Alsof de duivel ermee speelde diende de rechtszaak een paar dagen voor Kerstmis. Het was een gure, onheilspellende dag. De lucht was net zo donker als de kringen onder Isabels ogen, die het resultaat waren van een aantal slapeloze nachten. Binnen een paar uur zou het duidelijk zijn. Haar optimistische natuur ten spijt, nam het vertrouwen in een goede afloop met de minuut af. Het was niet denkbeeldig dat ze straks haar kinderen zou moeten overdragen aan Nicolas. Dat was immers al eerder vertoond: de jurisprudentie over vergelijkbare zaken was weinig hoopgevend.

Het was Karen die de familie ervan had doordrongen dat het een uiterst precaire zaak was en dat het allerminst voor de hand lag dat Isabel aan het langste eind zou trekken. Karen was in Den Haag een lobby begonnen voor een wijziging van het verdrag. Langzaam maar zeker kregen de parlementariërs in de gaten dat het Haags Kinderontvoeringsverdrag vrijwel altijd nadelig uitpakte voor Nederlandse vrouwen die geen kwaad in de zin hadden. De voorbeelden van moeders die op brute wijze van hun kinderen waren gescheiden waren talrijk. Een wet door mannen gemaakt en voor mannen gemaakt, zei Karen. Waarom trokken die kerels toch altijd aan het langste eind?

Wapperend met een rapport van de Nationale ombudsman had Karen de Kamerleden van alle fracties de afgelopen weken bestookt met kritische vragen. Het bewijs was al geleverd. De minister van Justitie had van de ombudsman al een paar keer een schoffering gekregen voor het laakbare optreden van de Centrale Autoriteit. Het kwam erop neer dat het daar letterneukers waren die niet het belang van de kinderen vooropstelden, maar het belang van de vader. Zoals met zovele rapporten was ook dit ergens in een lade van het ministerie van Justitie beland en had er nog geen Tweede-Kamerlid acht op geslagen. Tot nu. Het besef was er en bij sommige fracties was zelfs sprake van een 'gevoel van urgentie', zo bleek uit de tv-reportage die Karen deze week had gemaakt voor TV Binnenhof. Hoopvol, zeker, maar gezien de stroperigheid van de wetgeving, de ellenlange trajecten die moesten worden doorlopen om iets gedaan te krijgen, hoefde Isabel hier op deze dag geen heil van te verwachten. Wat alles nog gecompliceerder maakte was dat het verdrag sinds de invoering in 1980 al door zeventig landen was geratificeerd.

Isabels geval stond dus niet op zichzelf. Zo'n dertig zaken per jaar werden door de rechtbank behandeld. Vrijwel altijd ging het om vrouwen die hun buitenlandse man hadden verlaten. Vrouwen die in het buitenland voor de kinderen zorgden en die na de breuk met hun echtgenoot in het vreemde land geen baan, geen netwerk, geen leven meer hadden. Zorgelijk was dat rechters zelden gebruikmaakten van de weigeringsgrond, en als ze de euvele moed hadden dat wel te doen, werden ze later alsnog door de Hoge Raad teruggefloten. De rechters die een baby van achttien maanden terugstuurden naar de Amerikaanse vader moesten zich doodschamen, vond Isabel. De jonge vrouw had haar zoontje op de stoep van de rechtbank nog borstvoeding gegeven en toen had ze hem aan haar ex moeten overhandigen. Teruggaan naar de Verenigde Staten was geen optie, want dan zou ze strafrechtelijk worden vervolgd. Maar die zaak behoorde wel tot de categorie schrijnende gevallen, zoals politici dan zeggen. Er waren ook verhalen van vrouwen die midden in de nacht van hun bed waren gelicht en hun kinderen aan een arrestatieteam hadden moeten afstaan. Isabel vond alle verloren zaken schrijnend. Dat verdrag moest zo snel mogelijk in de prullenmand.

In de kille hal van de Amsterdamse rechtbank wachtte ze met de kinderen en Maarten en Karen op Madeleine de Border. Haar ogen waren onafgebroken op de draaideur gericht. Het geluid van de slagregens tegen de glazen pui en het helwitte tl-licht versterkten Isabels gevoel van naderend onheil. Het was bijna surrealistisch. Ze schrok van een figuur in een lange regenjas die in de verte kwam aanlopen en probeerde het zicht van de kinderen te blokkeren door voor ze te gaan staan. Ze hoopte dat Tobias en Alexandra niet al voor het verhoor door de Kinderbescherming de confrontatie met hun vader hoefden aan te gaan. Ze zouden er zeker door worden beïnvloed.

Het was volgens de advocate een zegen dat de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming als getuige had opgeroepen. Met de Kinderbescherming aan haar kant kon de rechtbank eventueel tegen het verzoek van de Centrale Autoriteit ingaan. Tobias en Alexandra hadden geen idee hoe belangrijk het gesprek was dat ze straks zouden voeren. Ze hadden uit eigen beweging stukken aan het dossier toegevoegd die ze helemaal zelf hadden gemaakt. De verleiding was groot geweest om de kinderen de juiste woorden of gedachten in te fluisteren, maar Isabel had zich ingehouden. Als het niet uit de kinderen zelf kwam, zou een deskundige dat meteen in de gaten hebben. Alexandra had in een brief die recht uit haar hart kwam duidelijk gemaakt waarom ze in Nederland wilde blijven wonen. En Tobias, die alleen door de Kinderbescherming en niet door de rechtbank gehoord mocht worden, had een simpele tekening gemaakt die boekdelen sprak: twee mannetjes, de een met een lachend gezichtje, de ander met een verdrietig gezichtje waar dikke ovale tranen vanaf spatten. Bij het lachende poppetje stond 'Nederlant' en bij het huilende 'Polen'.

