22

 

Om drie uur 's middags keerden Erika Stramm en Gregor Bryosov terug van een lunchafspraak. Het was een goede lunch geweest en ze hadden allebei een hoop wijn gedronken. Ze waren uitgenodigd door een tijdschriftuitgever die het prettig vond om zaken te doen in een restaurant en tijdens de maaltijd hadden ze een overeenkomst gesloten. Voor het intellectuelenmaandblad Deutsches Herzfeuer zou Erika een serie van tien artikelen schrijven over de invloed van het socialisme op de naoorlogse Duitse kunst. Zo'n opdracht, zei ze tegen Gregor toen ze in de taxi naar huis zaten, was net zoiets als betaald krijgen om met je liefste speelgoed te spelen. Druk door elkaar pratend liepen ze het huis binnen, maar in de donkere hal deed Gregor er plotseling het zwijgen toe en wees naar het vaste tapijt tussen de hal en de deur naar de zitkamer. Nadat de Amerikaanse journalist bij hen had ingebroken, had Gregor er een gewoonte van gemaakt om elke keer dat ze weggingen een draadje daarvan aan de deur te plakken. Erika praatte rustig door, maar terwijl ze toekeek hoe Gregor behoedzaam de zitkamer binnen stapte, stond er een ernstige uitdrukking op haar gezicht. De deur van de naast de zitkamer gelegen slaapkamer stond halfopen en toen ze weg waren gegaan, was die dicht geweest. Gregor haalde een leren ploertendoder uit zijn zak, en nadat hij zwijgend zijn hand door de lus had gestoken liep hij naar de deur van de slaapkamer en trapte die open. De deur sloeg met een klap tegen de muur en zwaaide weer dicht. Erika liep de zitkamer binnen en zag Gregor door de slaapkamerdeur stappen en uit het zicht verdwijnen. Hij was naar links gestapt, naar de ingebouwde wandkasten. Ze hoorde hem een deur openmaken en grommen, één keer maar. Toen klonk er het onmiskenbare geluid van een vallend lichaam. 'Gregor?' Ze liep naar de deur van de slaapkamer. Er viel nu niets te horen. Ze stak één voet naar voren en steunend op haar ene been, keek ze voorzichtig om de deurpost. Gregor lag plat op zijn buik voor een van de kasten. Erika draaide haar hoofd om en keek achter de deur. 'Kunnen we dit niet vreedzaam regelen?' vroeg Sabrina. Met haar armen slap langs haar lichaam deed ze een paar stappen naar voren. Ze had haar zwarte overall aan en een paar schoenen met rubberzolen. Haar haar was samengebonden in haar nek. Erika deed een stap achteruit en zette zich schrap. 'Ik wil alleen maar een paar vragen stellen. Het zijn belangrijke vragen en door er antwoord op te geven, zult u niemand kwaad doen en ook uw eigen vrijheid niet in gevaar brengen.' Erika keek naar Gregors roerloze gestalte. Ze zag dat hij handboeien om had. 'Ik hoef u niet te woord te staan.' 'Tja, misschien hebt u geen keus.' Plotseling sprong Erika achteruit. Ze trok een stiletto uit de zak van haar spijkerbroek en liet het lange en smalle lemmet eruit springen. 