Parijs,
28 februari 2009
Lieve Tobias,
De laatste weken heb ik veel tijd gehad om na te denken, meer tijd dan me lief is. Ik heb de balans opgemaakt, meer dan eens, en telkens kom ik bij hetzelfde uit: alles is verloren. Alles wat ik was, alles waar ik ooit voor stond, het is weg. Hij heeft alles van me afgenomen. Eerst mijn moeder, toen mijn vrouw, mijn geschiedenis, mijn zoon en nu mijn waardigheid. Ik ben tegengevallen. Mijn bestaan is uitgewist, mijn ziel vertrapt.
Maar ieder kind houdt van zijn vader, Tobias. Ik was niet het genie waarop hij had gehoopt. Jij wel misschien. Ik tel de tralies, probeer te luisteren naar mijn geweten, maar ik hoor niets, ik voel niets. Alleen als ik denk aan jou, ervaar ik een vage fantoompijn, van iets wat ooit was, maar is weggerukt, geamputeerd. Misschien begrijp je deze woorden nog niet. Maar weet dat ik van je hield als van een zoon, Tobias. Hoe dan ook ben je beter afzonder mij, net als de wereld. Vergeef mij, vergeet mij.
In eeuwige omhelzing, Nicolas