De man in de regenjas stelde zich voor als Peter Sibbel. Onder de doorweekte hoed verborg hij een sympathiek hoofd en hij gaf Isabel een ferme handdruk. Hij verontschuldigde zich voor zijn late komst; de tram waarin hij zat was uit de rails gelopen en hij had de laatste kilometers te voet afgelegd, tegen de wind in. Hij vroeg Tobias en Alexandra mee te komen naar een kamer op de eerste verdieping. Tobias zag lijkbleek en hield de hand van zijn zus stevig vast. Toen hij zag dat Isabel, Karen en Maarten meeliepen naar boven, leek hij wat te ontspannen.

Sibbel wees naar een paar plastic stoelen in het midden van de gang. 'U kunt hier even wachten, dan gaan wij daar verderop zitten. Er schuift ook een rechter aan voor het verhoor van Alexandra. Het duurt niet lang,' zei hij vooral tegen de kinderen en gaf ze allebei een arm. Tobias keek vragend naar het gezelschap dat hij moest achterlaten en beantwoordde de knipoog van Karen met een glimlach. Aarzelend huppelde hij met de man mee en keek niet meer achterom. Gelukkig, want nog voor Sibbel de deur had gesloten kwam Nicolas de trap op lopen. Hij zag er goed uit, op die eeuwige leren cowboyhoed na dan. Zijn gezicht was vrijwel rimpelloos, wat Isabel verbaasde. Kennelijk sliep hij goed met Tekla aan zijn zijde. Hij droeg een tas en had iets onder zijn arm. Het was het pluchen speelgoedkonijn van Tobias.

'O mijn god,' riep Isabel. 'Gaan we op die toer?'

Nicolas ontdekte het gezelschap en wierp Isabel een ijskoude blik toe. Hij ging zitten op een van de stoelen aan de andere kant van de gang. Het konijn legde hij op zijn schoot.

'Zie je wat hij bij zich heeft?' vroeg Isabel. 'Meneer Konijn. De knuffel van Tobias.'

'Wat is het toch een walgelijke kerel,' zei Karen. 'Tobias mag hem niet zien.'

'Onmogelijk,' zei Isabel.

'Is-ie nog gehecht aan dat beest?' vroeg Maarten. 'Is het wel een konijn?'

'Een met veel te lange flaporen en benen. Ik weet eerlijk gezegd niet of hij er nog aan gehecht is,' zei Isabel. 'Hij heeft het nooit meer over dat ding gehad, behalve met Nicolas aan de telefoon. Die troef wordt nu uitgespeeld.'

'Het is gewoon een ordinaire kinderlokker,' zei Karen.

Nicolas had inmiddels gezelschap gekregen van een man die zijn advocaat moest zijn. Hij kreeg de laatste versie van het dossier in handen gedrukt en bladerde in de stukken. Toen hij had gevonden wat hij zocht begon hij gretig te lezen, met zijn neus bijna op het papier. Het moest de brief van Alexandra zijn die zijn aandacht trok. Hij sloeg de bladzijde om en vloekte toen hij de tekening van Tobias zag. In een reactie gooide hij de map op de grond terwijl hij opstond en Isabels richting op keek. Even leek het alsof hij naar haar toe wilde komen, maar de advocaat fluisterde hem iets in het oor en hij ging weer zitten. Nu pas zette Nicolas zijn hoed af en Isabel zag dat zijn ravenzwarte haar grijs begon te worden. Hij greep zijn hoofd vast op een manier die verried dat hij kwaad was; Isabel herkende het gebaar van een afstand. Achter zich hoorde ze een deur opengaan. Het was Sibbel, die de kinderen voor zich uit duwde. Ze zagen er opgelucht uit.

'Zo, zij zijn klaar voor vandaag,' zei Sibbel toen hij de kinderen kwam afleveren.

'Fijn, dank u wel. Ging het goed, jongens?' vroeg Isabel. Tobias en Alexandra knikten simultaan, maar hadden allebei hun blik gericht op Nicolas.

'Papa!' zei Tobias en hij holde naar zijn vader toe. Alexandra liep rustig achter hem aan.

Isabel wilde opstaan en hen tegenhouden, maar ze verbeet zich. Ze keek Sibbel aan, die instemmend knikte.

'Laat het maar gebeuren,' zei hij terwijl hij zijn hand uitstak. 'Het blijft hun vader. Ze voelen zich al zo schuldig.'

Isabel stond op en gaf hem een hand. 'Moet ik me zorgen maken?' vroeg ze.

'Niet om de mening van de Raad voor de Kinderbescherming, mevrouw,' zei hij. 'Ik wens u heel veel sterkte.' En weg was hij.

