses Tijgerlelie gaf Jan een overwinningskus, en hij kleurde bijna paars.

Opeens klonken er luide knallen toen de twee kanonnen op Peter Pan vuurden. Maar in plaats van kogels vuurden de kanonnen netten om Peter te strikken en naar beneden te halen!

Wendy keek vol afschuw toe hoe Peter probeerde zichzelf te bevrijden. Haak lachte spottend en triomfantelijk vanaf zijn plek bij de draak. Hij gebaarde naar Cecco die Lange Tom op de verstrikte Peter richtte. ‘Op dit moment heb ik zo lang gewacht,’ riep Haak. Cecco boog zich voorover en hield zijn fakkel bij de lont van Lange Tom. Hij vatte vlam precies op het moment dat Wendy een klimplant greep en over het water heen zwaaide. Met één schop gooide Wendy Cecco en zijn brandende fakkel van de sloep. Maar het was te laat, Lange Tom vuurde al!

Jammer genoeg voor Haak had Cecco tegen het kanon gestoten toen hij viel. Nu was de loop gericht op de stenen draak!

Met een gigantische explosie klapte het onderstuk van de draak uit elkaar, hij viel om en - Kapitein Haak en Peter plonsden in het water.

Haak zwom naar de rots. En Peter ook. Ze klommen op de

rand en stonden opnieuw tegenover elkaar. Vanaf de drijvende boot keek Wendy naar het gevecht. ‘En nu, Peter Pan, zul je sterven!’ brulde Haak. Peters grijns werd nog breder. ‘Doodgaan zal een geweldig avontuur zijn.’

Opeens viel er een grote schaduw over Kapitein Haak. Hij hoorde een tikkend geluid en werd bleek. De hongerige krokodil hapte naar hem en viel aan!

Peter vloog meteen op. Maar het lukte Haak om zijn enkel te grijpen en samen vlogen ze weg van de rots. De piraat was zwaar en hij trok Peter naar beneden, terwijl hij langs Peters been omhoog klom. Hij greep zich vast aan Peters riem, maar die was zo slim om hem los te maken en Haak plonsde weer in het water. De krokodil dook onmiddellijk van de rots naar zijn prooi. Smie begon hard te roeien om zijn kapitein te helpen. Peter vloog naar Wendy’s boot en kwam naast haar neer. Toen redden ze Jan, Michiel en Prinses Tijgerlelie uit het water. Ten slotte gingen ze op het hek af, dat Jan met zijn zwaard had weten open te wrikken.

Toen de kinderen door het ijzeren hek roeiden, pakte Peter de boog met pijlen van Prinses Tijgerlelie’s rug. ‘Mag ik?’ vroeg hij. Prinses Tijgerlelie knikte. Peter draaide zich om en richtte de boog op Haak. Op het allerlaatste moment verschoof hij het wapen. Toen hij vuurde, trof de pijl het zwaard dat het hek openhield. Het viel weer naar beneden en Haak, Smie en de hongerige krokodil zaten gevangen in de ondergrondse grot vol water. Het zou heerlijk zijn om te kunnen vertellen dat de krokodil Kapitein Haak had opgegeten. Maar dan zou het boek hier moeten eindigen. En dat doet het niet!

Die avond in het Mohikanendorp brandde er een gigantisch kampvuur tot hoog in een lucht vol sterren. De flakkerende vlammen verlichtten de vrolijke gezichten van de indianen, toen ze dansten om de overwinning op Haak te vieren. Jan, Michiel en alle Verloren Jongens dansten met hen mee. Peter en Wendy waren er niet bij.

Diep in het bos bracht Peter Wendy naar een heel speciale plek. Terwijl ze stilletjes tussen de bomen liepen, zag Wendy overal het betoverende licht van de elfjes. De geheimzinnige wezentjes vlogen op en neer en overal om hen heen! Al snel kwamen Peter en Wendy bij een enorme boom met een grot onder zijn wortels. Honderden elfjes stroomden die grot binnen. Daar dansten alle elfjes van Nimmerland in een elfenbalzaal. Wendy gluurde de grot in, haar ogen wijdopen van verbazing. ‘Wat vind je ervan, ouwe dame?’ vroeg Peter. ‘Ouwe dame?’ zei Wendy verontwaardigd. Peter krabde op zijn hoofd. ‘Michiel heeft me verteld dat moeders “ouwe dame” worden genoemd.’ Wendy glimlachte. ‘Ik zou wel willen dansen,’ zei ze. ‘Ga je gang,’ zei Peter met een zwaai van zijn arm. ‘Met jou,’ antwoordde Wendy. Ze pakte Peters hand. ‘Dit is weer een heel ander avontuur, Peter,’ vertelde ze hem. Terwijl ze dansten stegen ze op in de lucht. Het donkere oerwoud, de elfjes - alles leek voor hen te vervagen. Op een tak in de buurt zag Tinkelbel Peter en Wendy dansen en haar licht werd nog flauwer.

