14

 

Net toen Philpott zijn kantoor uit wilde lopen, ging de telefoon. Hij knoopte rustig zijn overjas verder dicht en nam toen de hoorn op. 'Philpott.' Hij hoorde de elektronische ruis van het scramblercircuit.'Goed dat ik u nog te pakken heb kunnen krijgen,' zei Mike Graham. 'Op het nippertje. Vanavond heb ik een receptie van de Raad van Beheer.' 'O, hemel.' 'Een van de onvermijdelijke nadelen van een hoge positie, Michael. Waar ben je nu?' 'Berlijn. De flat in de Husemannstrasse. Ik ben twee uur geleden aangekomen en bel alleen maar even om dat te melden.' 'Prima. Trouwens... er is vanochtend nog iets interessants gebeurd, niet ver vanwaar je nu zit. Een Amerikaans staatsburger is levend verbrand in zijn huurwagen, negen minuten nadat hij een financiële transactie had afgehandeld bij een nabijgelegen bank.' 'Dat wilde ik u net vertellen,' zei Mike.'Hij heette Harold Gibson en hij was afkomstig uit Waxahachie,Texas. Hij is rijk geworden met olie en onroerend goed en vijf jaar geleden heeft hij bijna vijfentwintighonderd hectare uitstekende grond rondom het Texoma-meer geërfd. Dat ligt een kilometer of honderd van Dallas. Die vent was echt stinkend rijk.' 'Maar niet vuurbestendig. Hoe ben je zoveel over hem te weten gekomen?' 'Het is een interessant toeval. Twee jaar geleden, na de moord bij Fossil Rim, heb ik wat onderzoek naar hem gedaan. Ik heb hem zelfs een verhoor afgenomen.' De moord op een zwarte politiebeambte in het wildpark bij Glenrose, ten zuiden van Fort Worth, was zo in scène gezet dat de politie de indruk zou krijgen dat de man door Mexicaanse grijze wolven was aangevallen. Een zorgvuldig onderzoek door C.W. Whitlock, plus wat nader speurwerk van Mike Graham, had echter aan het licht gebracht dat de politieman in werkelijkheid om het leven was gebracht door blanke racisten en dat er een verband bestond met een aantal andere moorden die de afgelopen zes jaar gepleegd waren in de omgeving van Dallas en Fort Worth. Er was echter nooit iemand in staat van beschuldiging gesteld. 'Een van de politiemensen die aan deze zaak gewerkt hebben, koesterde verdenkingen jegens Gibson en diens vriendjes, en dat is de UNACO ter ore gekomen.' 'Wat zijn jullie te weten gekomen?' vroeg Philpott. 'Nou, het is alweer een tijdje geleden, maar ik kan me nog herinneren dat die Gibson een fanatieke fascist was en daar ook bepaald geen geheim van maakte. Ik heb mezelf aan hem voorgesteld als een journalist die bezig was met een reeks artikelen over rijke mensen die er uitgesproken principes op nahielden. Hij was reuze gevleid en heeft me van alles verteld over zijn bezittingen, zijn grote zakelijke transacties en zijn vaardigheden als manager en katalysator. Hij heeft me ook verteld over de grote inspanningen die hij zich heeft getroost voor het promoten van de heruitgave van Henry Fords artikelen over het Internationale Jodendom in de Dearborn Independent, een door hem gefinancierde krant.' 'God in de hemel.' kreunde Philpott.'Heb je die ooit gelezen?' 'Nee, meneer, daar heb ik nooit behoefte aan gehad. Het heeft me altijd nogal deprimerend geleken.' 'Zal ik je eens iets vertellen wat echt deprimerend is? Adolf Hitler heeft toegegeven dat hij bij het schrijven van Mein Kampf sterk door die artikelen beïnvloed is.' 'Wedden dat Harold Gibson dat ook wist? Hij vond Hitler zo'n beetje de grootste ziener sinds Johannes de Doper. Hij had een klein portretje van Adolf aan de muur van zijn werkkamer hangen.' 'Interessant.' 'In het laatste nieuwsbericht dat ik gehoord heb,' zei Mike,'werd gemeld dat het gerechtelijk laboratorium de verkoolde resten van tweehonderdduizend dollar op de stoel naast Gibsons lijk heeft aangetroffen.' 'Ik denk dat we maar eens wat aandacht aan deze zaak moeten besteden. Ik heb trouwens zelf ook nog iets te melden.' Hij vertelde Mike over Lucy Dow. 'Het hoort natuurlijk bij het werk, maar desalniettemin is het jammer.' Philpott keek op zijn horloge. 'Ik moet ervandoor, Michael. Bedankt voor het bellen. Bel me terug zodra je iets meer te weten bent gekomen over die Erika Stramm.' Philpott had een heel drukke avond. Vijf uur lang sprak hij een heleboel mensen en moest hij zijn aandacht op een groot aantal kwesties richten. Om een uur of elf was hij echter weer op zijn kantoor en zat daar aan zijn computer een reeks geheime rapporten door te lezen. 