Bedremmeld stonden Tobias en Alexandra bij Nicolas. Met geheven vinger sprak hij ze toe, wijzend op de dossiermap die nog bij zijn voeten lag. Hij wees naar de map en daarna naar zijn voorhoofd en Isabel zag hoe Tobias ineenkromp. De dunne lippen van Nicolas bewogen streng, maar Isabel kon hem niet verstaan. Een hagelbui kletterde als hamerslagen op de daken en ruiten. De kinderen staarden naar de neuzen van hun schoenen, hun hoofden onderdanig gebogen. Tobias wreef in zijn ogen.

'Nu is het genoeg,' zei Karen, 'ik ga ze halen.'

'Nee, Karen, doe maar niet,' zei Isabel.

Maar Karen was al opgestaan en beende naar Nicolas toe.

Haar luide stem vulde de hele verdieping. 'Ik neem de kinderen mee naar huis, Nicolas,' zei ze. 'Ze moeten huiswerk maken en dat gaat niet als ze van slag zijn.'

'Waar bemoei je je mee?' zei Nicolas. 'Je hebt nogal een grote mond voor iemand die medeplichtig is aan kinderontvoering.'

Karen negeerde de opmerking. Kordaat omarmde ze Tobias en Alexandra en bracht ze terug naar Isabel. De kinderen hadden allebei betraande ogen.

'Papa is boos,' zei Tobias.

'Jullie hebben niets verkeerd gedaan, jongens,' zei Karen.

'Hij vond mijn tekening niet mooi.'

'Wij vonden hem allemaal prachtig, nietwaar?' vroeg Karen en Maarten en Isabel reageerden instemmend. 'Een meesterwerk,' zei Maarten.

'Hij zegt dat het mijn schuld is,' zei Alexandra, 'en dat ik Tobias heb opgestookt.'

'Lieverd, laat je niets wijsmaken. Kom, we gaan,' zei Karen. 'Ik breng ze bij Quirine, die heeft warme chocolademelk klaarstaan, en dan kom ik meteen terug.'

'Je hebt precies een kwartier,' zei Isabel, 'dus haast je.' Ze kuste haar kinderen gedag.

Hijgend kwam Madeleine de Border in haar toga aanrennen. 'Sorry, sorry, sorry,' zei ze. Ze kuste Maarten en Isabel vluchtig op de wang terwijl ze gewoon doorpraatte. 'Alles zat tegen. Het is hondenweer, hagelstenen zo groot als pingpongballen, en iedereen zat te trutten op de snelweg. Hoe gaat het hier? Wat zitten jullie beteuterd te kijken?'

'Als die klootzak in de buurt is gaat het altijd onmiddellijk mis,' zei Isabel en ze wees met een hoofdknik naar Nicolas aan de andere kant van de gang.

'Is dat hem?' vroeg Madeleine. 'En wat heeft hij op zijn schoot liggen?'

'Een konijn,' zei Isabel.

'Doorzichtig zeg,' zei Madeleine. 'Emotionele chantage, dat is het. Dat gaat hem alleen maar problemen opleveren.'

'Denk je?' vroeg Isabel.

'Er zit daar binnen een meervoudige kamer van drie kinderrechters. Dat gezelschap houdt niet van spelletjes,' zei Madeleine beslist. De deur van de rechtszaal zwaaide open. 'Kom, we zijn aan de beurt.'

Isabel aarzelde een moment, keek om zich heen en zag tot haar opluchting dat Karen de trap op kwam rennen, kletsnat en gehavend door de slagregens. Ze pakte haar zus stevig bij de arm en zo liepen ze achter de advocate aan de rechtszaal in. Karen zag er getergd uit.

'Gaat het?' vroeg Isabel.

'Ik wilde roken,' zei Karen, 'maar mijn aansteker regende steeds uit.' Ze gingen zitten op veilige afstand van Nicolas.

De rechter die de zitting leidde was een brunette van midden vijftig met een kort kapsel, donkere ogen en een nog donkerder stem. 'Goedemiddag allen. Wie hebben we hier allemaal?' Ze keek kritisch de zaal rond. 'We behandelen het verzoek van de Centrale Autoriteit tot teruggeleiding van de twee minderjarige kinderen Alexandra en Tobias Nowack Kozinski naar Polen. Die zijn vanmiddag niet aanwezig, maar wel gehoord door de Raad voor de Kinderbescherming. Het verzoek om teruggeleiding kwam van Nicolas Nowack Kozinski, dat bent u,' zei ze en ze keek Nicolas aan. 'Wilt u uw hoed afzetten, alstublieft?'

Nicolas legde de cowboyhoed op de stoel naast hem.

'U wordt bijgestaan door meester Knoops namens de Centrale Autoriteit. En wie is die andere meneer die u heeft meegebracht?'

'De heer Nowack Kozinski heeft een tolk meegenomen, edelachtbare, want zijn Nederlands is niet goed genoeg,' zei Knoops. 'De tolk vertaalt alles in het Engels en de heer Nowack Kozinski zal in de Engelse taal antwoorden.'

'Goed. De gedaagde is mevrouw Isabel IJzerman, die wordt bijgestaan door meester Madeleine de Border. Wie zijn de anderen in uw gezelschap?'

