Vaticaanstad,
2 november 2007
Dear son,
Overpeinzingen, er gaat veel kostbare tijd verloren aan overpeinzingen. Niet zelden peins ik over het slijk der aarde. Ik reken mijzelf graag tot de intelligentsia die ongevoelig is voor geld. Een waar kunstenaar of bohémien geeft er niet om, sterker nog, hij gaat er prat op dat hij niets bezit. Want wat is een groter verzet tegen de burgerlijkheid dan een afkeer van geld, of liever nog, onverschilligheid ten opzichte van pecunia, moneta, dinero?
Ik bezat niets toen ik uit Polen vluchtte, nog geen achttien jaar was ik. Nog altijd probeer ik geld te krijgen voor de grond op de Stare Renek Miasta, de grond die aan de Kozinski's toebehoorde. Jouw familie bezat een zeventiende-eeuws pand dat door de nazi's is verwoest.
Maar jij, mij zoon, jij zult het voorlopig moeten doen zonder het vooruitzicht op geërfd geld, op eigen kracht. Pas als jij de familienaam in Polen weet voort te zetten, en de leegte opvult die je wijze grootvader achterliet, kun jij je verheugen op het familiekapitaal. Tot die tijd zul je het moeten verdienen. Als je geen groot denker of kunstenaar bent, is het in de westerse maatschappij waar wij nu toe behoren louter rijkdom die je status verleent. Jouw verdienste zal er een moeten zijn voor de Poolse economie, daar ligt jouw capaciteit als mijn inzicht mij niet bedriegt, en zoals je weet doet dat het zelden of nooit.
Natuurlijk, mijn zoon, was jij liever die tengere jongeling met het uiterlijk van een romantische dichter die zich onsterfelijk zou maken met het schrijven van verzen die over de hele wereld zouden worden vertaald en gememoreerd. Dan had je toch echt je studie aan de Sorbonne moeten afmaken. Maar zou je, als je die dichter was geworden, met gevoel voor nostalgie strofen schrijven over je vaderland? Alleen jij weet het antwoord. Weet je overigens dat er in Polen nog wordt gerouwd wanneer er een dichter sterft? Net als in Parijs. Er zijn geen plekken op de wereld waar de kunstenaar zoveel eer geniet. Is dat de norm? Of zijn wij niet normaal? Overpeinzingen, genoeg weer voor een jaar.
With love, Dad