'U gaat me toch niet vertellen,' zei C.W. Whitlock vanuit de deuropening,'dat u er niet tegen kon om uren lang in bed te liggen zonder iets uit te voeren?' Philpott draaide zich om. 'Jij ook al?' 'Inderdaad.' Philpott keek hem rustig aan. 'Problemen thuis zeker?' 'Meer dan ik nu kan verdragen.' Whitlock schonk zich een kop koffie in. 'Nou, iemand in mijn positie kan makkelijk zeggen dat hij daar niets mee te maken heeft, en het gaat me natuurlijk ook niets aan, maar ik zal er één ding over zeggen. In ons vak is iemand die kan leven met een chaotische situatie thuis beter in zijn werk dan iemand die een harmonisch huwelijksleven geniet.' Philpott glimlachte even. 'Vermoedelijk komt dat door de aard van ons werk.' Whitlock knikte. 'Bij de politie is het precies hetzelfde.' 'Daar is het me voor het eerst opgevallen.' Het was Whitlock duidelijk aan te zien dat hij zich niet zo op zijn gemak voelde en om een ander onderwerp aan te snijden vroeg hij Philpott of hij hem ergens mee kon helpen. Philpott legde hem uit dat hij bezig was met een literatuuronderzoek naar een rechts-extremist uit Texas die Harold Gibson heette. ik heb de bestanden eens een beetje doorgekeken en een paar heel interessante dingen gevonden. Twee maanden geleden, op een feest in het arboretum en de botanische tuinen van Dallas, heeft een agent van de FBI gehoord dat Harold Gibson een vrouwelijke gast stond te vertellen dat hij zichzelf als een bevoorrecht mens beschouwde omdat hij een paar mannen de hand had gedrukt die op hun beurt weer een hand hadden gekregen van Adolf Hitler. En bovendien blijkt Gibson sinds 1989 twee keer per jaar een reisje naar Berlijn gemaakt te hebben. Dat is het tot nu toe.' 'Als u dat wilt, kan ik het extremistenboek wel eens doorbladeren,' zei Whitlock. 'Misschien dat daar iets te vinden is.' 'Een uitstekend idee.' Philpott stond op uit de stoel bij de computer. 'Ga je gang.' Whitlocks extremistenboek was een reeks lukraak bij elkaar geharkte gegevens over fanatiekelingen, dogmatici en racisten die in categorieën waren opgedeeld en daarna in de computer waren ingevoerd. De informatie was vercijferd met behulp van software die met hulp van Whitlock was geschreven, en iedereen binnen de UNACO was het erover eens dat hij de enige was die toegang tot die bestanden diende te krijgen. De computer begon zachtjes te klikken en zoemen terwijl hij de bestanden afzocht op de naam Harold Gibson. 'Ik heb zo het idee dat die man regelmatig genoemd wordt,' zei Whitlock. Snel keek hij even over zijn schouder. Philpott zat weer aan zijn bureau en trommelde zachtjes met zijn vingers op het vloeiblad. 'Als u naar huis wilt, werk ik wel alleen door.' 'Nee... ik moet binnenkort een beslissing nemen,' zei Philpott. 'En die beslissing zal jou ook raken.' Er verscheen een foto op het beeldscherm. Toen Philpott dat zag, kwam hij naar de tafel toegelopen. Het was een foto van een man van middelbare leeftijd met grijs kortgeknipt haar die in plaats van een das een koord met een sieraad eraan om zijn nek droeg. Hij was dik en stond uit volle borst te lachen. 'Is dat hem?' 'Harold Gibson, zestig jaar oud, inwoner van Waxahachie, voorzitter van de raad van bestuur en directeur van Munro, Davis en Gibson, makelaars o.g., gevestigd in North Main Street, Fort Worth.' Whitlock liet zijn vinger over de kolom vol kleine lettertjes glijden. 'Daar gaan we dan. In 1960 stond hij geregistreerd als lid van de American Nazi Party, opgericht door George Lincoln Rockwell. In 1962 was hij in Londen, als lid van Rockwells gevolg, toen die het land uitgezet werd na een poging om nazistisch propagandamateriaal te verspreiden. In augustus 1967 nadat Rockwell door een sluipmoordenaar was neergeschoten, was Gibson prominent aanwezig op de begrafenis en daarna heeft hij een toespraak gehouden tot een aantal aanhangers waarin hij de dode nazi prees en beloofde "de nobele strijd" - zijn woorden - voort te zetten.' 'Had hij een strafregister?' 