'Als hier iemand vragen stelt,' zei ze, 'dan ben ik het.' En met een bruusk knikje in de richting van de zitkamer voegde ze daaraan toe: 'Naar binnen. Nú!' Even, heel even maar, richtte Erika haar blik op het lemmet om te zien of ze het wel recht voor zich uit hield. Toen ze weer opkeek, bevond Sabrina's snelbewegende vuist zich nog maar tweeënhalve centimeter van haar neus. Toen die elkaar raakten, klonk er een krakend geluid. Erika viel. Sabrina stapte achter de deur vandaan en gaf haar twee harde schoppen in haar ribben. Erika probeerde te gillen, maar kon geen adem meer krijgen en begon verwoed naar lucht te happen. Sabrina trok haar het mes uit handen, pakte haar bij de enkels en zeulde haar de zitkamer binnen. Erika trok haar been terug en probeerde te schoppen. Sabrina liet los en sprong toen met beide voeten op Erika's been. Nu lukte het Erika wel om te gillen. Ze klapte dubbel van de pijn, zodat ze nu met haar knieën opgetrokken tot vlak onder haar kin op de grond lag en sloeg haar handen om haar bezeerde enkel. 'Mooi zo, en nou opstaan.' Sabrina ging achter Erika staan, pakte haar stevig beet onder haar oksels en hees haar in een stoel met rechte rugleuning, duwde haar handen door de spijlen in de rug en deed haar een paar handboeien om. 'Zo.' Sabrina kwam voor haar staan en veegde haar handen droog aan haar overall. 'Je vriendje en jij passen nu mooi bij elkaar. Jullie waren makkelijker dan ik verwacht had.' 'Dit kunnen jullie niet straffeloos doen,' hijgde Erika. 'Jij niet en die andere - Miles, of hoe hij ook werkelijk heten mag - ook niet.' 'Alsjeblieft, zeg.' Sabrina duwde een losse lok haar door de haarspeld waarmee het haar in haar nek werd samengehouden. 'Ik heb het toch net gedaan?' 'Maar je gerechte straf zal je niet ontlopen,' zei Erika. Sabrina was met beide voeten op haar enkel neergekomen en de pijn was zo hevig dat de tranen haar over de wangen stroomden, zodat haar mascara uitliep. 'Ik heb het over later.' 'Wil je soms dat ik je nog meer pijn doe?' 'Heb het lef eens.' 'Ik heb het lef al gehad, en je vriendje heb ik ook te grazen genomen.' 'Wat heb je hem aangedaan?' 'Omdat hij zoveel groter en sterker was dan ik, en omdat jullie met zijn tweeën zijn, kon ik het niet netjes houden, Erika.' 'Wat heb je met hem uitgespookt?' 'Een vleugje CS.' Sabrina hield de zilverkleurige spuitbus even omhoog en liet hem daarna weer in haar zak glijden. 'Hij viel op de grond alsof hij door een kogel getroffen was. Over een paar minuten komt hij weer bij en dan heeft hij nergens meer last van. Voorlopig dan, want als je mijn vragen niet beantwoordt, neem ik hém te grazen.' Ze stak haar hand opnieuw in haar zak en haalde er een injectienaald uit. 'Pentothal, Erika.' Er verscheen een geschokte uitdrukking op Erika's gezicht. 'En ga me nou niet vertellen dat ik dat toch niet durf.' Sabrina knikte naar de spuit, waar geelgekleurd water in zat. 'Dat is een flinke overdosis, Erika.' 'Je bent hartstikke gek,jij!' 'Wel, het is duidelijk dat je weet dat een grote dosis tot een enorme beroerte kan leiden, zeker als het hart van het slachtoffer hevig klopt.' 'Daar kan hij aan doodgaan!' 'Ja, inderdaad.' Sabrina kwam wat dichterbij staan en bukte zich, zodat ze Erika recht in de ogen keek. 'Kunnen we nu praten?' 'Wat moet je van me, verdomme? Ik wéét helemaal niks.' 'Je beschikt over informatie die ik nodig heb. Alsjeblieft, stel mijn humeur nou niet op de proef door het te ontkennen. Luister, ik zal aan deze geschiedenis echt niets overhouden, maar je vriendje wel. En twijfel nou maar niet aan mijn woorden, want dat zou een ernstige vergissing zijn.' 'Wat wil je in 's hemelsnaam?' 'De naam, het adres en het tijdschema van jullie executeur.' Erika zei niets en liet haar hoofd zakken. 