Madeleine stond op en nam het woord. 'Edelachtbare, dat zijn de broer en zuster van Isabel IJzerman. Zij zijn zeer betrokken en staan haar op alle vlakken bij in deze familiekwestie. Maarten en Karen vormen voor een belangrijk deel het vangnet waardoor Isabel en haar kinderen in relatief korte tijd een kwalitatief hoogwaardig bestaan hebben opgebouwd in Amsterdam.'

De rechter overlegde even met haar twee collega's en zei toen: 'De rechtbank heeft geen bezwaar tegen de aanwezigheid van Maarten en Karen IJzerman. Zij mogen de zitting bijwonen, mits de heer Nicolas Nowack Kozinski geen bezwaar maakt.'

'Edelachtbare,' zei Knoops, 'mijn cliënt maakt wel degelijk bezwaar tegen de aanwezigheid van de broer en zuster van de gedaagde. Hij voelt zich onprettig in hun gezelschap.'

'Dan verzoek ik u beiden de zaal te verlaten,' zei de rechter en ze knikte vriendelijk en bijna verontschuldigend naar Maarten en Karen, die onder protest naar de deur liepen. De rechter wachtte tot de deur in het slot viel en ging toen verder.

'De rechtbank heeft aanvullende stukken ontvangen van mevrouw De Border ten behoeve van deze zitting, waaronder een brief van Alexandra en een tekening van Tobias. Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van een verzoek van meneer Knoops om de moeder te veroordelen tot een vergoeding van de gemaakte kosten indien de kinderen terug moeten naar Polen. Ik vraag de heer Knoops om het verzoek om teruggeleiding van de Centrale Autoriteit kort toe te lichten.'

'Dank u. Het verzoek is gebaseerd op het Haags Kinderontvoeringsverdrag, dat zich tot doel stelt minderjarigen die ongeoorloofd zijn overgebracht onmiddellijk te laten terugkeren. Polen en Nederland zijn partij bij dit verdrag. De moeder heeft vrijwillige teruggeleiding geweigerd. Pogingen van een mediator om tot een vergelijk te komen, zijn gestrand. Derhalve verzoekt de Centrale Autoriteit om de kinderen terug te brengen naar hun gewone verblijfplaats, zijnde Warschau, de plaats waar zij woonden en naar school gingen. De vader bestrijdt dat de moeder niet in haar onderhoud kan voorzien in Polen. Zij kan volgens hem wel een werkvergunning krijgen. Beide ouders hebben het gezag over de kinderen en zij kunnen niet onafhankelijk van elkaar belangrijke besluiten over de kinderen nemen. De vader heeft zijn kinderen nu al zes maanden niet gezien.'

'En de kinderen moeten hun speelgoed al een halfjaar missen,' viel Nicolas zijn raadsman in de rede. Hij tilde het konijn op aan zijn oren en hield het in de lucht. 'Dit is de lievelingsknuffel van Tobias. Het lag te verkommeren in een hoek van een container vol met rommel, liefdeloos achtergelaten in Polen.'

Madeleine de Border sprong op. 'Hiertegen maak ik bezwaar, edelachtbare. Isabel IJzerman had haar inboedel opgeslagen omdat de huur van haar huis in Polen door haar huisbaas was opgezegd. Ze had haar spullen eind augustus willen laten verhuizen naar Nederland, maar dat heeft meneer Nowack Kozinski verhinderd. Hij beschikt over al het speelgoed van de kinderen, en over hun fietsen en winterkleren en hij heeft tot op heden verzaakt om hier iets van terug te geven. De waardevolle meubelstukken heeft hij laten veilen om er zijn eigen schulden mee af te lossen.'

'Ik verzoek u beiden te gaan zitten,' zei de rechter. 'Ik begrijp dat de emoties hoog oplopen, maar ik doe een dringend verzoek om deze uiterst precaire kwestie niet te verengen tot speelgoedbeesten of andere bijzaken. De heer Knoops vervolgt zijn betoog.'

'Dank u, edelachtbare. De uitzonderingen op de hoofdregel van onmiddellijke teruggeleiding lijken niet van toepassing. Voor artikel 12, lid 2 geldt dat de kinderen pas een halfjaar in Nederland wonen en dus nog niet zijn geworteld. Er is geen aanleiding om zoals in artikel 13, eerste lid, letter b, te veronderstellen dat de kinderen worden blootgesteld aan lichamelijk of geestelijk gevaar als ze worden teruggestuurd. Met betrekking tot het oudste kind kan worden gesteld dat zij rijp genoeg is om een mening te hebben over de kwestie. Dat geldt niet voor het jongste kind. De Centrale Autoriteit maakt dan ook bezwaar tegen het opnemen van de tekening van het kind Tobias in het dossier, een primitieve tekening die onderschrijft dat het kind onvoldoende mate van rijpheid heeft om te worden gehoord. Verder wil ik nog opmerken dat deze uitzonderingen restrictief dienen te worden toegepast, hiervoor verwijs ik naar de memorie van toelichting bij de Goedkeuringswet die is aangenomen door de Tweede Kamer.'

'Dank u, meneer Knoops. Dan is nu het woord aan mevrouw De Border.'

Madeleine stond op, schikte haar toga en pakte haar pleitnota. Ze knipoogde nog even naar Isabel en liet een lange stilte vallen voor ze begon.