Maar Kapitein Haak was die avond ook in het oerwoud. Hij droeg een verband om zijn hoofd en zijn ogen waren bloeddoorlopen door gebrek aan slaap, maar hij zou de jacht op de ongrijpbare Peter Pan niet opgeven!

Haak volgde het geluid van de elfenmuziek en zag Peter en Wendy dansen.

‘Pan danst met een Wendy?’ snauwde Haak. ‘Oh, vreselijke dag! Hij heeft een Wendy gevonden, terwijl Haak alleen is.’ Haak leunde tegen een boom en opeens hoorde hij een geluid als het luiden van een droevig klokje. Hij keek op en zag Tinkelbel terneergeslagen op een tak zitten. ‘Jij ook?’ zei Haak. Tinkelbel tinkelde bedroefd. ‘Heeft hij je verbannen?’ vroeg Haak vol medeleven. ‘Die gemene hond!’

Tinkelbel zweefde naar beneden en begon op Haaks mouw te snikken. ‘Nou, nou,’ zei de piraat sussend. ‘Misschien moeten jij en ik eens praten.’

Bij de elfenboom hield de muziek op. Maar Wendy weigerde Peter los te laten. Samen zweefden ze over de donkere boomtoppen.

Peter keek onderzoekend naar Wendy. Haar ernstige blik maakte hem een beetje zenuwachtig. ‘Wendy,’ fluisterde hij. ‘We doen maar alsof, hè? Dat jij en ik…’ ‘Oh, ja,’ antwoordde Wendy.

Peters zucht van opluchting maakte Wendy opeens droevig en ze zakten weer naar de grond.

‘Weet je,’ zei Peter verontschuldigend. ‘Om een echte vader te zijn, zou ik zo oud moeten zijn.’ ‘Peter,’ zei Wendy zacht. ‘Wat zijn je gevoelens voor mij?’ Peter wist niet wat het woord betekende. ‘Gevoelens?’ ‘Wat je voelt,’ legde Wendy uit. ‘Geluk, bedroefdheid, jaloezie.’

‘Jaloezie!’ riep Peter uit. ‘Tink!’ ‘En boosheid?’ zei Wendy.

‘Haak!’ antwoordde Peter snel. ‘Liefde?’ zei Wendy met een zucht. ‘Liefde?’ zei Peter. ‘Daar heb ik nog nooit van gehoord.’ ‘ Ik denk het wel, Peter,’ antwoordde Wendy. ‘ Ik weet wel zeker dat je het zelf hebt gevoeld, voor iets of…’ Wendy wachtte even en dat maakte Peter echt erg zenuwachtig!

‘Nooit!’ riep Peter uit. ‘Zelfs de klank staat me tegen.’ Wendy pakte Peters hand, maar hij trok hem met een ruk terug. ‘Waarom verpest je nou alles?’ protesteerde hij. ‘We hebben het toch leuk zo? Ik heb je geleerd te vliegen en te vechten! Wat kan er nog meer zijn?’ ‘Er is nog zoveel meer,’ riep Wendy uit. ‘Wat dan?’

Wendy dacht even na voor ze antwoord gaf. ‘Ik weet het niet precies,’ bekende ze. ‘Ik denk dat het duidelijker wordt als je volwassen wordt.’

‘Volwassen wordt?’ gromde Peter. ‘Ik word nooit volwassen! Daar kun je me niet toe dwingen! Ik zal je verbannen, net als Tinkelbel.’

Wendy zette haar handen op haar heupen en gooide haar hoofd achterover. ‘Ik laat me niet verbannen!’ ‘Ga dan maar naar huis!’ riep Peter uit. ‘Ga naar huis, word volwassen en neem je gevoelens mee!’ Zonder nog iets te zeggen, ging Peter de lucht in en verdween.

‘Peter!’ riep Wendy. ‘Peter, kom terug…’

Maar Peter vloog hoog in de lucht en keek niet om, niet één

keer.