'Moet ik dat als een weigering opvatten?' 'Waarom wil je dat weten?' 'Ik werk voor een organisatie die tot taak heeft om jullie te weerhouden van het vermoorden van de mensen op Emily Selby's lijstje.' 'Welke organisatie?' 'Dat kan ik je niet zeggen. Maar in tegenstelling tot wat jij denkt, staan wij aan de goede kant.' 'Dat zou een nazi zonder aarzelen ook beweren.' 'Erika, ik hou niet van nazi's. Heb je wel eens gehoord van een neofascist die Klaus Schneider heette?' Erika knikte. 'Ik heb wel eens van hem gehoord. Een vriendje van je?' 'Ik heb hem ingerekend.' Erika staarde haar aan. 'Dat kan iedereen wel zeggen.' 'De details over de manier waarop hij is opgepakt, zijn nooit openbaar gemaakt,' zei Sabrina, 'maar ik durf erom te wedden dat jij wel weet wat er gebeurd is.' 'Zou kunnen.' 'Op een zwoele avond in augustus 1992 zat Schneider op een bankje aan de Unter den Linden te wachten op een partij gestolen heroïne die hij onder de marktprijs wilde verkopen. Het was een van de manieren waarop hij geld inzamelde voor zijn politieke activiteiten. Op de afgesproken tijd kwam er een jonge vrouw langs en hij liep achter haar aan de bosjes in om de heroïne in ontvangst te nemen. Maar het liep anders dan hij had gedacht. Ze sloeg hem in elkaar, trok hem al zijn kleren uit en bond hem aan een boom. Toen heeft ze een polaroidfoto van hem genomen en die toegestuurd aan zijn maatjes, die hem als de nieuwe Führer beschouwden. Er zat een briefje bij de foto waarin stond dat hen hetzelfde zou overkomen. Het doel van mijn missie was om die groep uit elkaar te doen vallen, en daar ben ik in geslaagd.' Erika haalde haar schouders op. 'De details kloppen, maar je kunt niet bewijzen dat jij die vrouw was.' 'Ik zweer het op het leven van mijn moeder.' 'Waarom heb je er dan bezwaar tegen dat wij actie ondernemen tegen de fascisten?' 'Omdat jullie ze op grote schaal afmaken en er helemaal geen zwaarwegend bewijs voorhanden is dat jullie het op de juiste mensen gemunt hebben.' 'Maar dat is wél zo.' 'Om zoiets te kunnen zeggen, dien je over substantieel bewijsmateriaal te beschikken, of in ieder geval voldoende om een legitiem onderzoek in gang te kunnen zetten. Waarom hebben jullie dat dan niet overhandigd aan de politie?' 'Conventioneel onderzoek gaat veel te netjes en loopt ook veel te vaak uit op slappe clementie. Onze manier is beter.' 'Erika.' Sabrina boog zich weer naar haar toe. 'Ik kan hier niet blijven staan debatteren. Ik heb werk te doen. Ik móet weten wie jullie executeur is en ik ben bereid om alles te doen wat nodig is om een antwoord te krijgen. Ik meende het, hoor. Als het nodig is, gebruik ik pentothal.' Erika zat nu naar de slaapkamer te staren. Gregor was inmiddels weer bij kennis en lag nu met zijn gezicht in het kleed zachtjes te hoesten. 'Ik wil niet dat je hem kwaad doet,' zei ze. De harde klank was nu uit haar stem verdwenen. 'Praat dan tegen me.' Erika keek Sabrina langdurig aan en knikte toen. 'Maak zijn handboeien los en geef hem wat water. Dan praat ik met je.' 'Wil je dat ik hem losmaak voordat je me hebt verteld wat ik wil weten?' Sabrina schudde van nee. 'Nee... Niet voordat ik...' 'Ik beloof het!' fluisterde Erika schor. 'Ik hou me altijd aan mijn beloften, en, in godsnaam, ga hem nou helpen! Help hem!'

