Dankwoord van de schrijver

Rebecka Martinsson komt terug, ze is niet zo makkelijk tot zinken te brengen. Gun haar alleen wat tijd. Weet goed dat dit verhaal verzonnen is, net als de personages. Een paar plaatsen in het boek zijn ook fictief, de Kristalkerk bijvoorbeeld en het trappenhuis bij het appartement van de familie Söderberg.

Er zijn veel mensen die ik wil bedanken en een paar van hen zal ik hier noemen: jur. kand. Karina Lundström, die in haar vorige leven rechercheur was bij de politie en toen Kritan heette. Haar heb ik onder meer informatie gevraagd over pistolen en databases van de politie. Juridisch assessor Viktoria Lindgren en rechter Maria Widebäck. Chef-arts Jan Lindberg en obductietechnicus Kjell Edh, die bijgedragen hebben aan de beschrijving van de dode en de autopsiezaal. Birgitta Holm-gren voor informatie over de geestelijke gezondheidszorg in Kiruna. Shii-take-kweker Sven-Ivan Mella voor alles wat te maken heeft met paddestoelen, de mijn en de verdwenen man.

Alle eventuele fouten in dit boek zijn van mij. Sommige zaken heb ik niet aan bovengenoemde personen gevraagd, andere zaken heb ik verkeerd begrepen en soms ben ik domweg ongehoorzaam geweest. Voor mij was het belangrijkste mijn leugens geloofwaardig te maken, en als het verhaal strijdig was met de werkelijkheid, dan mocht het verhaal winnen, altijd.

Dank ook aan: het literaire chirurgenteam Hans-Olov Öberg, Marcus Tull en Sören Bondeson (die hebben gezucht, gesteund, hun hoofd hebben geschud en af en toe goedkeurend hebben gebromd). Uitgever Gunnar Nirstedt voor zijn visies. Elisabeth Ohlson Wallin en John Eyre voor de kaft. Mama en Eva Jensen die riepen: ‘Schrijf sneller’ en vonden dat ALLES STEENGOED was. Lena Andersson en Thomas Andersson Karl sén voor hun vriendschap en de gastvrijheid wanneer ik in Kiruna was.

En ten slotte: Per. Leid de tijger weg…