'Geachte leden van de rechtbank. Isabel IJzerman, hierna te noemen de vrouw, verweert zich tegen het verzoek van Nicolas Nowack Kozinski, hierna te noemen de man, tot teruggeleiding van de kinderen Alexandra en Tobias. Ik zal ingaan op alle feiten die voor de zaak relevant zijn en op de verdragen die van toepassing zijn.

Dat de situatie voor de vrouw en haar kinderen ondraaglijk is geworden, is geheel en al te wijten aan de man. De man en de vrouw zijn gescheiden. De man voerde feitelijk geen gezag meer uit over de kinderen, omdat hij stelselmatig niet aan zijn alimentatieplicht voldeed en de omgangsregeling aan zijn laars lapte. De vrouw werd al voor de scheiding het huis uit gezet, zonder dat ze andere woonruimte had, omdat de man met zijn nieuwe vriendin en haar twee kinderen wilde gaan samenwonen. Sinds de scheiding heeft hij zich voor de kinderen een onbetrouwbare vader getoond: hij kan ze in de weekenden niet meer tegelijk hebben, omdat zijn huis te klein is en kennelijk heeft hij geen geld om ze voldoende te eten te geven.'

Weer een stilte. De Border koos die momenten zorgvuldig, zodat de woorden goed weerklonken in de grote zaal. Haar stem werd dieper.

'De rechtbank in Polen heeft bepaald dat de kinderen altijd bij de moeder wonen en dat ze vrij zijn om te reizen. De rechtbank heeft de hoogte van het alimentatiebedrag vastgesteld op basis van het onomkeerbare feit dat de vrouw geen werkvergunning heeft in Polen. Wat de man beweert, is door de rechtbank bewezen onzin, zoals u hebt kunnen zien in de stukken.'

Nicolas keek verstoord op. Hij sprak geen Nederlands, maar dit had hij duidelijk verstaan. De advocate negeerde hem en bleef geconcentreerd de rechtbank toespreken.

'Het is vreemd dat de Poolse rechtbank geen uitspraak heeft gedaan over de verblijfplaats van de vrouw, die heeft aangegeven met de kinderen naar Nederland te willen verhuizen. Uit een oude e-mailwisseling tussen de man en de vrouw blijkt dat hij onder voorwaarden kon instemmen met de verhuizing naar Nederland. Echter, die voorwaarden betroffen altijd onrealistische financiële eisen.'

Nog voor de scheiding had Nicolas een keer stoer tegenover Michaël beweerd dat hij het wel best vond als Isabel naar Nederland ging. Hij wilde dan wel aanspraak maken op alle spaargelden en niet alimentatieplichtig zijn. Waarschijnlijk was het pure opschepperij, maar Michaël had de e-mail bewaard en Madeleine de Border had een printje ervan in het dossier gestopt.

'Terugkeer naar Polen zou voor de vrouw en haar kinderen ondraaglijk zijn, aangezien de vrouw geen huis en geen baan heeft en de man geen geld heeft om het gezin te onderhouden. De vrouw heeft in Amsterdam werk gevonden en woont in het appartement van haar zus. Voor de kinderen wordt uitstekend gezorgd, omdat er een breed familienetwerk is waardoor Tobias altijd uit school kan worden gehaald en naar de sportclub wordt gebracht, ook als de vrouw werkt. De man betaalt nog altijd geen alimentatie en heeft de kinderen nog niet één keer bezocht. Hij belt alleen om de vrouw zwart te maken en informeert niet naar het welzijn van zijn kinderen.'

Het woord 'niet' sprak ze langzaam en met veel nadruk uit.

'De man beweert nu dat de kinderen bij hem kunnen wonen, terwijl hij ze er in de weekenden al niet bij kon hebben. De kinderen maken bezwaar tegen hun terugkeer. De brief van Alexandra spreekt boekdelen. Ze zou voor geen goud terug willen naar Polen. Ze ziet dat haar moeder gelukkig is en vindt dat belangrijk, ook voor de sfeer in huis. Zelfs heeft ze het over de moeilijke financiële situatie in Polen en het feit dat haar moeder na de scheiding steeds afhankelijk is geweest van gunsten van haar eigen familie. Wat ze wel mist zijn haar persoonlijke spullen, die nog door haar vader worden vastgehouden in Polen. Verder verklaart ze dat ze de nieuwe vriendin van haar vader niet leuk vindt en dat ze zeker niet met de twee kinderen van die vrouw wil samenleven, de kinderen die haar kamer en die van Tobias hebben ingepikt, zoals ze het zelf beschrijft.

Feit is dat de man geldzorgen heeft en de vrouw graag in Polen heeft om als melkkoe te fungeren. De vrouw heeft tot zij een ongeluk kreeg en niet meer kon werken altijd het gezin onderhouden, terwijl de man jaar in jaar uit de huur betaalde uit de investeringen die derden dachten te hebben gedaan in zijn bedrijf. De man heeft de vrouw willens en wetens naar Nederland gedreven door haar uit haar woning te jagen en geen middelen van bestaan te geven, waartoe hij wel door de Poolse rechter was veroordeeld. Het is aan zijn eigen onredelijke en wispelturige gedrag te wijten dat de vrouw eenzijdig heeft besloten naar Nederland te vertrekken. Zij is nu degene die inkomen verwerft voor haar en de kinderen, waardoor zij niet langer afhankelijk is van de grillen van de man om al dan niet een deel van de alimentatie te betalen. De kinderen hebben een dak boven hun hoofd, een warm huis en genieten van de hereniging met hun familie. De man wordt geen strobreed in de weg gelegd om zijn kinderen te bezoeken.