*** 

De zwarte bestelwagen stond geparkeerd op een rotspiek die hoog uittorende boven een stuk open terrein dat tussen twee stukken dicht bos ingeklemd lag. De zon stond hoog aan de hemel en hoewel beide raampjes openstonden, was de temperatuur in de cabine meer dan drieëndertig graden Celsius. Chuck en Billy zaten nu al meer dan twee uur vanachter de stoffige voorruit naar Chadwicks grijs-met-blauwe stationcar te kijken, die op het open terrein onder hen stond te bakken in de zon. 'Al die tijd samen met een lijk in de auto zitten,' zei Chuck. 'Die vent is gestoord. Wie houdt dat in vredesnaam vol?' 'Vergeet niet dat het een Engelsman is.' Sinds meneer Beamish de stationcar had geparkeerd, leek hij zich niet verroerd te hebben. Hij had de wagen gewoon stilgezet op het landweggetje dat de twee bossen met elkaar verbond,hetzelfde landweggetje dat recht door deze sector van het Greenbelt Park leidde. Nadat hij de wagen had geparkeerd en de motor had afgezet, had hij zijn armen over elkaar geslagen en was hij rustig blijven zitten. 'Hij heeft daar wel airconditioning,' zei Billy, 'maar ik denk niet dat hij daar veel aan heeft, niet nu hij daar al zo lang staat.' Hij kreunde. 'Ik heb meneer Chadwick beloofd dat ik de wagen vanbinnen zou schoonmaken nadat die vent ermee klaar is.' Op dat ogenblik zag Philpott vanuit de stationcar iets waar de twee mannen in de bestelwagen een verrekijker voor nodig zouden hebben: een kleine tankwagen met een grote blauwe chemicaliëntank erop kwam aanrijden over hetzelfde weggetje waar Philpott geparkeerd stond, en reed nu langzaam de heuvel af. Russ Grundy was de chauffeur. 'Meneer Beamish?' riep hij. 'Inderdaad.' 'Worden we in de gaten gehouden?' 'Ja. Zorg dat je niet uit je rol valt, Russ. Het publiek zit daar op de helling en houdt je met argusogen in de gaten. Niet in die richting kijken dus.' Toen Grundy uitstapte, zag Philpott dat hij een politie-uniform aanhad. Hij liep naar de stationcar toe en hield het portier open. Philpott stapte uit. 'Wat moet ik nu doen?' Philpott wees naar de achterbak van de stationcar. 'Er ligt daar een rol tapijt en om het allemaal wat echter te laten lijken, heb ik er twee halfvolle plastic zakken met water in gerold. Ik wil dat je me helpt om dat tapijt naar die lege tankwagen van je te dragen en het dan door het luik bovenin laat glijden. Nadat je het hebt opengemaakt natuurlijk.' 'Kun je me ook vertellen waarom ik dit uniform aanheb?' 'Waarom wil je dat weten? Wil je weten wat de drijfveren zijn van het personage dat je moet uitbeelden?' 'Nee, ik ben gewoon nieuwsgierig.' 'In mijn ervaring,' zei Philpott, 'maken bizarre taferelen het meeste indruk op getuigen. Ik bedoel: waarom rijdt een politieman in 's hemelsnaam in een tankwagen rond? En wat gaat hij uitspoken met dat in een tapijt gewikkelde lijk dat hij in zijn tank heeft laten glijden?' 'Het is inderdaad bizar. Dat geef ik toe.' 'Dankjewel.' Vanuit de bestelwagen hoog op de heuvel keken Billy en Chuck toe door hun verrekijker hoe de onheilspellende rol tapijt uit de wagen getrokken werd en met enige moeite in de tank werd geduwd. Ze zagen dat de politieman de tank dichtdeed, naar beneden klom, Beamish een hand gaf en wegreed. Na een paar minuten reed Beamish zelf de andere kant uit. 'Ik zal echt heel blij zijn als we dit achter de rug hebben,' zei Billy tegen Chuck. In Dallas zette Philpott de stationcar neer op een rustig plekje niet ver van zijn hotel, precies zoals hij van tevoren met Chadwick had afgesproken. Voordat hij het portier dichtsloeg en afsloot, sprenkelde hij drie druppels kadaverine op de bekleding, zodat het hele interieur binnen enkele seconden was gevuld met de doordringende stank van menselijk vlees. 'Opdracht voltooid,' fluisterde hij vol voldoening. Hij had van deze escapade genoten. Het was fijn om weer eens wat veldwerk te doen. Zachtjes fluitend liep hij weer naar zijn hotel. Hij dacht aan een heet bad, een smakelijke maaltijd en dan een late vlucht terug naar New York.