'Niets crimineels. Een paar boetes wegens opruiend gedrag tijdens bijeenkomsten en een civiele procedure wegens hinderlijk gedrag omdat hij heeft deelgenomen aan een protestdemonstratie op een plek waar men een synagoge wilde bouwen.' 'Staat er iets bij over eventuele financiële steun?' Snel liet Whitlock de tekst over het scherm glijden, inderdaad, inderdaad. Samen met Don Chadwick en Emerett Pearce die hier geregistreerd staan als ondernemers uit respectievelijk Fort Davis en Brownsville heeft hij de Lone Star Patriots opgericht.' Terwijl Whitlock de massa tekst doorlas, bleef het even stil. 'Zo... De Lone Star Patriots zijn niet zo'n achterlijk stelletjes boerenpummels als je misschien zou denken. Ze onderhouden betrekkingen met een langlopend Zwitsers eugeneticaproject dat erop gericht is om de genetische minderwaardigheid van de niet-blanke rassen aan te tonen. Drie subcomités van het Huis van Afgevaardigden in Washington* hebben bewijsmateriaal onder de loep genomen dat erop wijst dat de Patriots betrokken zijn bij het financieren van de bescherming van nazi-vluchtelingen in Zuid-Amerika. Er zijn sterke aanwijzingen dat hun propagandateams verschillende universiteiten en grote bedrijven hebben weten te infiltreren en ze hebben ook financiële steun gegeven aan een aantal rechts-extremistische kandidaten voor de Senaat. Drie jaar geleden heeft Gibson in eigen persoon de helft van de kosten betaald van de verdediging van een nazi-oorlogsmisdadiger die in Krakau terecht moest staan.' 'Ik denk dat we nu wel voldoende weten.' Philpott ging weer zitten. 'De man wiens werk je hier hebt beschreven, is nog geen vierentwintig uur geleden om het leven gekomen in Berlijn. Kennelijk is hij het slachtoffer geworden van een autobom en op de stoel naast hem is een hoop geld aangetroffen. Heb jij ook het idee dat dat wel eens iets te maken zou kunnen hebben met de zaken die de afgelopen tijd onze aandacht hebben opgeëist?' 'Nader onderzoek lijkt me in ieder geval wel gerechtvaardigd.' 'Dus jij vindt ook dat we maar eens naar Texas moeten gaan?' Whitlock staarde hem aan. 'De Europese en Noord-Afrikaanse aspecten van de zaak zijn in goede handen,' vervolgde Philpott. 'Daar ga ik tenminste van uit tot ik iets hoor dat op het tegendeel wijst. Maar de mogelijkheid van een Amerikaanse connectie verdient echt enige aandacht.' 'Dus als u wij zegt...' 'Ik heb er al over lopen te denken sinds ik vanavond die receptie heb verlaten. Het eerste dat op dat moment in me opkwam, was dat ik Geoff Prentice kon sturen, maar ik heb net gehoord dat hij ergens in de Punjab zit en last heeft van zijn darmen. De tweede keus zou Timothy Osborne zijn geweest, maar de nieuwe verwikkelingen in Bosnië vergen op dit moment al een hoop van zijn aandacht.' Philpott haalde zijn schouders op. 'Dus toen dacht ik, waarom zou ik zelf niet gaan? Als voormalig agent ben ik een oude rot in het vak, en eerlijk gezegd zit ik toch al veel te veel aan mijn bureau. Het zal heel goed voor me zijn om eens iets anders te doen. Mijn secretaresses kunnen hier zolang de zaken wel voor me waarnemen. Dan krijgen die ook eens de kans om te werken voor de kost.' 'Dit uitstapje zou natuurlijk een grote vergissing kunnen zijn,' zei Whitlock. 'Maar ik neem aan dat zo nu en dan wat verspilde inspanning niet erg is.' 'Natuurlijk niet.' Philpott liet zijn ooglid een heel klein beetje zakken. Voor hem was dat een knipoog.'En voor je huwelijk zou het wel eens heel goed kunnen wezen om een tijdje uit New York weg te zijn.' Hij stond op en rekte zich behoedzaam uit. 'Als ik niet snel wat slaap krijg, dan stort ik in.' 'Alstublieft, zegt u dat niet.'Whitlock was erbij geweest toen Philpott een paar jaar tevoren een hartinfarct kreeg, ik heb zo al stress genoeg.' 'Dus de teerling is geworpen?' Philpott stond op en pakte zijn jas. 'We gaan in Texas eens wat terrein verkennen.' 'U zegt het maar.' 'Ik dacht dat je misschien wel zou tegenstribbelen.' 'Op een ander tijdstip en onder andere omstandigheden misschien wel.' Whitlock zette de computer uit en liep naar de deur. 'Maar op dit moment lijkt het me een uitstekend plan. En bovendien, wie zou er anders een oogje op u moeten houden?'