Dan de verdragen. De Verenigde Naties hebben in 1989 het Verdrag inzake rechten van het kind aanvaard. Dat is in 1995 in Nederland in werking getreden. In het verdrag is het grondrecht van het kind opgenomen dat het zich veilig moet kunnen voelen in een stabiele omgeving. De belangen van het kind staan bij beslissingen over kinderen, of deze nu door particuliere, burgerlijke, of rechterlijke instanties worden genomen, altijd voorop. Zaken die juridisch gelden als zijnde in het belang van het kind zijn onder meer: continuïteit en stabiliteit, interesse in de leefwereld van het kind, veiligheid, geborgenheid, brede educatie, omgang met familie en leeftijdgenoten. Het mag duidelijk zijn dat alleen de vrouw handelt in het belang van de kinderen. De man denkt louter aan zichzelf en wil dat de vrouw en zijn kinderen naar zijn pijpen dansen. Teruggeleiding zou aldus in strijd zijn met het VN-Verdrag inzake kinderrechten.

De uitzonderingsgronden van het Haags Kinderontvoeringsverdag zijn van toepassing. De man oefende zijn ouderlijke gezag niet uit, de kinderen verzetten zich en terugkeer naar Polen zou zoals gezegd een situatie opleveren die in strijd is met de grondrechten van het kind. Tot slot wil ik nog opmerken dat de vrouw van mening is dat de Centrale Autoriteit zich onvoldoende heeft verdiept in haar zaak en dat de Nederlandse justitie zijn oren eenzijdig naar de man heeft laten hangen. Zij voelt zich hierin door haar eigen land tekortgedaan.'

Met open mond had Isabel naar het pleidooi geluisterd en ze was niet de enige. Toen de woordenstroom van Madeleine de Border tot stilstand was gekomen, kon je in de rechtszaal een speld horen vallen. De rechter liet het allemaal even bezinken en schikte haar papieren. De tolk begon in het oor van Nicolas te fluisteren, maar Isabel had de indruk dat hij nog niet de helft had meegekregen van de bak ellende die zojuist over hem was uitgestort.

Madeleine ging weer naast Isabel zitten. 'Zo, wat vond je ervan?'

'Geen speld tussen te krijgen lijkt me,' zei Isabel.

'Die Knoops maakt helemaal geen aanstalten om er iets tegen in te brengen,' zei Madeleine verbaasd.

'Edelachtbare, mijn cliënt heeft behoefte aan een korte schorsing,' zei Knoops ten slotte.

'Die krijgt u,' antwoordde de rechter, 'maar niet voordat we het advies van de Raad voor de Kinderbescherming hebben behandeld. Alexandra en Tobias zijn gehoord door de heer Sibbel en Alexandra ook door de rechtbank. De heer Sibbel heeft ons mondeling verslag gedaan van zijn bevindingen. Hij concludeert dat de moeder de kinderen verzorgde en dat het belangrijk is voor de kinderen dat dit zo blijft. De Raad meent dat rust en stabiliteit nu vooropstaan: de kinderen zijn in Polen lange tijd blootgesteld aan ruzies en spanningen. Alexandra heeft aangegeven niet terug naar Polen te willen en zegt ook namens haar broertje te spreken. Broer en zus willen niet van elkaar gescheiden worden. Het scheiden van de kinderen zou hen volgens de Raad in een ondraaglijke toestand brengen. Dan schors ik nu de zitting voor vijftien minuten.'

De rechters verlieten als eerste de zaal en daarna Nicolas met zijn gevolg. Op de gang zaten Maarten en Karen gespannen te wachten.

'En?' vroeg Karen.

'Korte schorsing. Maar we gaan goed,' zei Isabel.

'Ik denk dat de getuigenis van Alexandra de doorslag gaat geven,' zei Madeleine.

'Hoe ging het met dat konijn?' vroeg Maarten.

'Een farce,' zei Madeleine, 'ik heb het toneelstuk onmiddellijk afgekapt.'

Op de achtergrond hoorden ze dat Nicolas druk in gesprek was met zijn tolk en zijn advocaat. Hij verhief zijn stem. Iedereen keek op en zag hoe hij gespannen als een veer op zijn stoel zat en Meneer Konijn in een wurggreep hield. Isabel las de verslagen blik in zijn ogen en voelde een golf van medelijden opwellen. 'Ik krijg bijna met hem te doen,' zei ze.

'Als je het maar laat, wat een belachelijke onzin. Die kerel probeert je al jaren aan alle kanten te naaien. Hij verdient jouw medelijden niet, Isabel,' zei Karen.

'Ik weet het,' zei Isabel, 'maar hij heeft het nu echt moeilijk, ik kan het zien.'

'Dan heeft hij in ieder geval op sommige momenten gevoel in zijn donder,' zei Karen.

'Het is fake,' zei Madeleine, 'dit soort mannen voelt geen verdriet, alleen wrok en haat.'

'Maar hij houdt wel van zijn kinderen,' wierp Isabel tegen.

'Zolang ze in het schema van zijn agenda passen en niet te veel geld kosten,' zei Karen.

'Precies,' zei Madeleine. 'Het beeld dat ik uit het dossier van hem heb gekregen is dat van een egocentrische, onberekenbare man. Hij heeft een slecht functionerend geweten en laat zich niet gemakkelijk corrigeren. Zelfs als hij door alle rechters in het ongelijk is gesteld, volhardt hij in zijn standpunten. Het is opmerkelijk hoe iemand die wel intelligent is toch een bord voor zijn kop kan hebben.'

'Hij was niet altijd zo,' zei Isabel. 'Het lijkt wel of hij met de dag gekker wordt.'

'Hij was wel altijd zo, alleen wist hij het met zijn charmes goed te verbergen,' zei Karen.

'Schijn bedriegt,' zei Madeleine. 'Wat vind jij er eigenlijk van, Maarten?'

'Laat ik het zo stellen: als hij morgen letterlijk stikt in een van zijn leugens, ben ik er niet rouwig om. Die vent terroriseert onze levens,' zei Maarten. 'Je hebt geen idee hoeveel zorgen wij hebben om Isabel en de kinderen. Hij bestookt mij en mijn gezin al maanden met e-mails met de meest krankzinnige teksten. Het gaat alle kanten op. Iedere keer als ik ergens serieus op inga en ik denk dat ik kan bemiddelen, draait hij weer honderdtachtig graden om. Hij zit gewoon te jennen.'

'Laat hem in godsnaam zo snel mogelijk oprotten naar dat Poolse wijf van hem,' zei Karen.

Het kwartier was om en de zitting werd hervat. Nicolas had zich hernomen, afgemeten aan zijn zelfverzekerde loopje. De rechters gingen zitten.

'De rechtbank vervolgt de zitting over het verzoek om teruggeleiding van de minderjarigen Alexandra en Tobias Nowack Kozinski naar Polen,' zei de rechter. 'Het woord is aan de heer Knoops.'

'Edelachtbare,' zei Knoops, 'de heer Nowack Kozinski verzet zich tegen het beeld dat tijdens deze zitting van hem is geschetst als onbetrouwbare vader. Hij zegt altijd goed voor zijn kinderen te hebben gezorgd en wijst erop dat het juist de vrouw is die voor een onstabiele situatie heeft gezorgd door zichzelf te verwonden toen ze een deur vernielde.'

Isabel zuchtte; die oude koe kon er ook nog wel bij.

'Meneer Nowack Kozinski,' zei de rechter, 'klopt het dat u de kinderen niet meer samen wilde ontvangen in de weekenden, maar om beurten?'

Knoops antwoordde nadat hij met Nicolas en de tolk had overlegd. 'Dat klopt, maar de vader wilde graag tijd alleen met zijn kinderen doorbrengen. Het ging hem om de kwaliteit van het samenzijn, niet om de kwantiteit.'

'Maar er waren duidelijke afspraken gemaakt die waren vastgelegd in een bezoekregeling. Klopt het dat u die afspraken eenzijdig heeft veranderd?'

'Dat klopt,' zei de tolk na overleg. 'Maar dat was in het belang van de kinderen.'

'En klopt het,' vroeg de rechter, 'dat u de kinderen een keer heeft meegenomen naar het strand en ze alleen ongewassen aardbeien te eten heeft gegeven, waarna u Tobias ziek thuis heeft afgeleverd terwijl de moeder er niet was, en dat u vervolgens alleen met Alexandra uit eten bent gegaan?'

Weer overleg. 'Dat klopt, edelachtbare, maar meneer had zijn dochter een etentje beloofd voor haar verjaardag en aangezien Tobias toch te ziek was om te eten...'

'U bestrijdt dus de zaken die in het dossier staan niet,' concludeerde de rechter. 'De rechtbank heeft kennisgenomen van het lijvige scheidingsdossier uit Polen. Aan het vernielen van een deur door de vrouw is door de Poolse rechtbank voldoende duiding gegeven. Daar hoeft deze rechtbank zich niet over te buigen.'

Gespannen wachtte Isabel op wat er komen ging, nu er koortsachtig overleg plaatsvond bij de tegenpartij. De advocaat van Nicolas ging weer staan.

'Edelachtbare, de heer Nowack Kozinski wil benadrukken dat zijn ex-vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan kinderontvoering. Hij meent dat dit aspect onvoldoende is belicht tijdens deze zitting,' zei Knoops.

'Daarover spreekt de rechtbank zich uit in het vonnis. Mevrouw IJzerman bestrijdt niet dat zij de kinderen ongeoorloofd heeft meegenomen, is het wel?' vroeg de rechter.

'Nee, mevrouw,' zei Isabel. 'Zij heeft zoals gezegd dat besluit weloverwogen genomen,' vulde Madeleine aan. Knoops knikte tevreden en ging verder.

'Verder wijst de heer Nowack Kozinski erop dat hij deze kerst recht heeft op de kinderen. Alle Kerstmissen in de even jaren zijn voor de vader, zo luidt het vonnis over de voogdij van de Poolse rechtbank.'

'Dat aspect neemt de rechtbank mee in haar oordeel,' zei de rechter. 'U wilt nog iets toevoegen, meneer Knoops?'

'Edelachtbare. Het is al over een paar dagen Kerstmis en het is in het belang van de kinderen dat er snel duidelijkheid komt over hun situatie. Ik verzoek de rechtbank om onmiddellijk uitspraak te doen in deze zaak en niet twee weken te wachten, zoals gebruikelijk is.'

'Dank u,' zei de rechter. 'De rechtbank had zelf ook al bedacht dat het goed is om alvast een voorlopige uitspraak te doen. De motivering van het vonnis volgt over twee weken. De uitspraak is niet voorlopig in de zin dat hij nog kan veranderen; de motivering zal dit voorlopige vonnis onderschrijven, dus de facto is de uitspraak definitief. Als er verder geen vragen of opmerkingen zijn, schors ik de zitting kort, zodat de rechtbank zich kan beraden over het vonnis.'

Knoops keek zijn cliënt aan, maar Nicolas zweeg. 'Geen vragen,' zei de advocaat.

Madeleine schudde het hoofd. 'Geen vragen meer,' zei ze.

Met het zweet in haar handen wachtte Isabel het oordeel van de rechtbank af. Haar hart bonkte als een bezetene in haar borstkas. Er hing een dreigende stilte. Na tien slopende minuten kwamen de rechters terug en richtten zich tot de zaal. Het leek eindeloos te duren voor de rechter het woord nam en de cruciale zinnen uitsprak.

'De beslissing op het verzoek van het ministerie van Justitie, optredend als Centrale Autoriteit en namens de heer Nicolas Nowack Kozinski, gericht tegen Isabel IJzerman, betreffende de minderjarigen Alexandra en Tobias luidt als volgt: de rechtbank wijst het verzoek van de Centrale Autoriteit om onmiddellijke teruggeleiding van de kinderen naar Polen af. De motivering volgt op 5 januari 2007.'

Isabel sprong op en hief haar beide armen in de lucht. Ze mochten blijven, alle drie! Ze kon het nog nauwelijks bevatten. Het was voorbij, de strijd was gewonnen. Er was natuurlijk geen sprake van dat Isabel in Nederland zou zijn gebleven als de kinderen wel waren teruggestuurd, maar dat hoefde de rechtbank dan weer niet te weten. De overwinning voelde als een onbeschrijflijke sensatie; haar hele lijf tintelde en ze wilde alleen maar gillen, keihard gillen. Ze smoorde de vreugdekreet in haar handen en voelde tranen opwellen in haar ogen. Madeleine omhelsde haar en gearmd liepen ze de zaal uit, langs Nicolas, die keek alsof hij het in Keulen had horen donderen. Hoe zou hij zich voelen? Toen ze bijna bij de deur was hoorde ze haar naam door de zaal galmen, zo luid dat haar lichaam verstijfde.

'Isabel!' riep Nicolas. 'Isabel, blijf staan!' Hij klonk furieus, agressief zelfs. Zijn dwingende stem ging door merg en been. Ze durfde niet om te kijken. 'Ik pik dit niet, Isabel!'

'Negeren,' beval Madeleine, 'het loket is gesloten,' en ze trok Isabel aan haar arm mee.

Op de gang troffen ze Maarten en Karen, de spanning was van hun bleke gezichten af te lezen. 'Gewonnen!' riep Isabel, 'ze mogen blijven!' Karen barstte in snikken uit en wierp zich in de armen van haar zus, terwijl Maarten Madeleine feliciteerde met haar overwinning. 'Je weet niet half hoe gelukkig je ons hebt gemaakt,' zei hij.

'We schrijven geschiedenis vandaag,' zei Madeleine, die ondertussen haar toga uitdeed. 'Dat wil zeggen, de Amsterdamse rechtbank schrijft geschiedenis. Die heeft ballen getoond, zeg, werkelijk ongekend. Een veeg uit de pan voor justitie én een flinke deuk in het verdrag. Een mooi kerstcadeau voor de hoge heren daar in Den Haag. Hebben ze iets om over na te denken tijdens het reces.'

'We moeten de kinderen bellen,' zei Karen, die haar mobiel uit haar broekzak haalde. 'Zal ik?'

'Nee, ik wil het zelf doen,' zei Isabel, 'geef maar.' Ze griste de telefoon uit Karens handen. 'Ik zet hem op de luidspreker.'

Het toestel ging maar één keer over.

'Alexandra, met mama. Zet je ons even op de speaker? Dan kunnen Tobias en de anderen ook meeluisteren.'

'Oké,' zei Alexandra. 'Gedaan.'

Aan de andere kant van de lijn was het doodstil. 'Luisteren jullie?' vroeg Isabel.

'Ja-ha, vertel nou!'

'We blijven!' gilde Isabel.

Er ging een luid gejoel op, een waar pandemonium. Ze hoorden Tobias juichen en Julie en Quirine krijsen, en aan het gestamp van de kinderen en het hysterische blaffen van Vosje te horen deden ze nu een vreugdedans.

'Wij komen eraan,' schreeuwde Isabel tevergeefs. 'Haal die champagne maar vast uit de ijskast.'

'En het bier ook,' zei Maarten.

'En de oude jenever,' vulde Karen aan.

'Ik kan ook wel een pikketanissie gebruiken,' zei Isabel.

'Pap zou trots op ons zijn,' zei Karen.